Samenstelling Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft kennis genomen van het feit dat de volgende leden en plaatsvervangende leden zitting hebben in de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling heeft tevens een huishoudelijke reglement opgesteld, dat hier gepubliceerd zal worden.

Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR

stcrt-2002-160-p16-SC35992-1.gif

Onafhankelijk voorzitter: de heer drs J.P. Laurier

Secretaris: mevr J.H.L.M. Grimbergen

Penningmeester: de heer J. Zwanepol

Huishoudelijk reglement Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling

Definities

In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

b. Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling: de Landelijke Cliëntenraad, bedoeld in artikel 12 van de Wet SUWI, welke thans op grond van artikel 7.13 van de Regeling SUWI functioneert in voorlopige samenstelling

c. Cliëntenorganisaties: organisaties van mensen met een uitkering en/of mensen die gebruik maken van regelingen in de sociale zekerheid op het terrein van werk en inkomen

d. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet SUWI

e. CWI: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in Hoofdstuk 4 van de Wet SUWI

f. SVb: de Sociale Verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet SUWI

g. Raad voor werk en inkomen: de Raad voor werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 3 van de Wet SUWI.

Doelstelling Landelijke Cliëntenraad

De Landelijke Cliëntenraad stelt zich ten doel een belangrijke rol te vervullen inzake de inbreng van cliënten op de beleidsterreinen werk en inkomen, meer in het bijzonder het arbeidsmarktbeleid en het reïntegratiebeleid, en de uitwerking van cliëntenparticipatie.

De Landelijke Cliëntenraad biedt een kader voor integrale betrokkenheid van de representatieve cliëntenorganisaties van uitkerings-, pensioengerechtigden en mensen met een handicap of chronische ziekte bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 1 Leden, voorzitter, secretaris en penningmeester

1. De leden van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling worden afgevaardigd door

- de volgende landelijke cliëntenorganisaties: Christelijk Nationaal Vakverbond, Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland, Cliëntenbond in de geestelijke gezondheidszorg / Stichting Landelijke Patiënten- en Bewonersraden in de geestelijke gezondheidszorg, Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties, Federatie Nederlandse Vakbeweging, Federatie van Ouderverenigingen, Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten, Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden.

- de Centrale Cliëntenraden van respectievelijk het UWV, de CWI en de SVb (2 per cliëntenraad). Op dit moment zijn deze raden nog niet geïnstalleerd. Zodra zij geïnstalleerd zijn, zullen de afgevaardigden van deze raden toetreden.

- en de volgende organisaties uit de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Landelijk Netwerk Cliënten Overleg / Samenwerkingsverband Mensen Zonder Betaald Werk, Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid, Landelijke Vereniging voor Thuislozen.

2. Voor elk lid wordt tevens een plaatsvervangend lid benoemd.

3. Er is een onafhankelijk voorzitter (tot 1 januari 2003) die wordt benoemd door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling.

4. De leden van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling kiezen uit hun midden een secretaris en een penningmeester.

Artikel 2 Einde lidmaatschap

1. De leden van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling hebben zitting tot 1 januari 2003.

2. Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopig samenstelling eindigen als het betrokken lid geen deel meer uitmaakt van de organisatie of het orgaan die onderscheidenlijk hem/haar heeft afgevaardigd.

3. Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap eindigen als de afvaardigende organisatie of het afvaardigende orgaan de afgevaardigde terugtrekt. Het terugtrekken van een afgevaardigde dient schriftelijk aan de Landelijke Cliëntenraad te worden medegedeeld.

4. Ingeval het eerste of tweede lid van toepassing is, vaardigt de betrokken organisatie of het betrokken orgaan een nieuw lid of plaatsvervangend lid af.

5. Een lid kan door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling worden geschorst bij besluit genomen met tenminste tweederde van de schriftelijk uitgebrachte stemmen. Van de schorsing en de reden daartoe wordt betrokkene binnen zes weken na het besluit bij aangetekende brief in kennis gesteld. In de brief wordt naar deze bepaling verwezen. De organisatie of het orgaan die onderscheidenlijk dat het betreffende lid heeft voorgedragen wordt gelijktijdig in kennis gesteld van het besluit.

6. Tegen het schorsingsbesluit kunnen betrokkene en zijn organisatie of orgaan schriftelijk verweer aantekenen bij de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling binnen zes weken na ontvangst van de brief waarin de schorsing door de Landelijke Cliëntenraad is medegedeeld. In dat geval wordt tenminste vier en ten hoogste acht weken na de datum van het verweer een vergadering van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling belegd, waarin de betrokkene en zijn organisatie of orgaan de gelegenheid wordt gegeven zich tegen de schorsing te verweren. Aan de uitnodiging voor deze vergadering wordt een afschrift van het verweer toegevoegd. De Landelijke Cliëntenraad beslist in een schriftelijke stemming en bij tweederde meerderheid van de stemmen of de schorsing zal leiden tot het ontheffen van betrokkene uit het lidmaatschap van de Landelijke Cliëntenraad dan wel of de schorsing wordt opgeheven.

7. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling kan met tweederde meerderheid van de schriftelijk uitgebrachte stemmen besluiten tot het ontheffen van een lid uit zijn/haar functie van secretaris of penningmeester. Een dergelijk besluit kan slechts worden genomen, nadat het betrokken lid in de gelegenheid is gesteld verweer te voeren. Indien betrokkene dit wenst, kan dit ook schriftelijk geschieden.

8. Indien de secretaris of penningmeester uit zijn functie wordt ontheven, dan kiest de Landelijke Cliëntenraad een nieuwe secretaris of penningmeester uit zijn midden.

9. De voorzitter kan door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling worden geschorst bij besluit genomen met tenminste tweederde van de schriftelijk uitgebrachte stemmen. Van de schorsing en de reden daartoe wordt betrokkene binnen zes weken na het besluit bij aangetekende brief in kennis gesteld. In de brief wordt naar deze bepaling verwezen.

10. Tegen het schorsingsbesluit kan de voorzitter schriftelijk verweer aantekenen bij de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling binnen zes weken na ontvangst van de brief waarin de schorsing door de Landelijke Cliëntenraad is medegedeeld.

11. In dat geval wordt tenminste vier en ten hoogste acht weken na de datum van het verweer een vergadering van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling belegd, waarin de voorzitter de gelegenheid wordt gegeven zich tegen de schorsing te verweren. Aan de uitnodiging voor deze vergadering wordt een afschrift van het verweer toegevoegd. De Landelijke Cliëntenraad beslist in een schriftelijke stemming en bij tweederde meerderheid van de stemmen of de schorsing zal leiden tot het ontslag uit de Landelijke Cliëntenraad dan wel of de schorsing wordt opgeheven.

12. Indien de voorzitter wordt ontslagen stelt de Landelijke Cliëntenraad een nieuwe voorzitter aan.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

1. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling voert de taken, bedoeld in de artikelen 12 en 17 van de Wet SUWI uit.

Verder heeft de Landelijke Cliëntenraad de volgende taken en bevoegdheden:

a. vaststellen en wijziging van het huishoudelijk reglement;

b. vaststelling van de jaarbegroting en het daaraan gekoppelde werkplan;

c. goedkeuring van de jaarrekening;

d. goedkeuring van het jaarverslag;

e. benoemen, ontslaan en dechargeren voorzitter, secretaris, penningmeester;

f. schorsen en ontslaan van leden.

3 De voorzitter, secretaris en penningmeester stellen jaarlijks een werkplan, jaarbegroting, jaarrekening en jaarverslag op.

4 De voorzitter, secretaris en penningmeester, zijn in tweetal bevoegd om de Raad voor werk en inkomen, overeenkomstig met het hiervoor opgestelde protocol, opdracht te geven tot het aangaan van financiële verplichtingen en overeenkomsten.

5 De voorzitter, secretaris en penningmeester kunnen taken de taken, bedoeld in het derde en vierde lid, geheel of gedeeltelijk mandateren aan de ambtelijk secretaris. Dit wordt schriftelijk vastgelegd.

6 De Landelijke Cliëntenraad maakt afspraken met de Minister, het UWV, de CWI, de SVb, de Raad voor werk en inkomen en de gemeenten over de wijze waarop deze organisatie hem de informatie verstrekt die hij nodigt heeft voor zijn taak.

Artikel 4 Werkgroepen

1. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling kan zich doen bijstaan door werkgroepen. Tot lid van deze werkgroepen kunnen zowel leden als niet leden van de Landelijke Cliëntenraad worden benoemd;

2. De Landelijke Cliëntenraad kan zowel permanente werkgroepen als ad hoc werkgroepen instellen.

Artikel 5 Ambtelijk secretariaat

1. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling heeft een ambtelijk secretariaat.

2. De leden van het ambtelijk secretariaat worden benoemd en ontslagen op voordracht van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling;

3. De Taken van het ambtelijk secretariaat worden in een instructie geregeld.

Artikel 6 Geldmiddelen

1. De geldmiddelen bestaan uit:

a) Bijdrage van de Minister;

b) Subsidies;

c) Overige baten.

2 De geldmiddelen worden beheerd door de Raad voor en inkomen, overeenkomstig het protocol dat hiervoor is opgesteld.

Artikel 7 Begroting en verslagen

1. De begroting en het werkplan voor het jaar 2002 worden voor 1 augustus 2002 door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling vastgesteld en ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd.

2. De controle van de jaarrekening over het jaar 2002 wordt verricht door een door de Landelijke Cliëntenraad aan te wijzen accountant.

3. Voor 30 maart 2003 wordt de voorzitter, secretaris en penningmeester rekening en verantwoording afgelegd aan de Landelijke Cliëntenraad op een vergadering van de Landelijke Cliëntenraad onder overlegging van de jaarrekening, bestaande uit de balans en staat van baten en lasten van het voorgaande jaar, vergezeld van het door de accountant opgemaakte verslag.

4. De jaarrekening en het jaarverslag worden voor 1 mei 2003 door de Landelijke Cliëntenraad vastgesteld en met de accountantsverklaring aan de Minister gezonden.

Artikel 8 Vergoedingen

De leden van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling en leden van de door de Landelijke Cliëntenraad ingestelde werkgroepen, voorzover geen ambtenaar, hebben recht op schadeloosstelling alsmede een vergoeding voor de reis- en verblijfkosten voorzover niet uit andere hoofde een vergoeding van deze kosten wordt verleend uit Rijks kas.

De regeling schadeloosstelling, onkosten- en reiskostenvergoeding leden en voorzitter Landelijke Cliëntenraad is opgenomen in de bijlage bij dit huishoudelijk reglement.

Artikel 9 Vergaderingen en stemmingen

1. De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling vergadert tenminste vier keer per jaar. Hij wordt bijeengeroepen door de voorzitter. Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer tenminste een vijfde van de leden de wens daartoe te kennen geeft aan de voorzitter onder vermelding van de op die vergadering te behandelen onderwerpen.

2. Voor een vergadering van de Landelijke Cliëntenraad geldt een oproeptermijn van tenminste tien werkdagen, tenzij in een - naar het oordeel van de voorzitter - spoedeisend geval.

3. De voorzitter convoceert, agendeert en presideert alle vergaderingen van de Landelijke Cliëntenraad.

4. De secretaris draagt zorg voor notulering der vergaderingen van de Landelijke Cliëntenraad.

5. Besluitvorming vindt uitsluitend ter vergadering plaats. In een vergadering van de Landelijke Cliëntenraad kunnen, voorzover elders in dit reglement niet anders wordt bepaald, slechts geldige besluiten worden genomen wanneer tenminste de helft + 1 van de leden aanwezig is.

6. Besluiten van de Landelijke Cliëntenraad worden genomen na mondelinge stemming en, voorzover elders in dit reglement niet anders wordt bepaald, bij meerderheid van stemmen. Een stemonthouding wordt geacht een blanco stem te zijn.

7. Ieder lid van de Landelijke Cliëntenraad heeft één stem. De onafhankelijk voorzitter heeft geen stemrecht.

8. Ieder lid van de Landelijke Cliëntenraad kan om een schriftelijke stemming verzoeken. Stemmingen over personen geschieden schriftelijk.

9. Ieder lid van de Landelijke Cliëntenraad kan terzake ter vergadering geagendeerde onderwerpen stemming verlangen.

10. Een lid dat ter vergadering een standpunt heeft ingebracht dat afwijkt van het besluit, kan over dat standpunt een afzonderlijke nota bij het besluit voegen.

Artikel 10 Wijziging huishoudelijk reglement

1. Het huishoudelijke reglement kan worden gewijzigd door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling.

2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid kan eerst worden genomen nadat het betreffende wijzigingsvoorstel minimaal drie maanden voor behandeling is toegezonden aan alle leden.

Op het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel kunnen door leden amendementen worden ingediend tot uiterlijk één maand voor de datum waarop de Landelijke Cliëntenraad deze wijziging in de regeling en of het huishoudelijk reglement behandelt.

3. Deze amendementen, al of niet voorzien van een pre-advies van de voorzitter, secretaris en penningmeester, zijn uiterlijk veertien dagen voor de vergadering waarin deze wijziging in de regeling en of het huishoudelijk reglement wordt behandeld, in het bezit van de leden van de Landelijke Cliëntenraad.

4. Een besluit tot wijziging van het huishoudelijk reglement kan slechts worden genomen met tweederde van de stemmen. Indien de in het derde lid bedoelde vergadering het vereiste aantal leden niet aanwezig is, wordt tenminste na twee weken maar binnen 6 weken een tweede vergadering bijeengeroepen, waarop het desbetreffende voorstel opnieuw aan de orde komt.

5. De tweede vergadering kan tot aanvaarding van het wijzigingsvoorstel besluiten met tweederde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit huishoudelijk reglement vervalt met ingang van de datum waarop de Landelijke Cliëntenraad in definitieve samenstelling wordt ingesteld.

Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op het moment van publicatie in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 19 augustus 2002.
De voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling,
J.P. Laurier.

Toelichting

Huishoudelijk reglement Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling

1. Algemeen

De Landelijke Cliëntenraad is, na de invoering van de nieuwe Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) op 1 januari 2002, een belangrijk overlegorgaan (artikel 12 Wet SUWI). Regelmatig zal de Landelijke Cliëntenraad overleggen met de Minister van SZW, de RWI, de CWI, het UWV, de SVb en de gemeenten. De Landelijke Cliëntenraad zal een belangrijke rol vervullen inzake de inbreng van cliënten op de beleidsterreinen werk en inkomen, meer in het bijzonder het arbeidsmarktbeleid en het reïntegratiebeleid, en de uitwerking van cliëntenparticipatie. De Landelijke Cliëntenraad biedt een kader voor integrale betrokkenheid van de representatieve cliëntenorganisaties van uitkeringsgerechtigden en mensen met een handicap of chronische ziekte bij de beleidsontwikkeling.

Gezien de belangrijke rol van de Landelijke Cliëntenraad is het van essentieel belang dat deze Cliëntenraad zo snel mogelijk van start gaat. Daar is enige voorbereiding bij nodig. Om deze `snelle start' mogelijk te maken fungeert de Landelijke Cliëntenraad in 2002 in voorlopige samenstelling ingesteld, op grond van artikel 7.13 van de Regeling SUWI (Staatscourant 5 april 2002, nr. 66/pag. 14).De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling bestaan uit negen (i.p.v. zes) vertegenwoordigers van landelijke cliëntenorganisaties en drie afgevaardigden uit de cliëntenparticipatie bij de gemeenten. Gezien het feit dat de cliëntenraden bij CWI, het UWV en de SVb, bedoeld in artikel 10 van de Wet SUWI, nog volop in ontwikkeling zijn, hebben cliëntenorganisaties aangegeven in 2002 met een Landelijke Cliëntenraad te starten waarin de zes afgevaardigden van de cliëntenraden bij deze zbo's (twee per raad) nog niet zijn vertegenwoordigd. Zij zullen toetreden zodra deze centrale cliëntenraden met een voordracht kunnen komen.

Naast de taken, bedoeld in de artikelen 12 en 17 van de Wet SUWI, heeft de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling tevens tot taak er voor zorg te dragen dat de samenstelling van de Landelijke Cliëntenraad met ingang van 1 januari 2003 voldoet aan hetgeen hierover is gesteld in het artikel 12, tweede lid, van voornoemde wet. Het vierde en vijfde lid van laatstgenoemd artikel (secretariaat, middelen en informatierecht) zijn in 2002 onverkort van toepassing op de landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling.

Artikel 1 Leden, voorzitter, secretaris en penningmeester

De landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling heeft maximaal 18 leden en een onafhankelijk voorzitter, die geen deel uitmaakt van de Landelijke Cliëntenraad zelf en derhalve geen stemrecht heeft. De voorzitter wordt voorgedragen en benoemd door de landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling

De Landelijke Cliëntenraad kiest uit haar midden een secretaris en een penningmeester.

In de Landelijke Cliëntenraad zullen de bij wet bedoelde zetels voor landelijke cliëntenorganisaties worden bezet door vertegenwoordigers van Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV), Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad), Cliëntenbond in de geestelijke gezondheidszorg / Stichting Landelijke Patiënten- en Bewonersraden in de geestelijke gezondheidszorg (LPR), Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, 2 zetels), Federatie van Ouderverenigingen (FvO), Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA), Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden(LOM).

De bij wet bedoelde zetels voor afgevaardigden van de gemeentelijke cliëntenparticipatie voorlopig worden bezet door Landelijk Netwerk Cliënten Overleg / Samenwerkingsverband Mensen Zonder Betaald Werk (LNCO/SMZBW), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ), Landelijke Vereniging voor Thuislozen (LVT).

De bij wet bedoelde, drie maal twee zetels voor afgevaardigden van de Centrale Cliëntenraden van respectievelijk het UWV, het CWI en de SVB, zullen worden bezet zodra deze cliëntenraden zijn geïnstalleerd. Zodra deze cliëntenraden hun afvaardiging hebben gekozen kunnen deze toetreden tot de Landelijke Cliëntenraad.

De samenstelling van de Cliëntenraad in voorlopige samenstelling schept geen claimrecht voor organisaties en personen met betrekking tot de definitieve Landelijke Cliëntenraad. Dit zowel qua positie als verhouding.

De genoemde leden, onder wie de voorzitter en plaatsvervangende leden worden benoemd door de Landelijke Cliëntenraad.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

Opbouw organisatie Landelijke Cliëntenraad

• Opstellen van een plan van aanpak voor de werkzaamheden van de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling;

• Uitwerken van de werkwijze van de Landelijke Cliëntenraad;

• Voorbereiding samenstelling, vormgeving en inrichting van de Landelijke Cliëntenraad in definitieve samenstelling en haar organisatie.

Met betrekking tot de vraag hoe de ideale samenstelling van de Landelijke Cliëntenraad er uit moet zien gelet op het veld van cliënten en cliëntenorganisaties, zijn de volgende deelvragen aan de orde:

1. Aantal en invulling zetels voor landelijke organisaties.

In dit kader dient aandacht te worden besteed aan:

- het type uitkering, kenmerken cliënten (ouderen, arbeidshandicap, allochtonen, enz.).

- representativiteit organisaties;

- wijze waarop terugkoppeling met achterban plaatsvindt.

2. Invulling zetels voor afgevaardigden uit de cliëntenparticipatie bij gemeenten.

Op welke wijze kan tot een invulling worden gekomen die recht doet aan de eisen van representativiteit en mogelijkheid tot terugkoppeling achterban.

Uitvoering taken Landelijke Cliëntenraad zoals genoemd in artikel 12 Wet SUWI

• Uitvoering geven aan de taken van de LCR zoals genoemd in art. 12 te weten: tenminste eenmaal per jaar overleggen met UWV, het CWI, SVb, de gemeenten en onze minister over vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie bij de desbetreffende organen; de Landelijke Cliëntenraad van werk en inkomen en Onze minister over voorstellen van de Landelijke Cliëntenraad inzake beleidsvragen op het gebied van werk en inkomen; overleg met de Raad voor werk en inkomen over het door de RWI op te stellen beleidskader.

• Inhoudelijke voorbereiding van de taak die de Landelijke Cliëntenraad in zijn definitieve samenstelling instelling ter hand zal nemen op de beleidsterreinen zoals in art 12 lid 3 en art. 17 lid 3 Wet SUWI zijn genoemd.

• Het maken van nadere afspraken met UWV, het CWI, RWI, gemeenten en minister over vormgeving overleg en het recht op informatie van de Landelijke Cliëntenraad;

• Het verkennen door de Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling, als onderdeel van haar voorbereidende taak, van de mogelijkheden voor overleg en afstemming tussen de Landelijke Cliëntenraad en relevante andere organen voor cliëntenparticipatie op landelijk niveau en de wijze waarop contacten met cliëntenveld en cliënten kan worden onderhouden;

Artikel 4 Werkgroepen

De Landelijke Cliëntenraad kan desgewenst advies inwinnen bij interne en externe deskundigen. Het is aan de Landelijke Cliëntenraad om te bepalen hoe zij aan dit inwinnen van advies (ad hoc, periodiek) vorm geeft.

Artikel 5 Ambtelijk secretariaat

De Landelijke Cliëntenraad kan een ambtelijk secretariaat instellen. Het ambtelijk secretariaat zal worden gehuisvest bij het RWI.

Artikel 7 Begroting en verslagen

De Landelijke Cliëntenraad krijgt de beschikking over een budget dat door het ministerie van SZW ter beschikking wordt gesteld. Dit budget wordt overgemaakt op de rekening van de Raad voor werk en inkomen. De Raad voor werk en inkomen verricht de betaling t.b.v. de taak in vulling van de Landelijke Cliëntenraad in opdracht van de Landelijke Cliëntenraad. De Landelijke Cliëntenraad maakt daartoe nadere afspraken met de Raad voor werk en inkomen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

De Landelijke Cliëntenraad legt schriftelijk verantwoording af over de gedane uitgaven aan de Minister uiterlijk 4 maanden na het einde van haar taak opdracht.

Artikel 9 Vergadering en stemmingen

Besluiten in de Landelijke Cliëntenraad worden genomen bij meerderheid van stemmen. In het huishoudelijke reglement worden nadere regels stelt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Het huishoudelijk reglement treedt in werking op het moment van publicatie in de Staatscourant.

De Landelijke Cliëntenraad in voorlopige samenstelling beëindigt haar werkzaamheden per 31 december 2002 wanneer de Landelijke Cliëntenraad in definitieve samenstelling wordt ingesteld.

Naar boven