Aan:
- de Korpschefs Politieregio's
- de Korpsbeheerders Politieregio's
- de Staf van de Koninklijke Marechaussee
i.a.a:
- de Procureurs-Generaal
Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid
Datum: 29 juli 2002
Ons kenmerk: 5176679/02/IND
Code: TBV 2002/33
Juridische achtergrond: -
Geldigheidsduur: Een jaar ingaand twee dagen na publicatie in de
Staatscourant
Onderwerp: Benoeming Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
Inleiding
Op 22 juli 2002 zijn de taken van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris
van Justitie (gebaseerd op de overdracht als bedoeld in artikel 46 Grondwet),
voortvloeiend uit de Vreemdelingenwet 2000 en daarbij behorende lagere regelgeving,
overgedragen aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (KB van
22 juli 2002, nr. 02.003340). Het Koninklijk Besluit vormt de basis voor de
bevoegdheden van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Ter vermijding
van misverstanden is evenwel besloten om de tekst van de Vreemdelingencirculaire
2000, alsmede de bijbehorende modellen, aan te passen aan de nieuwe taakverdeling.
Wijziging van A1.3
De tekst van A1.3 wordt vervangen door de volgende tekst:
3. De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is verantwoordelijk
voor de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving (KB van 22 juli 2002, nr
02.003340). Daar waar in deze circulaire wordt verwezen naar de verantwoordelijke
bewindspersoon zal deze worden aangeduid als `de Minister'. Daarmee wordt
dan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie bedoeld.
Binnen het ministerie van Justitie is de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving
(en de naturalisatiewetgeving) opgedragen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND).
Wijziging van A1.4
De tekst van A1.4 wordt vervangen door de volgende tekst:
4. De verhouding tussen de Minister, de korpschef en de
bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee
De Minister draagt de (politieke) verantwoordelijkheid voor het vreemdelingenbeleid.
Uit een oogpunt van doelmatigheid zijn bij en krachtens de Vreemdelingenwet
bevoegdheden toegekend en taken opgedragen aan bepaalde organen.
Ingevolge de Vreemdelingenwet zijn aan de korpschef en de bevelhebber
van de Koninklijke Marechaussee bevoegdheden toegekend en taken opgedragen
op het gebied van:
- grensbewaking (zie A2);
- toegang (zie A2);
- toezicht (zie A3);
- vertrek en uitzetting (zie A4);
- vrijheidsbeneming (zie A5).
De korpschef en de bevelhebber oefenen hun bevoegdheden en taken niet
uit naar eigen beleidsinzicht, maar met inachtneming van de algemene en bijzondere
aanwijzingen van de Minister. Dit is vastgelegd in hoofdstuk 4 van de Vreemdelingenwet
en in hoofdstuk 4 van het Vreemdelingenbesluit.
Modellen
De bij dit TBV gevoegde modellen zijn aangepast aan de nieuwe tenaamstelling.
Tot slot
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met
22 juli 2002.
Voorzover van toepassing zullen de bovenstaande wijzigingen zo spoedig
mogelijk in een aanvulling op de Vreemdelingencirculaire 2000 worden verwerkt.
De tekst van de Vreemdelingencirculaire 2000 bevat op meer plaatsen dan de
in dit TBV genoemde paragrafen verwijzingen naar de Minister van Justitie
en de Staatssecretaris van Justitie. Deze verwijzingen zullen worden aangepast
zodra het desbetreffende hoofdstuk wordt gewijzigd.