Wijziging verplichtstelling deelneming in bedrijfstakpensioenfonds

Bedrijfspensioenfonds voor de metaalindustrie

Bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2002, nr. 02-51624 A , is op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november 1949, nr. 354, Stcrt.1949, nr. 223 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 november 1991, nr. 91/5137, Stcrt. 1992, nr.239) zodanig gewijzigd, dat de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie, onder naamswijziging van deze stichting in Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro, zoals in dat besluit is bepaald onder I. komt te luiden als volgt:

`Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. `werknemer': degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7: 610 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten met een werkgever;

2. `werkgever': de natuurlijke of rechtspersoon voor wie een werknemer als bedoeld in lid 1 arbeid pleegt te verrichten;

3. `PME': Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro, gevestigd te Amsterdam;

4. `Raad van Overleg in de Metalektro': de Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) gevestigd te `s-Gravenhage. De Raad van Overleg is gerechtigd tot de taken die hem krachtens dit besluit zijn opgedragen.

Artikel 2

Verplichtstelling

1. Het deelnemen in PME is verplicht gesteld voor werknemers in dienst van een werkgever in een onderneming in de Metalektro.

2. Tot de `Metalektro' behoren - voor zover niet genoemd in lid 3 en 4 - ondernemingen waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende ten minste 1.200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers, doch met inachtneming van het gestelde onder 5 t/m 14, 16 en 17, werkzaamheden worden verricht en waarin:

a. uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend, waaronder onder meer wordt verstaan:

a.1. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten,samenstellen, slopen, verscheuren en/of vermalen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen, walsen van metaal (waaronder onder meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of metalen apparaten, drijfwerk, gereedschappen, machines, toestellen, voorwerpen en werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwtractoren, -machines en -werktuigen), alles in de ruimste zin des woords, zoals appendages, automaten, automobielen, beelden, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bromfietsen, bruggen, buizen, capsules, draad, draadnagels, elektriciteitsmeters, elektroden, gaas, gasmeters, haarden, instrumenten, (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels (o.a. voor centrale verwarming), kinderwagens, klinknagels, kroonkurken, matrassen, matrijzen, meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, ovens, radiatoren, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuifhekken, sierhekken, sluitingen, stempels, tanks,taximeters, tuben, uurwerken, watermeters, zonweringen;

a. 2. het vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken;

a. 3. het staalblazen en/of zandstralen;

a. 4. het verzinken en/of vertinnen, voor zover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt;

a. 5. het reviseren van verbrandingsmotoren en onderdelen daarvan in de ruimste zin;

b. uitsluitend of in hoofdzaak het elektrotechnische scheepsinstallatiebedrijf wordt uitgeoefend;

c. uitsluitend of in hoofdzaak rechtstreeks voor derden het bedrijf wordt uitgeoefend van het:

1. wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf);

2. monteren en bedraden van elektrotechnische en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnische paneelbouwbedrijf);

3. demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden, gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf);

d. uitsluitend of in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7: 690 B.W. van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro; echter, niet tot de Metalektro worden geacht te behoren ondernemingen waarin uitsluitend het bedrijf van het ter beschikking stellen van werknemers van derden wordt uitgeoefend indien de betreffende onderneming: werknemers voor 25% of meer van de arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers ter beschikking stelt van derden die niet uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen uitoefenen dan wel niet op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro;- én voor 15% of meer van het totale premieplichtige loon op jaarbasis werknemers ter beschikking stelt van derden op basis van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7: 691 lid 2 B.W., zoals nader gedefinieerd in artikel 1 lid 1 en 2, en artikel 2 van het Besluit Indeling Uitzendbedrijven van het Lisv d.d. 6 oktober 1999, gepubliceerd in de Staatscourant nummer 49 van 9 maart 2000. Zodra dit besluit in werking treedt geldt alsdan dat de onderneming aan dit criterium heeft voldaan indien en voor zover dit door de uitvoeringsinstelling dan wel het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) als zodanig is vastgesteld; - én geen onderdeel uitmaakt van een groep van ondernemingen die geacht worden te behoren tot de Metalektro; - én geen door werkgevers- en werknemers (organisatie(s)) tot stand gebrachte arbeidspool is; eveneens worden niet geacht tot de Metalektro te behoren:

- ondernemingen die lid zijn van de Algemene Bond voor Uitzendondernemingen (ABU) en die op grond daarvan vallen onder de werkingssfeer van de CAO voor uitzendkrachten;

- leden van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen NBBU.

e. anders dan in hoofdzaak het bedrijf van het be- en/of verwerken van metalen en/of een of meer van de in lid 3 genoemde bedrijven wordt uitgeoefend en daarnaast anders dan in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7: 690 B.W. van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro, indien in de betreffende onderneming het grootste deel van het totale premieplichtige loon op jaarbasis wordt aangewend ten behoeve van deze activiteiten gezamenlijk.

Onder `vervaardigen' dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.

3. Ongeacht het aantal arbeidsuren gedurende welke in de regel per week door bij die ondernemingen in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht, worden, behoudens het bepaalde in lid 2 tevens geacht tot de Metalektro te behoren ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer van de volgende bedrijven worden uitgeoefend:

a. het walsen van staal;

b. het ijzer- en staalgietersbedrijf;

c. het vervaardigen en/of herstellen van vliegtuigen;

d. het vervaardigen en/of herstellen van liften;

e. het hoogovenbedrijf met inbegrip van zijn nevenbedrijven.

Onder `vervaardigen' dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.

4. Niet tot de Metalektro worden gerekend ondernemingen welke onder de werkingssfeer van het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB) ressorteren.

5. Een onderneming, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers is aangesloten bij PME, is, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week in de onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2, of 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, minder heeft bedragen dan onderscheidenlijk 1.200, 800 of 400, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in lid 6 bepaalde, voor wat betreft het (vroeg)pensioen aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB).

6. De aansluiting van de in lid 5 bedoelde onderneming bij het Bedrijfspensioenfonds Metaal en Technische Bedrijfstakken gaat in op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor onder lid 5 genoemde perioden.

7. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in lid 2 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij PME doch waarbij op of voorgenoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB) had moeten plaatsvinden, blijven aangesloten bij PME.

8. In geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor in lid 5 en 7 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in lid 5 en 7 bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting.

9. Indien een onderneming als bedoeld in lid 7 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 overgaat naar de sector Metaal en Technische Bedrijfstakken is die onderneming met ingang van dezelfde datum aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB).

10. Een onderneming, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers is aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB), is, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week in de onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 en 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, minder heeft bedragen dan onderscheidenlijk 1200, 2000 of 3000, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in lid 11 bepaalde, voor wat betreft het (vroeg)pensioen aangesloten bij PME.

11. De aansluiting van de in lid 10 bedoelde onderneming bij PME gaat in op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor in lid 10 genoemde perioden.

12. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in lid 2 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB), doch waarbij op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij de rechtsvoorganger van PME had moeten plaatsvinden, blijven aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB).

13. In geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor in lid 10 en 12 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in lid 10 en 12 bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting.

14. Indien een onderneming als bedoeld in lid 12 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 overgaat naar de sector Metaalindustrie of de sector Elektrotechnische Industrie is die onderneming met ingang van dezelfde datum aangesloten bij PME.

15. De Commissie Werkingssfeer1 ziet toe op de toepassing van de met betrekking tot de indeling en de overgang van ondernemingen in lid 5 t/m 14 gestelde regelen.

16. De verplichting geldt niet voor: de werknemers, die werkzaam zijn in de lithografische afdelingen van ondernemingen in de Metalektro en die of grafische vakarbeid verrichten of behoren tot degenen, op wie sedert 1 januari 1962 de collectieve arbeidsovereenkomst voor het grafische bedrijf in Nederland (voor wat betreft de mantelbepalingen en bijlage C) dan wel de algemeen verbindend verklaarde bepalingen dier overeenkomst werden toegepast.

17. De verplichting geldt niet voor:

1. de bestuurders van naamloze vennootschappen en van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid;

2. de werknemers die uitsluitend tijdens in Nederland gangbare vakantieperiode(n) korter dan 10 weken in dienst van een werkgever zijn (vakantiewerkers).'

Eerstgenoemd besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

's-Gravenhage, 20 december 2002.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,M. Rutte.
Namens deze:
De wnd. Directeur van het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie,
P.B. Koster.

1 De Commissie Werkingssfeer is samengesteld door de Stichting Raad van Overleg in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie en de Stichting Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken. Het secretariaat van de Commissie Werkingssfeer is gevestigd:

Postbus 5210, 2280 HE Rijswijk ZH, telefoon 070-3160325.

In de commissie hebben tevens zitting, het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie en het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken.

Naar boven