Regeling administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantensoorten.
5 maart 2002
No. TRCJZ/2002/3134
Directie Juridische Zaken
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdeel c, en 18 van het Besluit
vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;
Gelet op de artikelen 10, derde lid, 12, eerste lid, onderdeel c, 14,
eerste lid, onderdeel b, 15, vierde lid, en 19, tweede lid, van de Regeling
vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet;
Besluit:
§ 1 Begripsbepalingen
Artikel 1
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
a. wet: Flora- en faunawet;
b. basisverordening: verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese
Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier-
en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG
1997, L 61);
c. uitvoeringsverordening: verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie
van de Europese Gemeenschappen van 30 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen
van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het
wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
(PbEG L 250);
d. lid-staat: land behorende tot de Europese Unie;
e. derde land: land niet behorende tot de Europese Unie;
f. naadloos gesloten pootring: pootring die voldoet aan de criteria van
artikel 36, vijfde lid, van de uitvoeringsverordening;
g. in gevangenschap geboren en gefokte specimens van een diersoort: specimens
van een diersoort die voldoen aan de criteria van artikel 24 van de uitvoeringsverordening;
h. kunstmatig gekweekte specimens van een plantensoort: specimens van
een plantensoort die voldoen aan de criteria van artikel 26 van de uitvoeringsverordening.
2. De begripsbepalingen van artikel 2 van de basisverordening en artikel
1 van de uitvoeringsverordening zijn van toepassing.
Artikel 2
1. Een registratie wordt bijgehouden voor specimens van de volgende diersoorten:
a. levende specimens van in gevangenschap geboren en gefokte vogels, behorende
tot beschermde inheemse en uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage A bij
de basisverordening, met uitzondering van in gevangenschap geboren en gefokte
specimens van de in bijlage VIII bij de uitvoeringsverordening genoemde diersoorten
en de hybriden daarvan;
b. levende specimens van in gevangenschap geboren en gefokte gewervelde
dieren, niet zijnde vogels, behorende tot beschermde uitheemse diersoorten,
genoemd in bijlage A bij de basisverordening;
c. levende specimens van in gevangenschap geboren en gefokte of uit het
wild afkomstige dieren, behorende tot beschermde uitheemse diersoorten, genoemd
in bijlage B bij de basisverordening, met uitzondering van:
1. gefokte vogels, die van een naadloos gesloten pootring zijn voorzien,
en
2. de soorten als genoemd in bijlage 1 bij deze regeling;
d. in afwijking van onderdeel c, onder i., levende specimens van in gevangenschap
geboren en gefokte of uit het wild afkomstige roofvogels (orde Falconiformes)
of uilen (orde Strigiformes), behorende tot beschermde inheemse of uitheemse
diersoorten, genoemd in bijlage B bij de basisverordening;
e. levende specimens van in gevangenschap geboren en gefokte dieren, behorende
tot beschermde uitheemse diersoorten, als aangewezen in artikel 4, eerste
lid, onderdeel b, van de Regeling aanwijzing beschermde dier- en plantensoorten
Flora- en faunawet.
2. Een registratie wordt bijgehouden voor de volgende plantensoorten:
a. levende specimens van kunstmatig gekweekte plantensoorten genoemd in
bijlage A bij de basisverordening,
b. levende specimens van kunstmatig gekweekte hybriden van niet van een
annotatie voorziene soorten genoemd in bijlage A bij de basisverordening,
voorzover voor die soorten een fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel
8 van de uitvoeringsverordening is afgegeven.
Artikel 3
1. Een registratie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bevat voorzover
van toepassing de volgende gegevens:
a. wetenschappelijke soortnaam en aantal;
b. datum en plaats van verkrijging;
c. naam, adres en land van de leverancier;
d. land van herkomst van de specimens, indien dit afwijkt van onderdeel
c;
e. nummer bijbehorend Cites-document;
f. datum en plaats van vervreemding;
g. naam, adres en land van de afnemer;
h. nummer bijbehorend Cites-document;
i. datum geboorte van en het aantal nakomelingen;
j. gegevens soort en code merktekens;
k. datum aanbrenging merktekens;
l. per specimen datum en plaats van sterfte.
2. Bij de registratie, bedoeld in het eerste lid, worden voorzover van
toepassing bewaard alle aantekeningen en bescheiden, waaronder nota's, vrachtbrieven
en andere bewijsmiddelen, boeken, registers of andere hulpmiddelen, die betrekking
hebben op het onder zich hebben, het ontvangen, verkopen of afleveren van
specimens, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
Artikel 4
1. Een registratie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bevat voorzover
van toepassing de volgende gegevens:
a. wetenschappelijke soortnaam en aantal;
b. datum en plaats van verkrijging, indien ingevoerd vanuit derde land;
c. naam en adres en land van leverancier, indien ingevoerd vanuit derde
land;
d. land van herkomst van de specimens, indien dit afwijkt van onderdeel
c;
e. nummer bijbehorend CITES-document;
f. datum en plaats van uitvoer naar derde land;
g. nummer bijbehorend CITES-document of fytosanitair certificaat als bedoeld
in artikel 8 van de uitvoeringsverordening;
h. naam, adres en land van afnemer in derde land.
2. Bij de registratie, bedoeld in het eerste lid, worden voorzover van
toepassing bewaard alle aantekeningen en bescheiden, waaronder nota's, vrachtbrieven
en andere bewijsmiddelen, boeken, registers of andere hulpmiddelen, die betrekking
hebben op de in- of uitvoer van of uit derde landen alsmede op de aanvraag,
afgifte en gebruik van een CITES-document of een fytosanitair certificaat
als bedoeld in artikel 8 van de uitvoeringsverordening.
Artikel 5
1. De registraties, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, bevatten
zowel per pagina als per regel per pagina een doorlopende nummering.
2. De gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en artikel 4, eerste
lid, worden op papier ingevuld met onuitwisbaar schrift.
3. De registraties, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, worden
volledig en naar waarheid ingevuld.
4. De originele registraties en de aantekeningen, bedoeld in artikel 3,
tweede lid, en artikel 4, tweede lid, worden bewaard gedurende ten minste
drie jaren na de datum van de laatste in het register aangebrachte wijziging
of aanvulling.
Artikel 6
1. Een registratie, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt bijgehouden
door een ieder die specimens van soorten, bedoeld in dat artikellid, onder
zich heeft of daarmee handelingen verricht als bedoeld in artikel 13, eerste
lid, van de wet.
2. Een registratie, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt bijgehouden
door een ieder die specimens van soorten, bedoeld in dat artikellid, onder
zich heeft ten behoeve van uitvoer naar een derde land of specimens van deze
soorten uit of naar een derde land invoert of uitvoert.
Artikel 7
Een ieder verschaft desgevraagd inzage in de registraties, bedoeld in
artikel 2, aan door de Minister op grond van artikel 104 van de wet aangewezen
ambtenaren.
Artikel 8
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 18 van
het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten in werking treedt.
Artikel 9
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling administratie bezit van en
handel in beschermde dier- en plantensoorten.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 5 maart 2002.
De Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,G.H. Faber.
Bijlage 1 behorende bij artikel 3, eerste lid, onderdeel
c, onder ii, van de Regeling registratie bezit van en handel in beschermde
dier- en plantensoorten.
Mammalia (Zoogdieren)
Artiodactyla (Evenhoevigen)
Camelidae
- Lama guanicoe (Goeanaco) +
Aves (Vogels)
Rheiformes
Rheidae
- Rhea americana (Nandoe) +
Anseriformes (Eendachtigen)
Anatidae
- Anas formosa (Baikaltaling) +
- Coscoroba coscoroba (Coscoroba) +
- Dendrocygna arborea (Westindische fluiteend) +
- Sarkidiornis melanotos (Knobbeleend) +
Galliformes (Hoenderachtigen)
Phasianidae
- Argusianus argus (Argusfazant) +
- Gallus sonneratii (Sonnerats hoen) +
- Lophura erythrophthalma (Kuifloze vuurrugfazant) +
- Lophura ignita (Gekuifde vuurrugfazant) +
- Pavo muticus (Groene pauw) +
- Polyplectron bicalcaratum (Spiegelpauw) +
- Polyplectron germaini (Germains spiegelpauw) +
- Polyplectron malacense (Maleise spiegelpauw) +
Columbiformes (Duifachtigen)
Columbidae
- Gallicolumba luzonica (Luzondolksteekduif) +
Psittaciformes (Papegaaiachtigen)
Psittacidae
- Agapornis canus (Grijskopagapornis) -+
- Agapornis fischeri (Fischers agapornis) +
- Agapornis lilianae (Nyasa-agapornis) +
- Agapornis nigrigenis (Zwartwangagapornis) +
- Agapornis personatus (Zwartmaskeragapornis) +
- Agapornis roseicollis (Perzikkopagapornis) +
- Agapornis taranta (Zwartvleugelagapornis) -+
- Alisterus scapularis (Australische koningsparkiet) +
- Amazona amazonica (Oranjevleugelamazone) -
- Amazona farinosa (Gepoederde amazone) -
- Aprosmictus erythropterus (Roodvleugelparkiet) +
- Ara ararauna (Blauwgele ara) -
- Aratinga acuticaudata (Blauwkopparkiet) -
- Aratinga leucophthalmus (Witoogparkiet) -
- Aratinga pertinax (Maisparkiet) -
- Bolborhynchus lineola (Catharinaparkiet) -+
- Brotogeris chrysopterus (Oranjevleugelparkiet) -+
- Cyanoramphus auriceps (Geelvoorhoofdkakariki)+
- Forpus coelestis (Blauwe muspapegaai) -+
- Forpus conspicillatus (Gebrilde muspapegaai) -+
- Forpus cyanopygius (Mexicaanse muspapegaai) +
- Forpus passerinus (Groene muspapegaai) -+
- Forpus xanthops (Geelwangmuspapegaai) +
- Forpus xanthopterygius (Spix' muspapegaai) -+
- Lathamus discolor (Zwaluwparkiet) +
- Loriculus vernalis (Indische hangparkiet) -
- Myiopsitta monachus (Monniksparkiet) -
- Nandayus nenday (Nandayparkiet) -
- Neophema chrysostoma (Blauwvleugelparkiet) +
- Neophema elegans (Prachtparkiet) +
- Neophema pulchella (Turkooisparkiet) +
- Neophema splendida (Splendidparkiet) +
- Neopsephotus bourkii (Bourke's parkiet) +
- Northiella haematogaster (Roodbuikparkiet) +
- Pionites melanocephala (Zwartkopcaique) +
- Pionus maximiliani (Maximiliaans papegaai) +
- Pionus menstruus (Zwartoorpapegaai) +
- Platycercus adelaidae (Adelaiderosella)1 +
- Platycercus adscitus (Bleekkoprosella) +
- Platycercus barnardi (Barnards rosella) +
- Platycercus caledonicus (Geelbuikrosella) +
- Platycercus elegans (Pennantrosella) +
- Platycercus eximius (Prachtrosella) +
- Platycercus flaveolus (Strogele rosella) +
- Platycercus icterotis (Stanleyrosella) +
- Platycercus venustus (Zwartkoprosella) +
- Platycercus zonarius (Port Lincolnrosella) +
- Polytelis alexandrae (Prinses van Walesparkiet) +
- Polytelis anthopeplus (Regentparkiet) +
- Polytelis swainsonii (Barrabandparkiet) +
- Psephotus haematonotus (Roodrugparkiet) +
- Psephotus varius (Regenboogparkiet) +
- Psittacula alexandri (Roseborstparkiet) -+
- Psittacula cyanocephala (Pruimenkopparkiet) -+
- Psittacula derbiana (Lord Derby's parkiet) +
- Psittacula eupatria (Grote Alexanderparkiet) -+
- Psittacula roseata (Bloesemkopparkiet) -+
- Psittacus erithacus erithacus (Grijze roodstaartpapegaai) -
- Purpureicephalus spurius (Roodkapparkiet) +
- Pyrrhura picta (Bonte parkiet) -
Passeriformes (Zangvogels)
Estrildidae
- Poephila cincta cincta (Gordelamadine) +
Reptilia (Reptielen)
Sauria (Hagedissen)
Iguanidae
- Iguana iguana (Groene leguaan) -
Serpentes (Slangen)
Boidae
- Boa constrictor (met uitzondering van de Boa constrictor occidentalis)
-+
- Corallus hortulanus (Tuinboa) -
- Python molurus bivittatus +
- Python regius (Koningspython) -
- Python reticulatus (Netpython) -
- Python sebae (Rotspython) -
Amphibia (Amfibieën)
Caudata (Salamanders)
Ambystomidae
- Ambystoma mexicanum (Axolotl) +
Anura (Kikkers en Padden)
Mollusca (Schelpdieren)
Veneroida
Tridacnidae (Doopvontschelpen)
- Tridacna crocea -
- Tridacna maxima -
Anthozoa (Bloemdieren)
Antipatharia (Doornkoralen)
- ordo Antipatharia -
Coenothecalia (Blauwe koralen)
- ordo Coenothecalia -
Scleractinia (Echte koralen)
- ordo Scleractinia -
Stolonifera
Tubiporidae (Orgelpijpkoralen)
- familia Tubiporidae -
Hydrozoa (Brandpoliepen)
Milleporina
Milleporidae (Brandkoralen)
- familia Milleporidae -
Stylasterina
Stylasteridae
- familia Stylasteridae -
Verklaring van tekens:
+ = De soort wordt op zodanig grote schaal in gevangenschap gefokt dat
uitgesloten mag worden geacht dat nog invoer van uit het wild afkomstige specimens
plaatsvindt.
-+ = De soort wordt in gevangenschap gefokt, maar er vindt nog steeds
invoer van uit het wild afkomstige exemplaren plaats. Specimens van deze soort
zijn binnen de Europese Gemeenschap echter op zodanig grote schaal voorhanden
dat uitgesloten mag worden geacht dat exemplaren opzettelijk illegaal worden
ingevoerd.
- = Voorzover ten aanzien van de soort fok in gevangenschap plaatsvindt,
is dat op zeer bescheiden schaal. Specimens van de betrokken soort worden
echter op zodanig grote schaal ingevoerd en zijn op zodanig grote schaal binnen
de Europese Gemeenschap legaal voorhanden dat uitgesloten mag worden geacht
dat specimens opzettelijk illegaal worden ingevoerd.
1 P. elegans x P. flaveoleus
Toelichting
Paragraaf 1: Inleiding
In artikel 81, eerste lid, van de wet is bepaald dat bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld ten aanzien van
de in de Flora- en faunawet geregelde onderwerpen, zoals het stellen van regels
over het voeren van een administratie en het verstrekken van gegevens met
betrekking tot het onder zich hebben, ontvangen, verkopen, ten verkoop voorradig
hebben en afleveren van dieren of planten of producten daarvan, waarop de
wet van toepassing is. In artikel 18 van het Besluit vrijstelling beschermde
dier- en plantensoorten is de mogelijkheid opgenomen dat bij ministeriële
regeling regels kunnen worden gesteld over het voeren van een dergelijke administratie
en het verstrekken van gegevens. De onderhavige regeling bevat een uitwerking
van deze artikelen.
Het opleggen van een administratie- of registratieverplichting bevordert
de wetshandhaving. Door middel van het bijhouden van een register, de bewaarplicht
ter zake van documenten die betrekking hebben op het bezit van en de handel
in specimens van beschermde dier- en plantensoorten wordt de controle op de
naleving van de wet vergemakkelijkt. Bovendien wordt door deze verplichtingen
de bewijsvoering gediend in zaken die overtredingen van de wet betreffen.
Deze regeling is niet van toepassing op specimens van soorten, behorende
tot beschermde inheemse en uitheemse dier- en plantensoorten, waarvoor een
ontheffing dient te worden verleend van het handels- en bezitsverbod, bedoeld
in artikel 13, eerste lid, van de wet. In de desbetreffende ontheffing, kunnen
voorwaarden worden opgenomen voor de administratie van het bezit van en de
handel in betreffende specimens.
Hoewel artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit vrijstelling
beschermde dier- en plantensoorten de mogelijkheid biedt om regels te stellen
voor de administratie van gefokte vogels, behorende tot beschermde inheemse
diersoorten, die niet voorkomen op één van de bijlagen bij de
basisverordening, is in artikel 2 van deze regeling deze categorie niet opgenomen.
Vooralsnog biedt de in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van dat besluit
genoemde verplichting tot het ringen van gefokte vogels voldoende waarborgen.
Mocht in de toekomst blijken dat de ringplicht voor deze vogels niet voldoende
is, dan kan alsnog deze categorie in de onderhavige regeling worden opgenomen,
waardoor alsnog registratie van de handel in en het bezit van bedoelde gefokte
vogels verplicht wordt.
In artikel 2, eerste lid, zijn de diersoorten opgenomen waarvoor een registratie
dient te worden bijgehouden. De registratieplicht geldt alleen voor levende
specimens van dieren. Voor dode specimens van dieren is een registratie niet
nodig, met dien verstande dat een registratieplicht geldt voor te prepareren
en geprepareerde specimina ingevolge de Regeling prepareren van dieren. In
artikel 3, eerste lid, onderdeel l, is wel bepaald dat in het register een
aantekening moet worden opgenomen van de datum en de plaats van sterfte van
een specimen.
De registratieplicht geldt voor in gevangenschap geboren en gefokte vogels,
behorende tot beschermde inheemse en uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage
A bij de basisverordening. Van deze categorie zijn uitgezonderd de in gevangenschap
geboren en gefokte specimens van de in bijlage VIII bij de uitvoeringsverordening
genoemde diersoorten en de hybriden daarvan.
De registratieplicht is tevens van toepassing op in gevangenschap geboren
en gefokte gewervelde dieren, niet zijnde vogels, behorende tot beschermde
uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage A bij de basisverordening. Voor
deze categorie soorten is een vrijstelling van het bezitsverbod opgenomen
in artikel 14 van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten
Flora- en faunawet op voorwaarde dat de dieren zijn gemerkt en een registratie
wordt bijgehouden door de houder.
De registratieplicht is ook van toepassing op levende dieren van soorten
die zijn opgenomen in bijlage B bij de basisverordening. Uitgezonderd zijn
echter specimens behorende tot soorten opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
Dit betreft soorten die op grote schaal in gevangenschap worden gefokt of
die op grote schaal in de Europese Unie zijn of worden ingevoerd. Het is daarom
niet aannemelijk dat veel uit het wild onttrokken specimens van deze soorten
illegaal worden ingevoerd. De uitzondering geldt echter slechts voorzover
is voldaan aan alle voorschriften voor de handel in en het bezit van de specimens,
zoals deze zijn opgenomen in de Regeling vrijstelling beschermde dier- en
plantensoorten Flora- en faunawet en artikel 13, vierde lid, van de Flora-
en Faunawet, waarbij de legale herkomst moet kunnen worden aangetoond of waarbij
moet kunnen worden aangetoond dat de dieren zijn gefokt. Uitgezonderd van
de registratieplicht zijn eveneens gefokte vogels, behorende tot beschermde
uitheemse diersoorten, die zijn genoemd in de bijlage B bij de basisverordening.
Er geldt evenwel een registratieplicht voor roofvogels en uilen. De registratieplicht
voor roofvogels en uilen vloeit voort uit artikel 2, eerste lid, onderdeel
d.
De gefokte vogels, die van de registratieplicht zijn uitgezonderd, behoren
te zijn voorzien van een naadloos gesloten pootring, hetgeen geldt als bewijs
dat de vogels uit fok in gevangenschap afkomstig zijn. Voor specimens van
soorten opgenomen op bijlage C of D van de basisverordening geldt geen registratieplicht.
Op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel e, geldt een registratieplicht
voor levende specimens van in gevangenschap geboren en gefokte dieren, behorende
tot beschermde uitheemse diersoorten, als aangewezen in artikel 4, eerste
lid, onderdeel b, van de Regeling aanwijzing beschermde dier- en plantensoorten
Flora- en faunawet. Het betreft soorten die voorkomen op bijlage IV bij de
Habitatrichtlijn. Dit hangt direct samen met de algehele vrijstelling die
terzake van deze soorten geldt in artikel 19 van de Regeling vrijstelling
beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet.
Artikel 2, tweede lid, onderdeel a, betreft de registratie van gekweekte
bijlage A-planten. Deze planten worden met CITES-documenten in- en uitgevoerd.
Registratie kan een hulpmiddel vormen voor het bewijs van herkomst van deze
planten.
Artikel 2, tweede lid onderdeel b, betreft de registratie van gekweekte
hybriden van planten behorende tot plantensoorten opgenomen op bijlage A van
de basisverordening die niet zijn voorzien van een annotatie. Deze planten
kunnen worden uitgevoerd met een fytosanitair certificaat. Door het toestaan
van een fytosanitair certificaat in plaats van een uitvoervergunning, waartoe
de CITES-basisverordening in beginsel verplicht, wordt de reguliere, omvangrijke
handelsstroom, zo min mogelijk belemmerd. Omdat met enige regelmaat door derde
landen vragen over het gebruik van dit certificaat worden gesteld in verband
met twijfel over de herkomst van de planten, is een registratieverplichting
evenwel van belang uit het oogpunt van handhaving en controle. De registratieverplichting
geldt voor zover voor deze gekweekte hybriden van planten een fytosanitair
certificaat ten behoeve van de uitvoer is afgegeven.
Ten aanzien van de artikelen 3 en 4 geldt dat gegevens die in de registratie
dienen te zijn opgenomen, mede afhankelijk zullen zijn van de omstandigheden
waaronder de betreffende specimens zijn verkregen. Met name particulieren,
die bij de handel dergelijke specimens kopen, zullen niet over alle in het
eerste lid van bedoelde artikelen bedoelde gegevens beschikken en ook niet
over de diverse onderliggende documenten. Wel zal de registratie de toezichthouders
en opsporingsambtenaren in staat kunnen stellen gemakkelijker de herkomst
van de specimens te achterhalen.
Artikel 5 geeft enkele eisen voor de vorm van de registraties. Daaraan
zal dienen te zijn voldaan.
Een registratie van diersoorten als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
dient ingevolge artikel 6, eerste lid, te worden bijgehouden door een ieder
die betreffende diersoorten onder zich heeft of daarmee handelingen verricht
als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de wet.
Een registratie van plantensoorten als bedoeld in artikel 2, tweede lid,
dient ingevolge artikel 6, tweede lid, te worden bijgehouden voorzover daarmee
handelingen worden verricht die de invoer of uitvoer uit of naar derde landen
betreffen.
Paragraaf 2. Notificatie
Een ontwerp van deze regeling is op 10 september 2001 gemeld aan de Commissie
van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van
de richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese
Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van
normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de
informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48
van 20 juli 1998 (PbEG L 217). De ontwerp-regeling is geregistreerd onder
nummer: 2001/0384/NL.
Deze regeling hangt direct samen met vrijstellingen als opgenomen in de
Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora-en faunawet
en beoogt voorzover noodzakelijk de handhaving van de in die regeling opgenomen
vrijstellingen te bevorderen. De registratieverplichtingen zijn echter beperkt
tot levende specimens van de dier- en plantensoorten, bedoeld in artikel 2,
eerste en tweede lid, van deze regeling. Dit zijn specimens die behoren tot
op bijlage A en B van de basisverordening opgenomen soorten en die mitsdien
gelet op hun bedreigde status in het wild extra aandacht behoeven.
De notificatietermijn als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van Richtlijn
98/34/EG is geëindigd op 11 december 2001. Er zijn geen reacties ontvangen.
De ontwerp-regeling is voorts gemeld aan het Secretariaat van de Wereld
Handelsorganisatie ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15
april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Verdrag inzake technische handelsbelemmeringen
(Trb. 1994, 235). De ontwerp-regeling is geregistreerd onder nummer: G/TBT/N/NLD/36.
Paragraaf 3. Lasten voor overheid, burgers en bedrijfsleven
De lasten die het voeren van een administratie opleveren staan tegenover
de vrijstellingen die terzake van de onderhavige specimens zijn opgenomen
in de Regeling vrijstelling beschermde dier-en plantensoorten Flora-en faunawet.
Die regeling leidt, zoals in de toelichting bij die regeling is uiteengezet
tot een aanmerkelijke lastenverlichting voor burgers en bedrijfsleven.
De regels ten aanzien van administratie waren voorheen in het kader van
de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten opgenomen in de Regeling
administratie van handel in uitheemse dier- en plantensoorten. De onderhavige
regeling is een versoepeling van de voorheen geldende regelgeving. Voorheen
gold onder meer een registratieplicht voor dode specimens van diersoorten.
Thans geldt slechts een registratieplicht voor levende specimens van diersoorten.
Voorheen was men verplicht ook een registratie bij te houden van uit het wild
afkomstige planten, zoals opgenomen in bijlage B bij de basisverordening.
Thans geldt slechts een registratieplicht voor planten, behorende tot soorten
als opgenomen in bijlage A bij de basisverordening. Dit is een duidelijke
lastenverlichting ten opzichte van de voorheen geldende regelgeving, gelet
op het beperkte aantal planten dat is opgenomen in bijlage A bij de basisverordening
(circa 100 planten) ten opzichte van het aantal planten dat is opgenomen in
bijlage B bij de basisverordening ( meer dan 40.000 planten). Voor dieren
en planten, behorende tot beschermde uitheemse soorten zoals opgenomen in
bijlage C en D van de basisverordening gold een registratieplicht voor handelingen
die het binnen of buiten het grondgebied van Nederland betreffen. Thans is
een registratieplicht voor de soorten voorkomend op deze bijlagen geheel vervallen.
Paragraaf 4. Inwerkingtreding
In artikel 8 is de inwerkingtreding gekoppeld aan artikel 18 van het Besluit
vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, waarop de regeling gebaseerd
is.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G.H. Faber.