Nadere regels uitvoering negatief vermogen

Nadere regels inzake de wijze waarop het College sanering ziekenhuisvoorzieningen uitvoering geeft aan artikel 7a, eerste lid, van het Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg (Nadere regels uitvoering negatief vermogen)

Het College sanering ziekenhuisvoorzieningen,

Gelet op artikel 18b, lid 4, Wet ziekenhuisvoorzieningen jo artikel 7a van het Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1

In deze Nadere regels uitvoering negatief vermogen wordt verstaan onder:

a. College: het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, zoals genoemd in de Wet ziekenhuisvoorzieningen;

b. Centrale post voor het ambulancevervoer: de Centrale post voor het ambulancevervoer, genoemd in de Wet ambulancevervoer;

c. Ambulancedienst: instelling met een vergunning tot het verrichten van ambulancevervoer met ambulanceauto's, zoals genoemd in de Wet ambulancevervoer;

d. Negatief vermogen: het negatief saldo van de Reserve aanvaardbare kosten en het genormaliseerde eigen vermogen tezamen;

e. Reserve aanvaardbare kosten: het cumulatieve verschil tussen het budget op basis van de Wet tarieven gezondheidszorg en de werkelijke kosten;

f. Normaliseren: het aanpassen van de waarderingsgrondslagen zoals deze door de instelling is toegepast naar de waarderingsgrondslagen zoals in de Nadere regels gegevens negatief vermogen voorgeschreven;

g. Sluitingsbalans: de balans per datum beëindiging dienstverlening inzake ambulancehulpverlening.

Artikel 2

a. Het genormaliseerde vermogen op 31 december 2000 moet negatief zijn om in aanmerking te komen voor subsidieverlening. Voorwaarde is voorts dat een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2000 alsmede bij de genormaliseerde vermogensopstelling per 31 december 2000 wordt overgelegd waaruit dit genormaliseerde negatieve vermogen blijkt;

b. Een wijziging van het genormaliseerde negatief vermogen ná 31 december 2000 zal bij de subsidieverlening in aanmerking worden genomen;

c. De hoogte van de subsidievaststelling met betrekking tot het onderdeel negatief vermogen bedraagt maximaal het genormaliseerde negatief vermogen per datum beëindiging dienstverlening inzake ambulancehulpverlening;

d. Indien er per 31 december 2000 geen genormaliseerd negatief vermogen bestaat, maar een genormaliseerd negatief vermogen is ontstaan ná 31 december 2000, dan komt dit ná 31 december 2000 gevormde negatief vermogen niet voor subsidie in aanmerking;

e. Indien door de accountant géén goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2000 alsmede bij de genormaliseerde vermogensopstelling per 31 december 2000 is afgegeven, dan komt het genormaliseerde negatief vermogen niet voor compensatie in aanmerking.

Artikel 3

Het College zal niet eerder tot subsidievaststelling overgaan dan nadat de definitieve aanvaardbare kosten en de opbrengstresultaten tot en met de sluitingsbalans door het College tarieven gezondheidszorg zijn vastgesteld.

De Nadere regels uitvoering negatief vermogen zijn vastgesteld door het College sanering ziekenhuisvoorzieningen in zijn vergadering van 27 februari 2002 en conform artikel 18b, lid 5, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 25 oktober 2002.

De Nadere regels uitvoering negatief vermogen zullen met de toelichting worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Toelichting

Ad 1d

Het (gewijzigde) Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg geeft aan dat het College sanering ziekenhuisvoorzieningen bij de vaststelling van de lasten terzake van sanering `tevens in beschouwing (neemt) negatief vermogen'. Het College sanering gaat er hierbij van uit, dat indien wordt gesproken van `vermogen' bedoeld is: het negatief saldo van de Reserve aanvaardbare kosten (RAK) en het genormaliseerde eigen vermogen tezamen.

Het totale vermogen bestaat uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Het totale vermogen is gelijk aan de waarde van de bezittingen (de activa) en is nooit negatief. De RAK fungeert feitelijk als onderdeel van het eigen vermogen omdat hierin het exploitatieoverschot of -tekort van de instelling wordt verantwoord.

Ad 2e

Het (gewijzigde) Besluit instellingen voor gezondheidszorg geeft aan, dat er sprake moet zijn van een goedkeurende accountantsverklaring en dat derhalve andere verklaringen van accountants, zoals samenstellingsverklaringen, beoordelingsverklaringen en verklaringen met oordeelsonthoudingen etc. niet voldoen.

Ad 3

Door de uitbreiding van de saneringsregeling wordt de RAK in de vergoeding betrokken. Dit valt normaal onder de verantwoordelijkheid van het College tarieven gezondheidszorg (CTG). De RAK wordt dan veelal overgenomen door de organisatie die de taken van de gesloten instelling overneemt. In overleg met het CTG wordt dan met de overnemende organisatie een oplossing gevonden voor een eventuele negatieve RAK-positie.

Bij de uitvoering van de verruimde saneringsregeling neemt het College sanering ziekenhuisvoorzieningen de aanvulling van de RAK over. Dat kan pas als de laatste verrekening met het CTG heeft plaatsgevonden.

Naar boven