Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (Richtlijn Atex)

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juli 2003, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&P/2003/46653, tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de opname in het Arbeidsomstandighedenbesluit van regels betreffende explosieve atmosferen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel I

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving1 worden als volgt gewijzigd:

A

Beleidsregel 5.4 -2 Zitgelegenheid bij kassawerk in zelfbedieningswinkels wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 2, onder b, komt te luiden:

b. de stoel voldoet aan de norm NEN-EN 1335-1:2000 `Kantoormeubelen - Kantoorstoelen - Deel 1: Afmetingen - Bepaling van afmetingen',.

2. Onderdeel 5, onder d, komt te luiden:

d. de hoogte waarop de onder a t/m c genoemde voorzieningen zich bevinden maximaal 10 centimeter afwijkt van de werkhoogte,.

B

Onderdeel 3 van beleidsregel 5.4 -3 Zitgelegenheid bij baliewerk komt te luiden:

3. Bij baliewerk in combinatie met beeldschermwerk in de zin van artikel 5.12 van het Arbeidsomstandighedenbesluit is sprake van een doelmatige zitgelegenheid als de stoel voorzien is van verstelbare armsteunen.

C

In Bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt deel 2, Arbeidsomstandighedenbesluit, gewijzigd als volgt:

1. Na artikel 3.5 wordt een nieuwe paragraaf met vijf nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

stcrt-2003-128-p9-SC40664-1.gifstcrt-2003-128-p9-SC40664-2.gifstcrt-2003-128-p9-SC40664-3.gifstcrt-2003-128-p9-SC40664-4.gif

2. In artikel 4.6, derde lid, wordt `de plaats op of de ruimte' vervangen door: de plaats of de ruimte.

3. Het opschrift van artikel 4.50 komt te luiden: Artikel 4.50 nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie.

4. Het opschrift van artikel 6.7 komt te luiden: Artikel 6.7 nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen en meten.

D

Bijlage 2, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van ernstige beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt gewijzigd als volgt:

In numerieke volgorde worden de volgende ernstige beboetbare feiten ingevoegd:

Het ontbreken van doeltreffende maatregelen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen.

(artikel 3.5d, lid 1, Arbobesluit)

Een uitroepteken wordt geplaatst voor dit ernstige beboetbare feit.

Het niet nemen van de volgende maatregelen in de hieronder aangegeven volgorde, indien het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk, niet mogelijk is:

a. de ontsteking van explosieve atmosferen wordt voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met elektrostatische ontladingen die van werknemers of de arbeidsplaats als ladingsdrager of ladingsproducent kunnen uitgaan;

b. de schadelijke gevolgen van een explosie worden beperkt;

(artikel 3.5d, lid 2, Arbobesluit)

Een uitroepteken wordt geplaatst voor dit ernstige beboetbare feit.

Het ontbreken van de volgende maatregelen in de gevarenzones, bedoeld in artikel 3.5d, vijfde lid, en met betrekking tot de installaties in gebieden zonder explosiegevaar die vereist zijn voor, of bijdragen tot het explosieveilig gebruik van installaties die zich op plaatsen bevinden waar explosiegevaar heerst:

a. vrijkomende gassen, dampen, nevels of brandbaar stof die explosiegevaar kunnen doen ontstaan, worden op passende wijze afgevoerd en onschadelijk gemaakt;

b. indien een explosieve atmosfeer meerdere soorten ontvlambare of brandbare gassen, dampen, nevels of stoffen bevat, wordt bij de veiligheidsmaatregelen uitgegaan van het grootste mogelijke risico;

(artikel 3.5e, onder a. en b, Arbobesluit)

Een uitroepteken wordt geplaatst voor dit ernstige beboetbare feit.

Het in de gevarenzones niet gebruiken en toepassen van apparaten en beveiligingssystemen overeenkomstig de categorieën als bedoeld in het Besluit explosieveilig materieel volgens de navolgende principes:

1°. gevarenzone 0 of 20: categorie 1-apparatuur;

2°. gevarenzone 1 of 21: categorie 1- of categorie 2-apparatuur;

3°. gevarenzone 2 of 22: categorie 1-, categorie 2- of categorie 3-apparatuur;

(artikel 3.5e, onder e, Arbobesluit)

Een uitroepteken wordt geplaatst voor dit ernstige beboetbare feit.

E

Bijlage 3, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van direct beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt gewijzigd als volgt:

In numerieke volgorde wordt het volgende direct beboetbare feit ingevoegd:

Het niet beschikbaar en gebruiksklaar houden van vluchtmiddelen zodat werknemers de gevaarlijke gebieden snel en veilig kunnen verlaten.

(artikel 3.5f, onder f, Arbobesluit)

Artikel II

In artikel I, onder A, punt 30, van het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 24 december 2002, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&O/02 101199, tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de opname van bepalingen ten aanzien van veiligheid en gezondheid van werknemers in de mijnbouwsector, werken onder overdruk en enige andere wijzigingen (Stcrt. 249) vervalt onderdeel d.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 3 juli 2003.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,namens deze,
De waarnemend Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,
G.J.M. de Vries.

1 Stcrt. 2001, 239 (supplement), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 april 2003 (Stcrt. 75).

Toelichting

Algemeen

Dit besluit bevat diverse wijzigingen van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving. Het betreft wijzigingen naar aanleiding van wijzigingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit), welke zijn veroorzaakt door uitvoering van richtlijn nr. 1999/92/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1999 betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (PbEG 2000, L 23), kortweg genoemd de richtlijn `Veilig werken in een explosiegevaarlijke omgeving'.

Daarnaast betreft het een correctie van het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 24 december 2002, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&O/02 101199, tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de opname van bepalingen ten aanzien van veiligheid en gezondheid van werknemers in de mijnbouwsector, werken onder overdruk en enige andere wijzigingen (Stcrt. 249), waarin abusievelijk in bijlage 1, behorend bij de beleidsregel 33, het tiende lid van artikel 6.16 Arbobesluit werd gewijzigd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdelen A en B

Deze onderdelen betreffen slechts kleine redactionele wijzigingen.

Onderdeel C (tarieflijst boetenormbedragen)

Per 30 juni 2003 treden een aantal wijzigingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit in werking welke zijn veroorzaakt door uitvoering van de richtlijn `Veilig werken in een explosiegevaarlijke omgeving'.

In overleg met de Arbeidsinspectie zijn volgens de systematiek van de Arbeidsomstandigheden-regelgeving boetenormbedragen bepaald en toegevoegd aan de artikelen die per 30 juni 2003 in de artikelen 9.9b en 9.9.c van het Arbobesluit zijn opgenomen en beboetbaar gesteld.

Door voornoemde wijzigingen is de tarieflijst boetenormbedragen gewijzigd.

Onderdeel D (lijst van ernstige beboetbare feiten)

Bij het vaststellen van de boetenormbedragen is met de Arbeidsinspectie overleg gevoerd over werkzaamheden en situaties die ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Naar aanleiding van deze bespreking is een aantal ernstige beboetbare feiten geformuleerd die thans zijn ingevoegd in de lijst van ernstige beboetbare feiten.

In al deze gevallen is het afhankelijk van de situatie of het betreffende feit al dan niet een ernstig gevaar voor personen betekent. Dit wordt aangegeven door een uitroepteken in de kantlijn voor de betreffende feiten. Het is aan de toezichthouders om te beoordelen of de situatie zo ernstig is dat het werken dient te worden stilgelegd.

Onderdeel E (lijst van direct beboetbare feiten)

Bij het vaststellen van de boetenormbedragen is overleg gevoerd over werkzaamheden en situaties die niet tot de categorie ernstige beboetbare feiten kunnen worden gerekend, maar waarvoor bij niet naleving toch een directe sanctie moet worden opgelegd en in een aantal gevallen ook direct maatregelen moeten worden getrof-fen.

Naar aanleiding van deze bespreking is een direct beboetbaar feit geformuleerd dat thans is ingevoegd in de lijst van direct beboetbare feiten.

Artikel II

In het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 24 december 2002, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&O/02 101199, tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de opname van bepalingen ten aanzien van veiligheid en gezondheid van werknemers in de mijnbouwsector, werken onder overdruk en enige andere wijzigingen (Stcrt. 249), werd abusievelijk vermeld dat het tiende lid van artikel 6.16 Arbobesluit werd gewijzigd.

Aangezien dit lid van artikel 6.16 Arbobesluit niet beboetbaar is gesteld, is dit niet in bijlage 1 van beleidsregel 33 Arbowet 1998 opgenomen en kon dit derhalve ook niet worden gewijzigd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze,

De waarnemend Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,

G.J.M. de Vries.

Naar boven