Wijziging aanwijzing luchtvaartterrein De Kooy

Besluit als bedoeld in artikel 27 van de Luchtvaartwet, inhoudende een wijziging van het aangewezen luchtvaartterrein De Kooy

18 oktober 2002

Nr. MG2002002264

Coördinator Ruimtelijke Ordening en Milieuzaken Defensie

De Staatssecretaris van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel VII van de Wet van 7 juni 1978 (Stb. 1978, 354), inhoudende een wijziging van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47), laatstelijk gewijzigd bij wet van 7 juli 1994 (Stb. 1994, 601) en artikel 27 alsmede de artikelen 19 tot en met 26 van de Luchtvaartwet (LVW);

Gebruikmakend van de bevoegdheid zoals verwoord in artikel 27 eerste lid LVW, inhoudende een wijziging van het aangewezen luchtvaartterrein, waarbij een aantal percelen en/of perceelsgedeelten aan het bestaande luchtvaartterrein wordt toegevoegd;

Na bestuurlijk overleg ex artikel 19 LVW met het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de gemeenteraad van Den Helder;

Gezien het advies van de Rijksplanologische Commissie en de Rijksmilieuhygiënische Commissie (advies van 23 september 1997, kenmerk RPC 1374; bijlage A);

Gezien het advies van de commissie als bedoeld in artikel 21 LVW (advies van 24-05-2002; bijlage B);

Overwegende dat hetgeen door mij overwogen ten aanzien van de bezwaren, ingebracht naar aanleiding van de tervisielegging ex artikel 20 van de Luchtvaartwet, en het advies van de commissie bedoeld in artikel 21 van de Luchtvaartwet, is opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage H;

Gelet op artikel 27 LVW;

Besluit:

Artikel 1

1. Aan de beschikking van de Staatssecretaris van Defensie van 31 maart 1961 (nummer 257.591/D, Stc. 1961, 59), betreffende de aanwijzing van het luchtvaartterrein De Kooy, worden percelen en perceelsgedeelten toegevoegd als bedoeld in artikel 20, tweede lid sub a LVW zoals opgenomen in bijlage C, behorende bij dit besluit;

2. De percelen en perceelsgedeelten als bedoeld in lid 1 zijn onder vermelding van de gegevens genoemd in artikel 20, tweede lid, sub b en c LVW, aangegeven in de lijst opgenomen in bijlage D, behorende bij dit besluit.

Artikel 2

Het Plan in Hoofdzaak als bedoeld in artikel 20, tweede lid, sub d LVW, is opgenomen in bijlage E, behorende bij dit besluit.

Artikel 3

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 20, tweede lid, sub i LVW, omvat bijlage G een beschrijving van de specifieke maatregelen die bestaan ter beperking van de geluidsbelasting, veroorzaakt door luchtvaartuigen die van dit luchtvaartterrein gebruik maken;

Artikel 4

Aan degene die door dit besluit schade lijdt of zal lijden wordt op verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toegekend, voor zover die schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voorzover de vergoeding niet, of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met toelichting en zonder bijlagen worden geplaatst in de Staatscourant. De toelichting en de bijlagen maken deel uit van de ter inzage te leggen stukken.

's-Gravenhage, 18 oktober 2002.
De Staatssecretaris van Defensie,C. van der Knaap.

Terinzagelegging

Het besluit ligt met bijbehorende stukken met ingang van de dag van publicatie in de Staatscourant gedurende zes weken ter inzage bij:

Het Defensievoorlichtingscentrum te 's-Gravenhage;

Het provinciehuis van de Provincie Noord-Holland;

Het gemeentehuis van de gemeente Den Helder;

Het gemeentehuis van Anna Paulowna.

Bezwaar

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift, gericht aan de Staatssecretaris van Defensie, indienen bij de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, postbus 20701, 2500 ES Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is;

d. de gronden van het bezwaar

Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

Inlichtingen

Voor het verkrijgen van inlichtingen over ter inzage gelegde stukken kan men zich wenden tot de Coördinator Ruimtelijke Ordening en Milieuzaken Defensie, postbus 20701, 2500 ES

's-Gravenhage, telefoonnummer 070-3187988

Toelichting op het besluit

De RLD luchtvaartinspectie (tegenwoordig IVW) heeft in 1996 geconstateerd dat er percelen grond buiten het luchtvaartterrein liggen waar wel civiele vliegtuigen op kunnen worden gestald. Naar aanleiding van deze constatering is overgegaan tot het wijzigen van de aanwijzing om ervoor te zorgen dat alle civiele luchtvaartactiviteiten binnen het aangewezen luchtvaartterrein plaatsvinden.

Het ontwerpbesluit heeft van 14 september 2000 tot 14 oktober 2000 ter inzage gelegen. De terinzagelegging is bekend gemaakt door publicatie in de Staatscourant en het Helders Weekblad op 14 september 2000. Op 13 november 2000 is een hoorzitting gehouden op het kantoor van de Provincie Noord-Holland aan het Houtplein 33 te Haarlem

Naar aanleiding van een ingediende bedenking is uitgezocht op welke percelen de helikopters zouden kunnen taxiën, kunnen worden geparkeerd of gestald. Hierbij is het streven geweest een aaneengesloten terrein op te nemen bij het luchtvaartterrein. Er zijn geen gevolgen voor de mogelijkheden van het gebruik van de toegevoegde percelen. Aangezien er inderdaad geen directe noodzaak is om het perceel 11901 toe te voegen aan het luchtvaartterrein en het luchtvaartterrein een aaneengesloten terrein blijft, besluit de Staatssecretaris van Defensie ervan af te zien het perceel 11901 toe te voegen aan het luchtvaartterrein.

De volgende functies worden in theorie mogelijk gemaakt met de wijziging voor de aanwijzing tot luchtvaartterrein voor de in bijlage D en E genoemde percelen:

- Taxiën van helikopters en vastvleugelige vliegtuigen

- Hoveren van helikopters

- Stallen van helikopters en vastvleugelige vliegtuigen

- Parkeren van helikopters en vastvleugelige vliegtuigen

- Opstijgen en landen van helikopters en vastvleugelige vliegtuigen

Het besluit voorziet niet in een verandering van het gebruik van het marinevliegkamp.

Geconstateerd kan worden dat de situatie door het besluit niet verslechtert en er niet meer storende factoren optreden met een effect voor de soorten waarvoor de speciale beschermingszones zijn aangewezen.

Naar boven