Regeling administratievoorschrift eigen instellingen
Het College voor zorgverzekeringen,
Handelende in overeenstemming met het College van toezicht op de zorgverzekeringen;
Gelet op artikel 1x7, aanhef en onder a, van de Ziekenfondswet;
Heeft in zijn vergadering van 19 december 2002 besloten:
Artikel 1
1. Een ziekenfonds dat zelf diensten of zaken levert, welke behoren tot
de bij of krachtens de Ziekenfondswet geregelde verstrekkingen, legt de baten
en lasten hiervan afzonderlijk in zijn administratie vast.
2. Indien het ziekenfonds eveneens aan anderen levert dan de bij hem ingeschreven
verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet, legt het ziekenfonds daarnaast ook
de baten en lasten van deze leveringen afzonderlijk in zijn administratie
vast.
3. Het eerste en tweede lid gelden per verstrekking.
Artikel 2
Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking
op 1 januari 2003.
Artikel 3
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling administratievoorschrift
eigen instellingen.
Voorzitter, L. de Graaf.
Algemeen Directeur, J.L.P.G. van
Thiel.
Toelichting
Het CVZ heeft op 24 oktober 2002 besloten om wat de verstrekking huisartsenzorg
betreft algemene vrijstelling te verlenen van het verbod op het zelf leveren
van verstrekkingen (artikel 42, eerste lid, Ziekenfondswet) en van het verbod
op financiële en bestuurlijke deelneming in zorgverlenende instellingen
(artikel 42, tweede lid, Ziekenfondswet).
Het betreffende besluit, dat per 1 januari 2003 in werking treedt, is
met de daarbij behorende toelichting gepubliceerd in de Staatscourant van
30 oktober 2002, nr. 209. In de toelichting bij het besluit wordt er melding
van gemaakt dat het ten behoeve van de beoordeling van de rechtmatige en doelmatige
uitvoering nodig is om op een aantal punten administratievoorschriften te
stellen. Deze regeling strekt daartoe. De regeling heeft betrekking op de
situatie waarin het ziekenfonds zelf verstrekkingen levert. Dat is vooralsnog
uitsluitend toegestaan voor farmaceutische zorg, waarvoor reeds vanaf 1 januari
1999 een algemene vrijstelling van het in artikel 42, eerste lid, Ziekenfondswet
opgenomen verbod geldt, en voor huisartsenzorg vanaf 1 januari 2003. De regeling
is algemeen geformuleerd zodat het voorschrift ook geldt in geval een ziekenfonds
een individuele ontheffing wordt verleend of voor het geval dat in de toekomst
voor nog meer verstrekkingen een algemene vrijstelling wordt verleend van
het verbod om zelf te leveren.
De regeling voorziet erin dat ziekenfondsen de baten en lasten van levering
aan de ziekenfondsverzekerden die bij hem als verzekerde zijn ingeschreven
en, in geval het ziekenfonds ook levert aan derden, daarnaast ook de baten
en lasten van de levering aan derden separaat administreren. Aan de hand daarvan
kan het ziekenfonds een exploitatieresultaat berekenen van de hulpverlening
via de zogenaamde eigen instelling. Het voorschrift geldt ten aanzien van
iedere verstrekkingensoort afzonderlijk. Indien een eigen instelling van een
ziekenfonds ook aan anderen dan bij het eigen ziekenfonds ingeschreven ziekenfondsverzekerden
levert, is bovendien van belang dat het ziekenfonds er zicht op houdt dat
niet met middelen van de ziekenfondsverzekering wordt bijgedragen aan de financiering
van hulpverlening aan anderen dan bij het ziekenfonds ingeschreven ziekenfondsverzekerden.
Daarvoor is separaat administreren van de baten en lasten betreffende leveringen
aan die anderen nodig.
Het resultaat van een eigen instelling maakt onderdeel uit van de in het
financieel verslag van het ziekenfonds te verantwoorden kosten van verstrekkingen.
Het wordt vooralsnog niet nodig geacht dat ziekenfondsen jaarlijks standaard
een overzicht van de baten en lasten en het daaruit voortvloeiende exploitatieresultaat
van een eigen instelling aan CVZ en CTZ overleggen. Zonodig kan, indien dit
voor de rechtmatigheids- of doelmatigheidsbeoordeling nodig mocht zijn, worden
teruggevallen op de in de administratie van het ziekenfonds aanwezige gegevens
betreffende het zelf leveren van zorg.