Verlening vergunning voor screening op baarmoederhalskanker

Verlening vergunning voor screening op baarmoederhalskanker

11 december 2002

POG/ZP 2.341.280

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Maakt bekend:

Op 14 juli 1998 werd aan de twaalf in ons land werkzame screeningsorganisaties vergunning krachtens de Wet op het bevolkingsonderzoek verleend voor door hen uitgevoerd bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, met het voorschrift dat met de andere screeningsorganisaties dan wel regionale samenwerkingsverbanden en met de Ziekenfondsraad een registratiesysteem tot stand zou worden gebracht dat op landelijk uniforme wijze gegevens verzamelt waaruit nut en risico's van de screening door de verschillende screeningsorganisaties / samenwerkingsverbanden beoordeeld kunnen worden. Bij brief van 21 mei 2001 en 20 december 2001 informeerde het College voor zorgverzekeringen (CVZ) mijn ambtsvoorganger over een aantal ontwikkelingen die een herziening van deze vergunning noodzakelijk maakten.

Ik ben van oordeel dat de genoemde screeningsorganisaties het vergunningvoorschrift in voldoende mate naleven en hun activiteiten kunnen voortzetten met inachtneming van twee voorschriften. Deze hebben betrekking op uitvoering van het `Handboek Kwaliteit' van het CVZ. De Staatssecretaris heeft de organisaties verzocht mee te werken aan de verdere uitbouw en voltooiing van dit handboek op 1 januari 2004. Ik zal de organisaties vóór 1 juli 2004 over de verlenging van deze vergunningen berichten. De beslissing is te vinden op www.minvws.nl onder bevolkingsonderzoek.

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken,

Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit;

- de gronden van bezwaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,namens deze,
de directeur Preventie en Openbare Gezondheidszorg,
A.A.W. Kalis, arts.

Naar boven