29 januari 2002
AB2002/U54085
Directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering ABP;
Gezien het verzoek van de Stichting Pensioenfonds ABP van 15 januari 2002,
gedaan mede namens sociale partners in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid,
tot plaatsing in de Staatscourant,
Maakt het volgende bekend:
Wijziging van de pensioenaanspraken van overheidswerknemers, gewezen overheidswerknemers
en hun nagelaten betrekkingen, alsmede hun daarmee samenhangende verplichtingen
in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van de Wet privatisering ABP,
voortkomend uit wijzigingen van het pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds
ABP die er toe leiden dat geen recht bestaat op nabestaandenpensioen en een
overlijdensuitkering indien de nabestaande de hand heeft gehad in het overlijden
van de verzekerde.
Artikel I
Onderstaand artikel en artikellid van het pensioenreglement van de Stichting
pensioenfonds ABP komen als volgt te luiden.
Artikel 7.5d
Geen recht op partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen heeft de partner
respectievelijk de bijzondere partner die de deelnemer, gewezen deelnemer,
fpu-gepensioneerde of gepensioneerde opzettelijk of met zijn medeplichtigheid
van het leven heeft beroofd.
Artikel 7.10, vijfde lid
De overlijdensuitkering wordt niet toegekend indien toepassing is gegeven
aan artikel 7.5d.
Artikel II
De wijzigingen bedoeld in artikel I treden in werking met ingang van de
tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor
deze,
De directeur-generaal Management en Personeelsbeleid
M.J. van
Rijn.