De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister
van Justitie,
Gelet op artikel 25 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door
het openbaar bestuur,
Besluiten:
Taak
Artikel 1
1. De Begeleidingscommissie voor het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen
door het openbaar bestuur (Bureau Bibob), hierna aan te duiden als de commissie,
heeft tot taak:
a. het voeren van overleg met de directeur van het Bureau Bibob over de
kwaliteit en de doelmatigheid van de adviezen alsmede het doen van voorstellen
teneinde de gegevensverstrekking aan het Bureau te optimaliseren;
b. het ter beschikking stellen aan het Bureau van haar kennis en deskundigheid;
c. het doen van voorstellen ter verbetering van de kwaliteit en de doelmatigheid
van de werkzaamheden van het Bureau.
2. De leden van de commissie hebben daarnaast tot taak om in de kring
van organisaties die door het betreffende lid worden vertegenwoordigd - voorzover
van toepassing -:
a. de voorstellen die worden gedaan om de levering van persoonsgegevens
aan het bureau te optimaliseren, te bespreken;
b. de knelpunten die zich voordoen bij het verstrekken van de adviezen
of de aanvraag daarvan te bespreken en zo mogelijk op te lossen.
Samenstelling
Artikel 2
1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tien leden.
2. De commissie wordt geleid door een, in onderling overleg door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie
te benoemen, onafhankelijke voorzitter.
3. In de commissie hebben de volgende leden zitting:
- vijf leden op voordracht van de overheidsinstellingen en -diensten die
verplicht zijn om persoonsgegevens aan het bureau te verstrekken, en
- vijf leden op voordracht van de bestuursorganen en aanbestedende diensten
die als regelmatige gebruikers van Bibob-adviezen worden aangemerkt.
4. Voor elk lid wordt tevens een plaatsvervangend lid benoemd.
5. Alvorens tot benoeming van de leden en plaatsvervangend leden over
te gaan, zal de te vertegenwoordigen organisaties gevraagd worden een voordracht
daartoe te doen.
6. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een
termijn van drie jaar. Zij kunnen éénmaal voor een gelijke termijn
worden herbenoemd.
Werkwijze
Artikel 3
1. De commissie komt eenmaal per twee maanden bijeen of zoveel vaker als
de commissie noodzakelijk acht.
2. De commissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een secretariaat,
dat is ondergebracht bij het ministerie van Justitie.
3. Aan het overleg van de commissie wordt deelgenomen door de directeur
van Bureau Bibob en bij zijn belet of ontstentenis door zijn plaatsvervanger.
4. De in de commissie te bespreken onderwerpen worden tenminste twee weken
voorafgaand aan het overleg aan de directeur Bibob medegedeeld.
5. In geval van belet of ontstentenis van het vaste lid neemt het plaatsvervangend
lid deel aan de bijeenkomsten van de commissie.
Artikel 4
1. Jaarlijks doet de commissie verslag van de hoofdpunten van haar overleg
met de directeur van het Bureau en tot welke verbeteringen dit heeft geleid
in het functioneren.
2. Dit verslag van de commissie wordt opgenomen in het jaarverslag van
het Bureau.
Artikel 5
Voor het overige stelt de commissie haar eigen werkwijze vast.
Evaluatie
Artikel 6
Tegelijk met de evaluatie van de wet Bibob zal ook een evaluatie van de
activiteiten van de commissie plaatsvinden.
Slotbepalingen
Artikel 7
1. In de commissie worden benoemd:
Als onafhankelijk voorzitter: de heer H.F. Dijkstal.
Vanuit de overheidsinstellingen of -diensten die verplicht zijn persoonsgegevens
te leveren:
op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:
mevrouw mr. E.G.M. Huyzer als lid en de heer drs. W.C. Mantel als plaatsvervangend
lid, beiden aldaar werkzaam;
op voordracht van de Minister van Justitie: de heer mr. N.P. Levenkamp
als lid en de heer drs. V. Jammers als plaatsvervangend lid, beiden aldaar
werkzaam;
op voordracht van het College van Procureurs-Generaal: de heer mr. H.M.P.
Hillenaar als lid en de heer mr. M.C. Kaptein als plaatsvervangend lid, beiden
aldaar werkzaam;
op voordracht van de Raad van Hoofdcommissarissen: de heer mr. P. Vogelzang,
werkzaam bij de Politie Regio Utrecht, als lid en de heer M.E. Heerschap,
werkzaam bij de Politie Regio Haaglanden, als plaatsvervangend lid;
een vacature.
Vanuit de regelmatige gebruikers van de adviezen van het Bureau:
op voordracht van de gemeenten: de heer T. Elzenga, burgemeester van de
gemeente Naaldwijk, als lid en mevrouw drs. C. Pels Rijcken, werkzaam bij
de Vereniging Nederlandse Gemeenten, als plaatsvervangend lid;
op voordracht van de provincies: de heer mr. H.W.M. Oppenhuis de Jong,
werkzaam bij de provincie Noord Holland als lid en de heer L.J.J. Caniëls,
werkzaam bij de provincie Flevoland, als plaatsvervangend lid;
op voordracht van de zelfstandige bestuursorganen: de heer mr. P.Th.J.M.
Hamilton als lid en de heer drs. F.H. Vrins als plaatsvervangend lid, beiden
werkzaam bij de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie;
twee vacatures.
2. De drie vacatures zullen worden vervuld zodra meer inzicht is verkregen
in de overheidsinstellingen en -diensten die regelmatig persoonsgegevens verstrekken
aan het Bureau en van de bestuursorganen en aanbestedende diensten die regelmatig
gebruik maken van de adviezen van het Bureau.
Artikel 8
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 9
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Begeleidingscommissie Bibob.