Wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel I
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ1 wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na de zinsnede `- de directeur-generaal van Ondernemingsklimaat,' wordt,
op een nieuwe regel, ingevoegd: - de directeur-generaal van Telecommunicatie
en Post,.
2. Na de zinsnede `de Inspecteur-Generaal der Mijnen,' wordt, op een nieuwe
regel, ingevoegd: de directeur-hoofdinspecteur van het agentschap Telecom,.
B
Artikel 8 komt als volgt te luiden:
Aan de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen
wordt mandaat verleend inzake de benoeming en het ontslag van leden van de
Adviescommissie exportkredietverzekering opkomende markten.
C
Artikel 9, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. benoeming en ontslag van de leden van de Raad van Toezicht van de Stichting
Energieonderzoek Centrum Nederland, en.
D
Aan artikel 10 wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel
e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. bezwaar- en beroepschriften die gericht zijn tegen besluiten die in
mandaat zijn genomen door de directeur-hoofdinspecteur van het agentschap
Telecom of door hem aangewezen ambtenaren.
E
Artikel 11 komt te luiden:
Aan de algemeen directeur van Senter, de directeur van Novem en de directeur-hoofdinspecteur
van het agentschap Telecom wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging
verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten
die in mandaat zijn genomen door hem of door hem aangewezen ambtenaren.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met
22 juli 2002.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 26 juli 2002.
De Minister van Economische
Zaken,H.Ph.J.B. Heinsbroek.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit
is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant
een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken,
directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage.
1 Stcrt. 2001, 65; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17
juni 2002 (Stcrt. 117).
Toelichting
Te rekenen vanaf 22 juli 2002 zijn de taken en bevoegdheden van de Minister
van Verkeer en Waterstaat op de gebieden telecommunicatie, telematica en post
overgedragen aan de Minister van Economische Zaken. Deze overdracht leidt
ertoe dat het gehele directoraat-generaal Telecommunicatie en Post en de divisie
Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat onder verantwoordelijkheid
valt van het Ministerie van Economische Zaken. Deze organisatorische verandering
heeft tot gevolg dat het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ gewijzigd
dient te worden.
In artikel 1, onderdeel b, zijn in de opsomming van de hoofden van dienst
de directeur-generaal van Telecommunicatie en Post en de directeur-hoofdinspecteur
van het agentschap Telecom opgenomen. Hiermee is geregeld dat aan deze functionarissen
mandaat, volmacht en machtiging wordt verleend voor aangelegenheden op hun
werkterrein.
De overplaatsing van het personeel dat werkzaam is ten behoeve van bovengenoemde
beleidsterreinen dient te geschieden met inachtneming van hoofdstuk VII van
het Algemeen Rijksambtenarenreglement. Zolang deze overplaatsing nog niet
is geformaliseerd, is de Minister van Verkeer en Waterstaat nog het bevoegde
gezag voor de personele aangelegenheden. Pas na de formalisering van de overplaatsing
wordt de Minister van Economische Zaken bevoegd gezag voor de hiervoor bedoelde
personele aangelegenheden en heeft de onderhavige wijziging van het Besluit
mandaat, volmacht en machtiging EZ ook effect voor die aangelegenheden.
Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele kleine wijzigingen
in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ aan te brengen ter zake
van specifieke bevoegdheden van de directeur-generaal van de Buitenlandse
Economische Betrekkingen en de directeur-generaal van Marktordening en Energie.
De Minister van Economische Zaken,
H.Ph.J.B. Heinsbroek.