Selectielijsten van het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein wetenschapsbeleid

17 mei 2002

R&B/OSA/2002/957-I

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 3 april 2001, nr. arc-2000.2199/3);

Besluiten:

Artikel 1

De bij dit besluit gevoegde `selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Defensie en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Wetenschapsbeleid over de periode 1945-1999' en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2

Hoofdstuk 1100, nr. 64 van de `lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken van het ministerie van Defensie' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, nr. EAO 250.880/2B, alsmede nr. OKN/O/MA 154.391 d.d. 30 december 1969, laatstelijk gewijzigd bij gemeenschappelijke beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, nr. R&B/OSA/2001/864 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 200 d.d. 16 oktober 2001 en nr. 201 d.d. 17 oktober 2001)) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 17 mei 2002.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,namens deze,
De Algemene Rijksarchivaris,
M.W. van Boven.
De Minister van Defensie,namens deze,
De plaatsvervangend Secretaris-Generaal,
H.H. Hulshof.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

Basis Selectie Document van het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein wetenschapsbeleid 1945 - 1999

Lijst van gebruikte afkortingen

Amvb: Algemene maatregel van bestuur

art.: artikel

AWT: Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid

COS: Commissie van Overleg Sectorraden

ECOS: Erkenningscommissie onderzoekscholen

HOOP: Hoger onderwijs- en onderzoeksplan

Kb: Koninklijk besluit

KNAW: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

NWO: Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek

NRLO: Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek

OCV: Overlegcommissie Verkenningen

OCenW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn

RAWB: Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid

RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek

RVO: Rijksverdedigingsorganisatie TNO

Stb.: Staatsblad

Stcrt.: Staatscourant

TNO: Nederlandse Organisatie voor het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

TTI: Technologische Topinstituten

ZWO: Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek

1 Inleiding

Het Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) Een institutioneel onderzoek naar het wetenschapsbeleid van de overheid in de periode 1945-1999 is de basis voor dit Basis Selectie Document (BSD). In dit RIO zijn de belangrijkste beleidsontwikkelingen, de actoren, en het handelen van deze actoren inzake het wetenschapsbeleid beschreven. Het BSD bevat een lijst van gewaardeerde handelingen die per actor gerangschikt zijn. Het RIO en het BSD zijn het resultaat van institutioneel onderzoek dat is uitgevoerd door het Algemeen Rijksarchief binnen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW).

Het BSD is het wettelijk voorgeschreven instrument voor de selectie in rijks- en provinciale archieven. Het bevat voorstellen tot het overbrengen of niet-overbrengen naar de Rijksarchiefdienst van de uit de handelingen voortvloeiende neerslag. In dit BSD wordt de neerslag van de handelingen van de overheid en andere actoren betreffende het wetenschapsbeleid gewaardeerd, op basis waarvan de selectie van archiefbescheiden kan plaatsvinden. Onder archiefbescheiden worden zowel papiermateriaal als digitale bestanden verstaan. Deze gedigitaliseerde bescheiden vallen immers ook onder de Archiefwet 1995. Bovendien kan dit BSD dienen als leidraad bij de (her)inrichting van documentaire informatievoorziening.

Het BSD is als volgt ingedeeld: een inleiding, een korte beschrijving van het beleidsterrein en de actoren, een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria en de lijst van de gewaardeerde handelingen.

Vaststelling BSD

In de periode juni-augustus 2000 is het ontwerp-BSD door de Ministeries van OCenW, Defensie, Financiën, VWS, VROM, SZW en door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) aan de Staatssecretaris van OCenW aangeboden. Hierna heeft de Staatssecretaris het ontwerp-BSD ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het ontwerp-BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 22 september 2000 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de informatiebalie in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van de betrokken zorgdragers en de rijksarchieven in de provincie, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant nr. 138 van 21 september 2000.

Tijdens het driehoeksoverleg was, op verzoek van de Archiefcommissie van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, ook een deskundige op het beleidsterrein aanwezig. Van andere (historische) organisaties of individuele burgers is geen commentaar ontvangen.

In de Bijzondere Commissie Archieven van de RvC is het ontwerp-BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg bij de voorbereiding van het advies is meegenomen.

Op 3 april 2001 bracht de RvC advies uit (nr. arc-2000.2199/3), hetwelk naast enkele tekstuele correcties aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de selectielijst:

Van handeling 10 is de tekst gewijzigd in: het vaststellen van de opdrachten en de resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het wetenschapsbeleid. De producten van deze handeling zijn de offerteaanvragen en de rapporten. De waardering is B (1,2).

Van handeling 11 is de tekst gewijzigd in: Het voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek op het beleidsterrein wetenschapsbeleid. De producten van deze handelingen zijn, brieven, notitie's, verslagen.

Van handeling 94 is de V-termijn gewijzigd van 10 jaar naar 75 jaar.

Van handelingen: 54 (V 5 jaar), 57-58 (V 5 jaar), 62 (V 5 jaar), 72 (V 5 jaar), 76 (V 5 jaar), 79 (V 5 jaar), 81 (V 5 jaar), 83 (V 5 jaar), 86 (V 5 jaar), 148 (V 15 jaar), 150 (V 5 jaar), 151 (V 15 jaar), 156 (V 5jaar), 162 (V 10 jaar), 236 (V 5 jaar), 237 (V 15 jaar), 239 (V 5 jaar), 241 (V 15 jaar), 266 (V 15 jaar) en 284 (V 15 jaar) is de tussen de haakjes vermelde ontwerp V-termijn gesteld op 75 jaar.

2. Beschrijving beleidsterrein en actoren

2.1. Het wetenschapsbeleid

In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving van het wetenschapsbeleid van de overheid en de belangrijkste actoren op dat gebied gegeven. Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het RIO Een institutioneel onderzoek naar het wetenschapsbeleid van de overheid in de periode 1945-1999.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) is voor de hele rijksoverheid coördinerend minister voor het wetenschapsbeleid. Alleen in de periode 1971-1981 is er een Minister voor Wetenschapsbeleid (zonder portefeuille) geweest. Het wetenschappelijk onderzoek in Nederland wordt uitgevoerd door en in een groot aantal instituten en instellingen: de universiteiten, de (semi-)publieke onderzoeksinstituten en de bedrijven. Deze hebben elk hun eigen missie en takenpakket. De relatie tussen de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en deze instellingen is vastgelegd in aantal wetten, Koninklijke Besluiten, beschikkingen en reglementen. Het gaat hierbij niet alleen om instellingen die onderzoek uitvoeren, maar ook om organisaties die het onderzoeksproces ondersteunen. Ondersteunende instellingen op het terrein van het wetenschapsbeleid zijn wetenschappelijke bibliotheken en adviesorganen. Behalve de (grotere) instellingen die een directe relatie met de overheid hebben, zijn er nog een groot aantal kleinere die hun middelen via de grotere instellingen krijgen.

Kenmerkend voor het wetenschapsbeleid van de overheid is dat er geen overkoepelende wet voor het beleid bestaat. Wel zijn er wetten en regelgevingen betreffende de instellingen voor het wetenschappelijk onderzoek afzonderlijk waarin hun taken en bevoegdheden zijn vastgesteld. Hierin is een grote autonomie van deze instellingen geregeld en blijft de overheid op een afstand. De rol van de overheid inzake het wetenschapsbeleid is beperkt tot het bepalen van de randvoorwaarden; zij bemoeit zich niet inhoudelijk met het wetenschappelijk onderzoek. Wel heeft de overheid een belangrijke rol als subsidieverlener. Het wetenschappelijk onderzoek valt hiermee onder de rijksbegroting. Dit gaat meestal in de vorm van een lumpsum en de instellingen zijn vrij in de besteding van de geldelijke middelen. De rol van de overheid in het wetenschappelijk onderzoek is dus vooral beperkt tot het voorzien in een infrastructuur voor wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeksinstellingen hebben een grote vrijheid in het regelen van het wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het maatschappelijk belang. De inhoudelijke verantwoordelijkheid van het onderzoek ligt dan ook bij hen.

2.2. Actoren op het terrein van het wetenschapsbeleid

Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT)

Met de Wet Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (Stb. 1990/589) is per 1 januari 1991 de AWT ingesteld als opvolger van de RAWB. Zij is gevestigd in Den Haag. In 1997 is het adviesstelsel in Nederland gereorganiseerd en de AWT opgeheven. Tegelijkertijd is de wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997 (Stb. 1997/72) ingevoerd, waarmee een vast adviescollege van het Rijk op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid is ingesteld. Dit college heet eveneens de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid.

De AWT heeft als taak de regering en de Staten-Generaal te adviseren over het te voeren wetenschaps- en technologiebeleid in nationaal en internationaal verband. Hieronder valt ook de wetenschappelijke en technologische informatieverzorging. De kern van de adviestaak richt zich op het kennis- en innovatietraject en de ontwikkelingen daarvan. De advisering kan ook betrekking hebben op aangelegenheden die invloed hebben op, dan wel het gevolg zijn van de wetenschapsbeoefening en technologische ontwikkeling. Daarnaast heeft de AWT per 1997 als taak op verzoek van de minister verkenningen op het gebied van wetenschap en technologie te (doen) uitvoeren en openbaar te maken. Deze taak heeft de AWT overgenomen van de OCV.

Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer is betrokken bij de (financiële) controle van TNO, ZWO en NWO.

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Ten behoeve van de beleidsvoering inzake onderzoek en ontwikkeling zijn bij Amvb door de minister voor het desbetreffende aandachtsgebied sectorraden ingesteld door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de betrokken Minister(s). Dit zijn o.m. de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Economische Zaken en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking. Een sectorraad wordt ingesteld als zelfstandig adviesorgaan en formuleert prioriteiten voor het van overheidswege gefinancierde onderzoek op langere termijn. De sectorraad baseert zich hierbij op een grondige verkenning van maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkeling terzake. Na overleg met de sectorraden heeft de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt in 1987 besloten tot de oprichting van de COS. Deze is tot stand gekomen op basis van art. 12 lid 1 van Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239). De COS is gevestigd in Zoetermeer.

De COS fungeert als een overlegplatform tussen de sectorraden over onderwerpen van gemeenschappelijk belang. Het gaat daarbij zowel om inhoudelijke samenwerking bij verkenningen of programmering van onderzoek, als om zaken van gemeenschappelijk belang betreffende het wetenschaps- en technologiebeleid. Hiervoor overlegt de COS met voor de sectorraden belangrijke instanties of organen, waaronder adviesraden die van belang zijn voor het wetenschapsbeleid. Daarnaast kan de COS studies (doen) uitvoeren. Voor de programmeringstudies en verkenningen kunnen de sectorraden een beroep doen op het door de COS beheerde Coördinatiefonds. Dit fonds wordt gefinancierd door het Ministerie waaronder het wetenschapsbeleid valt.

Geschillencommissie georganiseerd overleg

Op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593) is de Geschillencommissie georganiseerd overleg bevoegd tot het doen van bindende afspraken over besluiten van het instellingsbestuur inzake aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel.

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)

Op 4 mei 1808 werd het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten opgericht. In 1816 werd de naam veranderd in het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten. Na een reorganisatie en bijna opheffing van het Koninklijk Instituut werd in 1855 de Koninklijke Akademie van Wetenschappen ingesteld. In 1938 werd de naam wederom gewijzigd in de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De organisatie bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in Amsterdam.

De KNAW heeft vier functies. Ten eerste is zij een onderzoeksorganisatie. KNAW-instituten voeren het onderzoek uit op het terrein van de levenswetenschappen en het terrein van de geesteswetenschappen en wetenschappelijke informatieverzorging. Bovendien financiert zij het programma Akademie-onderzoekers en bevordert de wetenschapsbeoefening door werkzaamheden op dat gebied te (doen) verrichten. Ten tweede is zij een adviesorgaan en adviseert de minister over aangelegenheden op het terrein van de wetenschapsbeoefening. Daarnaast verschaft de KNAW informatie aan belanghebbenden en belangstellenden. Ten derde is de KNAW een forum voor wetenschappers. Zij bevordert de uitwisseling van gedachten en informatie tussen haar leden onderling alsmede tussen deze leden en andere wetenschapsbeoefenaren en wetenschappelijke organisaties. Bovendien draagt de KNAW zorg voor ondersteunende activiteiten, met name op het gebied van de wetenschappelijke informatieverzorging. Kwaliteitszorg van het wetenschappelijk onderzoek vormt de laatste taak van KNAW. Hieronder vallen onder meer de kwaliteitsbeoordeling van onderzoek (peer review) en de erkenningscommissie onderzoekscholen (ECOS).

Minister van Binnenlandse Zaken

De Minister van Binnenlandse Zaken is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO.

Minister van Defensie

De Minister van Defensie is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO.

Minister van Economische Zaken

De Minister van Economische Zaken is betrokken bij het wetenschapsbeleid in het algemeen en de technische wetenschappen in het bijzonder. Zij speelt een rol met betrekking tot TNO, ZWO/NWO, AWT en COS.

Minister van Financiën

De Minister van Financiën is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO en ZWO/NWO.

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO en COS.

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

De Minister van Ontwikkelingssamenwerking is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake COS.

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO.

Minister van Verkeer en Waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO en COS.

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO en COS.

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is betrokken bij het wetenschapsbeleid inzake TNO en COS.

Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

De Minister van OCenW is voor de hele rijksoverheid coördinerend minister voor het wetenschapsbeleid. Alleen in de periode 1971-1981 is er een aparte Minister van Wetenschapsbeleid geweest. Aangezien de naam van het ministerie van OCenW regelmatig is veranderd in de periode 1945-1999, is gekozen voor een meer neutrale aanduiding: de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt. Met de actor de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt worden achtereenvolgens bedoeld de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (1945-1971), de Minister van Wetenschapsbeleid en Hoger Onderwijs (1971-1973), de Minister van Wetenschapsbeleid (1973-1981) en de Minister van Onderwijs en Wetenschappen (1981-1994), Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1994 -).

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

TNO is in 1932 opgericht. Zij bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in Den Haag. In de Wet van 30 oktober 1930 (Stb. 1930/416) tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek is een grote vrijheid van TNO gewaarborgd. Hiermee is de onafhankelijkheid van het onderzoek van TNO gegarandeerd. Ook in de nieuwe TNO-wet (Stb. 1985/762) is die zelfstandigheid van TNO gehandhaafd. Het handelen van de regering is daarom vooral gericht op de randvoorwaarden van het functioneren van TNO. Binnen deze randvoorwaarden heeft TNO bij de uitvoering van het onderzoek volledige beleidsvrijheid.

TNO heeft als doel ertoe bij te dragen dat het toegepast technisch- en natuurwetenschappelijk onderzoek (en het daaraan te verbinden sociaal-wetenschappelijk en ander onderzoek) op doelmatige wijze dienstbaar wordt gemaakt aan het algemeen belang en de daarbinnen te onderscheiden deelbelangen. Zij tracht haar doel te bereiken door:

- het (doen) verrichten van toegepast technisch- en natuurwetenschappelijk onderzoek

- het door middel van voorlichting en advisering overdragen en toegankelijk maken van de onderzoeksresultaten alsmede het begeleiden en ondersteunen van derden bij de toepassing van dit onderzoek

- het samenwerken met andere onderzoeksinstellingen op het genoemde onderzoeksterrein

- het leveren van een bijdrage aan de coördinatie van het toegepast technisch- en natuurwetenschappelijk onderzoek in Nederland en aan de internationale samenwerking op dit gebied

- het verrichten van werkzaamheden die worden opgedragen bij wet en Amvb.

- het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Defensie en de Minister van Financiën op het gebied van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek.

Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO)

In 1987 werd het wenselijk geacht de taak en bestuursorganisatie van ZWO te wijzigen. Op grond van art. 2 van de Wet van 7 juli 1987 (Stb. 1987/369) is NWO ingesteld en de naam van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek veranderd in de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek. Met de invoering van deze wet is ZWO opgeheven. NWO is gevestigd in Den Haag en bezit rechtspersoonlijkheid.

NWO heeft de volgende taken: het bevorderen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek alsmede het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek. Haar functies omvatten het toewijzen van middelen en het bevorderen van de overdracht van kennis ten behoeve van de maatschappij. Zij richt zich hierbij in hoofdzaak op het universitaire onderzoek. Daarbij let zij op het aspect van coördinatie en bevordert deze waar nodig. De taak van NWO is hoofdzakelijk het toewijzen van middelen, waarmee de organisatie kwalitatief hoogstaand onderzoek financiert. Het gaat hierbij vooral om de subsidiëring van onderzoeksprojecten en -programma's. Ook kent de organisatie verschillende persoonsgerichte steunvormen. Naast bovengenoemde taken is NWO in de jaren negentig een rol gaan spelen als adviesorgaan van de overheid. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt geeft aan NWO onderzoeksopdrachten, waarvan de resultaten gebruikt worden ter voorbereiding van de totstandkoming van het wetenschapsbeleid.

Daarnaast is NWO zich in de jaren negentig gaan bemoeien met de sturing van het onderzoek en selectie van het onderzoekstalent. Met dit doel heeft NWO een diepte- en een breedtestrategie ontwikkeld. De breedtestrategie strekt zich uit tot de onderzoekscholen om op deze wijze een vruchtbare voedingsbodem te creëren voor het nationale en internationale toponderzoek. De dieptestrategie is bedoeld als steun aan enkele toponderzoekscholen van internationale allure op basis van hun wetenschappelijke onderzoeksprogramma's. NWO beoogt met persoonsgerichte subsidieregelingen excellente individuen (van veelbelovend talent tot toponderzoeker) optimale ruimte te bieden. De persoonsgerichte programma's zijn: TALENT, PIONIER en SPINOZA. Om de doorstroom van jong talent te vergemakkelijken heeft NWO samen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt de Van der Leeuw-hoogleraarschappen in het leven geroepen.

Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (ZWO)

In 1950 werd de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (kortweg ZWO). ingesteld om het zuiver-wetenschappelijk onderzoek te bevorderen. Deze organisatie hield zich bezig met het zuiver-wetenschappelijk onderzoek, waarmee het niet-toegepaste onderzoek werd bedoeld. ZWO had als taak het bevorderen van het zuiver-wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en hogescholen alsmede daarbuiten en het coördineren daarvan met alle mogelijke middelen. Daarnaast beheerde zij het fonds zuiver-wetenschappelijk onderzoek. Haar activiteiten omvatten het beschikbaar stellen van gelden en het verrichten van de werkzaamheden die bij haar wet of Amvb door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt waren opgedragen. In verband met de uitoefening van haar taak was ZWO bevoegd voorstellen te doen aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt in het kader van de bevordering van het zuiver-wetenschappelijk onderzoek en de coördinatie op dit gebied. Zij was gevestigd in Den Haag en bezat rechtspersoonlijkheid.

Overlegcommissie Verkenningen (OCV)

Op basis van de Instellingsbeschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905) werd de OCV geïnstalleerd met de opdracht om in Nederland een breed gedragen proces van verkenningen op te zetten en oplossingrichtingen aan te geven voor vraagstukken in het Nederlandse wetenschapsbeleid. Op deze wijze kon op het terrein van de wetenschapsbeoefening een breed gedragen aansprekend en toekomstgericht beleid ontwikkeld worden. Het proces van verkenningen kende twee doelstellingen:

- verkenningen als werkwijze in de wetenschappelijke wereld te introduceren en te versterken, ter verheldering van de opties en keuzemogelijkheden betreffende de richting van het onderzoek,

- de besluitvorming op landelijk niveau te verbeteren en een strategisch wetenschapsbeleid te ontwikkelen en te versterken.

De rol van de OCV in dit alles was proces-initiërend en ze verzorgde een raamwerk waarbinnen adviezen, aanvragen en verkenningen hun plaats vinden. De OCV had de volgende taken:

- het ondersteunen van onderzoeksorganisaties bij het voorbereiden en formuleren van strategisch beleid, onder meer door het stimuleren van de opzet en de begeleiding van verkennende activiteiten,

- te bevorderen dat experimentele verkennende activiteiten worden uitgevoerd die kunnen uitgroeien tot een nationale agenda van verkennende studies,

- te bevorderen dat integrerende activiteiten op landelijk niveau plaatsvinden en deze te begeleiden vanuit het perspectief van het proces van verkenningen,

- te bevorderen dat de resultaten van verkennende activiteiten op brede schaal beschikbaar komen.

De OCV kon haar taken o.m. uitvoeren door:

- het voeren van overleg met voor de verkenningen van belang zijnde instanties en organen, waaronder adviesraden betreffende het wetenschapsbeleid. De OCV dient daarom als een overlegplatform voor de personen en organisaties die bij de verkenningen betrokken zijn,

- het doen uitvoeren van verkennende activiteiten,

- het voeren van een regelmatig overleg met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt,

- het (doen) uitvoeren van studies.

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)

Bij de Wet van 20 mei 1966 (Stb. 1996/227) is de Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB) ingesteld voor de advisering van de regering inzake het beleid op het gebied van de wetenschapsbeoefening in nationaal en internationaal verband. Onder wetenschapsbeoefening wordt hier zowel het zuiver- als het toegepast wetenschappelijk onderzoek verstaan alsmede het met gebruikmaking van de resultaten van zulk onderzoek uitgevoerde ontwikkelingswerk. Met de invoering van de Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589) wordt de Wet van 20 mei 1966 (Stb. 1966/227) ingetrokken en wordt de RAWB opgeheven.

3. Selectie

3.1 Doelstelling selectie

De selectie richt zich op de neerslag van handelingen van overheidsorganen, voor zover deze vallen onder de werking van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276). De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671).

De hoofddoelstelling van de selectie is het maken van een onderscheid tussen de te bewaren (en dus naar de Rijksarchiefdienst overgebracht worden) en de te vernietigen gegevens van de bedoelde actoren. Met de bewaarde gegevens moet een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen op het desbetreffende beleidsterrein mogelijk zijn.

In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organisaties geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het erom welke gegevensbestanden, voortkomend uit welke handeling, en opgeslagen bij welke actor, bewaard moeten blijven. Het doel hiervan is dat met deze gegevensbestanden het handelen van de rijksoverheid inzake het wetenschapsbeleid op hoofdlijnen gereconstrueerd kan worden.

Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze zijn o.m. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om het handelen van de overheid op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren dient dus met name de neerslag van de eerste vier en de laatste fase van het beleidsproces bewaard te blijven. De te bewaren gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren documenten als uit digitale bestanden bestaan.

Wanneer de neerslag van een handeling in aanmerking komt voor bewaren, dan wordt in het BSD de handeling met een `B' gewaardeerd. De neerslag van een handeling wordt bewaard als aan de selectiecriteria (zie de volgende paragraaf) wordt voldaan. Indien de neerslag van een handeling in aanmerking komt voor vernietiging, dan wordt in het BSD de handeling met een `V' gewaardeerd. Hierbij wordt tevens de vernietigingstermijn vermeld. Deze gaat in nadat de expiratiedatum verlopen is of na de afdoening van de neerslag, tenzij anders vermeld.

3.2 Selectiecriteria

Voor het operationaliseren van de selectiedoelstelling zijn de in het RIO Een institutioneel onderzoek naar het wetenschapsbeleid van de overheid in de periode 1945-1999 geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van algemene selectiecriteria, zoals die door PIVOT zijn opgesteld.

Belangen ex art. 2, sub c en d van het Archiefbesluit 1995

Archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed

De selectiedoelstelling van de Rijksarchiefdienst is dat met de te bewaren gegevens een reconstructie van het handelen van de rijksoverheid op hoofdlijnen ten opzichte van haar omgeving mogelijk moet zijn, waardoor bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Om de selectiedoelstelling te realiseren, worden 6 selectiecriteria gebruikt om tot een waardering te komen:

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (ewaren)

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

`Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.'

4. Selectielijsten

De selectielijst is alfabetisch geordend per actor. Een uitzondering hierop vormen de RAWB en AWT alsmede ZWO en NWO. De AWT is de opvolger van de RAWB en NWO van ZWO. Om deze reden worden deze organisatie samen besproken. De handelingen zijn doorlopend genummerd.

Hierin zijn vermeld:

RIO nr. : dit nummer correspondeert met de handeling binnen het RIO

Handeling

Periode

Grondslag

Product

Voorstel: door middel van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het `Bewaren' dan wel `Vernietigen' van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn, wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat. Bij handelingen die met een V gewaardeerd zijn, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna met de vernietiging begonnen kan worden.

4.1 Selectielijst Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT)

Algemene bepalingen

226.

Actor: RAWB

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van de betrokken Ministers over het beleid op het gebied van de wetenschapsbeoefening in nationaal en internationaal verband.

Periode: 1966-1990:

Grondslag: Wet van 29 mei 1966 (Stb. 1966/227): art. 2 lid 2 en 4, art. 3

Product: Advies

Opmerking: Iedere Minister kon zaken aan de orde stellen in vergadering van de RAWB. Vertegenwoordiger(s) van deze Minister werden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering van de RAWB.

De RAWB betrok hierbij de adviezen uitgebracht door andere organen die bevoegd waren tot het adviseren op het gebied van de wetenschapsbeoefening

De RAWB zond een afschrift van het advies aan de andere Ministers tot wie het advies niet was gericht.

Voorstel: B 1

227.

Actor: AWT

Handeling: Het desgevraagd of uit eigen beweging schriftelijk adviseren van de betrokken Ministers over het door de regering te voeren wetenschaps- en technologiebeleid in nationaal en internationaal verband, waarbij inbegrepen de wetenschappelijke en technologische informatieverzorging.

Periode: 1991-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 3 lid 1, Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997 (Stb. 1997/72): art. 2 lid 1, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 17, art. 18, art. 19, art. 20, Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991/703): art. 9

Product: Advies

Opmerking: Met de betrokken Ministers werden alle Ministers bedoeld. Iedere Minister kon zaken aan de orde stellen in vergadering van de AWT. De AWT adviseert tevens over het te voeren beleid over adviesraden en instellingen werkzaam op deelterreinen van het taakgebied van de AWT alsmede de samenhang in dat te voeren beleid. De adviezen gaan over kennisgeneratie, kennisoverdracht en kennistoepassing. De AWT adviseert tevens over het te voeren beleid over adviesraden en instellingen werkzaam op deelterreinen van het taakgebied van de AWT alsmede over de samenhang in dat te voeren beleid. In de Kaderwet adviescolleges is bepaald dat in het geval de AWT uit eigen beweging adviseert de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt of kamers der Staten-Generaal van het voornemen in kennis gesteld worden. Voor het inwinnen van inlichtingen kan de AWT zich wenden tot de door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt aangewezen ambtenaren. De AWT kan zich bovendien laten bijstaan door andere personen, voor zover dat dat nodig is voor zijn taak.

Voorstel: B 1

228.

Actor: AWT

Handeling: Het op verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal adviseren over de bij die Kamer aanhangig gemaakt initiatiefvoorstellen van de wet.

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 3 lid 4

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: B 1

230.

Actor: AWT

Handeling: Het jaarlijks (mede) vaststellen van het adviesprogramma, de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken gehoord

Periode: 1991-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 9 lid 2, 3, 4, en 6, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 26 lid 1

Product: Adviesprogramma

Opmerking: In de Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1991-1997) is bepaald dat het adviesprogramma wordt niet vastgesteld dan na overleg met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken. In de Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378) is bepaald dat de AWT jaarlijks voor 1 september een ontwerp voor het komende kalenderjaar naar de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt stuurt. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt verstrekt daarvoor tijdig een overzicht van de voornemens om advies te vragen.

Voorstel: B 1

231.

Actor: AWT

Handeling: Het uitbrengen van adviezen over onderwerpen die niet in het adviesprogramma zijn opgenomen.

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 9 lid 5 en 6, art. 15 lid 3

Product: Adviezen

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken kunnen de AWT advies vragen over onderwerpen die niet in het adviesprogramma zijn opgenomen. Zij verstrekken hiervoor de nodige middelen. De AWT kan daarnaast op eigen initiatief adviezen uitbrengen.

Voorstel: B 1

234.

Actor: AWT

Handeling: Het (doen) uitvoeren van verkenningen op het gebied van de wetenschap en de technologie in opdracht van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Periode: 1997-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997 (Stb. 1997/72): art. 2 lid 2

Product: Rapport

Opmerking: Voorheen werden deze verkenningen uitgevoerd door de OCV, die in 1997 werd opgeheven. Hiermee werd de taak van het uitvoeren van verkenningen overgedragen aan de AWT. Deze rapporten zijn openbaar en worden door de AWT ter kennis gebracht aan de daarvoor in aanmerking komende instellingen op het gebied van de wetenschap en de technologie.

Voorstel: B 1

Bestuur en inrichting van de organisatie

238.

Actor: AWT

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken inzake het voorbereiden van de schorsing en tussentijds ontslag van leden van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 5 lid 5

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: V 15 jaar

240.

Actor: AWT

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken inzake voorbereiding van de benoeming en ontslag van de secretaris van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 2

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: V 15 jaar

242.

Actor: AWT (voorzitter van)

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid inzake de benoeming, bevordering, schorsing, en het ontslag van de secretaris en de andere medewerkers van de AWT

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 15 lid 4

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: V 15 jaar

243.

Actor: AWT

Handeling: Het instellen van commissies ter voorbereiding van adviezen

Periode: 1991-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 10, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 16

Product: Instellingsbesluit

Opmerking: Hierin kunnen deskundigen deelnemen die geen lid zijn van de AWT. De commissies worden uit het midden van de AWT ingesteld.

Voorstel: B 4

244.

Actor: AWT

Handeling: Het instellen van een tijdelijke commissie voor de overdracht van de taken van de OCV

Periode: 1997

Bron: Brief van OCV, 28 maart 19978

Product: Tijdelijke Commissie inzake de overdracht en voortzetting van het verkenningsproces

Opmerking: Hierin hadden leden van de AWT, de OCV en de COS zitting. Deze commissie had als taak het doen van voorstellen en aanbevelingen aan de AWT voor de overdracht en de verankering van verkenningen bij de AWT.

Voorstel: B 4

Reglement

248.

Actor: RAWB

Handeling: Het stellen van nadere regels voor zijn werkwijze

Periode: 1966-1990

Grondslag: Wet van 29 mei 1966 (Stb. 1966/227): art. 6

Product: Reglement

Opmerking:

Voorstel: B 1

249.

Actor: AWT

Handeling: Het vaststellen van een reglement

Periode: 1991-:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 4, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/78): art. 21

Product: Reglement

Opmerking: In het reglement wordt de werkwijze van de AWT nader geregeld.

Voorstel: B 1

Financiële bepalingen

252.

Actor: AWT

Handeling: Het jaarlijks opstellen van een (ontwerp)begroting

Periode: 1991 -

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 1, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 25

Product: Begroting

Opmerking: In de periode 1991-1997 is bepaald dat bij de begroting het adviesprogramma wordt gevoegd.

Voorstel: B 5

Verslaggeving en verantwoording

255.

Actor: AWT

Handeling: Het periodiek uitbrengen van een evaluatierapport aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 19

Product: Evaluatierapport

Opmerking: Dit rapport wordt telkens binnen een termijn van vijf jaar uitgebracht. Hierin wordt de taakvervulling van de AWT aan een onderzoek onderworpen en kunnen voorstellen worden gedaan voor gewenste veranderingen. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken stellen binnen drie maanden na ontvangst van het rapport gelijktijdig de Tweede Kamer en de AWT in kennis van hun conclusies.

Voorstel: B 2, 3

256.

Actor: AWT

Handeling: Het jaarlijks verslag doen van zijn werkzaamheden

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 28 lid 1 en 2

Product: Jaarverslag

Opmerking: De AWT brengt verslag uit van zijn werkzaamheden voor 1 april in het voorafgaande kalenderjaar. Het verslag wordt gezonden aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt.

Voorstel: B 3

257.

Actor: AWT

Handeling: Het opstellen van een evaluatieverslag van haar werkzaamheden

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 28 lid 2 en 3

Product: Evaluatieverslag

Opmerking: Hierin wordt aandacht besteedt aan de taakinvulling van AWT. Het verslag wordt opgesteld in opdracht van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, maar ten minste elke vier jaar. Het verslag wordt gezonden aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, en de beide kamers der Staten-Generaal.

Voorstel: B 2, 3

Overlegcommissie Verkenningen (OCV)

281.

Actor: AWT

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over vraagstukken betreffende de wetenschapsbeoefening die behandeld moeten worden door de OCV

Periode: 1992-1993

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 3 lid 4 zoals gewijzigd bij Beschikking van 7 maart 1993, (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO-92096602): art. 3

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: B 1

4.2 Selectielijst Algemene Rekenkamer

121.

Actor: Algemene Rekenkamer

Handeling: Het overeenstemmen met Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt inzake de aanwijzing van een accountant die met de controle van de jaarrekening van TNO wordt belast

Periode: 1975-

Grondslag: Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411): art. I, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 26 lid 5, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 26 lid 2

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: 9

122.

Actor: Algemene Rekenkamer

Handeling: Het goedkeuren van het controle programma van de accountant die met de controle van de jaarrekening van TNO wordt belast

Periode: 1975-1986

Grondslag: Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411): art. I, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 26 lid 5

Product: Goedkeuring

Opmerking: Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening10.

Voorstel:

123.

Actor: Algemene Rekenkamer

Handeling: Het controleren van het financiële beheer van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 26 lid 3, art. 26 lid 4

Product: Rapport

Opmerking: De Algemene Rekenkamer geeft aandacht aan de doelmatigheid van het beheer, de organisatorische structuur en het functioneren van TNO. Zij maakt haar opmerkingen en bedenkingen, die zij naar aanleiding van de controle nodig acht, aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en aan de raad van bestuur bekend. Zij verstrekt aan de Minister van Financiën en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in 's Rijks belang nodig acht. Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening11.

Voorstel:

124.

Actor: Algemene Rekenkamer

Handeling: Het nader overleggen met de Minister van Financiën en de Staten-Generaal naar aanleiding van de controle van de jaarrekening van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 26 lid 4

Product: Notulen, correspondentie

Opmerking: Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening12.

Voorstel:

206.

Actor: Algemene Rekenkamer

Handeling: Het controleren van de jaarrekeningen en jaarverslagen van ZWO en NWO

Periode: 1950-

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 18 lid 2, Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 25 lid 2 en 3

Product: Verslag, rapport

Opmerking: Aan de Algemene Rekenkamer en de accountant werd desgevraagd inzage gegeven in de boeken en bescheiden van NWO en alle informatie verstrekt die zij voor de uitvoering van hun taak nodig achtten. Het commentaar van de Algemene Rekenkamer werd ter kennis gebracht aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Staten-Generaal. Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening13.

Voorstel:

4.3 Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

263.

Actor: COS

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over haar werkzaamheden en wijze van voortzetting van de activiteiten

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 2 lid 3

Product: Advies

Opmerking: Dit advies wordt uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de instellingsperiode gegeven.

Voorstel: B 4

264.

Actor: COS

Handeling: Het overleggen met voor de sectorraden van belang zijnde instanties of organen over gemeenschappelijke aangelegenheden.

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 3

Product: Notities, notulen

Opmerking: Onder voor de sectorraden van belang zijnde instanties of organen vallen de adviesraden die van belang zijn voor het wetenschapsbeleid.

Voorstel: B 1

265.

Actor: COS

Handeling: Het (doen) uitvoeren van studies voor de sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 3 lid 2, art. 7 lid 4

Product: Studie, rapport

Opmerking:

Voorstel: B 1

Bestuur en inrichting van de organisatie

267.

Actor: COS

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt inzake de aanwijzing van een voorzitter van de COS

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 4 sub a

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

268.

Actor: COS

Handeling: Het aanwijzen van organen met een taak gelijkwaardig aan de taak van de sectorraden, onder goedkeuring van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 5 lid 3

Product: Besluit

Opmerking:

Voorstel: B 4

Planning

270.

Actor: COS

Handeling: Het jaarlijks opstellen van een werkprogramma

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 6 lid 1

Product: Werkprogramma

Opmerking: Dit werkprogramma wordt ter kennis gebracht aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt.

Voorstel: B 4

Financiële bepalingen

272.

Actor: COS

Handeling: Het jaarlijks indienen van een ontwerp-begroting

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 7 lid 3

Product: Ontwerp-begroting

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

Verslaggeving en verantwoording

276.

Actor: COS

Handeling: Het periodiek verslag doen van haar werkzaamheden aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 6 lid 2

Product: Verslag

Opmerking: Dit verslag wordt één keer per twee jaar uitgebracht.

Voorstel: B 2

4.4 Selectielijst Geschillencommissie georganiseerd overleg

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)

Personeel

25.

Actor: Geschillencommissie georganiseerd overleg

Handeling: Het doen van bindende uitspraken over besluiten van het instellingsbestuur inzake aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 4.4 lid 5

Product: Besluit, bindende afspraak

Opmerking:

Voorstel: B 1

4.5 Selectielijst Minister van Binnenlandse Zaken

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Beroep

126.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

4.6 Selectielijst Minister van Defensie

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Defensie (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Dagelijks bestuur van TNO

63.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van één lid van het dagelijks bestuur van TNO, in overeenstemming met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Periode: 1981-1986

Grondslag: TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 13 lid 3, art. 15 lid 3

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werd de raad voor het defensie-onderzoek van TNO uitgenodigd een aanbeveling te doen. Hierbij werd de ondernemingsraad van TNO in de gelegenheid gesteld om advies te geven.

Voorstel: V 5 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Defensie (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

68.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het wijzigen of aanvullen van de statuten van de RVO, TNO en RVO gehoord

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 32 lid 1 en 2

Product: Beschikking, statuten

Opmerking: Het bestuur van RVO kon door tussenkomst van TNO aan de Minister van Defensie voorstellen doen tot wijziging of aanvulling van de statuten.

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

74.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het verzoeken aan TNO om een aanbeveling te doen betreffende de voordracht voor benoeming van gewone leden van het bestuur van RVO

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9

Product: Verzoek

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

75.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van gewone bestuursleden van RVO voor ontslag

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 10 lid 1 en 2

Product: Besluit

Opmerking: Het ontslag als bestuurslid werd bewerkstelligd door hun lidmaatschapschap van het bestuur van RVO te beëindigen.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Defensie (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

77.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opdragen aan het bestuur van RVO om werkzaamheden en onderzoekingen bij voorrang te verrichten

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 4 lid 2

Product: Opdracht

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

78.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opleggen van geheimhoudingsplicht aan het bestuur, het secretariaat, de geldelijke administratie van RVO en alle andere personen die bij een vergadering van de RVO aanwezig zijn

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 4 lid 4, art. 15 lid 2, art. 29 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze bepaling gold niet voor de gedelegeerde(n) van de Minister van Defensie.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Raad van bestuur

80.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voordragen van het vierde lid van de raad van bestuur van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art 7 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Defensie-onderzoek

85.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het jaarlijks goedkeuren van het werkplan, alsmede de exploitatie- en de investeringsbegroting van de hoofdgroep voor defensie-onderzoek

Periode: 1981-198614

Grondslag: TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 17, art. 19 lid 1

Product: Goedkeuring

Opmerking: Deze plannen werden opgesteld door de raad voor het defensie-onderzoek. Het werkplan gold voor vier jaar. Hierin was opgenomen het uitgewerkte plan voor het eerstvolgende kalenderjaar en het investeringsplan voor de komende vier jaar.

Voorstel: B 5

87.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voor benoeming (en ontslag) voordragen van de voorzitter (en leden) van de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1981-15

Grondslag: TNO-besluit (Stb. 1980/764): art. 18 lid 2, 3 en 4, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 17 lid 1, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 5 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: Voor de invoering van de TNO-wet (Stb. 1985/762) werd de voorzitter alleen voor benoeming voorgedragen, daarna ook voor ontslag. Voor de invoering van de TNO-wet (Stb. 1985/762) had de Minister van Defensie het recht de drie functionarissen afkomstig uit de drie krijgsmachtdelen, de directeur militair-geneeskundige diensten, de drie wetenschappelijke deskundigen en de drie andere leden voor te dragen, daarna niet meer.

Voorstel: V 5 jaar

Personeel

92.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het goedkeuren van de vacatiegelden die zijn toegekend aan de bestuursleden van RVO

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 31 lid 1

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

Reglement

96.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van instellingen van RVO

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 4 lid 3

Product: Goedkeuring

Opmerking: Het ging hierbij om instellingen waaraan de overheid een financiële bijdrage levert.

Voorstel: B 1

97.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het vaststellen van het reglement voor de raad voor het defensie-onderzoek, in overeenstemming met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Periode: 1981-1986

Grondslag: TNO-besluit (Stb. 1980/764): art. 18 lid 7

Product: Reglement

Opmerking: Hierin werd de werkwijze van de raad voor het defensie-onderzoek, het aan de vertegenwoordiger van de Minister van Defensie toekomende recht van verzet tegen een besluit van de raad voor het defensie-onderzoek en het secretariaat ervan geregeld.

Voorstel: B 1

Planning

99.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het goedkeuren van het onderdeel van het strategisch plan dat is vastgesteld door de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 19 lid 1

Product: Goedkeuring

Opmerking: Het gaat hierbij om het onderdeel van het strategisch plan dat de hoofdgroep voor defensie-onderzoek betreft.

Voorstel: B 1

101.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over het strategisch plan van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 19 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 2

Financiële bepalingen

104.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het goedkeuren van het vastgestelde onderdeel van het subsidievoorstel en de daarbij gevoegde bescheiden die de hoofdgroep voor defensie-onderzoek betreffen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 7 lid 2

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

107.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de voorlopig vastgestelde subsidiebedragen voor TNO en de voorwaarden aangaande de bestemming van deze bedragen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 2, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art 7 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

110.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

116.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de regels voor het vormen van financiële reserves door TNO.

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 2

Product: Overeenstemming

Opmerking: De overeenstemming van de Minister van Defensie betreft de hoofdgroep voor defensie-onderzoek.

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Defensie (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Defensie (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

131.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beslissen over een besluit van het dagelijks bestuur van RVO waartegen een bezwaar is ingediend

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en art. 24

Product: Besluit

Opmerking: De gedelegeerde van de Minister van Defensie dient het bezwaar in.

Voorstel: V 10 jaar

Geschillen

134.

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over geschillen tussen de raad van bestuur en de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 33 lid 2

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 2

4.7 Selectielijst Minister van Economische Zaken

Algemeen

1.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voorbereiden, medevaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het wetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.3, art. 2.4 lid 1, art. 16.25, Wetenschapsbudget 1997 (Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2), Organisatieregeling Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OcenW) per 1 juli 1998 (Uitleg, Gele Katern, no. 17c PenO/BBM-1998/24246)

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking: Het onderzoeksplan (HOOP) beslaat de beleidsvoornemens van het door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt inzake het wetenschappelijk onderzoek. Het plan bevat in ieder geval een overzicht van omstandigheden en gegevens die van belang zijn voor te voeren beleid, en van de gewenste ontwikkelingen, met inbegrip van wijzigingen ten aanzien van de maatschappelijke behoeften aan wetenschappelijk onderzoek en een financiële raming van de bekostiging van de daarvoor in aanmerking komende werkzaamheden. In de maand september voorafgaand aan de vaststelling van de HOOP legt de minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een ontwerp voor aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij zendt hiervan afschriften aan de KNAW en de daarvoor in aanmerking komende adviesorganen (zoals de SER, de Adviescommissie Onderwijsaanbod, de AWT en de Onderwijsraad)16. Zie ook het RIO Een Academische Zaak II17. De Adviescommissie Onderzoekschool Rinnooy Kan heeft onderzocht aan welke criteria de onderzoekscholen moesten voldoen18. Deze criteria zijn door de erkenningscommissie onderzoekscholen van de KNAW overgenomen.

Voorstel: B 1, 2

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Algemene bepalingen

53.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het selecteren van Technologische Topinstituten (TTI's)

Periode: 1995-

Grondslag: Instellingsbesluit Werkgroep technologische topinstituten (Stcrt. 1995/247), Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Beschikking, TTI's

Opmerking: De werkgeversorganisatie VNO-NCW speelt hierbij eveneens een rol in het selectieproces19. Er is een procedure gestart die tot de selectie van enkele TTI's zal leiden. De TTI's zijn wetenschappelijke excellente instituten die ontwikkeld worden op grond van daartoe strekkende voorstellen vanuit het bedrijfsleven.

Voorstel: B 4

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416). De Thesaurus-Generaal van het Ministerie van Financiën was de gedelegeerde deze Minister.

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Economische Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Economische Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO ( RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Economische Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Raad van Toezicht

82.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voordragen van drie leden van de raad van toezicht voor benoeming en ontslag

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 10 lid 3

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

Planning

101.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over het strategisch plan van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 19 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 2

Financiële bepalingen

107.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de voorlopig vastgestelde subsidiebedragen voor TNO en de voorwaarden aangaande de bestemming van deze bedragen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 2, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art 7 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

110.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Economische Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Economische Zaken (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (ZWO)/ Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO)

Bestuur en inrichting van de organisatie

158.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt inzake het bepalen van een tijdstip waarop het gebiedsbestuur in het wetenschapsgebied in de technische wetenschappen wordt benoemd

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 39 lid 1

Product: Overeenstemming

Opmerking: Het gebiedsbestuur wordt benoemd binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de wet van Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369). In overeenstemming met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt kan deze termijn met drie jaar verlengd worden.

Voorstel: V 10 jaar

Reglement

173.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt inzake de regels voor het wetenschapsgebied in de technische wetenschappen van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 39 lid 2 en 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT)

Algemene bepalingen

229.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het jaarlijks (mede) opstellen van het adviesprogramma van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 9 lid 1, 2, 4 en 7, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 26 lid 3 en 4, art. 33

Product: Adviesprogramma

Opmerking: In de periode werd er rekening gehouden met de opinie van de Ministerraad. Het adviesprogramma wordt door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken ter kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden.

Voorstel: B 1

232.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het geven van aanwijzingen over de vorm waarin en de wijze waarop adviezen worden aangeboden

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 13

Product: Beschikking, richtlijnen

Opmerking: De AWT biedt de adviezen aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken. Zij zenden eveneens de adviezen ter kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en sturen binnen drie maanden een reactie op de adviezen naar de AWT en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Voorstel: V 10 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie

237.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het (voorbereiden van het) benoemen, schorsen en (tussentijds) ontslaan van de voorzitter en leden van de AWT

Periode: 1991-:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 5 lid 1, 2, 3 en 5, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 11, art. 12, art. 13

Product: Benoeming, schorsing, ontslag, Kb

Opmerking: De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt draagt zorg voor de openbaarmaking van een vacature in het adviescollege. De leden worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor de advisering op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Ambtenaren die werkzaam zijn op het ministerie voor het wetenschaps- en technologiebeleid of een daaronder vallende instelling, dienst of bedrijf worden niet benoemd tot lid van de AWT. Bij de benoeming van voorzitters en leden wordt gestreefd naar een evenredige verdeling tussen mannen, vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen. Leden van het adviescollege worden op eigen aanvraag ontslagen.

Voorstel: V 15 jaar

239.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en ontslag van de secretaris van de AWT, de AWT gehoord

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 2

Product: Kb

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Personeel

247.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het regelen van de rechtspositie van de voorzitter en overige leden van de AWT

Periode: 1991-:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 7 lid 1 en 2, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art.14

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1

Reglement

250.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 4

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: B 1

Financiële bepalingen

251.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan RAWB/AWT

Periode: 1966-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 3, Instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997), Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 1995/1996, 24 816, nr. 3: art. 7, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 27

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister van Economische Zaken is vanaf 1991 betrokken bij de subsidiëring van AWT. Wijziging dan wel tussentijdse aanvulling van het adviesprogramma kunnen in voorkomend geval aanleiding geven tot wijziging van de begroting of toewijzing van additionele middelen.

Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening20.

Voorstel: V 10 jaar

253.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het geven van richtlijnen voor de begroting van AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 1

Product: Richtlijnen

Opmerking:

Voorstel: B 5

254.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het goedkeuren van de begroting van AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken plegen overleg met de voorzitter van de AWT over wijziging van de reeds goedgekeurde begroting als wijziging van het adviesprogramma daartoe aanleiding geeft.

Voorstel: B 5

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.8 Selectielijst Minister van Financiën

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

59.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416). De Thesaurus-Generaal van het Ministerie van Financiën was de gedelegeerde deze Minister.

Voorstel: V 75 jaar

60.

Actor: Minister van Financiën (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van hun mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 25 jaar, bij voorstellen met financiële gevolgen voor het Rijk conform het bepaalde onder handeling 178/184 in het BSD “Beheer van de Rijksbegroting”

61.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Financiën (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO ( RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 75 jaar

76.

Actor: Minister van Financiën (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Personeel

93.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het goedkeuren van de vastgestelde vacatiegelden voor de bestuursleden van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 22 lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het bestuur van TNO stelt deze vacatiegelden vast.

Voorstel: V 10 jaar

Financiële bepalingen

112.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de regels voor het van rijkswege verstrekken van rentedragende geldleningen aan TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 1

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

114.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over het geven van toestemming aan TNO voor andere leningen dan de van rijkswege verstrekte rentedragende leningen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 1

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar na opheffing lening

116.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de regels voor het vormen van financiële reserves door TNO.

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 2

Product: Overeenstemming

Opmerking: De overeenstemming van de Minister van Defensie betreft de hoofdgroep voor defensie-onderzoek.

Voorstel: B 1, 5

Beroep

129.

Actor: Minister van Financiën (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

4.9 Selectielijst Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Algemene bepalingen

53.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het selecteren van Technologische Topinstituten (TTI's)

Periode: 1995-

Grondslag: Instellingsbesluit Werkgroep technologische topinstituten (Stcrt. 1995/247), Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Beschikking, TTI's

Opmerking: De werkgeversorganisatie VNO-NCW speelt hierbij eveneens een rol in het selectieproces.21 Er is een procedure gestart die tot de selectie van enkele TTI's zal leiden. De TTI's zijn wetenschappelijke excellente instituten die ontwikkeld worden op grond van daartoe strekkende voorstellen vanuit het bedrijfsleven.

Voorstel: B 4

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Financiële bepalingen

110.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.10 Selectielijst Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Commissie van Overleg Sectorraden

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.11 Selectielijst Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van hun mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Financiële bepalingen

110.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

4.12 Selectielijst Minister van Verkeer en Waterstaat

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Financiële bepalingen

110.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.13 Selectielijst Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van hun mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO ( RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Planning

101.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over het strategisch plan van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 19 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 2

Financiële bepalingen

107.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de voorlopig vastgestelde subsidiebedragen voor TNO en de voorwaarden aangaande de bestemming van deze bedragen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 2, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art 7 lid 3

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

110.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

129.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.14 Selectielijst Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

55.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het voordragen van bestuursleden van TNO voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, 3 en 4, art. 6, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 2 lid 1, art. 3 lid 2 en 3 zoals gewijzigd bij Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. II en III, zoals gewijzigd bij Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361): art. I en II, zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 1

Product: Voordracht

Opmerking: De genoemde ministers droegen één gewoon bestuurslid op het gebied van de natuurwetenschappen en één gewoon bestuurslid op het gebied van de economie voor. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de natuurwetenschappen werd de Afdeling Natuurkunde van de KNAW om advies gevraagd. Inzake de voordracht van de leden die deskundig waren op het terrein van de economie werd advies gevraagd aan bij Amvb aan te wijzen personen, colleges of lichamen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten konden tijdelijke leden benoemd worden op aanbeveling van TNO.

Voorstel: V 5 jaar

59.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Voordracht

Opmerking: Deze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416).

Voorstel: V 5 jaar

60.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO

(RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

71.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het voordragen van ambtenaren als (plaatsvervangend) gedelegeerde voor het bijwonen van bestuursvergaderingen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 7

Product: Voordracht

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

73.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming en ontslag als gewoon of tijdelijk bestuurslid van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20, art. 21, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 9, art. 11, art. 12

Product: Voordracht

Opmerking: Voor iedere voordracht werden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten worden aangewezen, uitgenodigd een aanbeveling in te dienen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 5 jaar

76.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Financiële bepalingen

110.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de definitieve vaststelling van de basis- en doelsubsidies

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Beroep

126.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 15 jaar

127.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 15 jaar

129.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 15 jaar

130.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 15 jaar

Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Algemene bepalingen

261.

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: AMvB

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

4.15 Selectielijst Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Algemeen

1.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het wetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.3, art. 2.4 lid 1, art. 16.25, Wetenschapsbudget 1997 (Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2), Organisatieregeling Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) per 1 juli 1998 (Uitleg, Gele Katern, no. 17c PenO/BBM-1998/24246)

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

2.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Opmerking:

Voorstel: B 3

3.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Brieven, notities

Opmerking:

Voorstel: B 2, 3

4.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Brieven, notities

Opmerking:

Voorstel: B 3

5.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het wetenschapsbeleid en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Beschikkingen, verweerschriften

Opmerking:

Voorstel: B 3

6.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het wetenschapsbeleid en het voeren van verweer in bezwaarschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Beschikkingen, verweerschriften

Opmerking:

Voorstel: V 15 jaar

7.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het wetenschapsbeleid en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties

Periode: 1945-

Grondslag: Organisatieregeling Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) per 1 juli 1998 (Uitleg, Gele Katern, no. 17c PenO/BBM-1998/24246), Voortgangsrapportage Wetenschapsbeleid van 15 december 1998, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Voorlichting, http://www.minocw.nl/wetensch/vw.htm

Product: Internationale regelingen, nota's, notities, rapporten

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt optimaliseert de exploitatie van de bestaande onderzoeksinfrastructuur en versterkt de samenhang van de Europese onderzoekinfrastructuur.

Voorstel: B 1, 2

8.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Brieven, notities

Opmerking:

Voorstel: V 1 jaar

9.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Voorlichtingsmateriaal

Opmerking:

Voorstel: V 2 jaar na vervallen

10.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van de opdrachten en de resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het wetenschapsbeleid.

Periode: 1945-

Grondslag: Organisatieregeling Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) per 1 juli 1998 (Uitleg, Gele Katern, no. 17c PenO/BBM-1998/24246)

Product: Offertesaanvragen, offertes, onderzoeksrapporten, brieven

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

11.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Brieven, notities, verslagen

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

12.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het wetenschapsbeleid

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Beschikkingen

Opmerking: Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.22

Voorstel: V 10 jaar

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)

Algemene bepalingen

13.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de KNAW

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

14.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het overleggen met vertegenwoordigers van de KNAW over algemene beleidsaangelegenheden

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 3.1

Product: Notulen, correspondentie

Opmerking:

Voorstel: B 1

Bestuur en inrichting van de organisatie

15.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van het aantal en soort leden van de Afdelingen van de KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 6, zoals gewijzigd bij Besluit van 8 september 1949 (Stb. 1949/J 421): art. II , zoals gewijzigd bij Besluit van 21 juli 1958 (Stb. 1958/353): art. C, zoals gewijzigd bij Besluit van 30 oktober 1968 (Stb. 1968/581): art. I sub C, zoals gewijzigd bij Besluit van 11 november 1970 (Stb. 1970/557): art. I zoals gewijzigd bij Besluit van 25 september 1975 (Stb. 1975/527): art. I en II zoals gewijzigd bij Besluit van 1 februari 1977 (Stb. 1977/68): art. I, zoals gewijzigd bij Besluit van 14 oktober 1977 (Stb. 1977/603): art. I sub B en C, art. II zoals gewijzigd bij Besluit van 4 februari 1991 (Stb. 1991/72): art. I

Product: Beschikking

Opmerking: Elke Afdeling heeft gewone leden, buitenlandse leden en correspondenten, naast rustende en corresponderende leden.

Voorstel: V 10 jaar

16.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bekrachtigen van de benoeming van de leden van de KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 8 lid 5

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

17.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bekrachtigen van de benoeming van de (onder)voorzitters, de secretaris(-penningmeesters) en bestuursleden van de Afdelingen van de KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 16 lid 3 zoals gewijzigd bij Besluit van 30 oktober 1968 (Stb. 1968/581): art. I sub J zoals gewijzigd bij Besluit van 6 maart 1973 (Stb. 1973/86): art. I sub B

Product: Beschikking

Opmerking: De Afdelingen van KNAW benoemen de (onder)voorzitters, de secretaris(-penningmeesters) en bestuursleden van de Afdelingen van de KNAW.

Voorstel: V 5 jaar

18.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de voordracht van ambtenaren van de KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 18 lid 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De KNAW draagt ambtenaren van de KNAW voor benoeming en ontslag voor. Vanaf 1968 worden hiermee de ambtenaren bedoeld die tezamen het Bureau van de KNAW vormen. In het geval van afkeuring worden de voorstellen ter nadere overweging naar het algemeen bestuur van de KNAW teruggezonden.

Voorstel: V 5 jaar

19.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het benoemen en ontslaan van ambtenaren verbonden aan instituten en commissies van de KNAW

Periode: 1954-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390) zoals gewijzigd bij Besluit van 24 juni 1954 (Stb. 1954/293): art. 18 lid 3 en 5

Product: Beschikking

Opmerking: Het gaat om ambtenaren die betaald worden door het rijk. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt kan de bevoegdheid tot aanstelling van ambtenaren van instituten of commissies overdragen aan het algemeen bestuur van KNAW. Hierbij kan het algemeen bestuur worden gemachtigd om deze bevoegdheid verder over te dragen aan het bestuur van het betrokken instituut of commissie. Het algemeen bestuur van de KNAW doet een voorstel aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over de benoeming en het ontslag van ambtenaren verbonden aan instituten en commissies van de KNAW.

Voorstel: V 15 jaar

20.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bekrachtigen van de benoeming van de president van de KNAW

Periode: 1973-1993

Grondslag: Besluit van 6 maart 1973 (Stb. 1973/86): art. I sub C

Product: Beschikking

Opmerking: De president wordt benoemd voor vijf jaar. Hij is meteen weer herbenoembaar.

Voorstel: V 5 jaar

21.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het overeenstemmen met de KNAW over de oprichting van wetenschappelijke raden

Periode: 1958-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390) zoals gewijzigd bij Besluit van 21 juli 1958 (Stb. 1958/353): art. B

Product: Overeenstemming

Opmerking: Deze wetenschappelijke raden worden opgericht ter bevordering van de doelstellingen van de KNAW. Hun taken, bevoegdheden, samenstelling, bestuur en werkwijzen worden voor elk van deze raden bij afzonderlijk reglement geregeld.

Voorstel: B 4

Personeel

22.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de toegekende bezoldiging of toelage aan een of meer bestuursleden van de KNAW

Periode: 1968-1993

Grondslag: Besluit van 30 oktober 1968 (Stb. 1968/581): art. I sub N

Product: Goedkeuring

Opmerking: De KNAW kent de bezoldiging of toelage aan een of meer bestuursleden van de KNAW toe.

Voorstel: V 10 jaar

23.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van regels van het overleg met vakorganisaties van overheids- en onderwijspersoneel over de rechtstoestand van het personeel van de instellingen

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593):

art. 4.3 lid 1 (zoals gewijzigd bij de Wet van 9 maart 1995 (Stb. 1995/184): art. XI), art. 4.3 lid 2, art. 16.23

Product: Amvb

Opmerking: De KNAW overlegt met vakorganisaties van overheids- en onderwijspersoneel inzake de rechtstoestand van het personeel. De minister waaronder het wetenschapsbeleid valt bepaald hierbij in welke gevallen overeenstemming moet worden bereikt in het overleg met vakorganisaties. Over aangelegenheden van algemeen belang voor de algemene rechtstoestand van het personeel wordt overleg gevoerd met vakorganisaties.

In deze Amvb wordt geregeld wanneer er sprake is van een geschil tussen het instellingsbestuur en een personeelslid inzake diens bijzondere rechtstoestand. Een dergelijk geschil kan door een personeelsvertegenwoordiger aan de Geschillencommissie georganiseerd overleg instellingen voorgelegd worden.

Voorstel: B 1

24.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van regels voor het oplossen van geschillen.

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 4.4 lid 4

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1

26.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van de regels inzake de rechtspositie van het personeel van KNAW

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 4.5 (zoals gewijzigd bij Wet van 21 december 1994 (Stb. 1994/942): art. I sub E onder 1-4, art. II sub A).23

Product: Amvb

Opmerking: Tot het tijdstip van inwerkingtreding van de Amvb blijven de dan geldende regels van toepassing.

Voorstel: B 1

27.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het toekennen van een bezoldiging of toelage aan leden van het algemeen bestuur van KNAW

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 13.1 lid 5

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

28.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels voor de rechtspositie van de leden van het algemeen bestuur van KNAW aan wie een bezoldiging of toelage is toegekend

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 13.1 lid 5

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1

Reglement

29.

Actor: Minister waaronder het reglement valt

Handeling: Het intrekken en vaststellen van het reglement van KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Besluit van 5 januari 1938 (Stb. 1938/390): art. 2 en 3

Product: Beschikking, reglement

Opmerking:

Voorstel: B 1

30.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde van een Afdeling van KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 25

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: B 1

31.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van wetenschappelijke raden

Periode: 1958-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390) zoals gewijzigd bij Besluit van 21 juli 1958 (Stb. 1958/353): art. B

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: B 1

32.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (gedeeltelijk) schorsen of vernietigen van het besluit van de algemene (verenigde) vergadering van KNAW tot vaststelling of wijziging van het reglement wegens strijd met het recht of het algemeen belang

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 13.9 lid 1, 2 en 3, en art. 13.11

Product: Kb

Opmerking: De schorsing kan niet langer dan een jaar duren. Het besluit tot schorsing wordt in het Staatsblad geplaatst. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt stelt hierbij een termijn voor het voorzien in de bepalingen die zijn geschorst en vernietigd. De instellingen dragen er zorg voor dat er wordt voorzien in hetgeen de bepalingen regelden.

Voorstel: B 1, 2

33.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een termijn waarbinnen het reglement van de KNAW tot stand moet zijn gekomen.

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 16.40

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

34.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (gedeeltelijk) vaststellen van het reglement van de KNAW indien dit niet binnen het vastgestelde termijn tot stand is gekomen.

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 16.40

Product: Reglement

Opmerking:

Voorstel: B 1

Financiële bepalingen

35.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan de KNAW

Periode: 1945-

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 4 sub a en b, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.5, art. 2.6 lid 1 en 4, art. 2.7 lid 1 en 2, art. 2.8 lid 3, art. 14 lid 1 sub 1 en 2 onder c, art. 16 lid 26 zoals gewijzigd bij Wet van 2 november 1994 (Stb. 1994/803): art. I sub UUU

Product: Beschikking

Opmerking: De rijksbijdrage aan de KNAW wordt jaarlijks vastgesteld in overeenstemming met het desbetreffende onderdeel van de voor dat begrotingsjaar vastgestelde rijksbegroting. Zolang de rijksbijdrage niet is bepaald of nader bepaald, wordt door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een voorschot verstrekt. Het instellingsbestuur kon tegen het besluit van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een Kroonberoep instellen. Dit Kroonberoep vervalt in 1994. Voor het begrotingsjaar, voorafgaand aan het eerste volle kalenderjaar na de inwerkingtreding van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593), blijven de daarvoor geldende voorschriften voor het vaststellen van de rijksbijdrage van kracht. Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.24

Voorstel: V 10 jaar

36.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het in mindering brengen van onrechtmatige uitgaven op de rijksbijdrage

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.9 lid 4, art. 3.2, art. 14.1 lid 1 en 2 onder d, Wet van 23 december 1993 (Stb. 1993/690): art. 13 sub C

Product: Beschikking

Opmerking: Het gaat hierbij om onrechtmatige uitgaven: uitgaven die zijn geschied in strijd met het bepaalde in Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593), dan wel uitgaven voor werkzaamheden die niet naar behoren zijn uitgevoerd of waarvoor de rijksbijdrage ondoelmatig is aangewend. In deze gevallen kan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt de uitgaven in mindering brengen op de rijksbijdrage. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt doet hiervan binnen een jaar na ontvangst van de jaarrekening mededeling aan het instellingsbestuur. Alvorens de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt zijn besluit neemt, worden de betrokken instellingsbesturen in de gelegenheid gesteld te overleggen met hem over zijn voornemen. Het instellingsbestuur kan tegen het besluit van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een Kroonberoep instellen. Dit Kroonberoep vervalt in 1994.

Voorstel: V 15 jaar

37.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen van een rechtsvordering tegen de leden van het bestuur van de KNAW voor schade tengevolge van onrechtmatige uitgaven

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.9 lid 6

Product: Beschikking /ministerieel besluit

Opmerking: De leden van het instellingsbestuur zijn persoonlijk aansprakelijk voor de schade ten gevolge van deze uitgaven, tenzij blijkt dat zij niet aan deze uitgaven hebben meegewerkt. Zie ook handeling 36.

Voorstel: V 15 jaar

38.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het controleren van het financiële beheer van de KNAW

Periode: 1939-:

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 10, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.10

Product: Beschikking

Opmerking: In de periode voor 1993 werd een ambtenaar of een accountant belast met het onderzoek naar de ministeriële jaarrekening. Na 1993 kan de accountant tevens onderzoek doen naar de doelmatigheid van het beheer van de KNAW. Aan de accountant die belast is met het onderzoek worden alle inlichtingen verstrekt die hij voor de uitvoering van zijn taak nodig heeft

Voorstel: B 2

39.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over de overdracht en de vergoeding van door KNAW buiten gebruik gestelde gebouwen

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.13 lid 2 (zoals gewijzigd bij Wet van 2 november 1994 (Stb. 1994/803): art. I sub J) en 4, art. 3.2, art. 14.1 lid 1 en 2

Product: Beschikking

Opmerking: Hij doet dat binnen negentig dagen na ontvangst van het besluit van KNAW. De overdracht geschiedt door overschrijving van de beslissing in de daartoe bestemde openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Alvorens de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt beslist, worden de betrokken instellingsbesturen in de gelegenheid gesteld met hem te overleggen over zijn voornemen. Het instellingsbestuur kan tegen het besluit van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een Kroonberoep instellen. Dit Kroonberoep vervalt in 1994.

In het geval dat deze gebouwen en terreinen zijn bekostigd door de KNAW, vergoedt het Rijk een door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt te bepalen bedrag.

Voorstel: V 5 jaar

40.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van richtlijnen voor de inrichting van de begroting en het verslag van KNAW

Periode: 1993-:

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390): art. 10, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 2.14

Product: Richtlijnen, ministeriële regeling

Opmerking: In de periode voor 1993 worden de algemene comptabele en administratieve regelen van de rijksdienst gevolgd.

Voorstel: B 2, 5

41.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het toekennen van subsidie aan instituten en commissies van de KNAW

Periode: 1939-1993

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390) zoals gewijzigd bij Besluit van 24 juni 1954 (Stb. 1954/293): art. 18 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

42.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over inhouding van de rijksbijdrage of een voorschot aan KNAW als deze instelling handelt in strijd met de wet.

Periode: 1993-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 15.1 lid 1 (zoals gewijzigd bij Wet van 2 april 1998 (Stb. 1998/216): art. I sub CCC), art. 15.1 lid 2, art. 14.1 lid 1 en 2 onder v

Product: Beschikking

Opmerking: Met de wet wordt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593) bedoeld. Het gaat hierbij om onrechtmatig handelen: gevallen waarin de KNAW in strijd handelt met het bepaalde in de wet. Het instellingsbestuur kan tegen het besluit van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een Kroonberoep instellen. Dit Kroonberoep vervalt in 1994.

Voorstel: V 10 jaar

43.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een tijdstip waarop de registergoederen overgaan op de KNAW

Periode: 1994-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 16.42 (zoals gewijzigd bij Wet van 2 november 1994 (Stb. 1994/803): art. I sub ZZZ)

Product: Kb

Opmerking: Dit zijn registergoederen welke door de staat zijn verworven ten behoeve van de KNAW. Hierbij wordt geen overdrachtsbelasting gevorderd.

Voorstel: V 10 jaar

44.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (doen) inschrijven van de overdracht van de registergoederen van de KNAW in de openbare registers

Periode: 1994-:

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 16.42 (zoals gewijzigd bij Wet van 2 november 1994 (Stb. 1994/803): art. I sub ZZZ)

Product: Beschikking

Opmerking: Dit zijn de openbare registers bedoeld in afdeling 2 van Titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 24.1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is hierbij niet van toepassing.

Voorstel: V 5 jaar

Verslaggeving en verantwoording

45.

Actor: Minister waar het wetenschapsbeleid onder valt

Handeling: Het regelen en (doen) uitvoeren van regelmatige beoordeling van de kwaliteit van de werkzaamheden van de KNAW

Periode: 1993-

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 1.18 lid 2

Product: Rapport

Opmerking:

Voorstel: B 2

Erkenningscommissie onderzoekscholen (ECOS)

46.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bekrachtigen van de benoeming van de (vice-)voorzitter van de ECOS van de KNAW

Periode: 1991-:

Grondslag: Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390) zoals gewijzigd bij Besluit van 6 augustus 1991 (Stb. 1991/463): art. I, Reglement van 27 maart 1995 van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen: art. 9 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De KNAW benoemt de (vice-)voorzitter van de ECOS.

Voorstel: V 5 jaar

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)

Algemene bepalingen

50.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende TNO

Periode: 1945-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1

51.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van regels voor het functioneren van TNO.

Periode: 193225 - 1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 13

Product: Amvb

Opmerking: Deze regels betroffen: de zittingstijd en de wijze van aftreden van de gewone en tijdelijke leden, de vergaderingen en stemmingen van TNO, de bevoegdheden van de voorzitter, de samenstelling en de bevoegdheden van het dagelijks bestuur, de vaststelling van de begroting, de goedkeuring van de rekening en verantwoording van de penningmeester, de vaststelling van de verslagen, de balans en winst- en verliesrekening, het tijdstip waarop het in art. 3 lid 2 van de wet (Stb. 1930/416) bedoelde voorstel en de in art. 12 van de wet (Stb. 1930/416) bedoelde bescheiden moeten zijn ingediend, de vaststelling van het reglement van orde, de verplichting tot geheimhouding over bepaalde onderwerpen, de woonplaats van de secretaris en penningmeester en wat verder regeling behoefde. Per 1 januari 1981 is het TNO-besluit uit 1931 (Stb. 1931/401) vervangen door het TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764).

Voorstel: B 1, 5

52.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van nadere regels voor de zaken voor zover deze niet in de wet geregeld zijn, de raad van bestuur, raad van toezicht, en raad voor het defensie-onderzoek gehoord.

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 37

Product: Amvb

Opmerking: Met de wet wordt de TNO-wet (Stb. 1985/762) bedoeld. De raad voor het defensie-onderzoek geeft advies voorzover het de hoofdgroep voor defensie-onderzoek) betreft. Met de invoering van afschaffing adviesverplichtingen (Stb. 1995/355) in 1995 vervalt het advies van de raad van bestuur, raad van toezicht en raad voor het defensie-onderzoek.

Voorstel: B 1, 5

53.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het selecteren van Technologische Topinstituten (TTI's)

Periode: 1995-

Grondslag: Instellingsbesluit Werkgroep technologische topinstituten (Stcrt. 1995/247), Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Beschikking, TTI's

Opmerking: De werkgeversorganisatie VNO-NCW speelt hierbij eveneens een rol in het selectieproces.26 Er is een procedure gestart die tot de selectie van enkele TTI's zal leiden. De TTI's zijn wetenschappelijke excellente instituten die ontwikkeld worden op grond van daartoe strekkende voorstellen vanuit het bedrijfsleven.

Voorstel: B 4

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bestuur van TNO

54.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de gewone en tijdelijke leden van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 1, art. 6, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 2 lid 3

Product: Kb

Opmerking: De gewone leden werden voorgedragen door de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, en de Minister van Defensie. De helft van de gewone leden was deskundig op het terrein van de natuurwetenschappen en de andere helft op het terrein van de economie.

Voorstel: V 75 jaar

56.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de Amvb waarin het aantal bestuursleden van TNO wordt bepaald dat wordt voorgedragen voor benoeming en ontslag

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 2

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 5

57.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van het aanwijzen van personen, colleges of lichamen die advies geven inzake de voordracht van gewone bestuursleden van TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 5 lid 4, Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308): art. I, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 Juli 1951 (Stb. 1951/318): art. 1, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit (Stb. 1980/764): art. 2 lid 2

Product: Amvb

Opmerking: Het ging hierbij om bestuursleden die deskundig waren op het terrein van de economie. Aanbevelingen werden gevraagd aan de Commissie voor de Economische Politiek, ingesteld bij Kb van 26 oktober 1917(Stb. 1917/74). In 1934 werd bepaald dat dit veranderde in de Economischen Raad, hetgeen in 1951 gewijzigd werd in de Sociaal-Economische Raad.

Voorstel: V 75 jaar

58.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van het aanwijzen van ambtenaren en hun vervangers als gedelegeerden van de betrokken ministers voor het bijwonen van de bestuursvergadering van TNO.

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 10 lid 2

Product: Kb

Opmerking: De betrokken ministers waren: de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Defensie en de Minister van Financiën. Ze konden gedelegeerd zijn bij de organisaties zoals genoemd in art. 14 van de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416). De Thesaurus-Generaal van het Ministerie van Financiën was de gedelegeerde van deze Minister.

Voorstel: V 75 jaar

60.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (gedelegeerde van)

Handeling: Het te kennen geven van een mening aangaande voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 9 lid 1

Product: Advies

Opmerking: Het ging hierbij om voorstellen van de voorzitter van het bestuur van TNO waarover schriftelijk gestemd werd.

Voorstel: V 10 jaar

61.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het opleggen en opheffen van geheimhouding aan leden van het bestuur, het dagelijks bestuur, de raad voor het defensie-onderzoek of een door het bestuur ingestelde commissie en alle andere personen die bij vergaderingen van deze bestuursorganen aanwezig zijn

Periode: 1932-1986

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 19 lid 2 en 3, zoals gewijzigd bij het TNO-besluit 1980 (Stb.1980/764): art. 27 lid 2 en 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister kon indien hij het wenselijk achtte geheimhoudingsplicht opleggen ten aanzien van een onderwerp. Deze verplichting tot geheimhouding gold niet voor gedelegeerden van de betrokken Minister.

Voorstel: B 6

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Dagelijks bestuur van TNO

62.

Actor: Minister waaronder het

wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de voorzitter en leden van het dagelijks bestuur, in overeenstemming met de ministerraad

Periode: 1981-1986

Grondslag: TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 13 lid 2 en 3

Product: Kb

Opmerking: Voor iedere voordracht werd het bestuur van TNO uitgenodigd een aanbeveling te doen. Hierbij werd de ondernemingsraad van TNO in de gelegenheid gesteld om advies te geven.

Voorstel: V 75 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode 1932-1986: Bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

64.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (gedelegeerde van)

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1945-1980

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

65.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1, art. 17 lid 1, art. 26, Kb van 18 October 1946, no. 58

Product: Beschikking, Rijksverdedigingsorganisatie TNO (RVO)

Opmerking: Dit gebeurde op voordracht van of na advies van TNO. Deze organisaties zorgden ervoor dat het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek op de meest doelmatige wijze dienstbaar werd gemaakt aan de samenleving. De Ministers droegen de onder hun departement vallende diensten, laboratoria en dergelijke instellingen in beheer over aan de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. Over hoe dit geregeld moest worden, werden TNO en het bestuur van de organisatie gehoord.

Voorstel: B 4

66.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het opheffen van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1946-1980

Grondslag: Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 33 lid 1 en 3, Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Product: Beschikking

Opmerking: Hierin werd de wijze van vereffening geregeld en de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld, na TNO en de bijzondere organisatie te hebben gehoord. De vereffenaars legden rekening en verantwoording af aan de Minister(s) die de bijzondere organisatie hadden ingesteld.

Voorstel: B 4

67.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van de statuten van bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Statuten

Opmerking:

Voorstel: B 4

69.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring van de statuten van de bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 14 lid 1

Product: Kb

Opmerking: De statuten werden door plaatsing in de Staatscourant ter algemene kennis gebracht.

Voorstel: B 4

70.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van het, op voordracht, aanwijzen van ambtenaren die als gedelegeerde van de betrokken Ministers zitting hebben in een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 18

Product: Kb

Opmerking: De betrokken Ministers waren zij die een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek hadden ingesteld: de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Defensie of de Minister van Financiën zijn. De aanwijzing vindt plaats op voordracht van de betrokken Minister(s).

Voorstel: V 5 jaar

72.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van gewone en tijdelijke bestuursleden van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, op voordracht van de betrokken Minister(s).

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 20 lid 1, art. 21

Product: Kb

Opmerking: De gewone en tijdelijke leden werden voorgedragen door de Minister die de organisatie in het leven hebben geroepen: de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Defensie en de Minister van Financiën. De helft van de gewone leden was deskundig op het terrein van de natuurwetenschappen en de andere helft op het werkterrein van de organisatie. Voor iedere voordracht worden personen, colleges of lichamen, die bij de statuten aangewezen werden, uitgenodigd een aanbevelingen te doen. Wanneer bijzondere omstandigheden het wenselijk maakten, werden tijdelijke leden benoemd, die door het bestuur van de organisatie waren aanbevolen. TNO werd betreffende deze aanbevelingen gehoord.

Voorstel: V 75 jaar

76.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (gedelegeerde van)

Handeling: Het aanwijzen van personen wiens tegenwoordigheid in de bestuursvergadering van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek wenselijk wordt geacht

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 24 lid 1 sub b, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 17 sub b

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Raad van Bestuur

79.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de voorzitter en de leden van de raad van bestuur van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art 7 lid 2

Product: Kb

Opmerking: Dit gebeurt in overeenstemming met de mening van de raad van ministers. Eén lid wordt benoemd op voordracht van de Minister van Defensie.

Voorstel: V 75 jaar

81.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de voorzitter en de leden van de raad van toezicht, de raad van toezicht gehoord

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 10 lid 2

Product: Kb

Opmerking: Dit wordt gedaan in overeenstemming met de raad van ministers. Drie leden worden benoemd op voordracht van de Minister van Economische Zaken.

Voorstel: V 75 jaar

83.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van een ambtenaar van departement van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, als lid van de raad van toezicht TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 10 lid 4

Product: Kb

Opmerking: Deze ambtenaar heeft een adviserende stem.

Voorstel: V 75 jaar

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Programma(-advies)raad

84.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het opstellen van regels over de bevoegdheden van programma-adviesraden

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 15 lid 3

Product: AMvB

Opmerking:

Voorstel: B 1

Bestuur en inrichting van de organisatie in de periode na 1986: Defensieonderzoek

86.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (voorbereiden van het) benoemen en (tussentijds) ontslaan van de door de Minister van Defensie voorgedragen voorzitter en leden van de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1981- 27

Grondslag: TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 18 lid 2, 3 en 4, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 17 lid 1, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 5

Product: Benoeming , ontslag, Kb

Opmerking: Als voorzitter wordt benoemd het op voordracht van de minister van Defensie benoemde lid van de raad van bestuur. Tot de leden van de raad voor het defensie-onderzoek worden benoemd een vertegenwoordiger van de Minister van Defensie (voor 1986 de coördinator wetenschappelijk onderzoek defensie, na 1986 de directeur wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van het directoraat-generaal materieel van het Ministerie van Defensie), drie functionarissen afkomstig uit de drie krijgsmachtdelen, de directeur militair-geneeskundige diensten, een door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt aangewezen vertegenwoordiger, drie wetenschappelijke deskundigen en ten hoogste nog drie leden.

Voorstel: V 75 jaar

88.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van nadere regels over de samenstelling van de raad voor het defensie-onderzoek en de zittingstijd van zijn leden

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 17 lid 1

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1

89.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van nadere regels over de taken en bevoegdheden van de hoofdgroep voor defensie-onderzoekperiode die, met uitsluiting van de raad van bestuur en de raad van toezicht, aan de raad voor het defensie-onderzoek zijn opgedragen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 18 lid 2

Product: Amvb

Opmerking: Deze taken en bevoegdheden zijn het jaarlijks vaststellen van het middellange termijnplan, waarin het werkprogramma voor het volgende kalenderjaar en het investeringsplan voor de volgende vier jaar zijn opgenomen, het jaarlijks vaststellen van de exploitatie- en investeringsbegroting voor het volgende kalenderjaar, het toezicht houden op de besteding van de gelden bestemd voor het aan TNO opgedragen defensie-onderzoek, het vaststellen van de organisatiestructuur en de personeelsformatie, het benoemen van de leden van de programma-adviesraad en het vaststellen van regels voor het intern en extern functioneren van de hoofdgroep, voor zover deze regels verband houden met het bijzondere karakter van het defensie-onderzoek. Hierbij is hetgeen dat in art. 2 lid 1, art. 3 lid 1, 2 en 4, en art. 4 lid 3 van het TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214) is bepaald, voor zover het de hoofdgroep voor defensie-onderzoek en haar instituten betreft, op de raad voor het defensie-onderzoek (met uitsluiting van de raad van bestuur en de raad van toezicht) van overeenkomstige toepassing.

Voorstel: B 1

Personeel

90.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de vergoeding voor de voorzitter van het bestuur.

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 8 lid 3

Product: Goedkeuring

Opmerking: Deze vergoeding werd toegekend door het bestuur van TNO

Voorstel: V 10 jaar

91.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de regels voor de aan de leden van het dagelijks bestuur van TNO toe te kennen bezoldiging

Periode: 1981-1986

Grondslag: TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 13 lid 7

Product: Regels

Opmerking:

Voorstel: B 1

93.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de vastgestelde vacatiegelden voor de bestuursleden van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 22 lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het bestuur van TNO stelt deze vacatiegelden vast.

Voorstel: V 10 jaar

94.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van ontheffing van de bepaling dat de bestuursleden van TNO geen rechtstreeks geldelijk belang mogen hebben bij opdrachten van TNO en bijzondere organisaties voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 22 lid 2

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt kan deze verlenen op voorstel van het bestuur van TNO.

Voorstel: V 75 jaar

Reglement

95.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van orde van TNO

Periode: 1932-1980

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 20

Product: Beschikking

Opmerking: Het bestuur van TNO stelt het reglement van orde vast. In geval van weigering van de goedkeuring deelt de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt de redenen hiervan mede aan TNO.

Voorstel: B 1

98.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het overeenstemmen met de Minister van Defensie over het reglement voor de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1981-1986

Grondslag: TNO-besluit (Stb. 1980/764): art. 18 lid 7

Product: Overeenstemming

Opmerking:

Voorstel: B 1

Planning

100.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het formuleren van een standpunt, in overeenstemming met de Ministers van Defensie, de Minister van Economische Zaken en Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het strategisch plan van TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 19 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt houdt hierbij rekening met de mening van de raad van ministers. Hij zendt zijn standpunt binnen zes maanden na ontvangst van het plan naar de raad van bestuur. Een afschrift hiervan en het strategisch plan wordt gezonden aan de Staten-Generaal.

Voorstel: B 2

Financiële bepalingen

102.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan TNO

Periode: 1945-

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 3 lid 1, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 20, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 7, art. 9

Product: Beschikking

Opmerking: Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.28

Voorstel: V 10 jaar

103.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van het subsidiebedrag voor TNO

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 3 lid 2 en 3, Besluit van 26 februari (Stb. 1981/421)

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister van Financiën overlegde zonodig hierover met TNO en deed aan zijn ambtgenoten een voorstel tot verdeling van deze subsidie over de daarvoor in aanmerking komende hoofdstukken van de rijksbegroting. TNO diende tot 1981 jaarlijks bij de Minister van Financiën een met redenen omkleed voorstel in omtrent het rijkssubsidie voor het eerstvolgend jaar en omtrent de verdeling daarvan over de daarvoor in aanmerking komende hoofdstukken van de rijksbegroting, daarna bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt. Vanaf 1981 zijn de taken van de Minister van Financiën overgedragen aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt. Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening.29

Voorstel: B 1, 5

105.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van nadere regels over de vaststelling van subsidie voor TNO en over de bij het subsidievoorstel van de raad van bestuur te overleggen bescheiden

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 1

Product: Amvb

Opmerking: De raad van bestuur dient jaarlijks voor 1 april bij de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een met redenen omkleed subsidievoorstel voor het eerstvolgende kalenderjaar in. Bij het voorstel worden een ontwerp-middellange termijnplan van TNO en van elke hoofdgroep, een ontwerp-investeringsplan van TNO voor de aankomende vier jaar, alsmede een ontwerp-exploitatie- en investeringsbegroting van TNO en van elke hoofdgroep voor het eerstvolgende kalenderjaar overlegd.

Voorstel: B 1, 5

106.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het jaarlijks meedelen aan de raad van bestuur van de voorlopig vastgestelde subsidiebedragen en de voorwaarden aangaande de bestemming van deze bedragen, in overeenstemming met de Minister van Defensie, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 2, TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 7 lid 3

Product: Subsidiebrief

Opmerking: De mededeling geldt voor het volgende kalenderjaar. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de mening van de raad van ministers. De subsidiebedragen komen ten laste van de rijksbegroting (zie ook het RIO Per slot van rijksrekening).30 Jaarlijks wordt voor 1 november in de subsidiebrief mededeling gedaan van de voor het eerstvolgende kalenderjaar ten laste van de rijksbegroting voorlopig vastgestelde bedragen voor de basissubsidie en de doelsubsidies alsmede de verdeling daarvan, de voorwaarden aangaande de bestemming van de genoemde subsidies en de beslissing van de Minister van Defensie omtrent de ter goedkeuring voorgelegde bescheiden. De raad van bestuur zendt meteen na ontvangst van de subsidiebrief een afschrift daarvan aan de raad voor het defensie-onderzoek.

Voorstel: B 1, 5

108.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van regels voor de definitieve vaststelling van de subsidiebedragen voor TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 21 lid 3

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

109.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het definitief vaststellen van de basis- en doelsubsidies, in overeenstemming met de Minister van Defensie, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-besluit 1986 (Stb. 1986/214): art. 9

Product: Beschikking, subsidie

Opmerking: Deze bedragen worden na afloop van elk kalenderjaar vastgesteld. Bericht ervan wordt aan de raad van bestuur voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar gezonden.

Voorstel: B 1, 5

111.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels, in overeenstemming met de Minister van Financiën, voor het van rijkswege verstrekken van rentedragende geldleningen aan TNO

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 1

Product: Regels

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

113.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van toestemming aan TNO, in overeenstemming met de Minister van Financiën, voor andere leningen dan de van rijkswege verstrekte rentedragende leningen

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 1

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar na opheffing lening

115.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels voor het vormen van financiële reserves door TNO, in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Defensie (voor zover het de hoofdgroep voor defensie-onderzoek betreft)

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 22 lid 2

Product: Regels

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

Verslaggeving en verantwoording

117.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de aanwijzing van een deskundige voor de financiële controle van TNO

Periode: 1932-197531

Grondslag: Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 18 lid 1 en 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 28 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: Het ging hierbij om de controle van de balans, winst- en verliesrekening en de jaarrekening van TNO. Het bestuur van TNO wees deze deskundige aan. De penningmeester diende jaarlijks een rekening en verantwoording over zijn geldelijk beheer van het afgelopen jaar. Hij voegde hierbij ontwerpen van de balans- en winst en verliesrekening en van de jaarrekening van TNO. Het dagelijks bestuur liet deze stukken onderzoeken door een deskundige. Deze overlegde zijn rapport en advies aan het bestuur van TNO. Deze deskundige controleerde ook de bescheiden van de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek.

Voorstel: V 5 jaar

118.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Financiën, geven van voorschriften betreffende de jaarrekening en de administratie van TNO

Periode: 1975-

Grondslag: Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411): art. I, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 26 lid 4, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 26 lid 1

Product: Voorschriften

Opmerking: Hierbij wordt het (dagelijks) bestuur van TNO gehoord.

Voorstel: B 1, 2

120.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het, in overeenstemming met de Algemene Rekenkamer, aanwijzen van een accountant die met de controle van de jaarrekening van TNO wordt belast

Periode: 1975-

Grondslag: Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411): art. I, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 26 lid 5, TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 26 lid 2

Product: Beschikking, benoeming

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt brengt het uitgebrachte accountantsrapport ter kennis van de Staten-Generaal en de Algemene Rekenkamer. Na 1986 wordt het controle-programma van de accountant aan de Algemene Rekenkamer overlegd. Zie ook het RIO Per slot van rijksrekening.32

Voorstel: V 5 jaar

Goedkeuring, schorsing, vernietiging

125.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het schorsen of vernietigen van besluiten van de raad van toezicht en de raad voor het defensie-onderzoek wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 28, art. 29, art. 30, art. 31

Product: Beschikking

Opmerking: Het gaat hierbij om besluiten betreffende beleidsvraagstukken van de raad van toezicht als bedoeld in art. 13 lid 2, art. 14 lid 2, art. 15 lid 1 en art. 34 van de TNO-wet (Stb. 1985/762), alsmede de besluiten van de raad voor het defensie-onderzoek bedoeld in de art. 15 lid 1 en art. 18 lid 4 van de TNO-wet (Stb. 1985/762). De schorsing van deze besluiten kan niet langer dan een jaar duren. Het besluit tot schorsing of vernietiging wordt in het Staatsblad geplaatst. Geschorste besluiten hebben vanaf de schorsing geen werking. Bepalingen die geschorst zijn geweest, kunnen niet opnieuw worden geschorst. Vernietiging heeft vernietiging van alle daarvoor vatbare gevolgen tot gevolg, voor zover in het vernietigingsbesluit niet anders is bepaald. De raad van toezicht, de raad voor het defensie-onderzoek respectievelijk de raad van bestuur zorgen ervoor dat aan de bovenstaande bepalingen wordt voldaan en dat opnieuw in hetgeen de geschorste bepalingen of vernietigde bepalingen regelden wordt voorzien.

Voorstel: B 2

Beroep

126.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van TNO betreffende de bestemming van door het rijk verleende subsidie

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 1, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 1, TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 1

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Een gedelegeerde diende een nota in bij de voorzitter van het bestuur van TNO, waarin hij tevens de beweegreden van zijn verzet meedeelde.

Voorstel: V 50 jaar

127.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van TNO waartegen verzet is aangetekend, TNO gehoord

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 2, Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401): art. 10 lid 2 zoals gewijzigd bij TNO-besluit 1980 (Stb. 1980/764): art. 10 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het betrof een besluit over de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon slechts een besluit worden genomen in overeenstemming met de andere minister(s) die verzet hadden aangetekend.

Voorstel: V 50 jaar

128.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van regels voor de wijze waarop verzet wordt aangetekend tegen een besluit van het bestuur van TNO, TNO hierover gehoord wordt en de beslissing van de betrokken Ministers hierover verkregen wordt

Periode: 1932-1986

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 11 lid 3

Product: Amvb

Opmerking: Het ging hierbij om een besluit van TNO betreffende de bestemming van het door het rijk verleende subsidie. De betrokken Ministers zijn de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Defensie en de Minister van Financiën.

Voorstel: B 1, 3

129.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (gedelegeerde van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 1 en 3, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 1 en 2

Product: Beroep, bezwaar

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. In de statuten was de wijze geregeld waarop het verzet werd aangetekend, de bijzondere organisatie werd gehoord en de beslissing van de betrokken Minister(s) werd verkregen.

Voorstel: V 50 jaar

130.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van het bestuur van een bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek waartegen verzet is aangetekend

Periode: 1932-1980

Grondslag: Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416): art. 19 lid 2, Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946: art. 8 lid 3 en 4

Product: Besluit

Opmerking: Dit gold niet voor besluiten betreffende de besteding van gelden ter beschikking gesteld door bijzondere personen of lichamen voor een bepaald doel. Wanneer meer dan één Minister verzet had aangetekend kon zo'n besluit slechts in overeenstemming met elkaar genomen worden. Hierbij werd de bijzondere organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek gehoord.

Voorstel: V 50 jaar

Geschillen

132.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen in geschillen tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 33 lid 1

Product: Besluit

Opmerking: Het gaat hierbij over de bij of krachtens de TNO-wet (Stb. 1985/762) aan de raden verleende bevoegdheden met betrekking tot beleidsvraagstukken, oprichtings- en benoemingskwesties.33

Voorstel: B 2

133.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen, in overeenstemming met de Minister van Defensie, in geschillen tussen de raad van bestuur en de raad voor het defensie-onderzoek

Periode: 1986-

Grondslag: TNO-wet (Stb. 1985/762): art. 33 lid 2

Product: Besluit

Opmerking: Het gaat hierbij over de bij of krachtens de TNO-wet (Stb. 1985/762) aan de raden verleende bevoegdheden met betrekking tot beleidsvraagstukken, oprichtings- en benoemingskwesties.34

Voorstel: B 2

Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (ZWO)/ Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO)

Algemene bepalingen

135.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende ZWO/NWO

Periode: 1950-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

140.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het doen van de benodigde opgaven aan de betrokken hypotheekbewaarder met betrekking tot de vermogensbestanddelen van ZWO welke in openbare registers te boek zijn gesteld

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 36

Product: Opgaven

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

147.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van het instellen van een commissie om de oprichting van een institutenorganisatie vorm te geven.

Periode: 1997-

Grondslag: Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Besluit, notities

Opmerking: Het gaat hierbij om het voornemen van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt om de NWO- en KNAW instituten in één organisatie onder te brengen. De KNAW moet samen met NWO dit vorm geven. De commissie dient het volgende uit te werken:

-: de instituten die in de institutenorganisatie dienen te worden opgenomen

-: het ontwerp van de organisatiestructuur van de koepelorganisatie

-: de uitgangspunten voor het strategisch beleid van de institutenorganisatie

-: de voorstellen voor de te hanteren financieringsmethodieken

-: de hoofdlijnen voor het te voeren personeels-, financiële en investeringsbeleid

-: de evaluatie van de instituten

-: de rol van de instituten bij de opleiding van de onderzoekers en het geven van wetenschappelijk onderwijs.

Voorstel: B 4

Bestuur en inrichting van de organisatie

148.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het benoemen en ontslaan van leden van de raad van ZWO.

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 8, art. 9, art. 10, art. 11, Wet van 9 september 1970 (Stb. 1970/429), houdende wijziging van de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. I sub A onder c

Product: Beschikking

Opmerking: De aspirant-leden werden voorgedragen door de universiteiten, de hogescholen en TNO.

Voorstel: V 75 jaar

150.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het aanwijzen van een (plaatsvervangende) vertegenwoordiger die namens hem in de raad van ZWO plaatsneemt

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 7 lid 1 sub a, art. 10

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

151.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het samenstellen van het algemeen bestuur van NWO, NWO gehoord

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 6

Product: Kb

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

157.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een tijdstip waarop het gebiedsbestuur in het wetenschapsgebied in de technische wetenschappen wordt benoemd

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 39 lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het gebiedsbestuur wordt benoemd binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de wet van Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369). In overeenstemming met de Minister van Economische Zaken kan deze termijn met drie jaar verlengd worden.

Voorstel: V 5 jaar

160.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van een afwijking in de samenstelling van de vaste commissies van ZWO

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 16 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De regel was dat de vaste commissies van ZWO ten minste voor twee derde uit hoogleraren en andere docenten aan hogescholen en universiteiten bestonden.

Voorstel: V 10 jaar

Personeel

162.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de besluiten omtrent de benoeming en ontslag van de directeur van ZWO, het vaststellen van zijn instructie en het regelen van zijn bezoldiging.

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 17 lid 2

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

164.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen omtrent een verzoek om goedkeuring van de vastgestelde beloning voor de voorzitter en ondervoorzitter van het bestuur van ZWO

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 12 lid 3

Product: Besluit

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

166.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van richtlijnen over het personeelsbeleid, het algemeen bestuur gehoord

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 13 lid 2, art. 14 lid 1

Product: Richtlijnen/ ministerieel besluit

Opmerking: Voor zover bij Amvb niet anders is bepaald is op het personeel het bij of krachtens van art. 108 en art. 109 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986/414) bepaalde van overeenkomstige toepassing. In art. 2 lid 1 van het Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekspersoneel (Stb. 1994/103) is geregeld dat er een Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen is voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van het personeel werkzaam bij instellingen voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voorstel: B 1

170.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de vacatiegelden, vergoeding van reis- en verblijfkosten van het personeel van ZWO en NWO, het tijdstip waarop de voorstellen moeten zijn ingediend, de arbeidsovereenkomst van personeelsleden en wat verder regeling behoeft.

Periode: 1950-

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 19, Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 37 lid 6.

Product: Amvb

Opmerking: De voorstellen zoals bedoeld in art. 4 lid 4 van de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5).

Voorstel: B 1

171.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels over de rechtspositie voor anderen dan het personeel van NWO35

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 35, art. 14, zoals gewijzigd bij Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593): art. 16.79 lid 2, zoals gewijzigd bij Wet van 21 december 1994 (Stb. 1994/942): art. III

Product: Amvb

Opmerking: Anderen dan het personeel van NWO, zoals bedoeld in art. 14 (Stb. 1987/369), waarvoor art. 108 en art. 109 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1985/562) gelden. In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593) is bepaald dat dit vervangen wordt door het bepaalde met betrekking tot de rechtspositie van het personeel, zoals vermeld is in art. 4 lid 5 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992/593). Per 1 januari 1995 is het bepaalde in art. II van de Wet van 21 december 1994 (Stb. 1994/942) van kracht.

Voorstel: B 1

Reglement

172.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van regels voor het wetenschapsgebied in de technische wetenschappen van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 39 lid 2 en 3

Product: Regels

Opmerking: In afwijking van art. 16 lid 2 (Stb. 1987/369) geschiedt de goedkeuring van het reglement in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken.

Voorstel: B 1

174.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een tijdstip wanneer het reglement van NWO tot stand moet zijn gekomen

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 43

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

175.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van (een gedeelte van) het reglement van NWO in het geval dat het niet binnen de termijn is vastgesteld

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 43

Product: Reglement

Opmerking:

Voorstel: B 1

177.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van (een gedeelte van) het algemeen reglement van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 16 lid 2 en 3, Wet van 16 december 1993 (Stb. 1993/650): art. VII sub C onder 21.A

Product: Goedkeuring

Opmerking: Tegen onthouding van goedkeuring van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt kan bij de Kroon beroep worden ingesteld. Dit Kroonberoep vervalt met de Wet van 16 december 1993 (Stb. 1993/650).

Voorstel: B 1

Planning

180.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van richtlijnen met betrekking tot de inrichting van het meerjarenplan van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 18 lid 1 en 3

Product: Richtlijnen

Opmerking:

Voorstel: B 1

181.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het overleggen met het algemeen bestuur van NWO over het meerjarenplan en eventuele beleidsindicaties

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 18 lid 4

Product: Notulen, correspondentie

Opmerking:

Voorstel: B 1

Financiële bepalingen

182.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan ZWO/NWO

Periode: 1950-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 19 lid 1 en 2

Product: Beschikking

Opmerking: Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.36

Voorstel: V 10 jaar

185.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van een voorschot aan NWO, zolang de rijksbijdrage niet is bepaald of nader bepaald moet worden

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 19 lid 3

Product: Subsidie

Opmerking: Zie voor het vaststellen van de Rijksbijdrage aan NWO het RIO Per slot van rijksrekening.37

Voorstel: V 10 jaar

186.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de bestemming van de saldi die voortvloeien uit de inkomsten van NWO, het algemeen bestuur gehoord

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 19 lid 5, afschaffing adviesverplichtingen (Stb. 1995/355): art. 12

Product: Regels

Opmerking: Per 26 juli 1995 wordt het algemeen bestuur niet meer gehoord.

Voorstel: B 1, 5

189.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van richtlijnen voor de inrichting van de begroting van NWO, het algemeen bestuur gehoord

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 21 lid 2

Product: Richtlijnen

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

191.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een datum voor het indienen van een ontwerp-begroting, het algemeen bestuur van NWO gehoord

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 21 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

193.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het overleggen met het algemeen bestuur van NWO over de ontwerp-begroting

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 21 lid 3

Product: Notulen, correspondentie

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

194.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de begroting van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 22 lid 1en 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De goedkeuring wordt verleend of onthouden over de gehele begroting. De goedkeuring wordt niet onthouden dan na overleg met het algemeen bestuur van NWO.

Voorstel: B 5

197.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de af- en overschrijvingen op de uitgaafposten van de goedgekeurde begroting van NWO.

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 23

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

198.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van een machtiging voor over- en afschrijvingen op de uitgaafposten.

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 23

Product: Machtiging

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

199.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het in mindering brengen van de uitgaven die in strijd zijn met de wet op de rijksbijdrage aan NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 26 lid 3, 4 en 5

Product: Beschikking

Opmerking: De leden van een gebiedsbestuur en het algemeen bestuur zijn persoonlijk aansprakelijk jegens NWO voor schade ten gevolge van het in mindering van deze uitgaven, tenzij blijkt dat zij niet aan de besluitvorming hieromtrent hebben meegewerkt. Met de wet wordt bedoeld de wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369). Hierbij kan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt een rechtsvordering instellen namens of ten behoeve van NWO.

Voorstel: V 10 jaar

200.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen van een rechtsvordering namens of ten behoeve van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 26 lid 5

Product: Beschikking

Opmerking: Het gaat hierbij om een rechtsvordering jegens leden van een gebiedsbestuur of het algemeen bestuur van NWO die persoonlijk aansprakelijk zijn voor schade ten gevolge van het in mindering van uitgaven op de rijksbijdrage van NWO.

Voorstel: V 15 jaar

Verslaggeving en verantwoording

203.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van voorschriften omtrent het tijdstip dat het jaarverslag, jaarrekening en de verantwoording van ZWO moet zijn ingediend

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 19

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

204.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van richtlijnen voor de inrichting van het verslag en de jaarrekening van NWO

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 25 lid 1

Product: Richtlijnen

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

205.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het aanstellen van een accountant die wordt belast met de controle van de jaarrekeningen van NWO en eventueel met een onderzoek naar de doelmatigheid van het beheer, van de organisatorische structuur en van het functioneren van NWO.

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 25 lid 2

Product: Beschikking

Opmerking: De accountant overlegt zijn controleprogramma aan de Algemene Rekenkamer en rapporteert aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt.

Voorstel: V 10 jaar

207.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (gedeeltelijk) goedkeuren van de jaarrekening van NWO.

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 26 lid 1 en 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De desbetreffende stukken worden binnen twee jaar na goedkeuring met het uitgebrachte accountantsrapport ter kennis aan de Algemene Rekenkamer en de Staten-Generaal gebracht.

Voorstel: V 10 jaar

Besluitvorming

209.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van een besluit van ZWO, de KNAW gehoord

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 14

Product: Besluit

Opmerking:

Voorstel: V 15 jaar

Beroep

210.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (vertegenwoordiger van)

Handeling: Het aantekenen van verzet tegen een besluit van de raad of het bestuur van ZWO

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 14 lid 1 en 2

Product: Beroepschrift, bezwaarschrift

Opmerking: Dit verzet schort de tenuitvoerlegging van het besluit op.

Voorstel: V 50 jaar

211.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het beslissen over de tenuitvoerlegging van het besluit waartegen verzet is aangetekend, de KNAW gehoord

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 14 lid 3

Product: Besluit

Opmerking: Het gaat om een besluit van de raad of het bestuur van ZWO.

Voorstel: V 50 jaar

212.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt (vertegenwoordiger van)

Handeling: Het geven van nadere regels omtrent de wijze waarop verzet wordt aangetekend tegen een besluit van de raad of het bestuur van ZWO

Periode: 1950-1988

Grondslag: Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1950/K 5): art. 14 lid 4

Product: Regels

Opmerking:

Voorstel: B 1, 5

214.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (gedeeltelijk) schorsen of vernietigen van de besluiten van het algemeen bestuur van NWO wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Periode: 1988-

Grondslag: Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1987/369): art. 31

Product: Kb

Opmerking: Het gaat hierbij o.m. om beleidskwesties over de jaarbegroting. De schorsing kan maximaal één jaar duren. Het besluit tot schorsing wordt in het Staatsblad geplaatst.

Voorstel: B 2

Stimuleringsfondsen en (top)onderzoekscholen

219.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het formuleren van criteria waaraan toponderzoekscholen moeten voldoen om voor extra stimulering in aanmerking te komen

Periode: 1997-

Grondslag: Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Criteria

Opmerking: Deze criteria zijn: excellente wetenschappelijke kwaliteit van internationale allure, een goed onderzoekmanagement gekenmerkt door consistentie in de onderzoeksprogrammering, een goed en functioneel netwerk van wetenschappelijke en maatschappelijke partijen, een adequate inzet en management van menselijk kapitaal en voldoende mandaat en bestuurskracht.

Voorstel: B 1

222.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (mede)financieren van (top)onderzoekscholen

Periode: 1991-

Bron: Voortgangsrapportage wetenschapsbeleid, interview

Product: Subsidie

Opmerking: De onderzoekscholen zijn per 1998 onderdeel van de breedtestrategie, die zich richt op de kwalitatieve versterking van een aantal bestaande onderzoekscholen. De dieptestrategie richt zich op de vorming van toponderzoekscholen, waarvoor de bestaande onderzoekscholen aanknopingspunten bieden. De toponderzoekscholen zijn per 1997 zijn ingesteld.

Voorstel: V 10 jaar

224.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het inrichten van een stimuleringsfonds voor de internationalisering van de Nederlandse onderzoekscholen

Periode: 1997-

Grondslag: Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Product: Stimuleringsfonds

Opmerking:

Voorstel: B 4

Adviesorganen

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Algemene bepalingen

225.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de RAWB/AWT

Periode: 1966-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

229.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het jaarlijks (mede) opstellen van het adviesprogramma van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 9 lid 1, 2, 4 en 7, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 26 lid 3 en 4, art. 33

Product: Adviesprogramma

Opmerking: In de periode werd er rekening gehouden met de opinie van de Ministerraad. Het adviesprogramma wordt door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken ter kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden.

Voorstel: B 1

232.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van aanwijzingen over de vorm waarin en de wijze waarop adviezen worden aangeboden

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 13

Product: Beschikking, richtlijnen

Opmerking: De AWT biedt de adviezen aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken. Zij zenden eveneens de adviezen ter kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en sturen binnen drie maanden een reactie op de adviezen naar de AWT en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Voorstel: V 10 jaar

233.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het aan AWT opdragen om verkenningen uit te voeren op het gebied van de wetenschap en de technologie

Periode: 1997-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997 (Stb. 1997/72): art. 2 lid 2

Product: Beschikking

Opmerking: Voorheen werden deze verkenningen uitgevoerd door de OCV, die in 1997 werd opgeheven. Hiermee werd de taak van het uitvoeren van verkenningen overgedragen aan de AWT.

Voorstel: V 10 jaar

235.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor het geven van inlichtingen aan de AWT

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 19 lid 1

Product: Benoeming

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Bestuur en inrichting van de organisatie

236.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en (tussentijds) ontslag van de (plaatsvervangende) voorzitter en leden van de RAWB, de KNAW gehoord

Periode: 1966-1990

Grondslag: Wet van 29 mei 1966 (Stb. 1966/227): art. 4 lid 2, 3, 4, 5, 6 en 7

Product: Kb

Opmerking: Hierbij wordt rekening gehouden met de mening van de ministerraad. De benoeming van de (plaatsvervangende) voorzitter geldt voor de periode waarvoor zij als lid van de RAWB zijn aangesteld.

Voorstel: V 75 jaar

237.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (voorbereiden van het) benoemen, schorsen en (tussentijds) ontslaan van de voorzitter en leden van de AWT

Periode: 1991-:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 5 lid 1, 2, 3 en 5, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 11, art. 12, art. 13

Product: Benoeming, schorsing, ontslag, Kb

Opmerking: De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt draagt zorg voor de openbaarmaking van een vacature in het adviescollege. De leden worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor de advisering op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Ambtenaren die werkzaam zijn op het ministerie voor het wetenschaps- en technologiebeleid of een daaronder vallende instelling, dienst of bedrijf worden niet benoemd tot lid van de AWT. Bij de benoeming van voorzitters en leden wordt gestreefd naar een evenredige verdeling tussen mannen, vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen. Leden van het adviescollege worden op eigen aanvraag ontslagen.

Voorstel: V 75 jaar

239.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en ontslag van de secretaris van de AWT, de AWT gehoord

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 2

Product: Kb

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

241.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het benoemen, bevorderen, schorsen, en ontslaan van de secretaris en de andere medewerkers van de AWT, de voorzitter van de AWT gehoord.

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 15 lid 4

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 75 jaar

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Personeel

245.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het stellen van regels voor het toekennen van een bezoldiging en/of toelage van de (plaatsvervangend) voorzitter en leden van de RAWB.

Periode: 1966-1990

Grondslag: Wet van 29 mei 1966 (Stb. 1966/227): art. 7

Product: Regels

Opmerking:

Voorstel: B 1

246.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het toekennen van een uitkering aan de (plaatsvervangend) voorzitter van de RAWB bij ontslag

Periode: 1974-199738

Grondslag: Besluit van 6 mei 1974 (Stb. 1974/273)

Product: Beschikking

Opmerking: De uitkering wordt toegekend op grond van het Rijkswachtgeldbesluit 1959. In een bijzonder geval kan besloten worden een hogere uitkering toe te kennen. De (plaatsvervangend) voorzitter krijgt een uitkering indien hij buiten zijn schuld wordt ontslagen of niet wordt herbenoemd. Hij krijgt geen uitkering in het geval hij recht heeft op pensioen.

Voorstel: V 10 jaar

247.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het regelen van de rechtspositie van de voorzitter en overige leden van de AWT

Periode: 1991-:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 7 lid 1 en 2, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art.14

Product: Amvb

Opmerking:

Voorstel: B 1

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Reglement

250.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 8 lid 4

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: B 1

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Financiële bepalingen

251.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan RAWB/AWT

Periode: 1966-

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 3, Instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997), Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 1995/1996, 24 816, nr. 3: art. 7, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 27

Product: Beschikking

Opmerking: De Minister van Economische Zaken is vanaf 1991 betrokken bij de subsidiëring van AWT. Wijziging dan wel tussentijdse aanvulling van het adviesprogramma kunnen in voorkomend geval aanleiding geven tot wijziging van de begroting of toewijzing van additionele middelen.

Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.39

Voorstel: V 10 jaar

253.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het geven van richtlijnen voor de begroting van AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 1

Product: Richtlijnen

Opmerking:

Voorstel: B 5

254.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de begroting van AWT

Periode: 1991-1997:

Grondslag: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (Stb. 1990/589): art. 15 lid 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt en de Minister van Economische Zaken plegen overleg met de voorzitter van de AWT over wijziging van de reeds goedgekeurde begroting als wijziging van het adviesprogramma daartoe aanleiding geeft.

Voorstel: B 5

Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid (RAWB)/ Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid (AWT): Verslaggeving en verantwoording

258.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het opdragen aan de AWT om een evaluatieverslag op te stellen van haar werkzaamheden

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 28 lid 2, art. 29

Product: Besluit

Opmerking: Hierbij vordert de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt de zakelijke gegevens en bescheiden van de AWT, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Voorstel: V 10 jaar

259.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het te kennen geven van zijn standpunt over het evaluatierapport van de AWT aan de beide kamers der Staten-Generaal

Periode: 1997-

Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 28 lid 4

Product: Rapport

Opmerking: Art. 24 van de Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378) is hierbij van toepassing. Het gaat hierbij om het evaluatieverslag van de werkzaamheden van AWT.

Voorstel: B 2, 3

Commissie van Overleg Sectorraden (COS): Algemene bepalingen

260.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de COS

Periode: 1987-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

261.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen van Sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2

Product: Amvb

Opmerking: De Nationale raad voor landbouwkundig onderzoek (NRLO) is op basis van art. 13 van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239) ingevoerd.

Voorstel: B 4

262.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen van een Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Periode: 1987-

Grondslag: Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 12 lid 1, Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 2 lid 1 en 2

Product: Instellingsbeschikking

Opmerking: De COS wordt ingesteld voor een periode van zes jaar, die telkens voor een zelfde periode verlengd wordt. Op basis van art. XXIII van de Aanpassingswet herziening adviesstelsel (Stb. 1997/63) verandert de sectorraad van een adviesraad in een programmeringscollege.

Voorstel: B 4

Commissie van Overleg Sectorraden (COS): Bestuur en inrichting van de organisatie

266.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het aanwijzen, benoemen, schorsen en ontslaan van de voorzitter van de COS, de COS gehoord

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 4 sub a, art. 5 lid 1 en 2

Product: Benoeming, schorsing, ontslag

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt pleegt hierover overleg met de leden van de COS. Een sectorraad wijst de secretaris of een lid aan, die de voorzitter van de raad vervangt.

Voorstel: V 75 jaar

269.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid

Handeling: Het goedkeuren van het door de COS aanwijzen van organen met een taak gelijkwaardig aan de taak van de sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 5 lid 3

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: B 4

Commissie van Overleg Sectorraden (COS): Financiële bepalingen

271.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan COS

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 7

Product: Beschikking

Opmerking: Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.40

Voorstel: V 10 jaar

273.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het bepalen van een datum voor het indienen van de ontwerp-begroting van de COS

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 7 lid 3

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 5 jaar

274.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het vaststellen van de begroting van de COS

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 7 lid 3

Product: Begroting

Opmerking: De Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt kan extra middelen.

Voorstel: B 5

275.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het toekennen van extra middelen aan de COS voor het (doen) uitvoeren van studies voor de sectorraden

Periode: 1987-

Grondslag: Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188): art. 7 lid 4

Product: Beschikking

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

Overlegcommissie Verkenningen (OCV): Algemene bepalingen

277.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende de OCV

Periode: 1992-

Grondslag:

Product: Beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking:

Voorstel: B 1, 2

278.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het instellen en verlengen van de instellingsduur van de OCV

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 2, Beschikking van 7 maart 1993, (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO-92096602): art. 1

Product: Overlegcommissie Verkenningen

Opmerking: Met de reorganisatie van het adviesstelsel in 1997 is de OCV opgeheven en zijn haar taken aan de AWT overgedragen.

Voorstel: B 4

280.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het voorleggen van vraagstukken betreffende de wetenschapsbeoefening die behandeld moeten worden door de OCV, de AWT gehoord

Periode: 1992-1993

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 3 lid 4 zoals gewijzigd bij Beschikking van 7 maart 1993, (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO-92096602): art. 3

Product: Besluit

Opmerking:

Voorstel: B 1

Overlegcommissie Verkenningen (OCV): Bestuur en inrichting van de organisatie

284.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het (her)benoemen, schorsen en ontslaan van de voorzitter, secretaris en de leden van de OCV

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 4, Beschikking van 7 maart 1993, (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO-92096602): art. 4

Product: Besluit, benoeming, schorsing en ontslag

Opmerking: Zij werden benoemd voor de instellingsduur van de OCV. Bij verlenging van de instellingsduur werden zij herbenoemd voor 4 jaar. De secretaris benoemd in 1992 werd in 1993 vervangen.

Voorstel: V 75 jaar

Overlegcommissie Verkenningen (OCV): Financiële bepalingen

286.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het verstrekken van subsidie aan OCV

Periode: 1992-

Grondslag:

Product: Beschikking

Opmerking: Onder deze handeling vallen wel de voorschotten en overige subsidies maar niet die bekostigingsdelen die via de Rijksbegroting gaan. Zie hiervoor het RIO Per slot van rijksrekening.41

Voorstel: V 10 jaar

287.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de gemaakte kosten door de OCV

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 6 lid 1 en 2

Product: Goedkeuring

Opmerking: De kosten van de OCV kwamen voor de rekening van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt. Hierbij waren het Vacatiegeldenbesluit (Stb. 1988/205) en het Reisbesluit (Stb. 1970/802) van toepassing.

Voorstel: V 10 jaar

289.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het goedkeuren van de ontwerp-begroting van de OCV

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 6 lid 3

Product: Goedkeuring

Opmerking:

Voorstel: B 5

291.

Actor: Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Handeling: Het controleren van het financiële beheer van de OCV

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 6 lid 5

Product: Rapport

Opmerking:

Voorstel: B 3

4.16. Selectielijst Overlegcommissie Verkenningen (OCV)

Algemene bepalingen

279.

Actor: OCV

Handeling: Het opstellen van een synthese-rapport over haar werkzaamheden ter voorbereiding van het Strategisch Beleidsplan

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 3 lid 1 en 3, art. 7 lid 2

Product: Rapport

Opmerking: De OCV draagt zorg voor de publicatie van dit rapport. De OCV brengt het rapport uiterlijk per 1 oktober 1992 uit en bij verlenging van de instellingsduur uiterlijk per 1 mei 1996.

Voorstel: B 1

282.

Actor: OCV

Handeling: Het adviseren van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt over mogelijke taken, te verrichten activiteiten en werkzaamheden ter voorbereiding van het tweede Strategisch Beleidsdocument

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 7 lid 3

Product: Advies

Opmerking:

Voorstel: B 1

283.

Actor: OCV

Handeling: Het opstellen van een openbaar rapport ten behoeve van het Wetenschapsbudget 1995

Periode: 1993-1994

Grondslag: Beschikking van 7 maart 1993, (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO-92096602): art. 2

Product: Rapport

Opmerking: Het rapport wordt voor 1 mei 1994 gebracht aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt.

Voorstel: B 1

Planning

285.

Actor: OCV

Handeling: Het opstellen van een werkprogramma

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 7 lid 1

Product: Werkprogramma

Opmerking: Tot 1993 was bepaald dat hierin in ieder geval de vraagstukken betreffende de wetenschapsbeoefening zoals die door de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt waren voorgelegd, zouden zijn opgenomen. Deze bepaling verviel in 1993.

Voorstel: B 5

Financiële bepalingen

288.

Actor: OCV

Handeling: Het opstellen van een ontwerp-begroting

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 6 lid 3

Product: Ontwerp-begroting

Opmerking: Dit werd jaarlijks voor 1 november ter goedkeuring aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt overlegd.

Voorstel: B 5

290.

Actor: OCV

Handeling: Het opstellen van een verslag over de besteding van de middelen

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 6 lid 4

Product: Financieel verslag

Opmerking:

Voorstel: V 10 jaar

Verslaggeving en verantwoording

292.

Actor: OCV

Handeling: Het uitbrengen van een evaluatief verslag aan de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt

Periode: 1992-1996

Grondslag: Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905): art. 7 lid 3

Product: Verslag

Opmerking: Hierin waren het verloop van haar werkzaamheden voor het eerste Strategisch Beleidsdocument opgenomen.

Voorstel: B 2

Bijlage

1. Overzicht van geraadpleegde wet- en regelgeving

Wetten

Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Wet van 5 januari 1950 (Stb. 1950/K 5), houdende bevordering van het zuiver-wetenschappelijk onderzoek

Wet van 20 mei 1966 (Stb. 1966/227) tot instelling van een Raad van Advies voor Wetenschapsbeleid

Wet van 9 september 1970 (Stb. 1970/429), houdende wijziging van de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Stb. 1950/K 5)

Wet van 19 december 1985 (Stb. 1985/762), houdende regeling met de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO (TNO-wet)

Wet van 14 mei 1987 (Stb. 1987/239), houdende adviesorganen ten behoeve van de beleidsvoering inzake onderzoek en ontwikkeling op onderscheidene aandachtsgebieden (Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling)

Wet van 7 juli 1987 (Stb. 1987/369), houdende herziene regeling van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek)

Wet van 2 november 1990 (Stb. 1990/589), houdende regeling van de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid en opheffing van de Raad van advies voor het wetenschapsbeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid)

Wet openbaarheid van 31 oktober 1991 (Stb. 1991/703), houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur (wet openbaarheid van bestuur)

Wet van 8 oktober 1992 (Stb. 1992/593), houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Wet van 16 december 1993 (Stb. 1993/650) tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten, alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie)

Wet van 23 december 1993 (Stb. 1993/690) tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht alsmede nadere aanpassing van een aantal wetten aan de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet Awb III)

Wet van 2 november 1994 (Stb. 1994/803), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten, houdende verbeteringen en aanvullingen van overwegend technische aard

Wet van 21 december 1994 (Stb. 1994/942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein.

Wet van 9 maart 1995 (Stb. 1995/184) tot wijziging van de Ambtenarenwet en andere wetten inzake de wijze waarop het georganiseerd overleg wordt gevoerd

Wet van 10 juli 1995 (Stb. 1995/355) tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en andere wetten in verband met de afschaffing van de verplichtingen om advies te vragen over algemene beleidsvoornemens van de rijksoverheid, waaronder regelgeving, en het stellen van een dwingende termijn aan advisering (afschaffing adviesverplichtingen)

Wet van 3 juli 1996 (Stb. 1996/378), houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van het Rijk (Kaderwet adviescolleges)

Wet van 6 februari 1997 (Stb. 1997/63), houdende aanpassing en intrekking van een aantal wetten in verband met de opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk alsmede enkele overwegend technische aanpassingen van een aantal wetten (Aanpassingswet herziening adviesstelsel)

Wet van 30 januari 1997 (Stb. 1997/72), houdende instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997)

Wet van 2 april 1998 (Stb. 1998/216), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering ter uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelen

Besluiten

Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401), ter uitvoering van de artikelen 5, 11 en 13 van de wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Besluit van den 22sten april 1932 (Stb. 1932/177), bepalende het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416) tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, en van het Koninklijk besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401) tot uitvoering van artikelen 5, 11 en 13 van die wet

Besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308), tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401), ter uitvoering van de artikelen 5, 11 en 13 van de wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

Besluit van den 2den Maart 1936 (Stb. 1936/361), tot wijziging van het Koninklijk besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401), ter uitvoering van de artikelen 5, 11 en 13 van de wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek zoals dat is gewijzigd bij Koninklijk besluit van den 12den Juni 1934 (Stb. 1934/308)

Besluit van 5 januari 1938 (Stb. 1938/390), houdende wijziging van den naam der Koninklijke Akademie van Wetenschappen en vaststelling van een nieuw reglement

Koninklijk besluit van 18 October 1946, no. 58

Besluit van 8 september 1949 (Stb. 1949/J 421), houdende wijziging van het reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390)

Besluit van 15 april 1950 (Stb. 1950/K 137), houdende uitvoering van artikel 19 van de Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Stb. 1950/K 5)

Besluit van 23 Juli 1951 (Stb. 1951/318), houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 16 September 1931 (Stb. 1931/401), ter uitvoering van de artikelen 5, 11, 13 van de Wet van 30 October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek.

Besluit van 24 juni 1954 (Stb. 1954/293), houdende aanvulling van artikel 18 van het reglement van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen

Besluit van 21 juli 1958 (Stb. 1958/353), houdende wijziging van het reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 22 juli 1966 (Stb. 1966/337), houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 20 mei 1966 (Stb. 1966/227), tot instelling van een Raad van advies voor het wetenschapsbeleid

Besluit van 30 oktober 1968 (Stb. 1968/581), houdende wijziging van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 11 november 1970 (Stb. 1970/557), houdende wijziging van artikel 6 van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 18 september 1972 (Stb. 1972/501) tot aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 en tot vaststelling van regelen als bedoeld in artikel 7 van de wet van 20 mei 1966, Stb. 227 (financiële positieregeling voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en leden van de Raad van advies voor het Wetenschapsbeleid)

Besluit van 6 maart 1973 (Stb. 1973/86), houdende wijziging van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 6 mei 1974 (Stb. 1974/273), houdende regelen inzake toekenning van een uitkering bij ontslag aan de bezoldigde voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de Raad van advies voor het wetenschapsbeleid.

Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411), houdende wijziging van artikel 18 van het Koninklijk besluit van 16 september 1931 (Stb. 1931/401) ter uitvoering van de artikelen 5, 11, 13 van de Wet van 30 October 1930 (Stb. 1930/416), tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek.

Besluit van 25 september 1975 (Stb. 1975/527), houdende wijziging van art. 6 lid 1 en art. 6 lid 4 van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 1 februari 1977 (Stb. 1977/68), houdende wijziging van artikel 6 eerste en derde lid van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 14 oktober 1977 (Stb. 1977/603), houdende wijziging van enige bepalingen van het reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Besluit van 22 december 1980 (Stb. 1980/764) ter uitvoering van de artikelen 5, 11 en 13 van de Wet van 30 oktober 1930 (Stb. 1930/416) tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO-besluit 1980)

Besluit van 26 februari 1981 (Stb. 1981/421), houdende overdracht van de aangelegenheden betreffende de centrale organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek

Besluit van 24 april 1986 (Stb. 1986/214) ter uitvoering van de artikelen 1, 15, 17, 18, 21, 37 en 45, tweede lid van de TNO-wet (TNO-besluit 1986)

Besluit van 1 augustus 1986 (Stb. 1986/453), houdende benoeming voorzitter en leden Raad van Toezicht TNO

Beschikking van de Minister van OenW van 29 september 1987 (Stcrt. 1987/188), houdende de instelling van een Commissie van Overleg Sectorraden

Besluit van 23 december 1987 (Stb. 1987/641), houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek

Besluit van 17 december 1990 (Stb. 1990/627) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 2 november 1990 (Stb. 1990/589), houdende regeling van de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid en opheffing van de Raad van advies voor het wetenschapsbeleid (Wet Adviesraadraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid)

Besluit van 4 februari 1991 (Stb. 1991/72), houdende wijziging van het Reglement voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in verband met uitbreiding van het ledenbestand der Akademie

Besluit van 6 augustus 1991 (Stb. 1991/463) tot wijziging van het Reglement van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390)

Besluit van 18 november 1991 (Stb. 1991/638), houdende bepalingen met betrekking tot de beloning van de voorzitter en de leden van de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid

Besluit van 19 november 1994 (Stb. 1994/827) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele bepalingen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Instellingsbesluit Werkgroep technologische topinstituten van 19 december 1995 nr. 95078178 (Stcrt. 1995/247)

Besluit van 14 juni 1996 (Stb. 1996/315), houdende de van toepassingverklaring van de Wet op de ondernemingsraden op de Open Universiteit, de openbare academische ziekenhuizen, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek

Besluit van 27 november 1996 (Stb. 1996/583), houdende regels inzake de vergoedingen aan leden van adviescolleges (Vergoedingsbesluit adviescolleges)

Besluit van 15 januari 1997 (Stb. 1997/20), houdende aanpassing en intrekking van een aantal koninklijke besluiten in verband met de opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk

Besluit van 16 december 1997 (Stb. 1997/787), houdende wijzigingen van het Bekostigingsbesluit WHW in verband met onder meer de wijziging van de algemene berekeningswijze voor de bekostiging van de universiteiten voor 1998 en van Open Universiteit

Overige regelgeving

Reglement voor de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (Stb. 1938/390)

Statuten Rijksverdedigingsorganisatie TNO zoals die zijn vastgesteld bij Beschikking van 6 juli 1946

Opheffing Bijzondere Organisaties TNO, Rijksverdedigingsorganisatie TNO, Beschikking van 31 december 1980 (Stcrt. 1980/253)

Protocol Erkenningsprocedure Onderzoekscholen (oktober 1991)

Instelling Overleg Commissie Verkenningen, Beschikking van 13 mei 1992 (Uitleg, Gele Katern, nr. 14, OWB/MLV-92029905)

Verlenging van de instelling van de Overleg Commissie Verkenningen (OCV) van 7 maart 1993 (Uitleg, Mededelingen OenW, nr. 8 en 9, OWB/FO<\m>92096602)

Reglement van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Stcrt. 1993/205), zoals is vastgesteld op 30-12-1988 en gewijzigd op 08-05-1989, 13-01-1990 en 09-02-1994

Regeling houdende vaststelling van de Richtlijn voor de inrichting van het verslag van de instellingen voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Richtlijn verslag hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) van 22 juni 1994 (Uitleg, OenW-Regelingen, nr. 18, WO/PR-94028760), Algemeen verbindend voorschrift

Reglement van 27 maart 1995 van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, zoals gewijzigd bij het besluit van 25 september 1995

Instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het wetenschaps- en technologiebeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid 1997), Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 1995/1996, 24 816, nr. 3

Regeling monitoring fiscale faciliteit wetenschappelijk onderzoek van 12 juli 1996 (Uitleg, OCenW-Regelingen 1996, nr. 18b, OWB-96017095)

Brief van OCV aan de (oud-)leden van de OCV, 26 maart 1997 (kenmerk: 97 OCV 133)

Wetenschapsbudget 1997, Kamerstukken II 1996/1997, 25 008, nrs. 1-2

Organisatieregeling Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) per 1 juli 1998 (Uitleg, Gele Katern, no. 17c PenO/BBM-1998/24246)

Voortgangsrapportage Wetenschapsbeleid van 15 december 1998, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Voorlichting, http://www.minocw.nl/wetensch/vw.htm

Notenapparaat

1 Wet van 28 april 1995 (Stb. 1995/276), houdende vervanging van de Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313) en in verband daarmede wijziging van enige andere wetten (Archiefwet 1995).

2 De actoren KNAW en TNO zijn in dit onderzoek niet op handelingenniveau meegenomen.

3 Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling (Stb. 1987/239): art. 2 en 3. Er zijn de volgende sectorraden ingesteld: de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO, onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), de Nationale Raad Landbouwkundig Onderzoek (NRLO, onder het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij), Raad van Advies voor het Wetenschappelijk Onderzoek in het kader van ontwikkelingssamenwerking (RAWOO, onder Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking), Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO, onder het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer).

4 L.M.L.H.A. Hermans, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in Kerncijfers 1999 (Den Haag, 1998), 116.

5 Bij zijn aantreden als Minister van OCenW in 1999 heeft L. Hermans aangekondigd deze diepte- en breedtestrategie niet voort te willen zetten.

6 Zowel in het rapport van de Overleg Commissie Verkenningen, Kompas en kijker: kader voor verkenningen van wetenschap en technologie (zonder plaats, 1992) als in de verlengingsbeschikking wordt verwezen naar het besluit van de Minister waaronder het wetenschapsbeleid van 19 mei 1992, OWB/ MLV-92029903. De officiële publicatie in het Gele Katern van de Uitleg dateert echter van 13 mei 1992, OWB/MLV-92029905.

7 Verkennende activiteiten zijn studies, evaluaties, conferenties en andere activiteiten die erop gericht zijn inzicht te verwerven in de wetenschappelijke ontwikkeling in wetenschapsgebieden.

8 Brief van OCV aan de (oud-)leden van de OCV, 26 maart 1997 (kenmerk: 97 OCV 133).

9 De handelingen van de Algemene Rekenkamer zijn al gewaardeerd en vastgesteld in het BSD betreffende de rijksbegroting.

10 F. van Dijk, Per slot van rijksrekening. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein beheer van de rijksbegroting, 1940-1993. PIVOT-rapport nr. 15 ('s-Gravenhage, 1994).

1 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

2 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

3 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

4 Deze handeling beslaat de nieuwe structuur van TNO die in 1986 een wettelijke basis kreeg. Daarom is deze handeling bij het onderdeel betreffende de periode 1986 - geplaatst.

5 Deze handeling beslaat de nieuwe structuur van TNO die in 1986 een wettelijke basis kreeg. Daarom is deze handeling bij het onderdeel betreffende de periode 1986 - geplaatst.

6 Ch.M. Zeegers, Een academische zaak, deel II. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de Rijksoverheid op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs, (1945) 1960-1997. PIVOT-rapport nr. 55 ('s-Gravenhage, 1998), 49.

7 J. van der Meer en A.T. Spieksma, Een academische zaak, deel I. Een institutioneel onderzoek naar universiteiten op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs sinds 1985. PIVOT-rapport nr. 60 ('s-Gravenhage, 1999); Zeegers, Een academische zaak, deel II.

8 Adviescommissie Onderzoekschool, Vorming in vorsen. Van student tot zelfstandig onderzoeker (Den Haag, 1990).

9 Omdat de VNO-NCW niet onder de Archiefwet valt, is zij in dit onderzoek niet meegenomen als actor.

20 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

2 Omdat de VNO-NCW niet onder de Archiefwet valt, is zij in dit onderzoek niet meegenomen als actor.

22 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

23 De Wet van 21 december 1994 (Stb. 1994/942) treedt in 1997 in werking op basis van art. 1 van het Besluit van 20 augustus 1997 (Stb. 1997/368).

24 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

25 Op basis van het Besluit van den 22sten April 1932 (Stb. 1932/177) zijn de Wet van den 30sten October 1930 (Stb. 1930/416) en het Besluit van den 16den September 1931 (Stb. 1931/401) per 1 mei 1932 in werking getreden.

26 Omdat de VNO-NCW niet onder de Archiefwet valt, is zij in dit onderzoek niet meegenomen als actor.

27 Deze handeling beslaat de nieuwe structuur van TNO die in 1986 een wettelijke basis kreeg. Daarom is deze handeling bij het onderdeel betreffende de periode 1986 - geplaatst.

28 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

29 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

30 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

3 Bij Besluit van 9 juli 1975 (Stb. 1975/411) wordt art. 18 (Stb. 1931/401) gewijzigd en benoemt de Minister waaronder het wetenschapsbeleid valt de deskundige. Hiermee vervalt art. 18.

32 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

33 De oprichtingskwesties betreffen bv's die door TNO zijn ingesteld. Deze informatie werd verschaft door mr. J.M.R. Martens, juridische afdeling TNO, op 27 aug. 1999.

34 De oprichtingskwesties betreffen bv's die door TNO zijn ingesteld. Deze informatie werd verschaft door mr. J.M.R. Martens, juridische afdeling TNO, op 27 aug. 1999.

35 Dit zijn o.m. de onderzoekers die in dienst zijn van NWO en werken bij een universiteit of een onderzoeksinstelling.

36 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

37 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

38 Bij Besluit van 15 januari 1997 (Stb. 1997/20) is per 1 januari 1997 het Besluit van 6 mei 1974 (Stb. 1974/273) ingetrokken. Aangezien deze wet retroactief is en er dus sprake is van een overlap, is besloten de periode als 1991-1997 te definiëren.

39 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

40 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

41 Van Dijk, Per slot van rijksrekening.

Naar boven