Wijziging Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving

7 februari 2002

AV/A&M/2001/84326

Directie Arbeidsverhoudingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet,

Besluit:

Artikel I

Artikel 7:1, tweede lid, van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van de SZW wetgeving komt te luiden:

2. De inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen worden aangewezen als ambtenaren aan wie het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet wordt opgedragen met betrekking tot arbeid op of vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie of op een mijnbouwlocatie alsmede met betrekking tot arbeid die direct verband houdt met mijnbouwkundige activiteiten die niet plaatsvinden op of vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie of op een mijnbouwlocatie.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 februari 2002.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,W.A. Vermeend.

Toelichting

Het toezicht op de naleving van de Arbeidstijdenwet met betrekking tot mijnbouwactiviteiten als in de mijnwetgeving omschreven, ligt bij de inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen. Om het toezicht op de naleving van de wet meer effectief te kunnen laten plaatsvinden is het van belang om in bepaalde gevallen, waarin er door personen ook op andere locaties dan een mijnbouwinstallatie aan de wal wordt gewerkt, controles op die locaties te kunnen uitvoeren. De ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen zijn hiertoe met name geoutilleerd. Het Staatstoezicht op de Mijnen is onder meer belast met de controle van de arbeids- en rusttijden van personen die op grond van artikel 5.14:5 van het Arbeidstijdenbesluit in een niet-bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon op een mijnbouwinstallatie werken. Deze personen behoren niet tot de vaste bemanning van de mijnbouwinstallatie en werken er voor een korte periode. Zij verrichten veelal specialistische werkzaamheden op diverse mijnbouwinstallaties. Daarnaast verrichten zij ook werkzaamheden, die direct verband houden met mijnbouwkundige activiteiten, op andere locaties dan mijnbouwinstallaties. Effectieve controle op de naleving van de arbeids- en rusttijden kan worden gewaarborgd als het Staatstoezicht op de Mijnen in deze situatie wordt belast met toezichthoudende taken op de mijnbouwinstallatie als op de andere locaties.

Voor de goede orde zij opgemerkt dat de bedoelde inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen zich in het kader van het toezicht van de Arbeidstijdenwet niet bezig zullen houden met de zogenoemde `geparkeerde' mijnbouwinstallaties.

Met `geparkeerde' mijnbouwinstallaties wordt bedoeld die installaties die op de rede van zeehavens zoals bijvoorbeeld IJmuiden of Den Helder tijdelijk zijn neergezet in afwachting van nieuw werk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W.A. Vermeend.

Naar boven