Vernieuwd instellingsbesluit marinemedaille

12 september 2002

nr. DO 038/2002 002815

Sectie Onderscheidingen

De Minister van Defensie,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. varend schip: elk schip in operationele dienst van een varende krijgsmacht of kustwacht, uitgezonderd een duikvaartuig, logements- of wachtschip;

b. vliegtuigsquadron: elke operationeel squadron, met inbegrip van een opleidingssquadron;

c. operationele eenheid van het korps mariniers:

1°. alle onderdelen van de groep operationele eenheden mariniers (GOEM); of

2°. een eenheid van het korps mariniers die op grond van haar operationele aard met een operationele eenheid als bedoeld onder 1° vergelijkbaar is of was.

Artikel 2

Ingesteld wordt de marinemedaille.

Artikel 3

1. De medaille is cirkelvormig met een middellijn van 35 mm en vervaardigd van bronskleurig metaal. De voorzijde van de medaille vertoont het westelijk halfrond met een onklaar anker, voorzien van de kroon, oprijzend uit de Atlantische Oceaan; de achterzijde vertoont het rijkswapen.

2. De medaille is door middel van een ring verbonden aan een moiré lint. Het lint, 27 mm breed, is Nassau-blauw, met in het midden een lichtblauwe baan van 4 mm breed, aan het linker boord een groene baan van 4 mm breed en aan het rechter boord een gele baan van 4 mm breed.

Artikel 4

1. De marinemedaille wordt toegekend aan de militair die op of na 18 januari 1985 in werkelijke dienst is en die:

a. ten minste 36 maanden, opgebouwd uit perioden van minimaal 30 aaneengesloten dagen, dienst heeft verricht aan boord van een varend schip, bij een vliegtuigsquadron van de Koninklijke marine, bij een operationele eenheid van het korps mariniers, en bovendien

b. ten minste 6 maanden heeft gediend aan boord van een schip ingedeeld bij de Standing Naval Force Atlantic (STANAVFORLANT), bij de Standing Naval Force Channel (STANAVFORCHAN), bij de Standing Naval Force Mediterranean (STANAVFORMED) of bij Matchmaker, of

c. ten minste 6 maanden dienst heeft verricht bij een eenheid der zeemacht in de Nederlandse Antillen, het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea of het voormalig Koninkrijksdeel Suriname dan wel ten minste 6 maanden dienst heeft verricht bij een buitenlandse operationele marine-eenheid dan wel dienst heeft verricht bij een onderdeel van de Koninklijke landmacht of van de Koninklijke luchtmacht, dat in één van de hiervoor genoemde gebieden was ingezet.

2. Behalve in de gevallen, genoemd in het eerste lid, wordt de marinemedaille toegekend aan de militair die ten minste 72 maanden, opgebouwd uit perioden van minimaal 30 aaneengesloten dagen, dienst heeft verricht aan boord van een varend schip, bij een vliegtuigsquadron van de Koninklijke marine of bij een operationele eenheid van het korps mariniers.

3. Met operationele dienst als bedoeld in het eerste lid, onder a, of het tweede lid, wordt gelijkgesteld: operationele dienst die door de militair der zeemacht is verricht bij een operationele eenheid van de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht of de Koninklijke marechaussee, voorzover die dienst naar het oordeel van de bevelhebber der zeestrijdkrachten vergelijkbaar is met deze operationele dienst.

Artikel 5

Bij de berekening van de tijdsduur, bedoeld in artikel 4, worden buiten beschouwing gelaten:

a. diensttijd op grond waarvan een met de marinemedaille vergelijkbare onderscheiding is toegekend;

b. diensttijd verricht in een Koninkrijksdeel of voormalig Koninkrijksdeel voorzover op grond van die diensttijd reeds een onderscheiding is toegekend.

Artikel 6

In bijzondere gevallen kan de minister afwijken van de voorwaarden, genoemd in artikel 4.

Artikel 7

De marinemedaille wordt slechts eenmaal toegekend.

Artikel 8

De marinemedaille wordt namens de Minister van Defensie toegekend door de directeur personeel Koninklijke marine.

Artikel 9

Het is de militair toegestaan de marinemedaille, een verkleind model of alleen het lint te dragen.

Artikel 10

Bij de marinemedaille behoort een op naam gestelde oorkonde.

Artikel 11

De kosten van vervaardiging van de medaille met toebehoren komen ten laste van het Rijk.

Artikel 12

De minister kan de marinemedaille tijdelijk of blijvend ontnemen aan een militair die zich de marinemedaille naar zijn oordeel niet langer waardig toont.

Artikel 13

De marinemedaille wordt tevens toegekend aan de militair van de Koninklijke landmacht, van de Koninklijke luchtmacht en van de Koninklijke marechaussee, die op of na 18 januari 1985 in werkelijke dienst is en die voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4, met dien verstande dat voor de berekening van de tijdsduur, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, mede in aanmerking komen de perioden van dienstverrichting bij een paraat onderdeel, squadron of andere operationele eenheid bij het eigen krijgsmachtdeel, en mits die perioden zijn gelegen voor 1 september 2002.

Artikel 14

Ingetrokken worden:

a. het besluit van de Minister van Defensie van 18 januari 1985, nr. PO 84/038/6243, houdende instelling van de marinemedaille;

b. het besluit van de Minister van Defensie van 28 januari 1986, nr. PO 85/038/6489, houdende uitvoeringsbepalingen terzake van het ministeriële besluit houdende de instelling van de marinemedaille.

Artikel 15

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2002.

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als: Vernieuwd instellingsbesluit marinemedaille.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 september 2002 .
De Minister van Defensie,A.H. Korthals.

Toelichting

Een van de aanbevelingen van de commissie «toekomst decoraties van de Minister van defensie» (adviescommissie, ingesteld bij besluit van de Minister van Defensie van 14 maart 2000) is om de marinemedaille te handhaven en desgewenst - analoog aan de marinemedaille - een operationele medaille voor landmacht, luchtmacht en marechaussee in te stellen. In verband hiermee behoeven de diensttijdcriteria ten aanzien van de marinemedaille aanpassing, aangezien operationele diensttijd verricht bij de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht of de Koninklijke marechaussee in beginsel wordt meegeteld voor toekenning van de marinemedaille.

Artikel 12 voorziet in een overgangsbepaling voor militairen van de KL, de KLu en de Kmar met betrekking tot reeds meetellende operationele dienstverrichtingen bij een paraat onderdeel, squadron of andere operationele eenheid bij het eigen krijgsmachtdeel, voorzover die perioden zijn gelegen voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Voor militairen der zeemacht wordt voor de draagwijze van de marinemedaille verwezen naar het Voorschrift betreffende de uniformen voor de militairen der zeemacht 1998 (1 VVKM 21).

De Minister van Defensie,

A.H. Korthals.

Naar boven