Vastgesteld door het bestuur van het Faunafonds d.d. 3 februari 2000 en
goedgekeurd door de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
bij brief van 28 september 2000 kenmerk DN.2000/3984
Artikel 1 - Openbaarheid
1. De bestuursvergaderingen zijn niet openbaar, tenzij ten minste 5 bestuursleden
besluiten dat een bestuursvergadering in het openbaar zal worden gehouden.
2. De verslagen van de bestuursvergaderingen worden geanonimiseerd ten
aanzien van de verslaglegging van onderwerpen die ter vergadering voor besluitvorming
of advisering voorliggen.
3. De verslagen van de bestuursvergaderingen zijn uitsluitend openbaar
voorzover de Wet Openbaarheid van Bestuur dat voorschrijft.
4. De adviezen van het Faunafonds zijn openbaar.
Artikel 2 - Bijeenroepen en frequentie bestuursvergaderingen
1. De bestuursvergaderingen vinden in beginsel eenmaal per maand plaats.
2. Het bestuur stelt voor aanvang van een nieuw kalenderjaar de data van
de bestuursvergaderingen voor dat kalenderjaar vast.
3. De bestuursvergaderingen worden bijeengeroepen door de secretaris op
basis van het door het bestuur vastgestelde schema voor bestuursvergaderingen.
4. De bestuursleden kunnen de voorzitter verzoeken een extra bestuursvergadering
uit te schrijven. De voorzitter is dit verplicht indien ten minste drie bestuursleden
dit verzoek schriftelijk en gemotiveerd tot hem richten. In dit geval wordt
de bestuursvergadering binnen zeven dagen bijeengeroepen.
5. De voorzitter besluit in overleg met de secretaris tot afgelasting
van bestuursvergaderingen.
6. Het bestuur kan ter vergadering deskundigen uitnodigen om aan de beraadslagingen
deel te nemen.
Artikel 3 - Wijze van besluitvorming
1. Besluitvorming in bestuursvergaderingen vindt alleen plaats indien
ten minste vijf in de vergadering aanwezige leden aan de besluitvorming deelnemen.
Indien ten hoogste vier in de vergadering aanwezige leden aan de besluitvorming
deelnemen, wordt het betrokken agendapunt in de daaropvolgende vergadering
opnieuw geagendeerd.
2. Schriftelijke standpunten van niet in de vergadering aanwezige bestuursleden
worden bij de bepaling van het aantal aanwezige leden niet meegerekend.
3. Geen besluitvorming vindt plaats in bestuursvergaderingen indien:
a. de bestuursleden de vergaderstukken minder dan drie dagen voor de bestuursvergadering
hebben ontvangen, en
b. één van de bestuursleden verzoekt om uitstel van besluitvorming.
4. Besluitvorming in bestuursvergaderingen vindt in beginsel plaats bij
unanimiteit.
5. Indien niet tot unanimiteit kan worden gekomen, is een besluit tot
stand gekomen indien ten minste 5 bestuursleden voor het voorgestelde besluit
hebben gestemd.
6. Schriftelijke besluitvorming is mogelijk. Een besluit is tot stand
gekomen indien ten minste vijf bestuursleden instemmen met het conceptbesluit.
7. Indien de voorzitter tijdens een bestuursvergadering afwezig is, zit
het oudste aanwezige lid de vergadering voor.
Artikel 4 - Vertegenwoordiging
De voorzitter en secretaris vertegenwoordigen het Faunafonds naar buiten
toe.
Artikel 5 - Informatievoorziening
1. Er wordt naar gestreefd dat de bestuursleden de vergaderstukken voor
de geplande bestuursvergaderingen uiterlijk tien dagen voorafgaande aan die
vergadering in hun bezit hebben.
2. De bestuursleden dienen de vergaderstukken voor een extra bestuursvergadering
als bedoeld in artikel 2, vierde lid, uiterlijk drie dagen voor deze bestuursvergadering
in hun bezit te hebben.
3. Indien de bestuursleden daarom verzoeken, zendt de secretaris hen de
vergaderstukken per elektronische mail.
4. Elke bestuursvergadering ontvangen de bestuursleden een overzicht van
de ingekomen en uitgegane post, alsmede afschriften van poststukken die naar
het oordeel van de voorzitter, in overleg met de secretaris, relevant zijn
om te worden toegevoegd aan de vergaderstukken.
5. De bestuursleden kunnen te allen tijde afschriften van poststukken
ontvangen.
6. De secretaris zendt relevante beleidsinformatie die openbaar is gemaakt,
ter informatie aan het bestuur.
Artikel 6 - Vergoeding voor reis- en verblijfkosten
1. Vergoeding voor vacatiegeld en reis- en verblijfkosten van bestuursleden
geschiedt overeenkomstig het besluit van de Staatssecretaris van LNV van 15
juni 1999, TRCJZ/1999/4153.
2. Vergoeding van reis- en verblijfkosten van de voorzitter, waarin het
besluit van 15 juni 1999 niet voorziet, geschiedt overeenkomstig het besluit
van de Directeur-Generaal van LNV van 13 april 2000.
3. Vergoeding van reis- en verblijfkosten van de overige bestuursleden
waarin het besluit van 15 juni 1999 niet voorziet, geschiedt niet dan met
voorafgaande instemming van de voorzitter.