Protocol ontslagadviescommissies 2003

17 juni 2003

CWI 2003/008

De Raad van Bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen,

Overwegende dat het wenselijk is een verdere praktische uitwerking te geven aan het Reglement ontslagadviescommissies CWI 2003 in richtlijnen ten behoeve van een eenduidige en juiste gang van zaken in of rond vergaderingen van de ontslagadviescommissies;

Gezien het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. 2001, 625), het Ontslagbesluit (Stcrt. 2002, 53), het Besluit werkgebieden CWI (CWI 2002/002), het Organisatiebesluit CWI (2002/010), het Mandaatbesluit CWI (CWI 2002/004) en het Reglement ontslagadviescommissies CWI 2003.

Besluit:

1. Inleiding

In het BBA 19451, het Ontslagbesluit2 en het Mandaatbesluit CWI3 is vastgelegd dat de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: CWI), dan wel een door de Raad van bestuur gemandateerde functionaris van de afdeling juridische zaken, na het horen van de ontslagadviescommissie, de beslissing neemt ter zake van het verzoek om toestemming de arbeidsverhouding te mogen beëindigen.

In het Besluit werkgebieden CWI4 is de relatieve competentie geregeld.

In het Reglement ontslagadviescommissies CWI 2003 is de instelling, taak, samenstelling, benoeming en ontslag van de leden en de werkwijze van de ontslagadviescommissie geregeld.

Het voorzitterschap van de ontslagadviescommissie kan worden toebedeeld (via volmachtverlening als voorzien in het Organisatiebesluit CWI) aan het Hoofd (districtshoofd) Juridische Zaken of de Coördinator (locatiehoofd) Juridische Zaken, desgewenst door te verlenen aan een (senior)consulent Juridische Zaken5.

2. Planning Ontslagadviescommissievergaderingen

De ontslagadviescommissievergaderingen worden per locatie van de afdeling Juridische Zaken voor een jaar/per half jaar ingepland. Het aantal in te plannen commissievergaderingen per week is afhankelijk van het totaal te behandelen dossiers. Per bijeenkomst van de ontslagadviescommissie wordt in beginsel een maximum van 25 dossiers gehanteerd. Afhankelijk van de omvang en zwaarte van de dossiers kunnen dat er meer zijn; bij collectieve ontslagen wegens bedrijfseconomische

redenen kan het voorkomen dat er meerdere zaken geclusterd in een vergadering worden behandeld. De te behandelen ontslagzaken worden per kalenderjaar geprognosticeerd en zijn volgens een vaste verdeelsleutel uit te splitsen naar districten. Op basis van deze prognose wordt het voorziene aantal vergaderingen ingeschat.

Voor de aanvang van de nieuwe planperiode worden de leden gevraagd een opgave te doen van de data waarop zij verhinderd zijn. Bij de planning wordt gezorgd voor een steeds wisselende samenstelling, die recht doet aan een evenwichtige deelname van alle vertegenwoordigende organisaties. Nadat de planning is opgesteld wordt het overzicht met data en leden naar de leden toegezonden.

De leden zorgen zelf tijdig voor een vervanger en informeren de voorzitter als zij verhinderd zijn, zodat de dossiers tijdig naar de vervanger kunnen worden toegezonden. Vanuit CWI kan ondersteund worden bij het zoeken naar een plaatsvervanger.

3. Toezenden dossiers

De (senior)consulent die aangewezen is voor de behandeling van een ontslagaanvraag zorgt via de administratie van de betrokken jz-locatie tijdig (minimaal 4 werkdagen voor de vergadering van de ontslagadviescommissie) voor het toezenden van alle beslissingsrijpe dossiers aan de, voor de vergadering ingeplande, leden van de ontslagadviescommissie.

De dossiers die door middel van de verkorte procedure zijn afgehandeld liggen te allen tijde ter inzage. Per maand wordt een overzicht aan de leden van de ontslagadviescommissie toegezonden.

Niet-inhoudelijke dossiers (goed onderbouwde dossiers zonder inhoudelijk verweer) kunnen een uur voor het begin van de commissievergadering ter inzage worden gelegd. Dit ter beoordeling van de beslissingsbevoegde. De ontslagadviescommissie heeft vervolgens het recht alsnog voorbereidingstijd te claimen en deze dossiers voor de volgende vergadering te agenderen.

Indien in noodzakelijke gevallen, dit ter beoordeling van de beslissingsbevoegde, dossiers nog tijdens de vergadering moeten worden ingebracht dient voor de gehele commissie een kopie beschikbaar te zijn en last de voorzitter een leespauze in. Het inbrengen van dossiers tijdens de commissievergadering dient tot het uiterste beperkt te blijven en de behandeling ervan is ter beoordeling van de leden van de ontslagadviescommissie.

Bij het toezenden van de dossiers wordt een uitnodiging en een agenda meegezonden.

De te behandelen dossiers zijn gegroepeerd per behandelend consulent.

De presentielijst ten behoeve van declaraties wordt ter vergadering aan de leden van de ontslagadviescommissie aangereikt, ingevuld en geparafeerd.

4. De voorzitter

Op grond van artikel 6 BBA (lid 1 en lid 4) is CWI bevoegd te beslissen op verzoeken tot opzegging van de arbeidsverhouding en hoort CWI alvorens te beslissen de ontslagadviescommissie.

De voorzitter van de ontslagadviescommissie treedt op namens CWI en heeft tot taak het technisch leiden van de vergadering van de ontslagadviescommissie. Als zodanig heeft hij geen stemrecht bij het tot stand komen van het advies. Voor de verschillende kamers van de ontslagadviescommissie zijn verschillende voorzitters als voorzitter van de ontslagadviescommissie actief.

Het kan voorkomen (in de praktijk is dat ook veelal het geval) dat de voorzitter van de ontslagadviescommissie tevens degene is die beslissingsbevoegdheid is en dus, met medeweging van het advies van de ontslagadviescommissie, de beschikking tekent.

Gezien de technische en logistieke functie van de voorzittersrol is het niet bezwaarlijk dat deze in voorkomende gevallen tevens de persoon van de beslisser is. De voorzitter heeft immers geen stem in de formele advisering. Het heeft daarentegen zelfs als voordeel dat de beslisser direct meekrijgt welke overwegingen aan het advies ten grondslag liggen.

In het Organisatiebesluit CWI heeft CWI zijn bevoegdheid op te treden als voorzitter van de (desbetreffende kamer van de) ontslagadviescommissie belegd bij de Coördinator/Locatiehoofd Juridische Zaken. Dit is een afgeleide bevoegdheid van de naast hogere lijnfunctionarissen. Deze hebben deze bevoegdheid dus ook. Daarnaast is het mogelijk dat, via volmacht, ook op een naast gelegen lager functieniveau het voorzitterschap wordt uitgeoefend. Wanneer een (senior)consulent, incidenteel of structureel, de ontslagadviescommissie voorzit dient hij daartoe schriftelijk bevoegd verklaard te zijn door het Hoofd (district) Juridische Zaken, in voorkomende gevallen via de Coördinator/Locatiehoofd Juridische Zaken.

Er dient altijd een functiescheiding te bestaan tussen de behandelend medewerker en de voorzitter van de ontslagadviescommissie, zeker ingeval deze laatste tevens tot beschikkingsbevoegde is verklaard.

De voorzitter van de (desbetreffende kamer van de) ontslagadviescommissie is, zoals gezegd, geen lid van deze (onafhankelijke) commissie en treedt op als technisch voorzitter. In die hoedanigheid leidt hij de vergadering, bewaakt hij de orde en draagt hij zorg voor een correcte afhandeling van de agenda. Per ontslagzaak geeft de voorzitter elk der leden van de ontslagadviescommissie de gelegenheid advies uit brengen.

De voorzitter heeft daarnaast een informerende taak. De voorzitter kan de aan de orde zijnde ontslagzaak inleiden en bijvoorbeeld aangeven welke wettelijke regels en/of beleidsregels van toepassing zijn in het kader van de te nemen beslissing.

Ter vergadering kan de voorzitter, wanneer hij of de ontslagadviescommissie dat zinvol acht, de behandelend consulent in de gelegenheid stellen een nadere toelichting te geven

Wanneer de voorzitter constateert dat het advies van de ontslagadviescommissie verdeeld is, stelt hij de commissieleden in de gelegenheid alsnog tot een unaniem advies te komen. De voorzitter kan daartoe zijn visie geven en nadere juridisch-technische informatie verschaffen al dan niet via de behandelend consulent. De voorzitter stelt tenslotte vast of de leden van de ontslagadviescommissie een verdeeld of unaniem advies uitbrengen en formuleert de conclusies.

Indien de voorzitter tevens de beslissingsbevoegde is en er sprake blijft van een verdeeld advies kan de voorzitter direct ter vergadering beslissen danwel aangeven dat hij, via het Hoofd Juridische Zaken, een expertise-oordeel zal vragen aan de leidinggevende van het landelijke onderdeel van de afdeling Juridische Zaken wat arbeids- en ontslagrecht in portefeuille heeft. De leden van de ontslagadviescommissie kunnen aangeven in hoeverre ze dit gewenst achten6. Over de uitslag van deze raadpleging en het nadien genomen besluit worden de leden ingelicht.

Wanneer de beslisser het voornemen heeft van een unaniem advies van de ontslag-adviescommissie af te wijken (contrair advies), is hij verplicht advies te vragen aan de leidinggevende van het landelijke onderdeel van de afdeling Juridische Zaken wat arbeids- en ontslagrecht in portefeuille heeft, alvorens op de aanvraag te beslissen (artikel 12, lid 1 Reglement ontslagadviescommissie).

Wanneer de ontslagadviescommissie constateert dat onvoldoende informatie aanwezig is om te adviseren kan besloten worden dat het noodzakelijk is om nadere vragen te stellen. Tevens wordt besloten in welke volgende commissie de zaak opnieuw ingebracht wordt; bij eenvoudige zaken de dan ingeplande commissie en bij complexe zaken kan de commissie in dezelfde samenstelling opnieuw bijeengeroepen worden

Zaken die publiciteitsgevoelig zijn dienen aan het Hoofd Juridische Zaken te worden gemeld. Het Hoofd Juridische Zaken kan besluiten zaken voor te leggen aan de Landelijk Manager Juridische Zaken, namens wie hij in mandaat handelt te raadplegen. Dit laatste is eigen aan de mandaatfiguur, waarbij degene die in mandaat handelt zijn mandataris dient te betrekken als hij twijfelt of zaken, gezien de brede impact, op zijn niveau beslist zouden dienen te worden (ruggespraak plegen).

5. De leden en het advies

De leden van de ontslagadviescommissie dienen ter vergadering advies uit te brengen. Om een beter inzicht te krijgen in de motivering welke de leden aan hun advies ter grondslag leggen is een adviesformulier ontwikkeld. Dit adviesformulier wordt door de werkgevers- en werknemersvertegenwoordiger voorzien van hun motivering, aangeduid als ook overigens niet onredelijk, afgeparafeerd en vervolgens aan het ontslagdossier toegevoegd. Bij een verdeeld advies dienen beide vertegenwoordigers een formulier in te vullen, te voorzien van een specifieke toelichting en af te tekenen. Beide formulieren worden alsdan aan het dossier toegevoegd.

Ingeval een groepszaak of collectieve aanvraag aan de ontslagadviescommissie wordt voorgelegd, is het mogelijk aan het adviesformulier een collectieve zakenlijst toe te voegen waarop de leden en de voorzitter tekenen. Een afschrift van het adviesformulier en de lijst dient vervolgens aan ieder individueel dossier te worden toegevoegd.

Ingeval `formele' zaken aan de ontslagadviescommissie worden voorgelegd is het mogelijk een verzamellijst samen te stellen, waarop de leden tekenen. Een afschrift van deze lijst dient vervolgens aan ieder individueel dossier te worden toegevoegd.

De leden zitten zonder last of ruggespraak en hebben een geheimhoudingsplicht. In het reglement is voorzien in een aantal randvoorwaarden op basis waarvan kwalitatief goede adviezen aannemelijk mogen worden geacht.

De voordragende organisaties van werkgevers en werknemers zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor een adequate scholing van hun leden in het kader van ontslagrecht. CWI zal trachten de leden van de ontslagadviescommissies regelmatig in te lichten over ontwikkelingen van belang voor een goede uitvoering van de ontslagtaak en relevant materiaal ter beschikking stellen. Dit kan direct of indirect, via de vertegenwoordigende organisaties, verlopen. CWI zal bovendien zorgdragen voor een halfjaarlijkse (bij)scholingsactiviteit, waarbij de voor de uitvoering van de preventieve ontslagtoets relevante actuele ontwikkelingen (regelgeving en beleid) aan de orde zullen worden gesteld. Ook de regionale voordragende organisaties worden daarbij uitgenodigd.

6. De behandelend consulent

De consulent die de ontslagaanvraag in behandeling heeft is bij de behandeling in de vergadering van de ontslagadviescommissie aanwezig. De consulent heeft tijdens de vergadering een administratieve taak en een informatietaak.

Onder de administratieve taak valt het verzorgen van een correcte afhandeling van het ontslagdossier: het maken van aantekeningen van de overwegingen van de leden ten behoeve van de motivering/beschikking, ondertekening door leden en voorzitter, uitreiken van de presentielijst in verband met de declaraties van de leden.

Onder de informatietaak valt het geven als dossierdeskundige van een toelichting op het dossier wanneer de voorzitter of leden hierom verzoeken. Tevens is de consulent vraagbaak voor wat betreft de toepasselijke regelgeving en dient hij uit eigen beweging de ontslagcommissie erop te wijzen wanneer tijdens de vergadering blijkt dat het risico bestaat dat de leden of de voorzitter de relevante regelgeving onjuist toepassen of wanneer er sprake is van een kennelijk onjuiste interpretatie van feiten of omstandigheden uit het voorliggende ontslagdossier.

7. Inwerkingtreding

Dit protocol geeft een verdere uitwerking aan het Reglement Ontslagadviescommissies 2003 en treedt gelijktijdig met dat reglement in werking, namelijk per 1 oktober 2003.

Dit protocol kan worden aangehaald als Protocol ontslagadviescommissies 2003.

Amsterdam, 17 juni 2003.
Centrale organisatie werk en inkomen,
R. de Groot, voorzitter Raad van Bestuur.

1 Artikel 6, lid 4 `Alvorens een beslissing inzake het verlenen van toestemming ... wordt genomen, hoort CWI vertegenwoordigers van de in aanmerking komende organisaties van werkgevers en werknemers ...'

2 Artikel 2:5 `Na ontvangst van het in artikel 2:2 eerste lid bedoelde verweer van de werknemer dan wel nadat de werkgever en werknemer hun zienswijze ... naar voren hebben gebracht, zendt CWI een afschrift van het verzoek om toestemming en van de daarop betrekking hebbende gegevens en bescheiden voor advies aan de Ontslagadviescommissie.'

3 Artikel 5 sub b (Hoofd JZ) en artikel 6, lid 1 sub b (Coördinator JZ).

4 Artikel 2, lid 2, artikel 3 en Bijlage 2.

5 Op basis van artikel 3, lid 2 Reglement ontslagadviescommissie wordt het voorzitterschap van de ontslagadviescommissie ingevuld door een daartoe bevoegde functionaris van de afdeling Juridische Zaken van CWI. Het Organisatiebesluit CWI kent een volmachtregeling op basis waarvan deze bevoegdheid is belegd tot op het niveau van coördinator jz. Vanzelfsprekend heeft de hiërarchisch hogere in de lijn dezelfde bevoegdheden. Met toestemming van het Hoofd jz kan het voorzitterschap onder zijn verantwoordelijkheid ook op een lager niveau worden belegd.

6 Artikel 11, lid 2 van het Reglement Ontslagadviescommissie: `Indien de ontslagadviescommissie een verdeeld advies geeft, kan de beslissingsbevoegde dit melden bij zijn Hoofd (district) Juridische Zaken. Deze kan advies vragen aan het Adjunct-Hoofd Juridische Zaken van de landelijke afdeling Juridische Zaken van CWI. Deze zal zo mogelijk binnen 7 werkdagen advies geven'.

Naar boven