De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Besluit:
Artikel 1
De directeur en plaatsvervangend directeur van de Algemene Inspectiedienst
worden gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
a. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van
de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst;
b. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;
c. de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven,
het werkterrein van zijn directie betreffende voor zover het antwoord zich
beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis
is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven
niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens
deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.
Artikel 2
De directeur, de plaatsvervangend directeur en de hoofdinspecteurs van
de Algemene Inspectiedienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende
de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Algemene
Inspectiedienst, voorzover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl
ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit
dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal
dient te worden ondertekend.
Artikel 3
De directeur, de plaatsvervangend directeur, de hoofdinspecteurs, de plaatsvervangend
hoofdinspecteurs en de hoofden bedrijfsbureau van de Algemene Inspectiedienst
zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
a. het in rekening brengen van de kosten, bedoeld in artikel 3 van de
Regeling gebruik hormonen en beta-agonisten en bedoeld in de artikelen 5 en
6 van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en
producten;
b. de ondertoezichtplaatsing, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de
Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;
c. de toestemming inzake het verlaten of de overdracht van dieren, bedoeld
in artikel 4, tweede lid, van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen
behandelde dieren en producten;
d. de maatregelen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling verbod
handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;
e. het besluit tot toepassing van bestuursdwang van de artikelen 106 en
117 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 96 van de Veewet,
alsmede om ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
aan te wijzen die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;
f. de uitvoering, bedoeld in artikel 27 van de Regeling identificatie
en registratie van dieren 2002, alsmede om ambtenaren van het Ministerie van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan te wijzen die deze beslissing uitvoeren;
g. besluiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling invoercontrole
citruspulp 1998.
Artikel 4
De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3, luidt:
`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE DIRECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
voor deze:
DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE HOOFDINSPECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE PLAATSVERVANGEND HOOFDINSPECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
voor deze:
HET HOOFD BEDRIJFSBUREAU VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,'.
Artikel 5
Voorzover een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 1 tot en met
3 behoort tot het takenpakket van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, geschiedt het nemen van beslissingen of ondertekenen van stukken
betreffende die aangelegenheden namens de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij.
Artikel 6
Indien artikel 5 van toepassing is, luidt de ondertekening, bedoeld in
de artikelen 1 en 2 in afwijking van artikel 4:
`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE DIRECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
voor deze:
DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE HOOFDINSPECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Voor deze:
DE PLAATSVERVANGEND HOOFDINSPECTEUR VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,',
onderscheidenlijk
`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
voor deze:
HET HOOFD BEDRIJFSBUREAU VAN DE ALGEMENE INSPECTIEDIENST,'.
Artikel 7
Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van
30 juli 2002 (Stcrt. 2002, nr. 144), TRCJZ/2002/8310, houdende machtiging
aan ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst tot het beslissen en ondertekenen
van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, wordt
ingetrokken.
Artikel 8
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.
Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit
bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het
bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK
Den Haag.