25 juli 2002
DL/OV/02.551135
Inspectie van Verkeer en Waterstaat
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelezen het verzoek van Almag B.V./A.W. de Zwart van april 2002;
Gelet op artikel 16d van de Luchtvaartwet;
Besluit:
Artikel 1
Aan A.W. de Zwart te Kamperland wordt tot 16 juli 2003 ontheffing verleend
van de verplichting tot het hebben van een luchtvervoersvergunning voor het
vervoer van goederen en personen ten behoeve van de eigen bedrijven alsmede
de bedrijven in mede-eigendom (De Zwart Beheer B.V., Holding Intrec B.V.,
Intrec B.V., Zeeland Metaal Handel B.V., Almag B.V., Maral Holding B.V., Maral
B.V., Maral Recycling GmbH, Sealake Terminal B.V. en Luanshya Prop. (PTY)
Ltd., met luchtvaartuigen voorzien van de kenmerken PH- MRO en PH-MRD.
Artikel 2
De houder van deze ontheffing dient adequaat verzekerd te zijn:
a. tegen de aansprakelijkheid met betrekking tot de vervoerde passagiers
en goederen overeenkomstig hetgeen bij en krachtens verdrag daarover is bepaald;
en
b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt aan derden op het
aardoppervlak.
Artikel 3
Deze beschikking is gebaseerd op de statuten van Almag B.V. zoals deze
zijn opgesteld te Kapelle d.d. 10 april 1991 alsmede op het uittreksel van
de Kamer van Koophandel d.d. 13 juli 1999 van A.W. de Zwart Beheer B.V. Wijziging
van de statuten kan intrekking van de ontheffing tot gevolg hebben en dient
dan ook onverwijld aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Luchtvaart
te worden gemeld.
Artikel 4
De houder van deze ontheffing dient er zorg voor te dragen dat de bestuurder
van (het/de) luchtvaartuig(en) die voor het vervoer worden gebruikt, in ieder
geval beschikt over een vliegbewijs CPL (A).
Artikel 5
Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant en treedt in
werking op 15 juli 2002.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
De
directeur-hoofdinspecteur van de divisie Luchtvaart,
namens deze,
het
hoofd Unit Operaties en Vervoer,
H.C. Mosselman.