Selectielijst neerslag handelingen Minister van Defensie op het beleidsterrein rijkshuisvesting, onderdeel Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen

24 juni 2002

R&B/OSA/2002/1182

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 14 januari 2002, nr. arc-2002.3242/2);

Besluiten:

Artikel 1

De bij dit besluit gevoegde `selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Defensie en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945' en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2

De categorieën 26, 27 en 28 van hoofdstuk 1000, categorie 6 van hoofdstuk 3216, categorieën 1-4, 8, 17, 18, 19, 24-29, 31, 32, 34, 40-41, 43-46 van hoofdstuk 4300, categorie 12 van hoofdstuk 5300 en categorieën 9, 10 en 18 van hoofdstuk 6100, 7100 en 8100 van de `lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken van het Ministerie van Defensie' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, nr. EAO 250.880/2b alsmede nr. OKN/O/MA 154.391 d.d. 30 december 1969, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, nr. R&B/OSA/2002/1425 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 114 d.d. 19 juni 2002)) wordt ingetrokken.

Hoofdstuk 1, paragraaf 3a, nr. 25 en hoofdstuk 1, paragraaf 3b, nr. 18 (Koninklijke Marine en hoofdstuk 1, paragraaf 3d, nr. 25 (Koninklijke Luchtmacht) van de `lijst van te vernietigen archiefbescheiden Krijgsmachtdelen Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht en Koninklijke Luchtmacht' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, nr. PA D87/028/32098, alsmede nr. CD/RAI/1988/317/MZ d.d. 21 november 1988 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 8 d.d. 11 januari 1989), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, nr. R&B/OSA/2002/1425 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 114 d.d. 19 juni 2002)) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 24 juni 2002.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,namens deze,
De Algemene Rijksarchivaris,
M.W. van Boven.
De Minister van Defensie,namens deze,
De plaatsvervangend Secretaris-Generaal,
H.H. Hulshof.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

Selectielijst Beleidsterrein rijkshuisvesting, 1945 - ,onderdeel Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, Ministerie van Defensie

Eindversie mei 2002

Toelichting

Inleiding

Wettelijk kader en achtergronden

Ingevolge artikel 3 van de Archiefwet 1995 (Stb. 276) dient de overheid haar archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder 'archiefbescheiden' wordt verstaan alle bescheiden, ongeacht de vorm, die door een overheidsorgaan zijn ontvangen of opgemaakt (en naar hun aard bestemd zijn daaronder te berusten), dus ook digitaal vastgelegde informatie.

Het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden houdt mede in dat een overheidsarchief op gezette tijden wordt geschoond. In dat verband geldt zowel een verplichting tot vernietiging als een overbrengingsplicht. Beide rusten op degene die de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van het desbetreffende archief, de zorgdrager.

De vernietigingsplicht van de zorgdrager is in artikel 3 van de Archiefwet 1995 neergelegd, de verplichting tot overbrenging in artikel 12; dat bepaalt dat de zorgdrager zijn archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen, ter blijvende bewaring overbrengt naar een archiefbewaarplaats wanneer zij ouder zijn dan twintig jaar.

Wat de archiefbescheiden van (onder meer) de ministeries en de Hoge Colleges van Staat aangaat, is de aangewezen archiefbewaarplaats het Algemeen Rijksarchief (ARA) te 's-Gravenhage, een onderdeel van de Rijksarchiefdienst (RAD). Deze dienst ressorteert onder de Minister van OCenW en staat onder leiding van de algemene rijksarchivaris.

In verband met de selectie van hun archiefbescheiden in een (op termijn) te vernietigen deel en een (na twintig jaar) over te brengen gedeelte zijn zorgdragers verplicht selectielijsten op te stellen. In een selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging, dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Voorts dient een selectielijst de termijnen aan te geven, waarna de te vernietigen bestanddelen inderdaad moeten worden vernietigd.

Een selectielijst is naar haar aard een duurzaam instrument. Het ligt in de rede dat een organisatie een vastgestelde lijst niet een enkele keer toepast op het reeds gevormde archief, maar haar bij de hand houdt om periodiek een bepaalde aanwas van archiefmateriaal af te voeren, enerzijds ter vernietiging, anderzijds voor overbrenging ter blijvende bewaring in een archiefbewaarplaats. Voor de hand ligt derhalve dat een overheidsorganisatie een selectielijst ook voor de administratieve inrichting en het beheer van haar archief benut: dossiers kunnen bij de vorming of het opbergen reeds worden geclassificeerd naar hun uiteindelijke bestemming, subsidiair gerangschikt op vernietigingsjaar. Een selectielijst vormt zo een belangrijk onderdeel van het instrumentarium voor het beheer van de documentaire informatievoorziening in een overheidsorganisatie. Wel moet na hooguit twintig jaar een selectielijst worden vervangen.

Bij het ontwerpen van een selectielijst dient ingevolge artikel 2, lid 1 van het Archiefbesluit 1995 rekening gehouden te worden met de taak van het betrokken overheidsorgaan en zijn verhouding tot andere overheidsorganen, met de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed en met het belang van de in de bescheiden voorkomende gegevens voor de overheidsorganen, voor recht- of bewijszoekenden en voor historisch onderzoek.

Voorts moeten ingevolge artikel 3 van het Archiefbesluit 1995 bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste betrokken zijn een deskundige op het gebied van de organisatie en taken van het desbetreffende overheidsorgaan, een deskundige ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van dat orgaan en (een vertegenwoordiger van) de algemene rijksarchivaris: dit is het zogeheten (archiefwettelijke) driehoeksoverleg.

Opzet van het Basis-selectiedocument

Een basis-selectiedocument (BSD) is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van een (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald terrein. Een BSD betreft doorgaans dan ook archiefbescheiden van verschillende overheidsorganen (veelal ook diverse zorgdragers), en wel voor zover de desbetreffende actoren op het terrein in kwestie werkzaam zijn (geweest).

Voorts is het niveau waarop geselecteerd wordt niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen van overheidsactoren, waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en (indien van toepassing) een vernietigingstermijn. Wel geldt dat een BSD met het oog op het werkterrein van PIVOT beperkt blijft tot de handelingen van organen van de centrale overheid.

Ten slotte behoort bij een BSD een rapport institutioneel onderzoek (RIO), waarin het terrein waarop de selectielijst betrekking heeft wordt beschreven en waarin de handelingen die in het BSD voorkomen, in hun functionele context worden geplaatst en toegelicht, uitgaande van de taken en bevoegdheden van de betrokken organen.

De genoemde specifieke kenmerken van een BSD staan in verband met de hieronder gememoreerde selectiedoelstelling van de RAD en de in het kader van het selectiebeleid van de RAD ontwikkelde zogeheten PIVOT-methode. Het PIVOT-rapport “Het Rijk onder dak. Een institutioneel onderzoek op het terrein van de Rijkshuisvesting, 1922-1994” (PIVOT-rapport nr. 45. 's-Gravenhage, 1997)” vormt de grondslag van de voorliggende selectielijst. Het rapport geeft een overzicht van de actoren op het terrein van de Rijkshuisvesting en beschrijft het handelen van de organen van de rijksoverheid op dat terrein.

Totstandkoming van het BSD

Het voorliggende BSD is vervaardigd op basis van het bovengenoemde RIO met betrekking tot het terrein van de Rijkshuisvesting, onderdeel Minister van Defensie. RIO en BSD zijn het resultaat van een werkafspraak tussen het Project invoering verkorting overbrengingstermijn (PIVOT) van de RAD enerzijds en de Minister van Defensie anderzijds. De werkafspraak hield in dat in onderlinge samenwerking een institutioneel onderzoek zou worden uitgevoerd op het beleidsterrein resulterend in een RIO en een BSD.

Einddoel van de samenwerking was om met toepassing van de methodiek van PIVOT te komen tot een ontwerp-selectielijst ten behoeve van de selectie van de archiefbescheiden van de en ten behoeve van de overbrenging naar het ARA van de voor blijvende bewaring in aanmerking komende archiefbescheiden op het beleidsterrein. Het institutionele onderzoek is uitgevoerd door een medewerker van PIVOT, die zowel het RIO als het BSD heeft samengesteld.

Op 29 mei 2001 is het ontwerp-BSD door de Minister van Defensie aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 juli 2001 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van Defensie, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie / regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant 123 van 29 juni 2001 en in het Archievenblad.

Voorafgaand aan het driehoeksoverleg had op voordracht van de Archiefcommissie van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, ook een externe deskundige op het beleidsterrein advies uitgebracht. Dit heeft geleid tot een wijziging in het BSD waarin de blijvende bewaring van voor monumentenzorg noodzakelijke gegevens voor `de voor [...] gebouwen specifieke vormgeving van het representatieve interieur of hoofdlijnen van de omgeving (tuinvormen)' mogelijk werd gemaakt.

In de vergadering van de Uitvoeringscommissie Archieven van de RvC is het BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg eventueel `en de bovengenoemde ingekomen reactie' bij de voorbereiding van het advies is/zijn meegenomen.

Op 14 januari 2002 bracht de RvC advies uit (arc. 2002.3242/2), hetwelk naast enkele tekstuele correcties aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst: de vernietigingstermijnen van handelingen 16, 17, 19, 21, 23-27, 34,35, 40, 45 en 48-50 zijn verlengd van 6 naar 7 jaar.

Daarop werd het BSD op 17 april 2002 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en de minister van Defensie vastgesteld met kenmerk R&B/OSA/2002/1182.

Achtergrond en doelstelling

Selectiedoelstelling

Het BSD is opgesteld tegen de achtergrond van de selectiedoelstelling van de RAD/PIVOT, zoals die door de Minister van WVC bij de behandeling van het ontwerp van de Archiefwet 1995 in de Tweede Kamer op 13 april 1994 is verwoord. De selectiedoelstelling luidt: het mogelijk maken van een reconstructie van de hoofdlijnen van het handelen van de overheid. Door het Convent van Rijksarchivarissen is de selectiedoelstelling vertaald in de richting van de (bewaar)doelstelling van de RAD als `het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring'.

De algemene selectiedoelstelling is geoperationaliseerd voor het terrein van de Rijkshuisvesting na 1945. Dat wil zeggen dat de geformuleerde handelingen van alle betrokken overheidsactoren zijn gewaardeerd op de bijdrage die zij leveren aan de verwezenlijking van de selectiedoelstelling. De selectie gold derhalve de vraag ten aanzien van welke handelingen de administratieve neerslag noodzakelijk zou zijn om een reconstructie mogelijk te maken van de hoofdlijnen van het handelen op het beleidsterrein en op het taakveld van de rijkshuisvesting.

Selectiecriteria

Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van deze algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek in kaart zijn gebracht, gelet op de uit de contextbeschrijving naar voren gekomen hoofdlijnen van het overheidshandelen.

De algemene selectiecriteria van PIVOT zijn positief geformuleerd; het zijn bewaarcriteria. Is een handeling op grond van een criterium gewaardeerd met B (`blijvend te bewaren'), dan betekent dit dat de administratieve neerslag van die handeling te zijner tijd geheel dient te worden overgebracht naar het ARA. De neerslag van een handeling die niet aan een van de selectiecriteria voldoet, wordt dus in principe niet overgebracht. De waardering van de desbetreffende handeling luidt dan V (op termijn te vernietigen), onder vermelding van de periode waarna de vernietiging dient plaats te vinden. De neerslag die uit dergelijke handelingen voortvloeit, is niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.

Algemene criteria

De thans door PIVOT gehanteerde algemene bewaarcriteria luiden als volgt:

Categorie 1. Handelingen die betrekking hebben op beleidsvoorbereiding, -bepaling en -evaluatie.

1.1 opstellen, wijzigen en evalueren van koninklijke besluiten inzake de Rgd en andere organen;

1.2 opstellen van beleidsnota's;

1.3 vaststelling van (meerjaren-)planningen;

Categorie 2. Handelingen gericht op externe verantwoording en/of verslaglegging.

2.1 verslaglegging aan Staten-Generaal;

2.2 verslaglegging aan Ministerraad;

Categorie 3. Adviezen gericht op de hoofdlijnen van het beleid.

3.1 advisering door de grote adviesorganen en -raden;

3.2 adviezen van andere overheidsorganen met betrekking tot handelingen uit de categorieën 1, 4, 5, 7, 8 en 9;

3.3 overleggen met belanghebbenden in de rijkshuivesting: gebruikers, gemeenten, brancheorganisaties op het gebied van de bouw;

Categorie 4. Handelingen gericht op het stellen van regels gerelateerd aan de hoofdlijnen van het beleid.

4.1 ministeriële regelingen die betrekking hebben op de uitvoering van het rijkshuisvestingsbeleid;

4.2 het evalueren van huisvestingsbeleid(-sinstrumenten);

4.3 documenten waarin een overheidsorgaan aangeeft hoe het in specifieke gevallen van zijn bindende adviseringsbevoegdheden gebruik gaat maken zoals normstellingen

Categorie 5. Handelingen gericht op de (her)indeling van de beleidsorganisatie, belast met de uitvoering en vaststelling van het beleid.

5.1 reorganisaties, instelling en opheffing van beleidsorganen en directies;

5.2 uitbesteding van beleidsuitvoering;

5.3 opzetten van uitvoeringsorganisatie;

5.4 bestemming van gebouwen voor organisaties.

Categorie 6. Uitvoerende handelingen die onmisbaar zijn voor de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.

6.1 het stellen van kaders waarbinnen het rijkshuisvestingsbeleid wordt uitgevoerd;

Categorie 7. Uitvoerende handelingen die het algemeen democratisch functioneren mogelijk maken.

7.1 behandeling kamervragen;

Categorie 8. Uitvoerende handelingen die onttrokken zijn aan democratische controle en direct gerelateerd zijn aan hoofdlijnen van het beleid.

8.1 gedacht moet hier worden aan het adviseren van particuliere organisaties.

Categorie 9. Uitvoerende handelingen die direct gerelateerd zijn aan of direct voortvloeien uit voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

9.1 handelingen die in het kader van een `bijzondere omstandigheid' tot stand komen, zoals bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog.

De criteria zijn vooral ontwikkeld door de selectiedoelstelling te koppelen aan het uit de bestuurskunde afkomstige model van de beleidscyclus als voorstelling van feitelijk overheidshandelen. De fasen van de cyclus zijn achtereenvolgens beleidsvoorbereiding (inclusief agendavorming), -bepaling, -uitvoering en -evaluatie/terugkoppeling. De toepassing van het model bij de selectie van overheidsarchief is uiteengezet in de PIVOT-brochure Handelend optreden (Rijksarchiefdienst/PIVOT, 's-Gravenhage 1993).

Specifieke criteria

Naast algemene criteria zijn, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, in dit BSD specifieke criteria geformuleerd voor handelingen die met behulp van de algemene criteria niet kunnen worden gewaardeerd.

Categorie 10. Handelingen die hebben geleid tot de registratie van gegevens betreffende de vastgestelde constructie van rijksgebouwen.

Belanghebbenden voor permanente bewaring:

Het rijk als eigenaar en zijn rechtsopvolgers (rechtzoekende burger).

De architectuurgeschiedenis.

De topografische geschiedenis.

Overwegingen nader uit te werken in het driehoeksoverleg

Categorie 11. Handelingen die hebben geleid tot de registratie van gegevens die het behoud of de reconstructie van het uiterlijk voorkomen van rijksgebouwen, en de voor deze gebouwen specifieke vormgeving van het representatieve interieur of hoofdlijnen van de omgeving (tuinvormen) mogelijk maken.

Belanghebbenden voor permanente bewaring:

Monumentenzorg.

De architectuurgeschiedenis.

Overwegingen nader uit te werken in het driehoeksoverleg

Te vernietigen zijn dus:

- in het algemeen: het uitvoeren van en adviseren bij feitelijke handelingen, met uitzondering van gegevens inzake:

* de totstandkoming van de bouwkundige producten van architecten in hoofdlijnen

* de gegevens van belang voor het blijvend behoud van een pand of een monument.

- advisering omtrent beleidsuitvoering (ook indien de handeling zelf voor bewaren in aanmerking komt);

- het maken van afspraken naar aanleiding van in de rijksbegroting vastgestelde plannen (accountsmanagement).

- het instellen van commissies die belast zijn met aspecten van de uitvoering van beleid;

- het verhalen van kosten;

- het geven van voorlichting;

- het in stand houden van uitvoeringsorganisatie en -systemen

- het technisch organiseren van overleg, symposia, oefeningen en platforms;

Reikwijdte BSD

Het BSD dient als selectie-instrument voor de bewaring of vernietiging van de archiefbescheiden die voortvloeien uit de handelingen van de rijksoverheid en door het rijk ingestelde ZBO's. Het BSD geldt als selectielijst zoals bedoeld in artikel 5 van de Archiefwet 1995. Het BSD wordt niet in zijn geheel vastgesteld, maar in etappen. Per zorgdrager wordt een deel van het BSD vastgesteld.

Aan de opstelling van dit basisselectiedocument ging de vaststelling van een Rapport Institutioneel Onderzoek vooraf, waarvan de handelingen met betrekking tot het beleidsterrein Rijkshuisvesting in kaart zijn gebracht. Deze inventarisatie heeft plaats gevonden in overleg met de Rijksgebouwendienst. De beschreven handelingen zijn te beschouwen als processen die gegevens opleveren. Aan de hand van deze handelingen worden de gegevens nader geselecteerd.

Het onderhavige document is gebaseerd op het PIVOT-rapport nummer 45. Tijdens archiefselectie- en inventarisatieprojecten van archiefbestanden gevormd door de zorgdrager minister van Defensie; DGW&T werden dossiers aangetroffen die het resultaat waren van handelingen die thuishoren onder het beleidsterrein Rijkshuisvesting. Echter, deze actor was niet onderkend tijdens het onderzoek. Hierop werd door medewerkers van defensie een aanvullend onderzoek gedaan. Dit resulteerde in een aanpassing van het voorliggend BSD.

Een aantal handelingen zijn alsnog, in enigszins aangepaste vorm, toegekend aan de minister van Defensie. Het betreft de handelingen met de RIO-nrs. 8, 20, 22, 138, 139, 163, 164, 165, 166, 171, 190, 193, 194, 196, 198, 205, 206, 207, 208, 209, 210 en activiteit 16 in bijlage 1 (activiteiten bij handeling 67). In PIVOT-rapport nummer 45 en het daarop gebaseerd BSD wordt als actor de minister van VROM genoemd. Nader archief en literatuuronderzoek heeft aangetoond dat voornoemde handelingen ook uitgevoerd worden door de minister van Defensie.

Daarnaast zijn acht nieuwe handelingen voor de actor minister van Defensie geformuleerd, te weten de BSD handelingen nrs. 9, 27, 33, 39, 45, 46, 58 en 59. Deze handelingen zijn in het BSD voorzien van de RIO-nrs. 1000-1007.

Tenslotte is activiteit 11 (Het aankondigen van de aanbesteding) vervangen door: het goedkeuren van het bestek en de begroting)

Het archief van DGWT betreft het werk van een uitvoerende instantie op het gebied van materiële voorzieningen aan overheidsinstellingen (een z.g. 08 archief). Omdat gebouwen echter blijvende voorzieningen van omvangrijke aard zijn, die ingrijpen in de topografische omgeving, krijgen zij een monumentaal karakter. Het gegevensbeheer over deze gebouwen is van belang:

- voor de overheidsadministratie als eigenaar en beheerder voor de duur waarop het gebouw in overheidsbezit is;

- indien het gebouw wordt overgedragen: voor de eigenaar van het gebouw als rechtsopvolger van de rijksoverheid;

- gezien het mogelijk monumentale karakter: voor de architectuurgeschiedenis, de topografische geschiedenis en de geschiedenis van de ruimtelijke omgeving. In dit geval is er sprake van een bijzonder kunsthistorisch belang.

Een van de hoofdlijnen van het overheidshandelen is het beschikbaar houden van gegevens ten behoeve van de architectuur. Dit kwam reeds tot uiting bij de instelling van o.m. het bouwbureau van de Rijksbouwkundige voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in 1875; recentelijk wordt het bevestigd door de Nota Architectuurbeleid van 1992. Voor de raadpleging van deze gegevens bestaan ook specifieke klantengroepen die op het gebied van bouwkunst een speciale bouwtechnische of kunsthistorische scholing ontvangen; ook deze scholing is vanaf de benoeming van een referendaris van Kunsten en Wetenschappen in 1875 een onderwerp van rijksoverheidsbeleid geweest. De Rijksgebouwendienst heeft deze situatie reeds onderkent. Dit blijkt uit de omvangrijke monografie De rijksbouwmeesters, twee eeuwen architectuur van de Rijksgebouwendienst en zijn voorlopers, die in 1995 verscheen. Tal van architectuur- en cultuurhistorische publicaties op grond van archiefonderzoek worden verder door deze dienst geïnspireerd.

Actoren

Het voorliggende BSD betreft de handelingen van:

De Minister van Oorlog/Defensie, 1945-

- (Sectie) Dienst der Genie, afdeling Koninklijke Landmacht, Centraal Bouwburo, 1946-1952.

- Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, 1952-

Commissie, belast met het onderzoek naar mobilisatiemagazijnen

Commissie, belast met het adviseren van de Inspecteur der Genie en de DGWT inzake de plaats en de te stellen eisen aan complexen van mobilisatiemagazijnen.

Eerdere vernietigingslijsten

Het BSD bestrijkt een terrein dat in het verleden slechts gedeeltelijk door een vernietigingslijst werd gedekt. Het is dus deels een nieuw instrument, deels een instrument ter vervanging van een eerder vastgestelde selectielijst. Tegelijkertijd met de vaststelling van de selectielijst vervallen de categorieën 26, 27 en 28 van hoofdstuk 1000, categorie 6 van hoofdstuk 3216, categorieën 1, 2, 3, 4, 8, 17, 18, 19, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31, 32, 34, 40, 41, 43, 44, 45 en 46 van hoofdstuk 4300, categorie 12 van hoofdstuk 5300 en categorieën 9, 10 en 18 van hoofdstuk 6100, 7100 en 8100 van de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken van het Ministerie van Defensie (vastgesteld bij gemeenschappelijke beschikking door de Minister van Defensie en de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, nr. EAO 250.880/2b, alsmede no. OKN/O/MA 154.391 d.d. 30 december 1969, laatstelijk gewijzigd bij gemeenschappelijke beschikking van de Minister van Defensie en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, nr. A94.223WK/NF (gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 60 d.d. 25 maart 1994) alsmede alsmede Koninklijke marine hoofdstuk 1, paragraaf 3A, nr. 25 en hoofdstuk 1, paragraaf 3B, nr. 18; Koninklijke landmacht hoofdstuk 1, paragraaf 3I, nr. 25; hoofdstuk 1, paragraaf 3II, nr. 18; Koninklijke luchtmacht hoofdstuk 1, paragraaf 3d, nr. 25 van de 'Lijst van te vernietigen archiefbescheiden Krijgsmachtdelen Koninklijke marine, Koninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht (vastgesteld bij gemeenschappelijke beschikking door de Minister van Defensie en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, No. PA D87/028/32098, alsmede No. CD/RAI/1988/317/MZ d.d. 21 november 1988 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 8 d.d. 11 januari 1989)).

Selectielijst

Gebruiksaanwijzing selectielijst

De handelingen in het BSD zijn naar actor gerangschikt, volgens de in het RIO toegepaste indeling, en volgens de in het RIO gegeven tekst, met toevoeging van:

- de waardering van die handeling (`B' of `V' van het archiefbestanddeel);

- het selectiecriterium op basis waarvan neerslag moet worden overgebracht (`B' of de vernietigingstermijn van de archiefbescheiden die vallen onder de zorg van de Minister van Defensie.

In de laatste regel zijn de vernietigingstermijnen voor de neerslag van de handelingen, zoveel mogelijk op basis van bestaande vernietigingslijsten, genoteerd. De V-termijn is gerelateerd aan een bepaald moment in het administratieve proces (b.v. afgifte of vervallen van vergunningen).

Actor: Minister van Defensie

1. Kaderstellend

1.1. Beleidsvoorbereiding

1. Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 1

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen: Hierbij inbegrepen het instellen van interne werkgroepen, commissies e.d. op het beleidsterrein rijkshuisvesting

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1.3

2. Handeling: Het beantwoorden van kamervragen inzake rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 2

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

3. Handeling: Het houden van interviews, redevoeringen en het afleggen van openbare verklaringen inzake rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 3

Bron:

Periode: 1945

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

1.2. Regels en bevoegdheden

59. Handeling: Het uitsluiten van bedrijven om in te schrijven op aanbestedingen voor nieuwbouw, verbouw of onderhoud van gebouwen en terreinen.

Nummer RIO: 1005

Periode: circa 1945-1957

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 9

4. Handeling: Het stellen van interne regels voor de organisatie van de DGWT.

Nummer RIO: 8

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

5. Handeling: Het vaststellen van instructies en richtlijnen ten aanzien van de zorg voor gebouwen, werken en terreinen.

Nummer RIO: 9

Bron: 300 jaar bouwen voor de landsverdediging

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

6. Handeling: Het opstellen van regels omtrent de uitvoering van huisvestingswerkzaamheden.

Nummer RIO: 11

Bron: Afgeleid uit art. 2, lid 2 sub a, , Besluit Stb. 1952, Stb. 449 .

Periode: 1952-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

1.3 Technische instrumenten

7. Handeling: Het opstellen van onderzoeksplannen, voor wetenschappelijk-technisch onderzoek ter verbetering van procédés of van de kwaliteit van de producten.

Nummer RIO: 138

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

8. Handeling: Het ontwikkelen van methoden en technieken van de sturing van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 139

Bron:

Periode: 1945

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

N.B.: Hierbij is inbegrepen het ontwikkelen van geautomatiseerde rekensystemen voor de technische begeleiding van de rijkshuisvesting.

9. Handeling Het (laten) verrichten van onderzoeken naar militaire gebouwen en van terreinen.

Nummer RIO 1000-

Bron

Periode 1945-

Opmerking:

Hierbij is o.m. inbegrepen asbest- en akoestisch onderzoek van militaire gebouwen en terreinen, alsmede o.a. het verwijderen van asbest en het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen (geluidssanering)

Beoordeling: B

Selectiecriteria: 3

1.4. Planning

10. Handeling: Het opstellen van jaarplannen voor de werkzaamheden van de DGWT.

Nummer RIO: 20

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen het betreft hier het voorbereiden, samenstellen en vaststellen van nieuwbouw-, verbouw- en onderhoudsprogramma's

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

11. Handeling: Het periodiek verslag uitbrengen inzake de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 22

Bron:

Periode: 1924-1989

Product: voorbeelden zijn jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen, interne controlerapporten

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 2

1.5. Opzet van de administratie

13. Handeling: Het opzetten van geautomatiseerde registratiesystemen voor de administratie van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 155

Bron:

Periode: 1988 -

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

14. Handeling: Het stellen van regels voor de administratie van nieuw- en verbouwprojecten.

Nummer RIO: 156

Bron:

Periode: 1992-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

2. Uitvoerend

2.1. Administratie

15. Handeling: Het registreren van eigendommen en in gebruik zijnde rijksgebouwen (de gebouwenvoorraad)

Nummer RIO: 161

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

16. Handeling: Het registreren van lopende nieuw- en verbouwprojecten.

Nummer RIO: 163

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar

17. Handeling: Het registreren van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen.

Nummer RIO: 164

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar

18. Handeling: Het (geautomatiseerd) administreren van de voorraad.

Nummer RIO: 165

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar

19. Handeling: Het sluiten van periodieke verzekeringscontracten voor gebouwen en terreinen.

Nummer RIO: 166

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na verloop van het contract.

2.2. Verkrijging en vervreemding

In dit hoofdstuk zijn niet opgenomen: de aanleg van verdedigingswerken tegen een invallende vijand. Deze handelingen maken deel uit van het beleidsterrein militaire operatiën.

20. Handeling: Het verkrijgen van onroerende goederen of daarmee verbonden rechten.

Nummer RIO: 44

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen:

Voorbeelden zijn:

* de infrastructurele voorzieningen op oefenterreinen, die na 1945 zijn aangeworven.

* de onroerende goederen, die in de jaren 1940-1945 in opdracht van de bezetter door de Rgd zijn gebouwd en nadien aan de krijgsmacht zijn overgedragen.

* de terreinen, die door elke gemeente aan Defensie zijn afgestaan voor mobilisatiemagazijnen. De acquisitie van deze terreinen geschiedde mede op aanbeveling van de Rijks Planologische Dienst. De activiteiten werden verricht door een commissie inzake mobilisatiemagazijnen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

21. Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Nummer RIO: 194

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen:

Hierbij wordt ook verstaan inhuring, huurvernieuwing of verlenging, ontbinding van de huur.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

22. Handeling: Het overleggen met de verhuurder over aan het object te treffen voorzieningen.

Nummer RIO: 196

Bron:

Periode: 1945

Opmerkingen: Het betreft voorzieningen die, indien het gebouw rijkseigendom was, als onderhoud zouden moeten gelden.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

23. Handeling Het instemmen met de huur van gebouwen door de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO 197

Periode 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging huur

24. Handeling: Het sluiten van huurkoop- of lease-contracten voor (gedeelten van) gebouwen.

Nummer RIO: 198

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen Er zijn twee vormen van leasing:

- Financial lease, waarbij de economische risico's voor de leaser zijn;

- Operational lease, waarbij de economische risico's voor de lender zijn.

In beide gevallen gaat de eigendom uiteindelijk over naar de leaser.

Lease-contracten kunnen ook tussentijds worden afgekocht met bedragen à fonds perdu, in welk geval er sprake is van een normale koophandeling. Nadat de eigendom is overgegaan naar de leaser is sprake van het verkrijgen van onroerende goederen, waarbij dan handeling 20 van toepassing is.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

25. Handeling Het instemmen met de huurkoop of lease van gebouwen door de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO 199

Periode 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging huurkoop of lease

26 Handeling Het bemiddelen bij de verkoop van een door de dienst der Domeinen van het ministerie van Financiën te verkopen onroerend goed aan een gesubsidieerde instelling.

Nummer RIO 169

Bron Domeinen in beeld, p.15

Periode: 1976-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na verkoop

27 Handeling Het voorbereiden van de verkoop van onroerende goederen door de dienst der Domeinen.

Nummer Rio 1001

Bron: Archief

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na verkoop

2.3. Beheer van Rijkseigendommen

28 Handeling: Het toekennen van namen aan (militaire) gebouwen, wegen en terreinen.

Nummer RIO: 45

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen Gedacht moet worden aan benamingen als Koningin Julianakazerne, Prins Alexanderkazerne etc.

Product Legerorder 1948, no. 200 L-LM, houdende vaststelling van de namen van de kazernes.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

29 Handeling: Het overdragen van het beheer van onroerende goederen aan de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO: 47

Bron: Protocol-taakverdeling DGWT-Rgd, oktober 1985.

Periode: 1985-

Opmerkingen: Het betreft hier gebouwen die niet op militaire terreinen staan, maar die inmiddels monumentale waarde hebben gekregen. De belangrijkste zijn het Armamentarium in Delft en het Koninklijk Militair Tehuis Bronbeek bij Velp.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

30. Handeling: Het overdragen van het beheer van onroerende goederen aan de dienst der Domeinen.

Nummer RIO: 171

Bron:

Periode: 1945 -

Opmerkingen Aan deze overdracht gaat een onderzoek vooraf over de staat van het goed. Hierbij is bijv. van belang of er geen bodemverontreiniging kan worden geconstateerd.

Product: Proces-verbaal van overdracht.

Middelenafspraak met het Ministerie van Financiën voor de aanwending van de uit de overdracht verkregen middelen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

31. Handeling: Het sluiten van overeenkomsten tot regeling van zakelijke rechten verbonden aan rijksgebouwen.

Nummer RIO: 48

Bron: Art. 38, lid 1, Comptabiliteitswet 1976.

Periode: 1922 -

Opmerkingen De overeenkomsten worden gesloten door de Rgd. De minister verleent instemming.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

32. Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor het gebruik van rijksgebouwen en dienstwoningen.

Nummer RIO: 49

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

33. Handeling Het aanwijzen van een woning tot ambts-, dienst of garnizoenswoning.

Nummer RIO 1002

Bron: Archief

Periode 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na intrekking aanwijzing

34. Handeling: Het (onder)verhuren of ter beschikking stellen van (dienst)woningen, militaire gebouwen en terreinen, of gedeelten daarvan.

Nummer RIO: 50

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen Het gaat hier onder meer om de beschikbaarstelling van gebouwen (of gedeelten daarvan) en terreinen aan derden voor vergaderingen, examens, openbare aanbestedingen, manifestaties e.d., alsmede het ter beschikking stellen van leegstaande kazerne's ten behoeve van de opvang van asielzoekers en vluchtelingen, alsmede het verhuren van terreinen voor jacht en visserij.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging overeenkomst

35. Handeling: Het sluiten van verhuurcontracten van panden of delen daarvan.

Nummer RIO: 190

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na afloop van het contract.

36. Handeling: Het ter bezichtiging openstellen van panden.

Nummer RIO: 193

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen Gedacht moet worden aan monumenten, stijlzalen e.d. Hierbij is ook begrepen het heffen van entree e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 5 jaar

2.4. Bouwwerkzaamheden

Onder de bouwwerkzaamheden van de DGWT kan men rekenen:

- Mobilisatiedepots in verschillende gemeenten, op advies van de Rijks Planologische Dienst aangebracht;

- Werkplaatsen voor bewerking en onderhoud van wapens en munitie.

- Vernieuwingen en uitbreidingen van bestaande kazernes en herziening van de inrichtingen zoals de vernieuwing van keukens en sanitaire inrichtingen, de bouw van kantoren, sporthallen en voorzieningen voor vrouwelijke militairen.

- Uitbreiding en nieuwbouw van opleidingsinstellingen b.v. voor de KMA en de LETS.

- Gebouwen voor de rijksverdedigingsorganisatie TNO.

- baanverdraaiing en herinrichting van de vliegbasis Eindhoven, werkzaamheden aan de vliegbasis Soesterberg.

- Voorzieningscentra voor brandstof, bijvoorbeeld het NAVO-pijpopleidingssysteem.

- Infrastructurele werkzaamheden aan oefenterreinen in't Harde en de Markerwaard

- Gebouwen voor AFCENT, USAFE, de US Army en andere NAVO-instellingen.

Een nagenoeg uitputtende opsomming van de verrichte bouwwerkzaamheden tot 1988 bevindt zich in de bijdragen van F.H. van den Beemt e.a. in 300 jaar bouwen voor de landsverdediging.

De bouwplannen, worden veelal ontworpen door medewerkers van de Dienst der Genie (Centraal Bouwbureau), later de DGWT. Hieraan kunnen studies vooraf gaan van werkgroepen, die adviezen verstrekken over het gewenste type bouw. Na goedkeuring van het rapport vindt desgewenst openbare aanbesteding plaats; maar de werkzaamheden kunnen ook door militairen worden uitgevoerd. Aan het gebouw worden ook infrastructurele voorzieningen gekoppeld, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van militaire activiteiten. Bijvoorbeeld het verharden van banen, waarover tanks moeten rijden.

37. Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen.

Nummer RIO: 67

Bron:

Periode: 1947-

Producten: Bestek, aanbestedingscirculaire en aanbestedingscontract; het bestek bevat:

- tekeningen van constructies;

- ontwerpen van installaties;

- voortgangsrapportage, staten van meer- en minderwerk;

- proces-verbaal van oplevering.

Beoordeling: Zie de activiteiten, beschreven in bijlage I.

38. Handeling: Het (doen) ontwerpen van standaard bouweenheden en modellen.

Nummer RIO: 68

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen: Gedacht moet worden aan barakken, keukens, sporthallen e.d.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

58. Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van en aan standaard bouweenheden en modellen.

Nummer RIO: 1003

Bron: Archief

Periode: 1945-

Opmerkingen: Gedacht moet worden aan barakken, keukens, sporthallen e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na verkoop of sloop. Uitgezonderd handelingen mbt bouwwerkzaamheden en onderhoud m.b.t. interneringskampen en opvangkampen voor burgers deze handelingen B, 6

39. Handeling: Het (laten) aanleggen en instandhouden van brandstofinstallaties en pijpleidingen.

Nummer RIO: 1004

Bron: Archief

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 5 jaar na amovatie

— Handeling: Het uitvoeren van het aanbrengen van geluidswerende voorzieningen in woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, gelegen binnen de geluidszone van een militair luchtvaartterrein, en het houden van toezicht daarop

Nummer: RIO

Bron: Regeling geluidswerende voorzieningen, 13 april 1983, Stcrt. 100, gewijzigd bij Regeling geluidswerende voorzieningen, 6 februari 1997, Stcrt. 47

Periode: 1983 -

Opmerking: De uitvoering is opgedragen aan een per lokatie (militair luchtvaartterrein) opgerichte Stichting Geluidwerende Voorzieningen (SGV) De SGV levert alleen het bestuurlijk kader. De advisering, voorbereiding, begeleiding en het toezicht is uitbesteed aan een adviesbureau

Is opgenomen als handeling 1012 in de selectielijst beleidsterrein burgerluchtvaart voor wat betreft de actor minister van Defensieen daaronder ressorterende commissies, 1945 -.

2.5. Onderhoudswerkzaamheden

40. Handeling: Het (laten) uitvoeren van planmatig vastgestelde onderhouds-, verbouwings- en herstelwerkzaamheden aan bestaande gebouwen, wegen en terreinen.

Nummer RIO: 90

Bron: Legerorder 1946, nr. 368 Afgeleide van art. 1, lid 2 sub c en d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1945-

Opmerkingen: Hierbij ook de aanleg en het onderhoud van sportvelden

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na afstoten

41. Handeling: Het op aanwijzing van de minister, belast met Kunst, (laten) uitvoeren van verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden aan rijksmonumenten.

Nummer RIO: 91

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen: Voorbeeld van een project:

Verbouwing en restauratie van het Kasteel van Breda als gebouw van de Koninklijke Militaire Akademie.

Onderhoud van het armamentarium in Delft (tot 1984).

Herstel van Fort Pampus

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

42. Handeling: Het (laten) uitvoeren van de plaatsing van technische installaties in gebouwen en het treffen van veiligheidsvoorzieningen in gebouwen en op terreinen.

Nummer RIO: 92

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen Bij installaties moet worden gedacht aan: voorziening van gas-, water- en electriciteitsleidingen, liften, transportmiddelen, zonwering, blussystemen, telefoon, e.d.

Bij overdracht van het gebouw of terrein aan een nieuwe eigenaar kan de neerslag van de handeling worden overgedragen.

Producten: Ontwerpen en revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen.

Bestek, aanbestedingscirculaire en aanbestedingscontract; het bestek bevat tekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen.

Rekening met betrekking tot de afwikkeling van het contract.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar na wijziging of na sloop van het gebouw, of na afstoten terrein

Producten: Ontwerpen en revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen en bestek (bevat tekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen) betreffende monumenten.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

43. Handeling: Het uitoefenen van toezicht op het gebruik van militaire gebouwen

Nummer RIO: 93

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen: Onder toezicht wordt o.m. verstaan: het keuren van installaties, de controle van de inrichting, de beproeving van brandblusmiddelen en andere veiligheidsinstallaties, het controleren van geregelde schoonmaakwerkzaamheden.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na laatste keuring

44. Handeling: Het aan de hand van meldingsformulieren en staten van verandering verrichten van onderhoudswerken.

Nummer RIO 94

Bron: Voorschrift nr. 2-1170

Periode: 1945 -

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na laatste onderhoud

45. Handeling: Het sluiten van contracten met openbare nuts- en andere bedrijven voor de levering van exploitatievoorzieningen.

Nummer RIO: 1006

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 14-15.

Periode: 1945 -

Opmerkingen Gedacht moet hierbij worden aan de levering van gas, water, elektriciteit, en periodiek onderhoud van zowel gebouw als terrein door een schoonmaakdienst.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging contract

46. Handeling: Het laten uitvoeren van periodieke keuringen of periodiek garantie-onderhoud door vaste contractpartners.

Nummer RIO: 1007

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na laatste keuring of onderhoud

47. Handeling: Het laten aanpassen van installaties aan veranderde regelgeving.

Nummer RIO: 94

Bron:

Periode: 1945.

Opmerkingen: Gedacht moet worden aan de Hinderwet en de Wet milieubeheer, veiligheidsvoorschriften, brandweervoorschriften, milieuvoorschriften, voorschriften van bouw- en woningtoezicht e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

48 Handeling: Het per object (doen) opstellen van onderhoudsplannen

Nummer RIO: 95

Bron:

Periode: 1945-

Opmerkingen: product: onderhouds- en inspectieschema's.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar

49 Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake periodiek onderhoud en reiniging van rijksgebouwen.

Nummer RIO: 173

Bron: Art.2, lid 2, sub c, art.4, lid 4a, Besluit Rijkshuisvesting, Regeling Technische Uitwerking 1991

Periode: 1991 -

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging overeenkomst

50 Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake periodiek onderhoud en reiniging van monumenten.

Nummer RIO: 174

Bron Art.2, lid 2, sub c, art.4, lid 4a, Besluit Rijkshuisvesting, Regeling Technische Uitwerking 1991

Periode: 1991 -

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar na beëindiging overeenkomst

2.6. Bijzondere voorzieningen op basis van speciale regelingen

De hier beschreven handelingen hebben betrekking op de uitvoering van

- wettelijke bepalingen of daaraan afgeleide voorschriften bij de verkrijging van bouwvergunningen;

- voorschriften ten aanzien van bijzondere categorieën gebouwen, zoals monumenten en paleizen.

- subsidieregelingen die door verschillende ministers worden toegekend voor het treffen van speciale voorzieningen. Meestal gaat het om het treffen van extra voorzieningen, die zonder deze subsidieregels niet op dit moment zouden zijn uitgevoerd. Zij hebben betrekking op:

- energiebesparing;

- milieuzorg;

- cultuurbehoud;

- toegankelijkheid voor gehandicapten.

Voor een deel maken deze handelingen deel uit van projecten. De regelingen vinden dan soms fasegewijs plaats tijdens de projectvoorbereiding. In andere gevallen worden deze handelingen ook in het onderhoud meegenomen.

51 Handeling: Het opstellen van een milieuzorgprogramma

Nummer RIO: 205

Bron: Nationaal Milieubeleidsplan-plus, actiepunt 152.

Periode: 1989-

Opmerkingen: Dit milieuzorgprogramma is o.m. gericht op preventie van bodemverontreiniging, zoals omschreven in de Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 12.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar na afsluiting dossier

52 Handeling: Het inventariseren van mogelijke bodemverontreiniging in de beheerde objecten

Nummer RIO: 206

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 13.

Periode: 1994 -

Opmerkingen: Deze regel is gebaseerd op het Besluit Verplicht Bodemonderzoek Bedrijfsterreinen en vult het inventarisatiewerk van de provinciale stichtingen Bodemsanering Bedrijfsterreinen (de z.g. BSB-acties) aan.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar na afsluiting dossier

53. Handeling: Het (laten) verrichten van milieukundig bodemonderzoek op (mogelijk) verontreinigde objecten.

Nummer RIO: 207

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen.

Periode: 1994-

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar na afsluiting dossier

Opmerkingen: Redenen voor bodemonderzoek kunnen zijn:

- Bouwwerkzaamheden: In het kader van het Bouwbesluit en aan daaraan aansluitende gemeentelijke bouwverordeningen moet eerst de bodem worden onderzocht op mogelijke verontreiniging. In dat geval maakt bodemonderzoek deel uit van een project.

- Een verzoek van de dienst der Domeinen, voorafgaand aan overdracht van het beheer aan de dienst. In dat geval kan een reinigingsprocedure aan de overdracht vooraf gaan.

- Vastgestelde verontreiniging als gevolg van een inventarisatie van bodemverontreiniging op een bedrijfsterrein van het rijk door een VSB-actie of andere verplichtingen.

Het bodemonderzoek wordt in de regel uitbesteed.

54. Handeling: Het doen uitvoeren van veiligheids- en gezondheidsplannen in rijksgebouwen.

Nummer RIO: 208

Bron: ARBO-wet.

Periode: 1994 -

Opmerkingen Het veiligheids- en gezondheidsplan kan verwerkt worden in nieuwbouwprojecten, maar kan - gesubsidieerd door de minister, belast met Milieubeheer - ook in bestaande projecten worden uitgevoerd. De procedure is als volgt. Na het ontwerp van een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V & G-plan) door de rijksbouwmeester wordt overleg gevoerd met de bouworganisatie met wie de minister het contract heeft gesloten. Daarna wordt het plan vastgesteld. Na de aanneming van het werk licht de rijksbouwmeester samen met de uitvoerder van het project de werknemers voor. De rijksbouwmeester ziet erop toe dat op de werkplaats het V & G-plan wordt in acht genomen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

55. Handeling: Het toelaten van milieu-audits bij bouwprojecten.

Nummer RIO: 209

Bron: Kwaliteitsnormen rijkshuisvesting, milieurichtlijnen en preferenties. 1992.

Periode: 1992 -

Opmerkingen Milieu-audits worden uitgevoerd door de Inspecteur Milieuhygiëne in het kader van de convenanten Bedrijfsinterne Milieuzorg. Hierin wordt langs externe weg de milieuvriendelijkheid van het bouwproject getoetst. Hierbij kan worden gedacht aan:

* aanwending van duurzaam en/of milieuvriendelijk materiaal;

* vermijding van milieugevaarlijke stoffen (asbest, halonen);

* vermijding van bodemverontreinigende werkzaamheden (verf, ontgravingen e.d.).

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

56. Handeling: Het treffen van energiebesparende maatregelen in rijksgebouwen.

Nummer RIO: 210

Bron: De PVR's, Programma EER, Stcrt. 1991,125.

Periode: 1992 -

Opmerkingen De minister verricht een haalbaarheidsstudie inzake energiebesparende voorstellen met betrekking tot het desbetreffende rijksgebouw. Bij positieve conclusie wint hij advies in bij de Nederlandse Maatschappij voor Energie en Milieu b.v. NOVEM. Daarna voert hij een Energie Bewakingssysteem (EBS) in, bestaande uit een uit te voeren en aan te besteden bestek, voorschriften en controlewerkzaamheden.

Voor de uitvoering van dit programma is een speciaal speerpuntbudget opgezet.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

57. Handeling: Het periodiek controleren van het energieverbruik van defensiegebouwen.

Nummer RIO: 108.

Bron: Interview

Periode: 1952-1992.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Actor: Commissie, belast met het onderzoek naar mobilisatiemagazijnen

12. Handeling: Het adviseren van de Inspecteur der Genie en de DGWT inzake de plaats en de te stellen eisen aan complexen van mobilisatiemagazinnen.

Nummer RIO:

Periode 1945-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

Bijlage I: Bouwactiviteiten in het algemeen.

Bron: Verzamelde Aanwijzingen. Instructie voor de Rijksbouwmeester.

Nadere beschrijving van handeling 67 RIO (37 BSD)

Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen.

Over het geheel geldt dat de beoordeling van te bewaren stukken geschiedt op grondslag van selectiecriterium 10, en voorzover het monumenten betreft selectiecriterium 11.

1. Activiteit: Het maken van afspraken over een nieuw gebouw

Product: Contract

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

2. Activiteit: Het vaststellen van een program van eisen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

3. Activiteit: Het (doen) opstellen van een voorlopig ontwerp met een voorlopige begroting.

Opmerkingen: Dit werk kan ook door een particuliere architect worden uitgevoerd.

Product: Voorstukken, voorlopige begroting

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: Voorlopig ontwerp

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

4. Activiteit: Het toetsen van het voorlopig ontwerp aan het program van eisen.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na vaststelling definitief ontwerp

5. Activiteit: Het opstellen van architectonische en constructie-ontwerpen.

Opmerkingen: Ontwerpproces houdt in:

- ontwerpen door de architect;

- berekenen door de experts;

- tekenen van de bouwtekeningen en de details door de experts;

Ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot:

de gevel en de basisconstructie van de bouw. Afschrijftechnisch is dit ontwerp ca. 50 jaar houdbaar.

- infrastructurele voorzieningen. Afschrijftechnisch is dit ontwerp ca. 20 jaar houdbaar.

Deze afschrijftermijnen wisselden in de jaren 1922-1971 nog al eens op papier.

De minister en de vakminister moeten het definitieve ontwerp goedkeuren. Hierbij kan hij het advies inwinnen van het Adviesbureau.

Product: Kladontwerpen en kopieën, met uitzondering van in het bestand aangetroffen schetsontwerpen van de architect

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: Schetsontwerpen van de architect, voorontwerpen, definitief ontwerp en de daarbij gesloten adviezen.

Beoordeling: B

Selectiecritium: 6

6. Activiteit: Het (doen) opstellen en vaststellen van infrastructurele ontwerpen.

Opmerkingen: Het ontwerpproces houdt in:

ontwerpen door de architect;

berekenen door de experts.

tekenen van de bouwtekeningen en de details door de experts.

Ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot: de ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.)

de elektrische bedrading, de klimaatbeheersing, de waterleiding, de plaatsing van de verlichting en de installaties, de plafondindeling

De technische geldigheid van deze tekeningen wordt geschat op ca. 20 jaar. Daarna is als gevolg van veranderingen aan de eisen van de omgeving verandering noodzakelijk. Deze tekeningen zouden dan moeten worden vervangen door revisietekeningen. In de praktijk komt het er vaak op neer dat er wijzigingen op de reeds bestaande tekeningen zijn aangebracht (`overtekenen'). Het definitieve ontwerp wordt getoetst.

Het gaat hierbij om de uitvoering van richtlijnen en aanwijzingen, waarvoor reguliere voorzieningen worden besteld en aan technische normen wordt voldaan. Voor specifieke decoratieve voorzieningen in bijzondere gevallen is een aparte handeling opgesteld.

Product: Tekeningen ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.), elektrische bedrading, klimaatbeheersing, verlichting en de installaties, plafondindeling

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na wijziging van de tekening of sloop van het gebouw; eventeel over te dragen bij overdracht van het gebouw aan een nieuwe eigenaar.

Product: Constructietekeningen- en berekeningen, waterleidingtekeningen, tekeningen liften

Beoordeling: V

Termijn: Na sloop gebouw.

Producten Ontwerpen en revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen en bestek (bevat tekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen) betreffende monumenten.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

7. Activiteit: Het (doen) ontwerpen van representatieve interieurs en daarbij specifiek behorend meubilair

Producten: Specifieke tekeningen van interieurs of decoratieve modellen van voorwerpen of binnenhuisdetails die specifiek bestemd zijn voor het gebouw.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

8. Activiteit: Het vaststellen van de kostenraming van het gebouw.

Opmerkingen: Deze ramingen worden bij het definitief ontwerp gevoegd.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

9. Activiteit: Het verkrijgen van bouw-, milieu-, hinderwet- en andere vergunningen.

Opmerkingen Voor de aanvrage van een vergunning is de indiening van het voorlopig ontwerp vereist.

Het gaat om:

* bouwvergunningen ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening.

* hinderwetvergunningen of vergunningen ex. art. 4 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

* ontheffingen van het verbod tot het gebruik van vuurpotten ingevolge art. 2 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

Beoordeling: V

Termijn: Te vernietigen na sloop van het gebouw;

Bij overdracht van het gebouw kunnen deze stukken worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

10. Activiteit: Het aanwijzen van architecten als ontwerper van rijksgebouwen.

Bron: Aanstellingsbesluit KB van 12 juni 1946

Periode: 1946-1957

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

11. Activiteit: Het goedkeuren van het bestek en de begroting.

Opmerkingen: De goedkeuring geschiedt middels het afgeven van een machtiging tot uitvoering werken, door de directeur DGW&T namens de minister van Defensie.

De machtiging wordt aangevraagd door de directeur van een regionale directie, middels het formulier Aanvraag machtiging tot uitvoering werken. Het formulier wordt in vijfvoud ingevuld. Het eerste exemplaar (wit) wordt voor akkoord getekend en geretourneerd aan de regionale directie. Hiermee is de machtiging verleend. Dit eerste exemplaar wordt opgelegd in het projectdossier bij de regionale directie. Een doordruk van het formulier met bijlagen wordt in een dossier bij de Centrale Directie opgelegd. In principe worden alleen de dossiers bij de regionale directies bewaard. Dit impliceert dat de dossiers gevormd door de Centraal Driectie vernietigbaar zijn. Alleen als de dossiers bij de regionale directies incompleet zijn of niet worden aangetroffen, blijven de dossiers van de Centrale Directie bewaard.

Producten: Bestek, begroting, formulier Aanvraag machtiging uitvoering werken

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

12. Activiteit: Het selecteren van beeldende kunstenaars.

Opmerkingen Uitvoering van de percentageregeling beeldende kunst.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

13. Activiteit: Het sluiten van onderhandse contracten.

Opmerkingen Het gaat hier om onderhandse contracten voor kleine werkzaamheden beneden een minimum, waarvoor geen aanbestedingsprocedure is vereist.

Beoordeling: V

Termijn: 7 jaar

14. Activiteit: Het selecteren en uitnodigen van inschrijvers of onderhandelingspartners bij aanbestedingen met voorafgaande selectie, bij onderhandse aanbestedingen of bij onderhandelingsprocedures.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

15. Activiteit: Het gunnen van aanbestedingscontracten.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

16. Activiteit: Het signaleren van oudheidkundige vondsten

Opmerkingen: Indien bij graafwerk voorwerpen van hoge ouderdom of andere sporen worden ontdekt, dient het bevoegd gezag dat de bouwvergunning heeft verleend daarvan in kennis te worden gesteld. Het graafwerk wordt dan enige tijd gestaakt om archeologen in staat te stellen hun onderzoek te verrichten. Er dienen afspraken te worden gemaakt met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Monumentenwet is op de gevonden goederen van toepassing.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

17. Activiteit: Het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de bouw.

Opmerkingen: De opzichters worden bijgestaan door de expertise van de afdeling, belast met de constructie en de installaties.

Het toetsen van de bouw geschiedt echter vooral op financieel terrein en heeft betrekking op de besteding van de kosten.

Product: Declaratieformulieren

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: Bouwverslagen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

18. Activiteit: Het goedkeuren van afwijkingen van het bestek en de begroting

Product: Staten van meer- en minder werk

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

19. Activiteit: Het in oplevering aanvaarden van het gebouw.

Product: Proces-verbaal van oplevering. Hierbij kan beeldmateriaal zijn gevoegd om het resultaat van de bouw te tonen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

20. Activiteit: Het overdragen van het gebouw aan de gebruiker.

Opmerkingen: Met deze overdracht gaat gepaard: het overdragen van het toezicht op het gebouw naar de afdeling, belast met het onderhoud.

Product: Proces-verbaal van overdracht

Beoordeling: B

Termijn: 6

21. Activiteit: Het inrichten van nieuwe huisvesting.

Opmerkingen: Deze activiteit geschiedt afzonderlijk voorzover zij niet reeds in het contract met de marktpartij of projectontwikkelaar is opgenomen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Naar boven