Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2003, 104 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2003, 104 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 juni 2003 Directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid, nr. AAM/ASAM/2003/41334 houdende wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdeling behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 5, tweede lid, 8, derde lid, 9, onder d, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;
Besluit:
De Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 worden als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf 3 Werknemers van andere werkgevers komt te luiden:
3. Werknemers van andere werkgevers
In artikel 2, tweede lid, van de Wav is bepaald dat indien een werkgever arbeid laat verrichten door een vreemdeling voor wie een andere werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning niet opnieuw een vergunning is vereist. In dit geval omvat de omschrijving van de werkzaamheden de mogelijkheid van tewerkstelling bij andere werkgevers, de aard van de aldaar te verrichten werkzaamheden en een aanduiding van de plaats van de feitelijke tewerkstelling. De andere werkgever dient in het bezit te zijn van een kopie van de tewerkstellingsvergunning. De verplichting tot aanduiding van de aard van de werkzaamheden en de plaats van feitelijke tewerkstelling is niet van toepassing indien de tewerkstellingsvergunning is verleend zonder toepassing van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav en zonder toets op de aard van de werkzaamheden.
Bij de toetsing ingevolge artikel 8 en 9 van de Wav of de vacature voor vervulling door een vreemdeling in aanmerking komt, wordt uitgegaan van de feitelijk te verrichten werkzaamheden, tenzij de aard van de werkzaamheden zich daartegen verzet.
B
Paragraaf 9 Verlenging komt te luiden:
9. Wijziging van omstandigheden
De afgifte van een nieuwe tewerkstellingsvergunning is noodzakelijk indien in de werkgever of in de aard van de werkzaamheden enige verandering optreedt. Bij de aanvraag om de nieuwe tewerkstellingsvergunning is de normale toetsingsprocedure van toepassing.
C
Paragraaf 12 De arbeidsplaats bij nieuwe activiteiten vervalt.
D
Aan paragraaf 17 Minimumloon wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien de afgegeven tewerkstellingsvergunning betrekking heeft op een vreemdeling die beschikt over een voor arbeid geldige verblijfsvergunning van een staat die behoort tot de Europese Economische Ruimte, anders dan Nederland, wordt deze vreemdeling eveneens beschouwd als een eerder toegelaten vreemdeling.
E
Paragraaf 21 Concernpersoneel komt te luiden:
21. Internationalisering bedrijfsleven en non-profit organisaties
a. Grote internationale concerns
Voor vreemdelingen die door hun werkgever tijdelijk naar Nederland worden overgeplaatst kan in het kader van de bevordering van internationale handelscontacten worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav, voor zover het gaat om personeel op sleutelposities in een groot zelfstandig op winst gericht bedrijf of complex van bedrijven. De Centrale organisatie werk en inkomen stelt met betrekking tot de grootte van het bedrijf of complex van bedrijven een omzetcriterium vast. Onder een sleutelpositie wordt verstaan een leidinggevende of specialistische functie op ten minste HBO-niveau met een bruto-jaarsalaris van € 50.000 of meer. Voor vreemdelingen die als directeur-grootaandeelhouder een leidinggevende positie binnen een Nederlandse vestiging willen gaan innemen, wordt in acht genomen wat hierboven onder 6 terzake is vermeld.
Voor vreemdelingen die binnen grote internationale bedrijven als trainee worden tewerkgesteld kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav indien:
- de trainee beschikt over een opleiding op HBO- of universitair niveau;
- een trainee-programma wordt overlegd, waaruit de noodzaak van tewerkstelling in Nederland blijkt;
- de tewerkstelling onder marktconforme arbeidsvoorwaarden plaatsvindt, en
- de periode van tewerkstelling minder bedraagt dan 3 jaar.
Daarnaast kan ten aanzien van werknemers die naar Nederland worden overgeplaatst in verband met de overdracht van specifieke kennis en technieken, voorzover de tewerkstelling van deze vreemdelingen in Nederland de duur van één jaar niet overschrijdt en de vreemdelingen beschikken over een voltooide opleiding op ten minste HBO-niveau, worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav.
b. Vestiging kleinere bedrijven
Indien een bedrijf niet aan het omzetcriterium dat door de Centrale organisatie werk en inkomen is gesteld voldoet, kan op grond van een verklaring van de Centrale Dienst voor de In- en Uitvoer van het Ministerie van Economische Zaken, dat met de komst van dat bedrijf een wezenlijk Nederlands belang is gediend, ten aanzien van een vreemdeling die binnen het bedrijf een sleutelpositie heeft, worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav. Deze verklaring dient door de werkgever aan de CWI te worden overgelegd. De beloning van het sleutelpersoneel is marktconform.
Ten behoeve van het starten, wijzigen of uitbreiden van bedrijfsactiviteiten wordt alleen een tewerkstellingsvergunning afgegeven indien uit een door een deskundige instantie opgesteld ondernemingsplan blijkt dat deze bedrijfsactiviteiten voldoende levensvatbaar zijn.
c. Sleutelpersoneel uit Midden- en Oosteuropa
Ten behoeve van sleutelpersoneel (personeel in leidinggevende of specialistische functies), zoals genoemd in de Associatieakkoorden die de Europese Unie en haar Lidstaten hebben afgesloten met de Midden- en Oosteuropese staten, zijn de bepalingen uit deze Akkoorden van toepassing. Dit houdt in dat voor de tewerkstelling van dit personeel kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav en van het in onderdeel a van deze paragraaf genoemde inkomenscriterium.
d. Non-profit organisaties
Ten behoeve van de tewerkstelling van sleutelpersoneel voor de duur van minder dan drie jaar van grote internationaal georiënteerde non-profit organisaties kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav. De Centrale organisatie werk en inkomen stelt met betrekking tot de grootte van de internationaal georiënteerde non-profitorganisaties een criterium vast. Onder sleutelpersoneel wordt in dit verband verstaan: vreemdelingen in leidinggevende of specialistische functies op ten minste HBO-niveau, die voor de organisatie van direct belang zijn vanwege de internationale activiteiten van de organisatie. De beloning van het sleutelpersoneel is marktconform.
e. Echtgenoten/partners
Indien ten behoeve van de hierboven genoemde vreemdelingen zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning wordt verleend, kan ten behoeve van de tewerkstelling van zijn/haar echtgeno(o)t(e)/ partner eveneens zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning worden afgegeven voor maximaal dezelfde duur als de tewerkstellingsvergunning die op genoemde vreemdeling van toepassing is.
F
In paragraaf 24 wordt aan de eerste alinea de volgende passage toegevoegd:
Voor vreemdelingen die beschikken over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het volgen van een studie, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een W-document kan een tewerkstellingsvergunning met een geldigheidsduur van langer dan een jaar worden afgegeven, mits de duur van de werkzaamheden niet meer bedraagt dan 50% van de duur van de opleiding.
G
Aan paragraaf 28 wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien ten behoeve van het onder sub a tot en met c genoemde wetenschappelijk personeel zonder toets aan de in artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav genoemde weigeringsgronden een tewerkstellingsvergunning wordt verleend, kan ten behoeve van zijn/haar echtgen(o)t(e)/partner eveneens zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning worden verleend voor maximaal dezelfde duur als de tewerkstellingsvergunning die op het wetenschappelijk personeel van toepassing is.
H
Paragraaf 34 komt te luiden:
34. Leeftijdsgrenzen
In artikel 9 van het ministeriële besluit zijn ingevolge artikel 9, onder d, van de Wav, leeftijdsgrenzen vastgesteld. Indien niet voldaan is aan de gestelde leeftijdsgrens van 45 jaar dient, met het oog op het grotere risico dat oudere werknemers in de toekomst een (langdurig) beroep doen op de openbare kas, in de regel een tewerkstellingsvergunning te worden geweigerd, indien sprake is van:
a. een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning die getoetst wordt aan artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wav, en waardoor de vreemdeling recht kan krijgen op de aantekening van de Minister van Justitie als bedoeld in artikel 4 van de Wav, en
b. aan het vereiste kwalificatieniveau door personen jonger dan 46 jaar normaliter kan worden voldaan.
De leeftijdsgrens van 45 jaar is niet van toepassing op werknemers uit landen die in 2004 kunnen toetreden tot de Europese Unie. Deze uitzondering heeft betrekking op vreemdelingen uit de landen: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus.
I
Paragraaf 40 komt te luiden:
40. Verlenging
Bij verlening van een vergunning zal steeds moeten worden nagegaan of de gestelde voorschriften geheel zijn nagekomen. Indien de voorschriften in overwegende of ernstige mate niet zijn nagevolgd wordt een verlenging steeds geweigerd.
Indien de voorschriften in aanzienlijke mate maar niet geheel zijn nagevolgd, zal slechts verlenging kunnen plaatsvinden voor de periode waarbinnen de voorschriften wel geheel zijn nagevolgd.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
1 Stcrt. 1995, 168; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 februari 2003 (Stcrt. 28).
De Ministerraad heeft op 28 september 2001 een interdepartementale werkgroep Wet arbeid vreemdelingen geïnstalleerd om advies uit te brengen over versnelling en vereenvoudiging van de Wav-procedures en over de wenselijkheid om de toelating van hooggekwalificeerde kennismigranten te versoepelen. De Ministerraad heeft op 26 april 2002 ingestemd met het advies van de interdepartementale werkgroep. Het advies is op 24 mei 2002 naar de Tweede Kamer gezonden (SoZa -02-380). Op 20 maart 2003 heeft de Vaste Commissie voor SZW en voor BZK tijdens een Algemeen Overleg ingestemd met het beleid zoals is neergelegd in bovengenoemd advies. Deze wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen, behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen, betreft de implementatie van bovengenoemd advies, met uitzondering van de wijziging van paragraaf 40, die een wijziging van technische aard bevat. Deze wijziging is ook aangekondigd in het Actieplan vereenvoudiging SZW-regelgeving (Kamerstukken II, 2002-2003, 28 600 XV, nr. 24).
Op een aantal categorieën vreemdelingen is weliswaar de Wet arbeid vreemdelingen van toepassing, maar wordt er niet getoetst op aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod en evenmin op de aard van de werkzaamheden. Het gaat hierbij om de echtgeno(o)t(e)/partner van een medewerker van een internationaal concern en wetenschappelijk personeel, houders van een W-document, houders van een vergunning tot verblijf bepaalde tijd asiel en studenten. Vanwege het ontbreken van bovengenoemde toetsing is het niet langer noodzakelijk dat de tewerkstellingsvergunning de plaats van de feitelijke tewerkstelling of de aard van de werkzaamheden vermeldt. Wel dient de tewerkstellingsvergunning de mogelijkheid van tewerkstelling bij een andere werkgever te vermelden. Bij tewerkstelling bij een inlenende werkgever hoeft niet opnieuw een tewerkstellingsvergunning te worden aangevraagd. Vanuit het oogpunt van handhaving van de Wav is het wel vereist dat de inlenende werkgever beschikt over een kopie van de tewerkstellingsvergunning die aan de uitlenende werkgever is verstrekt.
De titel van deze paragraaf is gewijzigd, omdat het niet gaat om verlenging van de tewerkstellingsvergunning maar om een nieuwe aanvraag bij gewijzigde omstandigheden. Overplaatsing van vreemdelingen voor dezelfde werkgever en dezelfde werkzaamheden op een andere locatie, wordt mogelijk zonder dat een nieuwe tewerkstellingsvergunning behoeft te worden aangevraagd. Bij de eerste aanvraag is al getoetst of prioriteitgenietend aanbod aanwezig is voor de desbetreffende functie bij de desbetreffende werkgever. Wijziging van de arbeidslocatie alleen behoeft er niet toe te leiden dat opnieuw deze toets wordt uitgevoerd.
Paragraaf 12 van de Wet arbeid vreemdelingen wordt geïncorporeerd in paragraaf 21 van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen en komt daardoor te vervallen.
In het bijzonder in de grensregio's komt het voor dat vreemdelingen die legaal verblijven in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte geworven worden voor deeltijdarbeid in Nederland. In deze situatie is het niet wenselijk om betaling van het volledige minimummaandloon te eisen. Het vereiste van een marktconforme beloning blijft onverkort van kracht.
Omdat er een duidelijke samenhang was tussen de oorspronkelijke paragraaf 12 en 21 zijn deze paragrafen nu samengevoegd in een nieuwe paragraaf 21. Om Nederland aantrekkelijker te maken voor het internationale bedrijfsleven is het wenselijk dat een aantal versoepelingen worden aangebracht in de toelating van sleutelpersoneel van buitenlandse bedrijven die zich in Nederland willen vestigen of zich hier reeds gevestigd hebben. In de eerste plaats betreft dit het afschaffen van het drie-landen criterium (een bedrijf met vestigingen in ten minste 3 landen). Hiermee wordt ook bereikt dat ook grote buitenlandse concerns die nog geen buitenlandse vestigingen hebben, die zich voor het eerst in Nederland willen vestigen, ook gemakkelijk sleutelpersoneel naar de Nederlandse vestiging kunnen overplaatsen. Het omzetcriterium en het inkomenscriterium zijn garanties dat van deze versoepeling geen oneigenlijk c.q. misbruik zal worden gemaakt. Daarnaast bestaat er bij internationale concerns de behoefte om werknemers gedurende een korte periode over te kunnen plaatsen in verband met de overdracht van specifieke kennis en technieken. Voorzover de tewerkstelling van deze vreemdelingen de duur van één jaar niet overschrijdt, kan worden afgezien van de arbeidsmarkttoets. Voor de op winst gerichte bedrijven kent paragraaf 21 van de uitvoeringsregels de mogelijkheid om sleutelpersoneel toe te laten. Voor kleinere bedrijven wordt in deze regeling ook een voorziening getroffen; op grond van een verklaring van de Centrale Dienst voor de In- en Uitvoer, dat met de komst van de onderneming een wezenlijk Nederlands belang is gediend, kan ten aanzien van een vreemdeling die binnen het concern wordt overgeplaatst, worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav. De werkgever dient deze verklaring bij de aanvraag te overleggen aan de CWI. Hiermee wordt bereikt dat met name jonge ondernemingen die een belangrijke economische waarde hebben voor Nederland onder een versoepeld toelatingsbeleid vallen voorzover de vreemdeling een sleutelpositie heeft binnen dat bedrijf. De geboden arbeidsvoorwaarden dienen marktconform te zijn.
Bovendien wordt het ook mogelijk voor non-profit organisaties met een sterk internationaal karakter om sleutelpersoneel toe te laten.
Vreemdelingen die een verblijfsvergunning voor studie hebben, dienen de mogelijkheid te hebben om de aan de studie verbonden stage te volgen. In toenemende mate overschrijden de stages verbonden aan Nederlandse opleidingen de duur van één jaar. Het is niet wenselijk dat deze vreemdelingen de studie waarvoor zij een verblijfsvergunning hebben ontvangen, vanwege de beperking van de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning, niet zouden kunnen voltooien. Op deze categorie vreemdelingen wordt derhalve de maximum duur van één jaar voor het volgen van een stage niet van toepassing verklaard. Wel dient de stage niet meer dan 50% van de duur van de studie te bedragen, omdat anders het accent niet meer ligt op het volgen van een studie maar op participatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Ten behoeve van de ontwikkeling van de kenniseconomie is het wenselijk om Nederland meer aantrekkelijk te maken voor buitenlandse wetenschappelijke onderzoekers die tijdelijk in Nederland wetenschappelijk onderzoek willen verrichten. Omdat de arbeidsmarktpositie van de echtgeno(o)t(e)/partner als een belemmering wordt ervaren, is het wenselijk dat deze categorie zonder toets aan de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod en de vacaturemelding gedurende de tewerkstelling van de wetenschappelijk onderzoeker eveneens arbeid in Nederland mogen verrichten.
Toetsing aan artikel 9 onder d (leeftijdsgrens van 45 jaar) vindt alleen plaats indien de vreemdeling vanwege de duur van zijn verblijf (3 jaar) in aanmerking komt voor op permanente toelating tot de arbeidsmarkt. Gelet op de verwachte toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie in het jaar 2004 en het kabinetsbesluit om vanaf het moment van toetreding een vrij verkeer van werknemers te realiseren, is voor werknemers uit deze landen het onderscheid tussen tijdelijke tewerkstelling en permanente tewerkstelling niet meer relevant. Het gaat om de landen Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus.
In paragraaf 40 wordt nog verwezen naar artikel 11, tweede lid, Wav. Deze verwijzing is onjuist en komt te vervallen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.J. de Geus.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2003-104-p11-SC40194.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.