Wijziging Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 11 december 2002, Directie Bijstand en Gemeentelijk Activeringsbeleid, nr. B&GA/GAB/02/94983, houdende wijziging regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,

Gelet op de artikelen 12, eerste lid, aanhef en onder a, en 15, aanhef en onder b, van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ;

Besluit:

Artikel I

De Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ 1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 245,-` vervangen door: € 254,-.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt `€ 2457,- voor een uitgebreid rapport' en `€ 1452,- voor een verkort rapport' vervangen door: € 2538,- voor een uitgebreid rapport en € 1500,- voor een verkort rapport.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt `€ 893,-` vervangen door: € 922,-.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt `€ 1481,-` vervangen door: € 1530,-.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt `€ 2962,-` vervangen door: € 3060,-.

6. In het vierde lid wordt `€ 1004,-` vervangen door: € 1038,-.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 2002.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,M. Rutte.

1 Regeling van 12 december 2000, Stcrt. 251, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 16 januari 2002, Stcrt. 15.

Toelichting

In de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ (Rfa) zijn in artikel 5 de bedragen vastgesteld voor de rijksvergoeding aan de gemeenten van specifieke en noodzakelijke onderzoeks- en begeleidingskosten in verband met de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz).

De bedragen worden jaarlijks herzien voorzover de ontwikkeling van de lonen van werknemers in de overheidssector (wat betreft het eerste lid) en in de particuliere bedrijven (wat betreft het tweede tot en met vierde lid) daartoe aanleiding geeft. Op basis van de ontwikkeling van de relevante indexcijfers over de periode oktober 2001 tot en met oktober 2002 en rekening houdend met de doorwerking van de werkgeverspremies is het bedrag in artikel 5, eerste lid met 3,6% zijn de bedragen in artikel 5, tweede tot en met vierde lid, met 3,32% verhoogd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte.

Naar boven