Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2002, 14 pagina 12 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2002, 14 pagina 12 | Overig |
10 september 2001
R&B/OSA/2001/3158
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Financiën,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 8 februari 2001, nr. arc-2000.1874/2);
Besluiten:
De bij dit besluit gevoegde `selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Financiën en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein invoerrechten en accijnzen over de periode 1962-1995' en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 10 september 2001.
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen,namens deze,
de Algemene Rijksarchivaris,
M.W.
van Boven.
De Minister van Financiën,namens deze,
het
hoofd Algemene Secretarie,
P.M.H. Waters.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
Op 25 juni 1992 werd tussen de Secretaris-Generaal van het ministerie van Financiën en de Algemene Rijksarchivaris een convenant afgesloten waarin ondermeer werd afgesproken dat een institutioneel onderzoek `naar de taakontwikkeling en de daaraan gekoppelde organisatorische ontwikkeling van het ministerie in de periode na 1940' zou plaatsvinden.
In het kader hiervan werd een onderzoek ingesteld naar de handelingen van de minister van Financiën en andere actoren op het gebied van de invoerrechten en accijnzen. Het resultaat hiervan werd vastgelegd in een tweetal rapporten. In het rapport `De grens verlegd' van drs G. Beks worden de handelingen uit de periode 1940-1962 beschreven. De handelingen gebaseerd op wet- en regelgeving uit de periode 1962-1995 worden beschreven in het rapport `De grens geslecht' van A.A. Mietes. Dit laatste rapport vormde de basis voor dit Basis Selectie Document (BSD). Tevens werd in het onderzoek de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) en enkele andere producten meegenomen. Het gaat hierbij om de heffing van een belasting welke is voortgekomen uit de accijnzen.
2. De taken van de rijksoverheid op het beleidsterrein.
Op het beleidsterrein invoerrechten en accijnzen had de rijksoverheid tot doelstelling: `Het verzekeren van de heffing van de invoerrechten en de accijnzen.' De primaire actor op het beleidsterrein invoerrechten en accijnzen is de Minister van Financiën. Onder hem is de belastingdienst (douane) belast met een groot gedeelte van de uitvoering van de wettelijke voorschriften. Hierbij moet met name worden gedacht aan controlewerkzaamheden. Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat deze dienst ook belast is met taken die voortvloeien uit andere beleidsterreinen! De daaruit voortkomende handelingen worden in andere Basis Selectie Documenten vermeld.
3. De actoren werkzaam op het beleidsterrein.
3.1 De Minister van Financiën, 1962-1995.
De minister van Financiën is (politiek) verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot de heffing van de invoerrechten, accijnzen en de verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten. Hij is ondermeer belast met het voorbereiden van de wet- en regelgeving op het beleidsgebied.
3.2 De Minister van Financiën (Belastingdienst), 1962-1995.
Deze dienst is belast met de dagelijkse uitvoering van de heffing van de invoerrechten, accijnzen en de verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten. De Douane vormt hiervan een onderdeel.
3.3 De Minister van Financiën (Laboratorium), 1963-1995.
Het Laboratorium verricht chemisch / analytisch onderzoek ten behoeve van de Douane en anderen.
3.4 De Minister van Landbouw en Visserij, 1966-1991.
Deze voert overleg met de Minister van Financiën over het geven van vrijstellingen van de accijns voor goederen welke in de landbouw worden gebruikt. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan brandstoffen welke worden gebruikt voor de verwarming van kassen.
3.5 De Minister van Economische Zaken, 1983-1989.
Deze stelt in overeenstemming met de Minister van Financiën het tarief van kosten vast welke in rekening moeten worden gebracht voor het verrichten van ambtelijke werkzaamheden.
3.6 De Minister van Verkeer en Waterstaat, 1962-1995.
Deze overlegt met de Minister van Financiën over het geven van aanvullende voorschriften ten aanzien van de behandeling van postzendingen.
3.7 De Centrale Commissie voor de Statistiek, 1962-1995.
Deze adviseert de Minister van Financiën over de inrichting, prijs, verkrijgbaarheid etc. van formulieren welke worden gebruikt voor het doen van aangiften.
3.8 De Tariefcommissie, 1962-1995.
Bij deze commissie kan beroep worden aangetekend tegen een beschikking van de inspecteur inzake de weigering om een bedrijfsvergunning aan een fabrikant te verlenen, inzake de te betalen accijns en inzake de weigering om een bedrijfsvergunning aan een handelaar in ruwe tabak te verlenen.
3.9 De Commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns, 1964-1975.
Deze commissie had tot taak de Minister van Financiën te adviseren ten aanzien van aangelegenheden die de uitvoering van de Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) betreffen. Daarnaast oordeelde de commissie in beroep over beschikkingen van de Minister van Financiën waarbij een fabrieksvergunning werd geweigerd en gevallen waarin bezwaar was tegen het bedrag van de accijns op ruwe tabak. Bij Wet van 8 april 1968, Stbl. 220, werd deze commissie opgeheven en gingen de bevoegdheden over naar de Tariefcommissie.
3.10 De Commissie van scheikundigen, 1965-1968.
Deze commissie behandelde in de periode 1965-1991 in beroep bezwaren tegen het heropnemen van de soort, het gehalte en de zuiverheidsfactor van suiker en suikerhoudende goederen.
3.11 De Nederlandse Spoorwegen, 1962-1995.
Deze verrichten zelfstandig handelingen met betrekking tot de afwikkeling van de in-, door- en uitvoer van goederen welke per spoor worden vervoerd.
3.12 De Posterijen, 1962-1995.
De Posterijen verrichten zelfstandig handelingen met betrekking tot de afwikkeling van de in- en uitvoer, opslag en verzending van goederen en postpakketten en het verstrekken van belastingzegels.
3.13 De arrondissementsrechtbanken te Amsterdam en Rotterdam, 1962-1971.
Deze zijn betrokken bij de benoeming van leden van de commissie van scheikundigen.
3.14 De Besturen van provincies, Ministers, Openbare Lichamen en Rechtspersonen, 1962-1995.
Deze zijn verplicht om inlichtingen te verschaffen aan ambtenaren van de belastingdienst.
4. Uitgangspunten bij de selectie.
Het doel van de selectie is het mogelijk maken van een `reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen'. Door het Convent van Rijksarchivarissen werd deze doelstelling vertaald als `het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring'.
De selectie richt zich op de neerslag van het handelen van overheidsorganen welke vallen onder de werking van de Archiefwet 1995. In het BSD wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen `te bewaren' en `te vernietigen'.
Door het Project Invoerings Verkorting OverbrengingsTermijn (PIVOT) zijn een aantal selectiecriteria opgesteld welke het mogelijk maken de in het rapport institutioneel onderzoek opgenomen handelingen te waarderen:
Handelingen die worden gewaardeerd met B (ewaren)
Selectiecriterium 1: Handelingen die betrekking hebben op beleidsvoorbereiding, -bepaling en -evaluatie.
Toelichting: 1. Beleidsbepaling komt tot stand via parlementaire behandeling.
2. Hieronder tevens begrepen handelingen gericht op politieke besluitvorming of waarbij een belangenafweging plaatsvindt.
3. Hieronder ook handelingen gericht op het sluiten van internationale verdragen en uitvoeringsregelingen.
Neerslag: Wetgevingsprocessen, beleidsformuleringsprocessen, processen m.b.t. het sluiten van internationale verdragen en overeenkomsten of uitvoeringsregelingen.
Selectiecriterium 2: Handelingen gericht op externe verantwoording en/of verslaglegging.
Toelichting: Verslaglegging naar andere actoren over het gevoerde beleid.
Neerslag: Jaarverslagen, jaarlijkse (voorgeschreven) controlerapporten.
Selectiecriterium 3: Adviezen gericht op de hoofdlijnen van het beleid.
Toelichting: Adviezen die gebruikt kunnen worden bij beleidsvoorbereiding, -bepaling of -evaluatie.
Neerslag: Adviezen en rapportages van commissies en overlegorganen.
Selectiecriterium 4: Handelingen gericht op het stellen van regels direct gerelateerd aan de hoofdlijnen van het beleid.
Toelichting: Hieronder ook begrepen pseudo-wetgeving.
Neerslag: Ministeriële regelingen, niet op één of enkele objecten of subjecten gerichte KB's en AMVB's of uit wetgeving voortkomende nadere regelgeving; hieronder ook begrepen pseudo-wetgeving middels aanschrijvingen of resoluties.
Selectiecriterium 5: Handelingen gericht op de (her)inrichting van de beleidsorganisatie belast met primaire bedrijfsprocessen.
Neerslag: Reorganisatieprocessen, instelling en opheffing van beleidsorganen en directies.
Selectiecriterium 6: Uitvoerende handelingen die onmisbaar zijn voor de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.
Toelichting: 1. Hieronder worden begrepen handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop de uitvoering plaatsvindt en die direct gerelateerd zijn aan de hoofdlijnen van het overheidshandelen.
2. Hieronder worden ook begrepen precedenten of producten t.o.v. de omgeving die tot stand zijn gekomen in afwijking van gereglementeerde en voorgeschreven criteria of in bepaalde mate voorbeeldgevend zijn voor de uitvoering van de handeling.
Neerslag: 'Het beleidsarchief' van uitvoerende organisatie-eenheden; beschikkingen die van invloed zijn op de toekomstige uitvoering van die handeling.
Selectiecriterium 7: Uitvoerende handelingen die het algemeen democratisch functioneren mogelijk maken.
Toelichting: Hieronder begrepen de handelingen van de Hoge Colleges van Staat en het beantwoorden van Kamervragen.
Neerslag: Kroonbeschikkingen en adviezen van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer e.d.
Selectiecriterium 8: Uitvoerende handelingen die onttrokken zijn aan democratische controle en direct zijn gerelateerd aan hoofdlijnen van het beleid.
Toelichting: Hieronder worden onder meer begrepen handelingen waarop de WOB niet van toepassing is.
Selectiecriterium 9: Uitvoerende handelingen die direct zijn gerelateerd aan en/of direct voortvloeien uit voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Hierbij moet worden gedacht aan handelingen verricht in het kader van de Tweede Wereldoorlog, de politionele acties, de watersnoodramp van 1953, de gijzelingsacties e.d.
Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en / of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
De handelingen die in dit BSD zijn opgenomen komen grotendeels overeen met de handelingen in het rapport institutioneel onderzoek `De grens geslecht'. De handelingen zijn per actor gegroepeerd. De handelingen zijn overeenkomstig de handelingen in het rapport genummerd.
In het driehoeksoverleg over het BSD invoerrechten en accijnzen, periode 1940-1962, van 10 februari 2000 is besloten geen handelingen na 1962 te laten doorlopen. Dit heeft tot gevolg dat aan het BSD over de periode 1962-1995 een aantal handelingen moeten worden toegevoegd. Het gaat hierbij vooral om handelingen die voortkomen uit de Machtigingswet van 23 juni 1960 (Stbl. 262), het Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30) en de Statistiekwet van 19 juli 1950 (Stbl. 367). Deze handelingen zijn in het BSD opgenomen onder de nummers 664-666 en 669-679. De handelingen 667-668 over het heffen van invoerrechten kunnen vervallen. De neerslag van deze handelingen wordt in voldoende mate gedekt door handeling 173.
Een aantal handelingen zijn gesplitst. Hierdoor werden de handelingen duidelijker. De nieuw gevormde handelingen werden genummerd 680-693. Ook werden enkele handelingen opnieuw geformuleerd.
Het BSD gaat over de periode 1962-1995. In 1962 werd de nieuwe wet inzake de douane en de accijnzen ingevoerd. In 1995 werd het institutioneel onderzoek afgerond.
Overzicht van de met 'B' gewaardeerde handelingen (BSD-nrs.) per actor en per algemeen selectiecriterium:
Minister van Financiën: BSD-nrs.10, 11, 12, 14, 216, 217, 218, 232, 664 (algemeen selectiecriterium 1); BSD-nr. 8 (algemeen selectiecriterium 2); BSD-nrs. 13, 692, 693 (algemeen selectiecriterium 3); BSD-nrs. 1, 15, 16, 17, 23, 24, 26, 27, 28, 30, 36, 37, 39, 40, 41, 46, 47, 48, 57, 61, 65, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 85, 90, 91, 92, 93, 94, 96, 100, 104, 106, 108, 109, 111, 112, 113, 114, 115, 117, 118, 119, 123, 124, 126, 131, 132, 133, 134, 136, 138, 140, 141, 142, 143, 144, 146, 147, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155, 157, 160, 162, 163, 164, 165, 166, 171, 174, 175, 177, 178, 179, 180, 181, 186, 191, 193, 196, 199, 200, 202, 203, 205, 206, 208, 209, 212, 213, 214, 215, 219, 221, 222, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 233, 234, 235, 236, 237, 238, 241, 242, 244, 248, 251, 252, 254, 255, 262, 265, 266, 268, 271, 277, 280, 282, 291, 296, 298, 299, 301, 302, 306, 307, 312, 315, 317, 319, 321, 323, 324, 325, 332, 333, 334, 335, 337, 338, 339, 343, 344, 345, 346, 347, 348, 350, 352, 353, 354, 356, 357, 362, 364, 365, 367, 368, 372, 373, 374, 375, 376, 377, 378, 381, 382, 384, 388, 391, 392, 394, 395, 396, 397, 398, 400, 405, 408, 411, 415, 418, 419, 421, 422, 423, 424, 425, 426, 427, 429, 436, 437, 438, 439, 440, 442, 444, 445, 446, 451, 452, 453, 454, 455, 458, 459, 461, 464, 466, 468, 469, 475, 476, 479, 481, 483, 487, 488, 490, 492, 493, 494, 495, 497, 498, 499, 501, 503, 505, 506, 507, 509, 511, 512, 514, 515, 519, 520, 524, 525, 526, 530, 532, 535, 536, 537, 538, 539, 540, 541, 542, 543, 544, 545, 546, 547, 548, 549, 550, 551, 552, 553, 554, 555, 556, 557, 558, 559, 560, 561, 562, 564, 565, 566, 567, 568, 573, 574, 575, 579, 580, 581, 582, 585, 587, 588, 589, 591, 592, 593, 594, 595, 597, 598, 599, 600, 601, 602, 604, 605, 606, 608, 609, 610, 611, 616, 617, 618, 619, 620, 621, 623, 624, 626, 627, 629, 630, 631, 633, 634, 635, 636, 637, 639, 641, 642, 644, 645, 646, 647, 649, 650, 651, 652, 653, 665, 666, 669, 670, 670, 672, 673, 674, 675, 676, 677, 678, 679, 681, 682, 683 (algemeen selectiecriterium 4); BSD-nr. 9 (algemeen selectiecriterium 5); BSD-nr. 2 (algemeen selectiecriterium 6); BSD-nr. 3 (algemeen selectiecriterium 7) Minister van Financiën (Belastingdienst): BSD-nr. 1 (algemeen selectiecriterium 1); BSD-nr. 183 (algemeen selectiecriterium 4) Minister van Financiën (Laboratorium): -
Minister van Landbouw en Visserij: BSD-nr. 460 (algemeen selectiecriterium 4) Minister van Economische Zaken: BSD-nr. 125 (algemeen selectiecriterium 4) Minister van Verkeer en Waterstaat: BSD-nr. 135 (algemeen selectiecriterium 4) Centrale Commissie voor de Statistiek: BSD-nr. 105 (algemeen selectiecriterium 4) Tariefcommissie: -
Commissie van scheikundigen: -
Nederlandse Spoorwegen: -
Posterijen: -
Arrondissementsrechtbanken in Amsterdam en Rotterdam: -
Besturen van provincies, Ministers, Openbare Lichamen, Rechtspersonen: -
Op 29 mei 2000 is het ontwerp-BSD door het Ministerie van Financiën aan de Staatssecretaris van OCenW aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het ontwerp-BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 15 juni 2000 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de informatiebalie in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van Financiën, het Ministerie van OCenW en de rijksarchieven in de provincie, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant nr. 112 van 14 juni 2000.
Tijdens het driehoeksoverleg was, op verzoek van de Archiefcommissie van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, ook een deskundige op het beleidsterrein aanwezig. Van andere (historische) organisaties of individuele burgers is geen commentaar ontvangen.
In de Bijzondere Commissie Archieven van de RvC is het ontwerp-BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg bij de voorbereiding van het advies is meegenomen.
Op 8 februari 2001 bracht de RvC advies uit (arc-2000.1874/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging van de ontwerp-selectielijst.
Actor: de Minister van Financiën
(664) Handeling: Het (mede-) voorbereiden, wijzigen en intrekken van wetgeving betreffende de invoerrechten en accijnzen.
Grondslag: Grondwet 1956, art. 119.
Grondwet 1963, art. 119.
Grondwet 1972, art. 119.
Grondwet 1987, art. 81.
Periode: 1962-1995
Waardering: B1
(1) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften, richtlijnen, instructies, aanschrijvingen, aanwijzingen, overeenkomsten, maatregelen, circulaires, boekwerken, leidraden, etc. betreffende de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B4
(2) Handeling: Het verrichten van studies en het vaststellen van beleidsnota's ter voorbereiding en/of evaluatie van het voorgenomen / ten uitvoer gelegde beleid inzake de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B6
(3) Handeling: Het informeren van (individuele leden van) de Staten-Generaal betreffende het te voeren beleid inzake de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B7
(4) Handeling: Het informeren van (individuele) burgers met betrekking tot de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 5 jaar
(5) Handeling: Het geven van voorlichting met betrekking tot de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 5 jaar
(6) Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van vertegenwoordigers van de minister van Financiën in commissies, werkgroepen, stuurgroepen etc. waarin geen (politieke) belangen afweging plaatsvindt en welke niet gebaseerd is op wet- en regelgeving.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 75 jaar na geboortedatum
(7) Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van vertegenwoordigers van de minister van Financiën in commissies, werkgroepen, stuurgroepen etc. waarin een politieke) belangenafweging plaatsvindt of welke gebaseerd is op wet- en regelgeving.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 75 jaar na geboortedatum
(8) Handeling: Het opstellen van week-, maand-, kwartaal, jaar- en andere verslagen betreffende de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: jaarverslagen: B2
overige: V termijn: 2 jaar na verwerking in jaarverslag
(9) Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het beleidsterrein invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B5
(10) Handeling: Het (mede-) voorbereiden van internationale overeenkomsten op het terrein van de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B1
(11) Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over de vergaderingen van internationale overleg- en bestuursorganen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B1
(12) Handeling: Het implementeren van internationale voorschriften, richtlijnen, instructies, besluiten, etc. betreffende invoerrechten en accijnzen in de nationale regelgeving.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B1
(13) Handeling: Het rapporteren over de implementatie van internationale regels, besluiten, etc. in bestaande of nieuwe nationale regelgeving.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B3
(14) Handeling: Het notificeren van nieuwe nationale wet- en regelgeving op het terrein van de invoerrechten en accijnzen aan de EG alsmede aan de afzonderlijke lidstaten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B1
(15) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de zuivering van documenten en andere bescheiden welke nog niet waren gezuiverd op het moment dat deze wet in werking trad.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Invoeringswet douanewetgeving art. 55, lid 1, letter a.
Waardering: B4
(16) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij onderwerpen worden aangewezen waarop de ingetrokken, vervallen of buiten werking verklaarde regelingen en voorschriften toepassing blijven vinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Invoeringswet douanewetgeving art. 55, lid 1, letter i.
Waardering: B4
(17) Handeling: Het vaststellen van voorschriften ter uitvoering van de overgangsbepalingen van de oude naar de nieuwe wetgeving.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Invoeringswet douanewetgeving art. 59.
Waardering: B4
(18) Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren:
1. welke het in wettelijke bepalingen genoemde bestuur van 's rijksbelastingen uitoefenen en het bepalen welke directeur, inspecteur of ontvanger bevoegd is;
2. welke bevoegd zijn het verblijf in het terrein van toezicht te ontzeggen;
3. welke bij de behandeling van een bezwaarschrift het aangevallen besluit voor de arrondissementsrechtbank kunnen toelichten;
4. welke gehele of gedeeltelijke afschrijving of teruggaaf van belasting mogen verlenen van goederen welke zijn teloorgegaan;
5. voor het verlenen van uitstel van betaling, afschrijving, teruggaaf of kwijtschelding van belasting, administratieve boete en kosten;
6. welke als ontvangers zullen optreden;
7. aan wie de betaling van belasting, administratieve boete, interest en kosten moet geschieden;
8. welke bevoegd zijn tot het kwijtschelden van belasting, administratieve boete, interest en kosten;
9. welke het bedrag aan zekerheid vaststellen;
10. welke beslissen of de vorm van zekerheid die de belanghebbende aanbiedt al dan niet wordt aanvaard;
11. welke kunnen toestaan dat met betrekking tot een bedrijf of een bepaald onderdeel daarvan een doorlopende zekerheid wordt gesteld en welke de hoogte van het bedrag kunnen wijzigen;
12. welke in afwijking van art. 162 het bedrag aan zekerheid zodanig vaststellen dat de te verhalen bedragen voldoende verzekerd kunnen worden geacht;
13. welke contact onderhouden met het openbaar ministerie ten dienste van de vervolging en berechting van strafbare feiten;
14. welke de openingstijden van kantoren vaststellen;
15. welke bevoegd zijn inzage te vorderen in de op een bedrijf betrekking hebbende boeken en andere bescheiden;
16. voor het zuiveren van documenten;
17. waar goederen kunnen worden aangegeven;
18. bij wie goederenaangiften kunnen worden gedaan en die een vergunning tot het overnemen van de verplichtingen op wiens naam een document is gesteld kunnen verlenen;
19. welke zijn belast met het houden van entrepot-, krediet- en vrijstellingsrekeningen;
20. voor het afschrijven of teruggeven van belasting, interest en kosten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: 1. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 2, lid 1-2.
2. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 28, lid 1.
3. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 28, lid 6.
4. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 132, lid 1, zoals ingevoerd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BI.
5. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 145, lid 1, art. 159, lid 1, art. 160.
6. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 125, lid 1.
7. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 146, lid 2, letter a.
8. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 160.
9. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 161, lid 1.
10. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 161, lid 2, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 D.2, gewijzigd bij wet van 19-12-1991 Stbl. 741 CC.
11. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 163, lid 1, art. 164, lid 1.
12. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 163, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 E.
13. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 204
14. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 215.
15. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 218, lid 1, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 CN.
16. Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 54b, lid 2.
17. Besluit douane en accijnzen, art. 2, lid 2, art. 7.
18. Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 25, lid 1.
19. Besluit douane en accijnzen art. 193, lid 2.
20. Algemene wet inzake douane en accijnzen art. 159, lid 1.
Waardering: B4
(19) Handeling: Het verlenen van een ontheffing van het verbod om hetgeen tijdens de werkzaamheden blijkt of wordt medegedeeld verder bekend te maken dan nodig is voor de uitvoering van wettelijke bepalingen of voor de heffing of de invordering van enige rijksbelasting.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 220, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop ontheffing
(21) Handeling: Het bepalen dat onderzoekingen worden verricht door andere personen dan de ambtenaren welke hiermee zijn belast.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 63, lid 3, art. 90, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop onderzoek
1.4 Formaliteiten bij binnenkomst
(23) Handeling: Het voor schepen voorschrijven van een kenteken waaruit blijkt dat deze van de visvangst komen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 10, lid 1, letter c.
Waardering: B4
(24) Handeling: Het aanwijzen van vaartuigen van openbare diensten welke niet aan een eerste kantoor behoeven te worden aangebracht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 10, lid 1, letter f.
Waardering: B4
(26) Handeling: Het vaststellen van maatstaven voor goederen ten invoer tot verbruik die bestemd zijn voor de dagelijkse behoeften van grensbewoners.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 15, letter e.
Waardering: B4
(27) Handeling: Het voor partijen goederen ten invoer tot verbruik bepalen van de maximaal toegestane hoeveelheden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 15, letter e.
Waardering: B4
(28) Handeling: Het beperken van de mogelijkheid tot het doen van aangifte ten invoer aan een eerste kantoor tot een bepaalde goederensoort of algemeen te bepalen hoeveelheid.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 111, lid 2.
Waardering: B4
(29) Handeling: Het voor goederen per goederensoort of in het algemeen bepalen van de maximale hoeveelheden die mondeling mogen worden aangegeven.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 112, lid 2.
Waardering: B4
(30) Handeling: Het verlenen van ontheffing van de bepalingen betreffende:
• de tijden gedurende welke goederen aan de landzijde mogen worden binnengebracht;
• de tijden gedurende welke met binnenkomende luchtvaartuigen mag worden geland;
• het aanbrengen van goederen aan een eerste of laatste kantoor;
• het overbrengen van douanegoederen naar een losplaats;
• het naar de grens voeren van uitgaande goederen;
• het aangeven van door de lucht binnengekomen goederen, aangebracht op een internationale luchthaven waarvoor zij niet zijn bestemd en waar zij niet worden gelost.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 190.
Waardering: B4
(36) Handeling: Het aanwijzen van:
• de vaarwateren, landwegen en waterwegen voor het vervoer van binnenkomende goederen van de grens naar een eerste kantoor en van uitgaande goederen van een laatste kantoor naar de grens;
• de eerste kantoren voor het aanbrengen en aangeven van binnenkomende goederen, met voor elk eerste kantoor de losplaats(en) voor het vervullen van verdere formaliteiten;
• de laatste kantoren voor het aanbrengen van uitgaande goederen;
• de losplaatsen en laadplaatsen;
• de internationale luchthavens;
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 189.
Waardering: B4
(37) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het stelsel van formaliteiten en toezicht wordt geregeld met betrekking tot binnenkomende goederen, douanegoederen, goederen welke na aangifte ten invoer met voorwaardelijke vrijstelling van belasting zijn toegelaten, goederen welke na aangifte ten invoer zullen worden vervoerd of in vervoer zijn naar een accijnsentrepot of naar een plaats waar zij onder krediet voor belasting worden ingeslagen, uitgaande goederen, gebouwen en terreinen waarin of waarop zich binnengekomen of uitgaande douanegoederen bevinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 3.
Waardering: B4
(39) Handeling: Het aanwijzen van goederen welke in aanmerking komen om te worden gelost op plaatsen welke niet zijn aangewezen als losplaatsen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 39, lid 2.
Waardering: B4
(40) Handeling: Het aanwijzen van goederen welke kunnen worden uitgevoerd met teruggaaf van belasting.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 55, lid 2.
Waardering: B4
(41) Handeling: Het aanwijzen van laadplaatsen waar de verificatie van goederen welke met teruggaaf van belasting worden uitgevoerd kan plaatsvinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 55, lid 2.
Waardering: B4
(46) Handeling: Het vaststellen van maatstaven waaraan de inrichting van een laadruimte of andere bergingsmiddelen moeten voldoen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 187-188.
Waardering: B4
(47) Handeling: Het voor bepaalde groepen verlenen van een ontheffing van de verplichting tot het overleggen van landingscertificaten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 192, lid 3.
Waardering: B4
(48) Handeling: Het vaststellen van bepalingen ingevolge welke:
• formulieren die tot landingscertificaat zullen worden gebezigd, reeds bij de uitklaring gedeeltelijk ingevuld moeten worden getoond;
• bepaalde vermeldingen in landingscertificaten achterwege kunnen blijven; landingscertificaten binnen een bepaalde termijn bij een bepaalde ambtenaar moeten worden overlegd;
• de inspecteur genoegen kan nemen met een ander bewijs dat de goederen het rijk hebben verlaten, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat het niet mogelijk was een landingscertificaat te krijgen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 192, lid 3.
Waardering: B4
(54) Handeling: Het verlenen van een machtiging tot het afwijken van de bepalingen inzake de in- en uitvoer van goederen met aangifte achteraf.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 32f, lid 5, art. 33d, lid 6.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(57) Handeling: Het aanwijzen van los- en laadplaatsen waar inrichtingen voor douaneopslag kunnen worden gevestigd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 163.
Waardering: B4
(60) Handeling: Het geven van een bijzondere vergunning voor de opslag van goederen die zich in een inrichting voor douaneopslag bevinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 34, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop / intrekking vergunning
(61) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld ten aanzien van:
• de vestiging, overname, het beheer en het onderhoud van entrepots;
• de in- en uitslag van goederen in/uit entrepots;
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 32, gewijzigd bij wet van 19-12-1991 Stbl. 741 I.
Waardering: B4
(63) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het vestigen of overnemen van een publiek, particulier of fictief entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 35, gewijzigd bij wet van 14 januari 1976, gewijzigd bij wet van 19-12-1991 Stbl. 741 K.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop / intrekking vergunning
(65) Handeling: Het vaststellen van bepalingen omtrent het in rekening brengen van kortingen indien een vermis in een entrepot wordt vastgesteld.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 39, lid 3.
Waardering: B4
(67) Handeling: Het per goederensoort vaststellen van minimumhoeveelheden voor de in- en uitslag van goederen in en uit een douane-entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 85.
Waardering: B4
(68) Handeling: Het vaststellen van bepalingen krachtens welke de uitslag van monsters en bepaalde goederen niet onder dekking van documenten behoeft te geschieden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 86, lid 1.
Waardering: B4
(69) Handeling: Het vaststellen van voorwaarden waaronder en de wijze waarop goederen, opgeslagen in fabrieksentrepot, mogen worden bewerkt of tot andere goederen mogen worden verwerkt.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 87, lid 3.
Waardering: B4
(70) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het opslaan van goederen uit het vrije verkeer in entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 88, lid 4.
Waardering: B4
(71) Handeling: Het bepalen dat ter zake van uit- en inslagen welke niet behoeven te zijn gedekt door documenten creditering en debitering van de rekeningen toch moet plaatsvinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 91, lid 4.
Waardering: B4
(72) Handeling: Het vaststellen van kortingen op de entrepotrekening.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 92, lid 2.
Waardering: B4
(73) Handeling: Het aanwijzen van goederen welke kunnen worden opgeslagen in fictieve douane-entrepots.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 171.
Waardering: B4
(74) Handeling: Het aanwijzen van plaatsen waar publieke, particuliere of fictieve douane-entrepots kunnen worden gevestigd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 172, lid 1-3.
Waardering: B4
(75) Handeling: Het geven van voorschriften ten aanzien van de gegevens omtrent de beheerder van een douane-entrepot en zijn bedrijf welke moeten worden verstrekt ter verkrijging van een vergunning.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 174, lid 2, letter a.
Waardering: B4
(77) Handeling: Het geven van een bijzondere vergunning voor de opslag van goederen die zich in een douane-entrepot bevinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 34, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop / intrekking vergunning
(85) Handeling: Het bepalen dat goederen ook zonder dekking van documenten uit een fictief douane-entrepot mogen worden uitgeslagen.
Periode: 1965-1967
Grondslag: Besluit administratieve controle fictief douane-entrepot van 9 december 1965 (Stbl. 535) art. 3.
Waardering: B4
1.8 Algemene bepalingen inzake douanegebouwen
(87) Handeling: Het vaststellen van de openingstijden van kantoren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 215.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen beschikking
(90) Handeling: Het geven van regels voor het afgeven van uittreksels uit het document.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 96, lid 3.
Waardering: B4
(91) Handeling: 1. Het aanwijzen van gevallen waarin overlading van binnengekomen en uitgaande douanegoederen kan plaatsvinden indien daarin niet in de documenten of op een andere wijze is voorzien.
2. Het geven van voorschriften voor het samenladen van andere dan binnengekomen of uitgaande douanegoederen.
3. Het aanwijzen van plaatsen waar overlading mag plaatsvinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: 1. Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 103, lid 1.
2. Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 104, lid 2-3.
3. Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 44, lid 1.
Waardering: B4
(92) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld omtrent de vorm, de inhoud, het gebruik, de distributie, de geldigheid, de vervanging en splitsing en de wijziging en buitenwerkingstelling van aangiften en documenten en het overnemen door een ander van de verplichtingen van degene op wiens naam een document is afgegeven.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 45.
Waardering: B4
(93) Handeling: Het aanwijzen van goederen en gevallen waarin bij de aangifte van goederen de vermelding van het gehalte, de samenstelling of de hoeveelheid in een specifieke aangifte achterwege kan blijven.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 47, lid 3.
Waardering: B4
(94) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt geregeld onder welke voorwaarden een belanghebbende goederen, die onder ambtelijk toezicht zijn gesteld, mag onderzoeken of daarvan monsters mag nemen teneinde de voor de aangifte benodigde gegevens te verkrijgen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 49, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 R.
Waardering: B4
(96) Handeling: Het vaststellen van de verschillen die zijn toegestaan tussen de op een goederenaangifte, summier document of specifiek document aangegeven hoeveelheden en de werkelijk aanwezige hoeveelheden.
Periode: 1962-
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 54, lid 3, art. 54a, lid 3, art. 70, lid 3.
Waardering: B4
(97) Handeling: Het toelaten van douane-expediteurs.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 55, art. 59, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekking
(99) Handeling: Het beslissen of een aangifteformulier terecht is teruggeven.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 149, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(100) Handeling: Het geven van voorschriften voor het doen van (specifieke) aangiften.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 150, lid 2 en 6, art. 151, lid 1-2, art. 153.
Waardering: B4
(104) Handeling: Het vaststellen van de inrichting, prijs, verkrijgbaarheid etc. van formulieren welke worden gebruikt voor het doen van aangiften.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 161, lid 1.
Waardering: B4
(106) Handeling: Het geven van voorschriften voor de inrichting van documenten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 161, lid 2.
Waardering: B4
(679) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen en intrekken van algemene maatregelen van bestuur waarbij nadere bepalingen worden vastgesteld voor de aangifte van goederen voor de statistiek van de invoer, uitvoer en doorvoer.
Grondslag: Statistiekwet 1950 van 19 juli 1950 (Stbl. 1962 nr. 367), art. 1
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(108) Handeling: Het geven van voorschriften ten aanzien van het verstrekken van statistische gegevens.
Periode: 1978-1995
Grondslag: Besluit handelsstatistiek van 31 juli 1978 (Stbl. 428) art. 2, lid 4, art. 3, lid 5.
Waardering: B4
(109) Handeling: Het bepalen welke (aanvullende) gegevens en aanduidingen in een goederenaangifte moeten worden vermeld.
Periode: 1978-1995
Grondslag: Besluit handelsstatistiek van 31 juli 1978 (Stbl. 428) art. 3, lid 1, art. 4.
Waardering: B4
(111) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld ingevolge welke sluitingen kunnen worden verricht en herkenningsmiddelen kunnen worden aangebracht door anderen dan ambtenaren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 61a, lid 1, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 Z.
Waardering: B4
(112) Handeling: Het vaststellen van bepalingen voor het opnemen van de inhoudsruimte van bergingsmiddelen of werktuigen en de verificatie van peilinstrumenten of meetapparaten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 63, lid 1.
Waardering: B4
(113) Handeling: Het naast de soort en de hoeveelheid aanwijzen van andere grondslagen waarvan kan worden uitgegaan bij het heffen van de belasting.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 67, lid 2.
Waardering: B4
(114) Handeling: Het vaststellen van bepalingen ingevolge welke de goederen ter beschikking kunnen worden gesteld van de aangever om hun bestemming te vervolgen voordat de verificatie van de aangifte of het document is beëindigd.
Periode: 1989-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 72, zoals gewijzigd bij wet van 15-11-1989 Stbl. 538.
Waardering: B4
(115) Handeling: Het bepalen dat wordt afgeweken van art. 72.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 72, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 AC.
Waardering: B4
(117) Handeling: Het aanwijzen van haven- en luchtvaartterreinen of spoorwegemplacementen welke zijn onderworpen aan visitatie door ambtenaren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 75.
Waardering: B4
(118) Handeling: Het geven van voorschriften voor het opmaken van een peilbewijs.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 81, lid 1.
Waardering: B4
(119) Handeling: Het geven van voorschriften voor het stoppen en visiteren van personen, schepen en andere vervoermiddelen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 83, art. 85, lid 2.
Waardering: B4
(120) Handeling: Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan ambtenaren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 88, lid 1.
Waardering: V termijn: 1 jaar na intrekking
(122) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de wijze waarop goederen moeten worden opgenomen en monsters van goederen moeten worden genomen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 90, lid 1.
Waardering: B4
(123) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het tarief van kosten verschuldigd ingevolge wettelijke bepalingen wordt vastgesteld.
Periode: 1962-1982
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 97, lid 2.
Waardering: B4
(124) Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Economische Zaken, vaststellen van het tarief van kosten verschuldigd ingevolge wettelijke bepalingen.
Periode: 1983-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 97, lid 2, zoals gewijzigd bij wet van 29-12-1982 Stbl. 740 D.
Waardering: B4
(126) Handeling: Het vaststellen van bepalingen inzake het verstrekken aan de schuldenaar van een uitnodiging of mededeling waarin het bedrag van de kosten is vermeld en inzake het tijdstip waarop de betaling moet zijn geschied.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 97, lid 4, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 AF.
Waardering: B4
(127) Handeling: Het goedkeuren van de inrichting van visitatieruimten op haventerreinen, luchtvaartterreinen en spoorwegemplacementen en van andere voor douanedoeleinden dienende gebouwen en terreinen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 182, lid 2-4.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(677) Handeling: Het vaststellen van forfaitaire belastingtarieven voor goederen die worden ingevoerd als reizigersbagage of in kleine zendingen.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 46.
Wet tarief van invoerrechten, art. 7, lid 2.
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(131) Handeling: Het beperken van de aangiften ten invoer aan een eerste kantoor, gevestigd op een plaats die niet als losplaats is aangewezen, tot een te bepalen hoeveelheid in het algemeen of per goederensoort.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 111, lid 2.
Waardering: B4
(132) Handeling: Het bepalen van de hoeveelheid goederen in het algemeen of per goederensoort waarbij de aangifte ten invoer mondeling mag worden gedaan.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 112, lid 2.
Waardering: B4
(133) Handeling: Het bij de uitvoer van goederen per spoor vaststellen van de hoeveelheid uitgaande goederen in het algemeen of per goederensoort waarbij de aangifte in de trein kan plaatsvinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 116, lid 2-3.
Waardering: B4
(134) Handeling: Het in overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat geven van aanvullende voorschriften ten aanzien van postzendingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 118, lid 1.
Waardering: B4
(136) Handeling: Het voorschrijven van herkenningstekens voor ten doorvoer bestemde postzendingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 120.
Waardering: B4
(138) Handeling: Het goedkeuren van (de inrichting van) formulieren welke door de posterijen worden gebruikt ten aanzien van de invoer, doorvoer en uitvoer van goederen en postpakketten.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 29, lid 5, art. 49, lid 2-3.
Waardering: B4
(139) Handeling: Het openen, wijzigen en sluiten van een rekening-courant met de Post voor de verschuldigde belasting.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 29, lid 6.
Waardering: V termijn: 10 jaar na opheffing
(140) Handeling: Het vaststellen van het model van het manifest voor de aangifte van goederen welke langs de Rijn of een Rijnwaterweg zijn binnengekomen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 124, lid 1.
Waardering: B4
(141) Handeling: Het bepalen op welke wijze goederen moeten worden geladen indien voor de afgifte van een document geen zekerheid behoeft te worden gesteld.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 124, lid 6, letter c.
Waardering: B4
(142) Handeling: Het aanwijzen van losplaatsen voor goederen die met schepen langs de Rijn, langs een Rijnvaartwaterweg of via de zee zijn binnengekomen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 125.
Waardering: B4
(143) Handeling: Het bepalen wat onder Rijnvaartwegen dient te worden verstaan.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 125.
Waardering: B4
1.12.4 Elektriciteit, vloeistoffen en gassen
(144) Handeling: Het geven van aanvullende voorschriften ten aanzien van elektriciteit, vloeistoffen en gassen welke door leidingen binnenkomen, uitgaan of als douanegoederen worden vervoerd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 126.
Waardering: B4
(146) Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop de soort en de hoeveelheid goederen moeten worden geregistreerd welke binnenkomen of uitgaan langs leidingen of welke langs leidingen worden vervoerd uit een inrichting voor douaneopslag of douaneentrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 128, lid 2, art. 129, art. 130.
Waardering: B4
(147) Handeling: Het geven van voorschriften voor het gebruik van leidingen voor het vervoer van goederen in het vrije verkeer.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 131, lid 2.
Waardering: B4
1.12.5 Transit International Routier-Overeenkomst
(149) Handeling: Het onder voorwaarden aan organisaties verlenen van de bevoegdheid tot het afgeven van carnets T.I.R.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 148.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekking bevoegdheid
1.13 Bijzondere maatregelen van toezicht
(150) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het terrein van toezicht langs de grens wordt aangewezen.
Periode: 1962-1981
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 20, lid 1.
Waardering: B4
(151) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt bepaald dat aan de landzijde langs de gehele grens of langs een gedeelte van de grens geen terrein van toezicht wordt aangewezen.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 20, lid 1, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 N.
Waardering: B4
(152) Handeling: Het aanwijzen van het terrein van toezicht.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 20, lid 1, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 N.
Waardering: B4
(153) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij:
• bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het vervoer, de in- of uitslag uit een gebouw, erf of besloten terrein en het voorhanden hebben in of op een gebouw, erf of besloten terrein van goederen op het terrein van toezicht;
• de krachtens art. 21, lid 1 vastgestelde bepalingen van toepassing worden verklaard op het vervoer, de uitslag, de inslag of het voorhanden hebben van bijzonder toezicht vereisende goederen op het terrein dat onmiddellijk aansluit op het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 21, lid 1 en 3.
Waardering: B4
(154) Handeling: Het voorbereiden van een koninklijk besluit waarbij bebouwde kommen worden aangewezen waarvoor geen beperkende bepalingen of verboden met betrekking tot het voorhanden hebben van goederen worden uitgevaardigd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 23, lid 1.
Waardering: B4
(155) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld voor de aangifte van gebouwen en terreinen welke dienen of bestemd zijn voor de uitoefening van een bedrijf en welke op het terrein van toezicht of krachtens art. 21, lid 3, aangewezen terrein zijn gelegen en het verbieden of aan beperkende bepalingen onderwerpen van de aanwezigheid van vaartuigen op bepaalde gedeelten van het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 25, lid 1.
Waardering: B4
(156) Handeling: Het laten aanbrengen van versperringen op landwegen en waterwegen gelegen in het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 26.
Waardering: V termijn: 5 jaar na beëindiging
(157) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij gedeelten van het terrein van toezicht aan de landzijde worden aangewezen als verboden terrein.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 27, lid 1.
Waardering: B4
(158) Handeling: Het ontzeggen van het verblijf in het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 28, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(160) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het vervoer van goederen door de lucht van de ene binnenlandse plaats naar de andere.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 29.
Waardering: B4
(162) Handeling: Het aanwijzen van bescheiden welke kunnen dienen ter dekking van het vervoer, de inslag en de uitslag van goederen op het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 134, lid 2, letter b.
Waardering: B4
(163) Handeling: Het bepalen van de wijze waarop een herkenningsmiddel voor goederen voldoende herkenning waarborgt.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 136, lid 3.
Waardering: B4
(164) Handeling: Het bepalen dat indien de vertoning van een verzendingsbiljet plaatsvindt op het terrein van toezicht bescheiden moeten worden getoond waaruit de wettige aanwezigheid van de goederen hier te lande blijkt.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 137.
Waardering: B4
(165) Handeling: Het voor gedeelten van het terrein van toezicht geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van een aanwijzing van bijzonder toezicht vereisende goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 141, lid 1.
Waardering: B4
(166) Handeling: Het aanwijzen van terreingedeelten in het terrein van toezicht waar geen toestemming nodig is voor de uitoefening van een bedrijf waarin bijzonder toezicht vereisende goederen worden verhandeld, voortgebracht, bewerkt of verwerkt of het aanwezig hebben van een vaartuig.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 143.
Waardering: B4
(167) Handeling: Het vaststellen van de hoogte van de gestelde (aanvullende) zekerheid, het aanvaarden van de vorm waarin deze wordt gesteld en het zorgdragen voor aanvulling van deze zekerheid.
Periode: 1987-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 161, lid 1-2, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 D.2, 163, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 E.165, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(169) Handeling: Het toestaan dat met betrekking tot een bedrijf of een bepaald onderdeel daarvan een doorlopende zekerheid wordt gesteld en het wijzigen van de hoogte daarvan.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 163, lid 1, 164, lid 1 en 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na beëindiging toestemming
(171) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het bedrag aan interest wordt vastgesteld indien een doorlopende zekerheid in geld is gesteld.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 166, lid 2.
Waardering: B4
(172) Handeling: Het onder voorwaarden verlenen van een ontheffing van de verplichting tot het stellen van zekerheid aan openbare lichamen en instellingen en directe en indirecte overheidsbedrijven.
Periode: 1962-1991
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 167.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop ontheffing
1.15 Verschuldigdheid van belasting
(174) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij de verschuldigdheid, de berekening en de voldoening van de belasting van resten en afvallen van goederen die zijn vernietigd of teloor gegaan wordt geregeld.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 132a, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BJ.
Waardering: B4
(175) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij:
• voorwaarden worden vastgesteld waaronder voor goederen welke tijdelijk of voorlopig in entrepot zijn opgeslagen en daar een bewerking ondergaan kan worden toegestaan dat de belasting welke is verschuldigd voor dergelijke ingevoerde goederen wordt berekend naar de staat waarin de goederen voor de bewerking verkeerden.
• gevallen worden aangewezen waarin art. 133, lid 1, niet van toepassing is voor de berekening van de accijns.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 133, bij wet van 14-01-1976 Stbl. 57, artikel I i gewijzigd in art. 133, lid 1 en 2.
Waardering: B4
(177) Handeling: Het aanwijzen van gevallen waarin en het stellen van voorwaarden waaronder afschrijving of teruggaaf van belasting, interest en kosten wordt verleend.
Periode: 1962-1991
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 132, art.159, lid 1.
Waardering: B4
(178) Handeling: Het aanwijzen van gevallen waarin en het stellen van voorwaarden waaronder uitstel van betaling van de accijns kan worden verleend tot de vijftiende van de volgende maand.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 145, lid 3, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BU.
Waardering: B4
(179) Handeling: Het ten aanzien van de interest bepalen van de hoogte, de wijze van berekenen en het verstrekken aan de schuldenaar van een uitnodiging of mededeling ten aanzien van het bedrag en de termijn waarop moet zijn betaald.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 145, lid 1, art. 145a, lid 1, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BU, bij wet van 30-05-1990 Stbl. 222 gewijzigd in art. 145a, lid 2.
Waardering: B4
(180) Handeling: Het vaststellen van bepalingen krachtens welke door de minister aangewezen betalingen aan een andere ambtenaar dan de ontvanger of elders dan in een ontvangkantoor zullen of kunnen geschieden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 146, lid 2, letter b, art. 144a, lid 4, zoals ingevoegd bij wet van 30-05-1990 Stbl. 222, art. IV E.
Waardering: B4
(181) Handeling: Het bepalen van gevallen waarin en het vaststellen van de voorwaarden waaronder betalingen uiterlijk de donderdag van de week volgende op die waarin zij zouden behoren te geschieden mogen plaatsvinden.
Periode: 1962-1990
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 146, lid 3.
Waardering: B4
(185) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het invoeren van goederen met vrijstelling van invoerrecht.
Periode: 1985-1995
Grondslag: Regeling vrijstellingen belastingen bij invoer van 2 juli 1985 (Stct. 134) art. 2, lid 3-4, art. 4, lid 2-3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekking vergunning
(186) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur met betrekking tot in het tarief van invoerrechten geregelde onderwerpen.
Periode: 1984-1995
Grondslag: Wet tarief van invoerrechten van 5 juni 1985 (Stbl. 313) art. 4.
Waardering: B4
(665) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van Koninklijke besluiten waarbij het tarief van invoerrechten wordt gewijzigd of de heffing van invoerrechten geheel of gedeeltelijk wordt geschorst.
Grondslag: Machtigingswet 1960 van 23 juni 1960 (Stbl. 262), art. 1.
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(666) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van algemene maatregelen van bestuur waarbij de wetgeving inzake de invoerrechten en accijnzen in overeenstemming wordt gebracht met internationale overeenkomsten en besluiten van volkenrechterlijke organisaties.
Grondslag: Machtigingswet 1960 van 23 juni 1960 (Stbl. 262), art. 2, lid 1.
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(669) Handeling: Het vaststellen van bepalingen voor goederen die afkomstig zijn uit het vrije verkeer of uit bepaalde landen of gebieden.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 2, lid 5
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(670) Handeling: Het vaststellen van bepalingen over het geheel of gedeeltelijk schorsen van de invoerrechten op goederen.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 3
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(671) Handeling: Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften met betrekking tot het tarief van invoerrechten.
Grondslag: Wet tarief van invoerrechten, art. 4
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(672) Handeling: Het vaststellen van bepalingen waarin wordt geregeld hoe de waarde van goederen wordt bepaald.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 14, lid 2 en 5, art. 15, art. 2, art. 16, letter b, art. 16a, lid 2, art. 16c, lid 1, art. 16e, lid 4 en 7, art. 16f, lid 6, art. 16h, lid 3, art. 16j, lid 2, art. 17, art. 17a.
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(673) Handeling: Het vaststellen van bepalingen waarin wordt geregeld hoe de invoerrechten moeten worden berekend.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 18.
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(674) Handeling: Het vaststellen van bepalingen waarin de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrecht wordt geregeld.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 22, lid 2-3, art. 23, lid 1-3, art. 24-36a.
Wet tarief van invoerrechten, art. 21.
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(675) Handeling: Het vaststellen van bepalingen waarin de teruggave van invoerrecht wordt geregeld.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 37, lid 1 en 2.
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(676) Handeling: Het vaststellen van bepalingen inzake het geheel of gedeeltelijk vrijstellen van goederen van de accijns bij de invoer.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 38, lid 1 en 2.
Wet tarief van invoerrechten, art. 7, lid 1.
Periode: 1962-1995
Waardering: B4
(678) Handeling: Het vaststellen van bijzondere regelingen over het verkrijgen van krediet voor het invoerrecht over bepaalde goederen.
Grondslag: Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 47.
Periode: 1962-1985
Waardering: B4
(191) Handeling: Het bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden de inspecteur aangehouden goederen ter beschikking kan stellen van de aangever voordat de waarde onherroepelijk vaststaat, zomede de gevolgen van zodanige beschikbaarstelling en van het niet nakomen van daarbij gestelde voorwaarden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 102.
Waardering: B4
(193) Handeling: Het bepalen van de wijze waarop iemand die bezwaar heeft tegen de toepassing van het tarief van invoerrechten in kennis moet worden gesteld van de wijze waarop de toepassing van het tarief van invoerrechten of van de accijnzen heeft plaatsgevonden.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 108, lid 1, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 AI 2.
Waardering: B4
(194) Handeling: Het afhandelen van bezwaarschriften.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 108, lid 2, sinds 1992 tevens art. 108, lid 5, art. 108, lid 6, zoals gewijzigd bij wet van 04-06-1992, Stbl. 422 art. 3 P, 156, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na af- of toewijzing
(196) Handeling: Het bepalen van de wijze waarop wordt bekendgemaakt hoe de toepassing van het tarief van invoerrechten of van de accijnzen heeft plaatsgevonden.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 108, lid 3, zoals gewijzigd bij wet van 04-06-1992, Stbl. 422 art. 3 P.
Waardering: B4
1.17 Strafrechtelijke bepalingen
(199) Handeling: Het vaststellen van de boetevrije spelingen die zijn toegestaan bij de opgave of vermelding van de hoeveelheid, het gehalte of andere bijzonderheden van goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 171, lid 8, letter b.
Waardering: B4
(200) Handeling: Het bepalen dat overtreding van krachtens wettelijke bepalingen vastgesteld algemeen voorschrift wordt bestraft met een geldboete van ten hoogste duizend gulden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 186.
Waardering: B4
(202) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen en intrekken van algemene maatregelen van bestuur waarbij formaliteiten en bepalingen van toezicht worden vastgesteld voor smokkelschepen en smokkelgoederen die zich voor de zeekust bevinden .
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 19, lid 1.
Waardering: B4
(203) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een koninklijk besluit waarbij wordt verklaard dat met betrekking tot de in het eerste lid van art. 19 bedoelde schepen en goederen de art. 60, lid 1, art. 62, lid 1, art. 82, lid 1, art. 83, letter a, art. 87, lid 1, letter b en art. 94 van overeenkomstige toepassing zijn.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 19, lid 2.
Waardering: B4
1.18 Inbeslagneming en inbewaringneming
(205) Handeling: Het geven van voorschriften voor het tegen zekerheidstelling vrijgeven van in beslag genomen goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 211, lid 1.
Waardering: B4
(206) Handeling: Het bepalen op welke wijze in het openbaar mededeling wordt gedaan van de inbeslagneming van goederen terzake van het begaan van bij wettelijke bepalingen strafbaar gestelde feiten door onbekende personen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 212, lid 1, art. 213, lid 3.
Waardering: B4
(207) Handeling: Het in bijzondere gevallen onder voorwaarden teruggeven van aan de Staat vervallen vervoermiddelen en voorwerpen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 213, lid 9.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(208) Handeling: Het geven van voorschriften voor de verkoop van in bewaring gegeven goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 214, lid 3.
Waardering: B4
(209) Handeling: Het voorbereiden van een Koninklijk Besluit waarin wordt vastgesteld welke vergoeding aan de staat is verschuldigd bij de verkoop van in bewaring genomen goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 214, lid 5.
Waardering: B4
1.19 Algemene en slotbepalingen
(211) Handeling: Het verlenen van een ontheffing van de in art. 217 omschreven verplichting tot het verschaffen van inlichtingen aan ambtenaren.
Periode: 1994-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 217, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop ontheffing
(212) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bij wijze van proef regels worden gegeven welke ertoe strekken dat de ingevolge deze wet vereiste goederenaangiften kunnen worden gedaan nadat de goederen hun bestemming hebben gevolgd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 220a.
Waardering: B4
(213) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij gevallen of groepen van gevallen worden aangewezen waarin belasting verschuldigd is en de teruggaaf van accijns vervalt m.b.t. uitgaande goederen welke zijn bestemd om uitsluitend te worden gebruikt op of in het voertuig van de aangever.
Periode: 1982-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 220b, lid 1, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 CP, gewijzigd bij wet van 19-12-1991 Stbl. 740 art. 1 III.1.
Waardering: B4
(214) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt geregeld op welke wijze de heffing van het invoerrecht en/of de accijns geschiedt, alsmede het stelsel van formaliteiten en toezicht ter verzekering van die heffing m.b.t. de gevallen bedoeld in art. 220b.
Periode: 1982-1991
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 220b, lid 2, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 CP.
Waardering: B4
(215) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gegeven welke ertoe strekken dat het afgeven van documenten wordt vervangen door een andere wijze van toezicht op goederen waarvoor nog belasting verschuldigd is of kan worden en op de rechtmatigheid van handelingen met goederen.
Periode: 1991-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 220d, lid 1.
Waardering: B4
(216) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij de wetgeving inzake de douane en de accijnzen in overeenstemming wordt gebracht met de op 29 mei 1972 te Luxemburg tussen Nederland, België en Luxemburg gesloten Overeenkomst tot unificatie van accijnzen.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet van 29 november 1972 (Stbl. 696) art. 12.
Waardering: B1
(217) Handeling: Het nemen van maatregelen ten aanzien van de uitvoering van de op 29 mei 1972 te Luxemburg tussen Nederland, België en Luxemburg gesloten Overeenkomst tot unificatie van accijnzen en het vaststellen van bepalingen met betrekking tot de overgang.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet van 29 november 1972 (Stbl. 696) art. 13, lid 1.
Waardering: B1
(218) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij in gevallen waarin een lager accijnstarief wordt geheven dan het gemeenschappelijk tarief regelen worden gesteld voor de wijze van heffing van het verschil tussen dat lagere tarief en het in de desbetreffende accijnswet neergelegde tarief.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet van 29 november 1972 (Stbl. 696) art. 13a, lid 1.
Waardering: B1
2. Accijnswetgeving periode 1962-1991
(219) Handeling: Het vaststellen van nadere bepalingen m.b.t. de overgang van de oude naar de nieuwe bepalingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 45.
Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 55
Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 53.
Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 129.
Wet tot verhoging en uitbreiding van de accijns van alcoholhoudende dranken van 17 december 1981 (Stbl. 752) art. III.
Wet van 1 oktober 1980 (Stbl. 608) art. III.
Wet van 17 december 1981 (Stbl. 746) art. III.
Wet van 15 december 1983 (Stbl 622) art. V, lid 2, IX.
Wet van 16 januari 1985 (Stbl. 62) art. III.
Waardering: B4
(220) Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren welke de Minister van Financiën vervangen of specifieke taken verrichten en het toekennen van bevoegdheden aan ambtenaren.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 18
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 26, lid 3, art. 27, lid 1.
Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 20, lid 1.
Waardering: B4 voor ministeriële regelingen
(680) Handeling: Het in individuele gevallen aanwijzen van ambtenaren welke de Minister van Financiën vervangen of specifieke taken verrichten en het toekennen van bevoegdheden aan ambtenaren.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 18
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 26, lid 3, art. 27, lid 1.
Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 20, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar voor individuele beschikkingen
2.3.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(221) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij andere bewerkingen worden aangewezen welke worden begrepen onder het vervaardigen van alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 3, lid 2.
Waardering: B4
(222) Handeling: Het gelijk stellen van niet-mousserende gegiste dranken, anders dan bedoeld in art. 4, lid 2, met de in art. 4, lid 1, letter b bedoelde niet-mousserende gegiste vruchtendranken.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 4, lid 3.
Waardering: B4
(223) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bijzondere bepalingen ter berekening van de accijns worden vastgesteld met betrekking tot alcoholhoudende stoffen welke zich bevinden in andere dan vloeibare staat.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 8, lid 3.
Waardering: B4
(224) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaronder de bijzondere accijns van wijn niet wordt geheven van niet-mousserende gegiste vruchtendranken en mousserende gegiste dranken van Luxemburgse oorsprong.
Periode: 1976-1980
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 88b.
Waardering: B4
(225) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaronder de heffing van de accijns van mousserende dranken zoals genoemd in art. 89, lid 1 A-B toepassing mag vinden.
Periode: 1963-1973
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 89, lid 2.
Waardering: B4
(226) Handeling: Het stellen van voorwaarden voor het tegen een verlaagd tarief heffen van accijns van bepaalde mousserende dranken.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 89, lid 2.
Waardering: B4
(227) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaronder de bijzondere accijns van mousserende dranken nihil is.
Periode: 1976-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 93a, lid 2.
Waardering: B4
(228) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepaald wordt dat de accijns ook wordt geheven van andere soorten alcohol dan ethylalcohol, bijzondere bepalingen worden vastgesteld ter berekening van de accijns en bepaalde artikelen van de wet ook op deze alcoholsoorten van toepassing worden verklaard.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 116, lid 1-2.
Waardering: B4
(229) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke de berekening van de accijns voor goederen- anders dan handelsgoederen-, welke in kleine zendingen of door reizigers als bagage worden ingevoerd, moet geschieden volgens door de Minister van Financiën vast te stellen forfaitaire tarieven.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 74, lid 2, art. 85, lid 2 en art. 90a, lid 2.
Waardering: B4
(230) Handeling: Het geven van voorschriften voor het aantonen van de sterkte van de propylalcohol of iso-propylalcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 74, lid 2.
Waardering: B4
2.3.2 Accijns van tabaksfabrikaten
(231) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een Koninklijk besluit waarbij de tabaksaccijns wordt verlaagd ter compensatie van een aanpassing van het invoerrecht voor ruwe tabak in het kader van het tot stand komen van de E.E.G en waarbij de daarbij noodzakelijk geachte afrondingen worden aangebracht.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Machtigingswet tabaksaccijns van 20 december 1961 (Stbl. 439) art. 1, lid 1-2.
Waardering: B4
(232) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een wet waarbij de tabaksaccijns wordt verlaagd ter compensatie van een aanpassing van het invoerrecht voor ruwe tabak in het kader van het tot stand komen van de E.E.G en waarbij de daarbij noodzakelijk geachte afrondingen worden aangebracht.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Machtigingswet tabaksaccijns van 20 december 1961 (Stbl. 439) art. 3, lid 1.
Waardering: B1
(233) Handeling: Het bepalen dat bij de invoer van suiker en van suikerhoudende goederen en bij uitslag tot verbruik uit accijnsentrepot van suiker de berekening van de accijns kan geschieden naar het brutogewicht van die goederen, verminderd met een door de Minister van Financiën vast te stellen tarra.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 8, gewijzigd bij Wet van 29 november 1972.
Waardering: B4
(234) Handeling: Het vaststellen van het aantal gewichtspercenten, andere dan toegevoegde suiker, dat in suikerhoudende goederen geacht wordt aanwezig te zijn.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 9, lid 2
Waardering: B4
2.3.4 Accijns van minerale oliën
(235) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij naast de stoffen die worden genoemd in art. 3, lid 1 ook andere stoffen worden aangemerkt als benzine.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 3, lid 2.
Waardering: B4
2.3.5 Accijns van alcoholvrije dranken
(236) Handeling: Het bepalen wat onder mineraalwater en limonade moet worden verstaan.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 1, lid 3.
Waardering: B4
(237) Handeling: Het bepalen hoe het volume van alcoholvrije dranken in geconcentreerde of in vaste vorm moet worden herleid tot het volume van soortgelijke voor rechtstreekse consumptie gerede dranken.
Periode: 1982-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 2, lid 2, zoals ingevoerd bij wet van 17-12-1981.
Waardering: B4
2.4 Oprichting en inrichting van accijnspanden
2.4.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(238) Handeling: Het bepalen dat inrichtingen waarin zich distilleertoestellen bevinden welke uitsluitend worden gebruikt om alcoholhoudende stoffen te zuiveren niet worden aangemerkt als distilleerderij.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 9, lid 4.
Waardering: B4
(239) Handeling: Het bepalen dat de bij een handelaar in gebruik zijnde gebouwen, erven en besloten terreinen, welke gemeenschap hebben met een bergplaats, niet worden aangemerkt als tot de bergplaats te behoren en daarvan deel uit te maken.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 10, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afwijzing beschikking
(240) Handeling: Het goedkeuren van (de wijzigingen in) de ligging, de afscheiding van andere percelen, de bouw en de inrichting van een branderij, distilleerderij, bergplaats of fabriek van niet mousserende gegiste vruchtendranken of mousserende gegiste vruchtendranken en het vervallen verklaren van een dergelijke goedkeuring.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 12, lid 1, art. 14, lid 1-3, art. 17, lid 1 en 4, art. 20, art. 21, lid 1-3, art. 84, lid 1.
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 43.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen goedkeuring
(241) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot de inhoud van het verzoek om goedkeuring van een branderij, distilleerderij of bergplaats en het bepalen welke tekeningen en andere bescheiden daarbij moeten worden overlegd.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 12, lid 3.
Waardering: B4
(242) Handeling: Het bepalen:
• van welke werktuigen de inhoudsruimte ambtelijk wordt opgenomen;
• bij welke werktuigen een peilinstrument of meetapparaat aanwezig moet zijn, met opgave van de eisen, aan welke het peilinstrument of het meetapparaat moet voldoen, in het bijzonder wat betreft de aanwijzingen welke daarop moeten voorkomen;
• boven en naast welke ingangen en uitgangen een opschrift, houdende de vermelding: branderij, distilleerderij (eerste of tweede klasse) of bergplaats van alcoholische stoffen, met aanduiding van haar benaming en van de naam van de brander, distillateur of handelaar, moet worden geplaatst;
• op welke werktuigen een opschrift, aanwijzende de aard, de ambtelijk opgenomen inhoudsruimte en het volgnummer, moet worden geplaatst;
• welke pijpen, buizen en andere leidingen in een bepaalde kleur moeten worden geverfd;
• aan welke ambtenaar en voor welk tijdstip moet worden kennis gegeven van de aanvang van bepaalde werkzaamheden betreffende de bouw en de inrichting van de branderij, distilleerderij of bergplaats;
• welke voorwerpen, ten gebruike van de ambtenaren, in de branderij, distilleerderij of bergplaats voorhanden moeten zijn.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 15, lid 1, art. 17, lid 1-2, art. 24.
Waardering: B4
(244) Handeling: Het ten aanzien van een branderij bepalen:
• op welke plaats het dubbel van de lopende werkaangifte als is bedoeld in artikel 30 en het fabrieksregister als is bedoeld in art. 33 moeten worden bewaard;
• langs welke ingangen en uitgangen de voor de bereiding van alcoholhoudende stoffen geschikte grondstoffen in de branderij moeten worden ingeslagen of daaruit moeten worden uitgeslagen, zomede langs welke weg deze in de branderij van de ingangen moeten worden overgebracht naar de voor de bewaring bestemde bergruimte of naar de plaats, waar zij zullen worden gereedgehouden, en van die plaatsen moeten worden overgebracht naar de uitgangen;
• op welke plaatsen of in welke werktuigen, in welk stadium van de werkzaamheden en gedurende welke tijd de te bezigen grondstoffen of de voor het ruwstoken bestemde gistende of uitgegiste stoffen moeten worden gereedgehouden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 15, lid 4.
Waardering: B4
(246) Handeling: Het bepalen dat het bewijs van aangifte toch wordt afgegeven indien de aangifte van de aanvang van bepaalde werkzaamheden betreffende de bouw van een branderij, distilleerderij of bergplaats niet conform de voorschriften is gedaan.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 16, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(247) Handeling: Het bepalen dat van een brander geen werkaangifte zal worden aangenomen en in de branderij, distilleerderij van de eerste klasse of bergplaats geen inslag van alcoholhoudende stoffen onder krediet voor de accijns zal kunnen plaatsvinden voordat het bewijs van aangifte is afgegeven of de belastingdienst heeft vastgesteld dat de toestand van de branderij, distilleerderij of bergplaats in overeenstemming is met de verleende vergunningen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 23, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na aanpassing of afwijzing
(248) Handeling: Het geven van voorschriften voor het afsluiten van een branderij of distilleerderij van de eerste klasse van andere gebouwen, erven en terreinen afsluit en het afsluiten van deuren, vensters en andere openingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 25, lid 1.
Waardering: B4
(249) Handeling: Het vorderen dat een brander of distillateur zijn branderij of distilleerderij van de eerste klasse van andere gebouwen, erven en terreinen afsluit en dat deuren, vensters en andere openingen worden afgesloten, het hierin op kosten van de brander of distillateur voorzien, het laten bewaken van de branderij of distilleerderij.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 25, lid 1 en 3
Waardering: V termijn: 10 jaar
(251) Handeling: Het voorbereiden van de toestemming voor de oprichting van een inrichting waarin alcoholhoudende stoffen worden vervaardigd anders dan door afstoking van gistende of uitgegiste stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 76, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(252) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het stelsel van heffing van de accijns en het toezicht ten aanzien van alcoholhoudende stoffen, die worden vervaardigd inrichtingen waarvoor toestemming is verleend conform art. 76, lid 1, wordt geregeld.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 76, lid 2.
Waardering: B4
(253) Handeling: Het goedkeuren van de oprichting van een fabriek van mousserende gegiste dranken.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 90, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen goedkeuring
(254) Handeling: Het vaststellen van nadere regelen voor installaties waarmee wort kan worden vervaardigd.
Periode: (1980)-1981
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 3, lid 2.
Waardering: B4
(255) Handeling: Het vaststellen van nadere regelen ter uitvoering van art. 3a, lid 1.
Periode: (1980)-1981
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 3a, lid 2.
Waardering: B4
(257) Handeling: Het bepalen boven of naast welke ingang van een bierbrouwerij een opschrift `Bierbrouwerij', met aanduiding van haar benaming en van de naam van de bierbrouwer, moet worden geplaatst.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 6.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(258) Handeling: Het verlenen van een ontheffing van het verbod tot gemeenschap met gebouwen, erven en besloten terreinen welke niet in gebruik zijn bij de bierbrouwer alsmede gebouwen, erven en besloten terreinen waar suiker en suikerhoudende stoffen worden bereid, verwerkt of voorhanden zijn.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 7, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(260) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van de in art. 8, lid 2-3, gegeven voorschriften over de inrichting en plaatsing van de bierketel en de plaatsing en kleur van pijpen, buizen en andere leidingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 8, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking ontheffing
(261) Handeling: Het goedkeuren van de (wijzigingen in de) inrichting van de bierketel en het lokaal waarin deze wordt geplaatst.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 9, art. 11, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking
2.4.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(262) Handeling: Het toestaan dat handelaren of makelaars in ruwe tabak met betrekking tot het vervaardigen van sigaren welke in hun panden als monster worden gebruikt niet als fabrikant worden aangemerkt.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 6, lid 2.
Waardering: B4
(264) Handeling: Het intrekken van een fabrieksvergunning.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 11, lid 1 en 3, m.i.v. 1975 gewijzigd in art. 11, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking vergunning
(265) Handeling: Het geven van nadere voorschriften omtrent de inhoud van de aangifte van een fabriek en het bepalen welke tekeningen en andere bescheiden bij de aangifte moeten worden overlegd.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 7, lid 3.
Waardering: B4
(266) Handeling: Het bepalen welk opschrift moet worden aangebracht boven of naast de ingang van een fabriek en het geven van voorschriften voor het aanbrengen van een dergelijk opschrift.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 8, lid 3.
Waardering: B4
(267) Handeling: Het, in afwijking van art. 8, lid 1, toestaan dat een fabriek gemeenschap heeft met een woning.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 8, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop toestemming
(268) Handeling: Het geven van voorschriften voor het afsluiten van deuren, vensters en andere openingen in de fabriek en het afsluiten van de fabriek van andere gebouwen, erven en terreinen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 9, lid 1.
Waardering: B4
(269) Handeling: Het laten afsluiten van een fabriek van andere gebouwen, erven en terreinen en het laten afsluiten van de aanwezige deuren, vensters en andere openingen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 9, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop toestemming
(270) Handeling: Het goedkeuren van de (veranderingen in de) bouw van een fabriek, de afscheiding van andere percelen en de bouw daarvan alsmede de plaatsing van de werktuigen waarin vaste suiker wordt vervaardigd of waarmede de hoeveelheid suiker wordt vastgesteld en van de buiten de gebouwen van de fabriek uitkomende werktuigen en leidingen, bestemd tot het overbrengen van suiker.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 11, lid 1, art. 13 lid 1, art. 15 lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling of vernieuwing
(271) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de inhoud van een verzoek om goedkeuring van een fabriek en het bepalen welke tekeningen en andere bescheiden daarbij moeten worden overlegd.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 11, lid 2.
Waardering: B4
(274) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om gebouwen, erven en besloten terreinen van een fabriek voor enig ander bedrijf te gebruiken dan dat van fabrikant van suiker.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 19, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling of hernieuwing
(275) Handeling: Het vorderen dat op te bepalen plaatsen in de fabriek alsmede aan de ingangen en uitgangen daarvan de fabrikant volgens de gegeven voorschriften voorzieningen treft met betrekking tot het verblijf van ambtenaren belast met het toezicht en dat de fabrikant zijn fabriek van andere gebouwen, erven en terreinen afsluit zomede dat hij de aanwezige deuren, vensters en andere openingen afsluit volgens de gegeven voorschriften.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 20, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(277) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot:
• het verblijf van ambtenaren belast met het toezicht in een fabriek;
• het afsluiten van een fabriek van andere gebouwen, erven en terreinen en het afsluiten van deuren, vensters en andere openingen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 20, lid 1.
Waardering: B4
2.4.5 Accijns van minerale oliën
(279) Handeling: Het bepalen dat gebouwen, erven en besloten terreinen, welke door middel van leidingen in verbinding staan met de fabriek, niet worden aangemerkt als tot de fabriek te behoren.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 8, lid 3
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(280) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent:
• de bouw, de plaatsing en de inrichting van tanks;
• het terrein waarop de tanks worden geplaatst;
• de plaatsing van pijpen, buizen en andere leidingen voor het geleiden van ruwe aardolie, andere grondstoffen en minerale oliën;
• de inrichting van in leidingen of aan tanks aangebrachte kranen en afsluiters;
• de eisen aan welke een peilinstrument of meetapparaat voor minerale oliën moet voldoen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 9, lid 1.
Waardering: B4
(281) Handeling: Het goedkeuren van de (wijzigingen in) ligging, de afscheiding van andere percelen, de bouw en de inrichting van een fabriek.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 10, lid 1, art. 11, lid 1-3, art. 13, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na buitengebruikstelling
(282) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de inhoud van het verzoek om goedkeuring van een fabriek en het bepalen welke tekeningen en andere bescheiden daarbij moeten worden overlegd.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 10, lid 2.
Waardering: B4
(284) Handeling: Het bepalen dat, hoewel niet is nagekomen hetgeen krachtens art. 12, lid 1, letter b is bepaald, het bewijs van aangifte niettemin zal worden aangegeven.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 14, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking ontheffing
(285) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van het verbod de gebouwen, erven en besloten terreinen van een fabriek voor enig ander doel te gebruiken dan voor de vervaardiging en de opslag van aardolie- en petrochemische producten en de daarvoor benodigde grondstoffen en hulpstoffen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 17, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beëindiging ontheffing
(286) Handeling: Het laten afsluiten van een fabriek en de daarbij behorende leidingen, uitgangen en andere openingen van andere gebouwen, erven en terreinen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 18, lid 1 en 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(288) Handeling: Het aanwijzen van tanks voor de opslag van minerale oliën.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 22, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking vergunning
(289) Handeling: Het in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van de voorgeschreven opslag van minerale oliën in aangewezen tanks.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 22, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(290) Handeling: Het voor de periode van ten hoogste drie jaren toestaan van afwijkingen van de bij of krachtens de Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) vastgestelde bepalingen ten aanzien van fabrieken welke bestaan op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de wet en die niet geheel voldoen aan de bepalingen van de wet.
Periode: 1966-1969
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 39.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
2.5 Productie- en grondstoffencontrole / fabrieksregister
2.5.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(291) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot het gebruik van werktuigen en leidingen en de aanvang, duur en afsluiting van de werkzaamheden in een branderij of distilleerderij.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 27, lid 2.
Waardering: B4
(293) Handeling: Het toestaan dat gebouwen, erven en besloten terreinen van een branderij of distilleerderij worden gebruikt voor enig ander bedrijf dan branderij of distilleerderij.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 29, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(294) Handeling: Het bepalen dat indien een branderij of distilleerderij wordt gebruikt voor enig ander bedrijf dan branderij of distilleerderij van de brander geen werkaangifte zal worden aangenomen en in de branderij of distilleerderij geen inslag van alcoholhoudende stoffen onder krediet voor de accijns zal kunnen plaatsvinden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 29, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(296) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot het inrichten en bijhouden van het fabrieksregister.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 33, lid 2.
Waardering: B4
(298) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de opgave van grondstoffen die in een branderij zullen worden gebruikt.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 37, lid 1.
Waardering: B4
(299) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de inslag, gereedhouden, voorhanden hebben, overbrengen en uitslaan van goederen en het inschrijven van goederen in het fabrieksregister.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 37, lid 2.
Waardering: B4
(300) Handeling: Het bepalen dat gedurende een tijdvak van ten hoogste zes maanden geen werkaangifte zal worden aangenomen en geen inslag onder krediet voor de accijns zal plaatsvinden
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 78, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na aangifte
(301) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het bedrag wordt vastgesteld waarmee de accijns van alcoholhoudende stoffen die tot verbruik worden uitgeslagen kan worden verminderd als vergoeding voor renteverlies en voor gevaar van onverhaalbaarheid.
Periode: 1963-1973
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 80.
Waardering: B4
(302) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij het stelsel van heffing van de accijns en het toezicht op de fabrieken van niet-mousserende vruchtendranken of mousserende gegiste dranken wordt geregeld.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 84, lid 3, art. 90, lid 4.
Waardering: B4
(303) Handeling: Het toestaan dat de boekhouding van een fabrikant in de plaats treedt van het fabrieksregister.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 44, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(305) Handeling: Het toestaan dat bierbrouwers, die gewoonlijk meer dan twee brouwsels per week vervaardigen, een aangifte in dubbel inleveren voor alle brouwsels welke in de loop van de week zullen worden vervaardigd.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 14, lid 1
Waardering: V termijn: 10 jaar na beëindiging toestemming
(306) Handeling: Het vaststellen van het model voor het fabrieksregister en het uittreksel daaruit.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 16, lid 3 en 5.
Waardering: B4
(307) Handeling: Het bepalen van de speling die is toegestaan tussen de hoeveelheid gereedgezette of gebezigde grondstof en de opgegeven hoeveelheid grondstof.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 17, lid 2.
Waardering: B4
(308) Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verplichtingen voortvloeiende uit art. 17, lid 1-2.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 17, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking ontheffing
(309) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om suiker of suikerhoudende stoffen in een bierbrouwerij of daarmee gemeenschap hebbende panden voorhanden te hebben.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 18, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beëindiging toestemming
(310) Handeling: Het toestaan dat na afloop van het koken aan het wort nog stoffen worden toegevoegd.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 19, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beëindiging toestemming
(311) Handeling: Het verlenen van een ontheffing van het verbod om:
• in een bierbrouwerij andere stoffen waaruit suikerhoudende aftreksels kunnen worden vervaardigd in te slaan of voorhanden te hebben dan die welke volgens art. 4 zijn aangegeven;
• in een bierbrouwerij beslag, moutextract of suikerhoudende aftreksels te bereiden of voorhanden te hebben buiten de werktuigen of de tijdstippen welke daartoe in de art. 13, 14 of 16 zijn aangegeven;
• uit een bierbrouwerij beslag, moutextract of suikerhoudende aftreksels, geen bier zijnde, uit te slaan.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 21, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen ontheffing
2.5.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(312) Handeling: Het geven van voorschriften ten aanzien van de gegevens die in een fabrieksregister moeten worden vermeld en de wijze en de tijdstippen waarop dit register moet worden bijgehouden.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 12, lid 2.
Waardering: B4
(314) Handeling: Het toestaan dat de boekhouding van een fabrikant in de plaats treedt van het fabrieksregister.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 12, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen ontheffing
(315) Handeling: Het per categorie vaststellen van de minimumhoeveelheid goederen die uit een fabriek mag worden uitgeslagen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 15, lid 3.
Waardering: B4
(316) Handeling: Het toestaan dat, in afwijking van art. 16, lid 1-2, tabaksfabrikaten welke niet zijn voorzien van de vereiste accijnszegels mogen worden uitgeslagen uit een fabriek zonder gedekt te zijn door een document of voorhanden mogen zijn buiten de fabriek.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 16, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(317) Handeling: Het bepalen welke gegevens inzake de soort, de hoedanigheid en de hoeveelheid vervaardigde, ingeslagen, nader te bewerken of uitgeslagen suiker in het fabrieksregister moeten worden ingeschreven en het geven van voorschriften omtrent de wijze en de tijdstippen waarop het register moet worden bijgehouden.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 23, lid 2.
Waardering: B4
(319) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaraan de boekhouding van een fabrikant moet voldoen indien deze in de plaats treedt van het fabrieksregister.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 23, lid 5.
Waardering: B4
(320) Handeling: Het geven van toestemming aan een fabrikant om het fabrieksregister te vervangen door de boekhouding.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 23, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(321) Handeling: Het per categorie vaststellen van de minimumhoeveelheid suiker die uit een fabriek mag worden uitgeslagen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 28, lid 4.
Waardering: B4
(322) Handeling: Het toestaan dat suiker, in afwijking van het bepaalde in art. 29, lid 1, uit een fabriek mag worden uitgeslagen zonder te zijn gedekt door een document.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 29, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(323) Handeling: Het vaststellen van de voorwaarden waaronder suiker, welke niet wordt gedekt door een document, uit een fabriek mag worden uitgeslagen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 29, lid 2.
Waardering: B4
(324) Handeling: Het voorbereiden van bepalingen volgens welke krediet wordt verleend voor de accijns van ingevoerde ruwe suiker aan handelaren in die suiker en suiker, benodigd voor de vervaardiging van suikerhoudende goederen, aan fabrikanten van die goederen, en het bepalen van de termijn gedurende welke krediet wordt verleend voor elke daarvoor aan te wijzen groep van bedrijven.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 40, lid 1-2.
Waardering: B4
(325) Handeling: Het voorbereiden van een bepaling dat de hoofdstukken III en IV van de Wet op de accijns van suiker 1964 geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn op fabrieken waarin geen andere suiker wordt vervaardigd dan suiker waarvoor krachtens artikel 41, eerste lid, van de voornoemde wet, vrijstelling van accijns is verleend of welke niet aan accijns is onderworpen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 45, lid 1.
Waardering: B4
(328) Handeling: Het bepalen dat een document nodig is voor suiker welke de fabriek zal verlaten om te worden overgebracht naar een plaats waar op grond van artikel 50 van het Besluit douane en accijnzen door de Nederlandse Spoorwegen een document wordt afgegeven voor het vervoer ervan buiten het rijk.
Periode: 1971-1991
Grondslag: Besluit administratieve controle suikerfabrieken van 22 januari 1971 (Stbl. 31) art. 8a.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking beschikking
2.6 Verschuldigdheid, voldoening en krediet
2.6.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(330) Handeling: Het verbeteren van een eenzijdig gesloten rekening van alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1989
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 54, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking beschikking
(331) Handeling: Het geven van toestemming voor het inslaan van alcoholhoudende stoffen in een branderij, distilleerderij van de eerste klasse of bergplaats.
Periode: 1963-1967
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 38, lid 3, art. 45.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(332) Handeling: Het bepalen welke soorten alcoholhoudende stoffen in een branderij, distilleerderij van de eerste klasse of bergplaats kunnen worden ingeslagen.
Periode: 1967-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 45.
Waardering: B4
(333) Handeling: Het per categorie vaststellen van de minimumhoeveelheid waarvoor een document voor de inslag of uitslag in een branderij, distilleerderij van de eerste klasse of bergplaats zal worden afgegeven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 46, lid 2.
Waardering: B4
(334) Handeling: Het vaststellen van voorwaarden waaronder uitslag of inslag van alcoholhoudende stoffen anders dan in fusten, flessen, kruiken of dergelijke verpakkingen mag plaatsvinden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 46, lid 3.
Waardering: B4
(335) Handeling: Het geven van regels voor de uitslag van alcoholhoudende stoffen uit een distilleerderij van de eerste klasse.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 47, lid 1.
Waardering: B4
(336) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om in een branderij alcoholhoudende stoffen voorhanden te hebben welke tevens uit andere stoffen dan alcohol en water bestaan, of aldaar alcoholhoudende stoffen op zuiveringsmiddelen te doen trekken.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 51, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(337) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het verlenen van een bijzondere korting voor het extra verlies dat bij de bewerking van alcoholhoudende stoffen optreedt.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 56, lid 4.
Waardering: B4
(338) Handeling: Het voor de peiling bepalen in welke gevallen alcoholhoudende stoffen niet als zodanig worden aangewezen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 57, lid 2.
Waardering: B4
(339) Handeling: Het bepalen van gevallen waarin de ontvanger op het document moet aantekenen dat korting is genoten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 57, lid 4.
Waardering: B4
(340) Handeling: Het machtigen van de ontvanger om een document, waarop een aantekening is gemaakt dat korting is genoten, te vervangen door een ander document.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 57, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na machtiging
(341) Handeling: Het verlenen en ontzeggen van korting op de accijns van alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 58, lid 1-2.
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) 1963 art. 13-14.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beschikking
(343) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot:
• het vervoer van alcoholhoudende stoffen;
• de inslag, het voorhanden hebben en de uitslag van alcoholhoudende stoffen uit enig ander gebouw, erf of besloten terrein dan een branderij, distilleerderij van de eerste klasse, bergplaats of entredepot en het voorhanden hebben van alcoholhoudende stoffen in dergelijke terreinen of gebouwen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 64, lid 1.
Waardering: B4
(344) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent het aanbrengen van een merk of nummer en het vermelden van de inhoudsruimte op een fust.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 71, lid 1.
Waardering: B4
(345) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voor de accijns op wijn en de accijns op mousserende dranken het stelsel van krediet wordt geregeld.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 88, art. 93.
Waardering: B4
(346) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij gevallen worden aangewezen waarin een korting wordt verleend voor het verlies bij de bewerking van alcoholhoudende stoffen welke dienen voor de bereiding van parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 73a.
Waardering: B4
(347) Handeling: Het vaststellen van bepalingen krachtens welke de uitslag van monsters niet onder dekking van documenten behoeft te geschieden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 6, lid 2.
Waardering: B4
(348) Handeling: Het bepalen dat indien de uitslag niet onder dekking van documenten geschiedt deze toch op de rekening moet worden afgeboekt.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 6, lid 2.
Waardering: B4
(350) Handeling: Het bepalen van de soort en hoeveelheid kleurstof die mag worden gebruikt om te worden vermengd met alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 14.
Waardering: B4
(352) Handeling: Het toestaan dat de aangifte ten uitslag tot verbruik mondeling wordt gedaan.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 19, lid 3.
Waardering: B4
(353) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot het vermengen van alcoholhoudende stoffen tot brandspiritus, de uitslag van brandspiritus en de doeleinden waarvoor brandspiritus mag worden gebruikt, het vaststellen van de prijs van het mengmiddel en het voorschrijven van de verpakking van brandspiritus welke wordt afgeleverd in hoeveelheden beneden de vijf liter.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 21, lid 1-2, art. 22, art. 23, lid 1-2, art. 24.
Waardering: B4
(354) Handeling: Het vaststellen van nadere bepalingen met betrekking tot de handel in en het gebruik van brandspiritus, alcoholhoudende stoffen waarvoor vrijstelling van de accijns is verleend en producten waarin deze stoffen zijn gebruikt.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 33.
Waardering: B4
(355) Handeling: Het verlenen van ontheffing van de verboden met betrekking tot voorhanden hebben van brandspiritus en daarmee bereide vloeistoffen, die met het oog op het verlenen van vrijstelling van alcoholaccijns zijn vermengd met vreemde bestanddelen, in een lokaal waarin zich een distilleertoestel bevindt.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 34.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen ontheffing
(356) Handeling: Het vaststellen van de minimumhoeveelheid waarvoor een document voor uitslag uit de fabriek zal worden afgegeven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 52, lid 2.
Waardering: B4
(357) Handeling: Het vaststellen van de minimumhoeveelheid waarvoor een document voor inslag of uitslag in een kredietbergplaats zal worden afgegeven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 64, lid 2.
Waardering: B4
(358) Handeling: Het toestaan dat de rekening wordt gezuiverd voor hoeveelheden wijn welke worden uitgeslagen tot inslag met vrijstelling van accijns.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 69, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na toestemming
(359) Handeling: Het in individuele gevallen toestaan dat de aangifte ten uitslag tot verbruik mondeling wordt gedaan.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 72, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen beschikking
(360) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het inslagen of voorhanden hebben in een particulier entredepot voor ethylalcoholhoudende stoffen of in een branderij, distilleerderij van de eerste klasse of bergplaats waarin ethylalcoholhoudende stoffen worden vervaardigd, bewerkt of opgeslagen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 76, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking vergunning
(361) Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop methylalcohol moet worden bewaard.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 77, letter a.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking beschikking
(362) Handeling: Het geven van voorschriften voor de vermenging van alcoholhoudende stoffen met mengmiddelen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: K.B. van 6 december 1966 (Stbl. 538) art. 1, lid 1-2.
Beschikking bijzondere regelingen alcoholaccijns van 10 december 1965 art. 2.
Waardering: B4
(363) Handeling: Het goedkeuren van een lokaal waar de vermenging van alcoholhoudende stoffen mag plaatsvinden.
Periode: 1967-1991
Grondslag: K.B. van 6 december 1966 (Stbl. 538) art. 1, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na keuring
(364) Handeling: Het bepalen van de inhoud of het laadvermogen van vaartuigen welke worden gebruikt voor de uitvoer of doorvoer van alcoholhoudende stoffen met afschrijving of teruggaaf van accijns.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 41.
Waardering: B4
(365) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaronder niet-mousserende gegiste vruchtendranken van Luxemburgse oorsprong die bij het in werking treden van deze wet aanwezig zijn in of in vervoer zijn naar enige opslagplaats niet onderworpen zijn aan een navordering van bijzondere accijns van wijn.
Periode: 1976-1991
Grondslag: Wet van 18 december 1975 (Stbl. 709) art. III, lid 2, letter c.
Waardering: B4
(367) Handeling: Het toelaten dat, in afwijking van art. 27, lid 1, uitvoer van bier met afschrijving van de accijns kan plaats vinden in kleinere hoeveelheden dan is voorgeschreven.
Periode: 1963-1985
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 27, lid 2.
Waardering: B4
(368) Handeling: Het per categorie vaststellen van de minimumhoeveelheid waarvoor afschrijving van accijns wegens uitvoer of wegens uitslag met vrijstelling kan plaatsvinden.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 27.
Waardering: B4
(369) Handeling: Het machtigen van de ontvanger om de afgeschreven accijns naar het gemiddeld bedrag te herrekenen.
Periode: 1963-1985
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 28, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na machtiging
(371) Handeling: Het bepalen dat het in art. 2, lid 2 genoemde tarief reeds bij de aanvang van het kalenderjaar toepassing vindt.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 2, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na goedkeuring
(372) Handeling: Het vaststellen van nadere regelen over de berekening van de accijns van bier ter uitvoering van art. 3.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 3, lid 10.
Waardering: B4
2.6.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(373) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke, voor een bepaald percentage van de totale hoeveelheden sigaretten waarvoor in een kalenderjaar accijnszegels zijn aangevraagd, bij de berekening van de accijns het minimum bedrag niet geldt.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 3, lid 2.
Waardering: B4
(374) Handeling: Het aanpassen van de accijns bij wijziging van de kleinhandelsprijs van sigaretten van de meest gevraagde prijsklasse en het aanpassen van het minimumbedrag.
Periode: 1977-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 3, lid 4.
Waardering: B4
(375) Handeling: Het in overeenstemming brengen van de bedragen genoemd in art. 3.1.c van de Wet op de tabaksfabrikaten met de maatregelen ter uitvoering van art. 19, paragraaf 2.b, van de Benelux-Overeenkomst tot unificatie van accijnzen.
Periode: 1980-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 3, lid 6.
Waardering: B4
(376) Handeling: Het geven van regels voor de berekening van de accijns van tabaksfabrikaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 5, lid 3.
Waardering: B4
(377) Handeling: Het toestaan dat accijnszegels ook door anderen dan fabrikanten kunnen worden verkregen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 21, lid 3.
Waardering: B4
(378) Handeling: Het geven van afwijkende regelen met betrekking tot het voldoen van de accijns door middel van accijnszegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 21, lid 3.
Waardering: B4
(379) Handeling: Het in bijzondere gevallen aan de fabrikant verlenen van ontheffing van de verplichting tot het stellen van zekerheid.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 21, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na intrekking / vervallen verplichting
(381) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarin bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de vorm, kleur, tekst, verkrijgbaarheid en het gebruik van accijnszegels en de verpakking van tabaksfabrikaten.
Periode: 1964-1989
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 23, lid 3.
Waardering: B4
(382) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot de vorm, kleur, tekst, verkrijgbaarheid en het gebruik van accijnszegels en de verpakking van tabaksfabrikaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 23, lid 3-4.
Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 1, lid 4.
Waardering: B4
(383) Handeling: Het toestaan dat, in afwijking van art. 28, lid 1, een fabrikant of handelaar een zelfde tabaksfabrikaat onder meer dan één kleinhandelsprijs in de handel mag brengen of doen brengen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 28, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(384) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorschriften worden gegeven voor het voldoen van het verschil in accijns indien tabaksfabrikaten voor een hogere prijs worden verkocht dan op de aangebrachte accijnszegels is vermeld.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 29, lid 1.
Waardering: B4
(385) Handeling: Het toestaan dat, in afwijking van art. 30, lid 1, tabaksfabrikaten voor een lagere prijs dan die welke op de accijnszegels is vermeld aan anderen dan wederverkopers mogen worden verkocht, te koop aangeboden of afgeleverd.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 30, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toestemming
(386) Handeling: Het bepalen dat voor een vastgesteld gedeelte van de ingeslagen hoeveelheid ruwe tabak geen accijns behoeft te worden voldaan.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 32, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking beschikking
(387) Handeling: Het in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van de in art. 34, lid 1 genoemde verboden betreffende de inslag, uitslag, bewerking, behandeling en het voorhanden hebben van ruwe tabak.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 34, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na toestemming
(388) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het vervoer van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak en met betrekking tot het vervoer en het voorhanden hebben van tabaksfabrikaten die niet zijn voorzien van accijnszegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 36.
Waardering: B4
(391) Handeling: Het vaststellen van de inrichting van het formulier tot het aanvragen van zegels en het bepalen dat gebruik moet worden gemaakt van de van rijkswege verkrijgbaar gestelde formulieren.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 2, lid 4.
Waardering: B4
(392) Handeling: Het vaststellen voor welke kleinhandelsprijzen per verpakking zegels verkrijgbaar worden gesteld.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 3, lid 4.
Waardering: B4
(393) Handeling: Het geven van toestemming om naast de wettelijk voorgeschreven vermeldingen andere vermeldingen op de zegels aan te brengen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 4, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking beschikking
(394) Handeling: Het geven van nadere voorschriften met betrekking tot verpakkingen waarop sluitzegels mogen worden aangebracht.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 4, lid 5.
Waardering: B4
(395) Handeling: Het voor toeslagzegels en zegels bestemd om te worden aangebracht in gevallen waarin hiervoor niet is voorzien bepalen van de te vermelden gegevens, de vorm, de kleur, de verkrijgbaarheid en de wijze deze gebruikt moeten worden.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 5.
Waardering: B4
(396) Handeling: Het geven van regels voor de teruggaaf van de accijns voor onbeschadigde verkeerd aangebrachte zegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 7, lid 3.
Waardering: B4
(397) Handeling: Het voor bepaalde tabaksfabrikaten vaststellen van de hoeveelheden die in geopende verpakking mogen worden afgeleverd of voorhanden zijn.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 9.
Waardering: B4
(398) Handeling: Het aanwijzen van soorten gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak waarvoor een geleibiljet tot dekking kan dienen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 12, lid 2.
Waardering: B4
(399) Handeling: Het, in afwijking van art. 12, lid 1, toestaan dat monsters van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak en tabaksfabrikaten worden vervoerd zonder gedekt te zijn door een document.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 12, lid 6.
Waardering: V termijn: 10 jaar na toestemming
(400) Handeling: Het, in afwijking van art. 12a, lid 1, toestaan dat buiten een fabriek of entrepot monsters van tabaksfabrikaten voorhanden zijn welke niet zijn voorzien van accijnszegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 12a, lid 3.
Waardering: B4
2.7 Opslag onder accijnsopschortende voorwaarden
2.7.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(404) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het opslaan van alcoholhoudende stoffen in particulier entrepot of publiek accijnsentrepot.
Periode: 1963-1967
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 60, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking vergunning
(405) Handeling: Het aanwijzen van binnen het rijk gebrachte alcoholhoudende stoffen welke mogen worden opgeslagen in particulier of publiek accijnsentrepot.
Periode: 1967-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 60, lid 2.
Waardering: B4
(406) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het toevoegen van zelfstandigheden, die het opnemen van de sterkte kunnen verhinderen, aan in een entrepot opgeslagen alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 63, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking vergunning
(408) Handeling: Het aanwijzen van gevallen waarin bier kan worden opgeslagen in publiek of particulier douane-entrepot.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 29, lid 1.
Waardering: B4
(411) Handeling: Het vaststellen van een formulier voor het opgeven van de in een maand, met de bestemming binnenlands verbruik, uitgeslagen suikerhoudende goederen en het bepalen dat dergelijke opgaven met dit formulier moeten plaatsvinden.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 7, lid 2.
Waardering: B4
2.7.4 Accijns van minerale oliën
(413) Handeling: Het verlenen van een vergunning waarin voor een inrichting het stelsel van toezicht op de heffing van de accijns wordt geregeld.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 20, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen / intrekking vergunning
(415) Handeling: Het geven van nadere voorschriften omtrent de inhoud van de aangifte van de minerale oliën die binnen een bepaalde periode zijn opgeslagen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 2, lid 3.
Waardering: B4
(418) Handeling: Het geven van voorschriften voor het vaststellen van een vermis in fictief entrepot.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 26.
Waardering: B4
2.5.5 Accijns van alcoholvrije dranken
(419) Handeling: Het vaststellen van de minimumhoeveelheid alcoholvrije dranken welke uit een fabriek mag worden uitgeslagen.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 7, lid 3.
Waardering: B4
(421) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld volgens welke krediet wordt verleend voor de accijns aan handelaren in alcoholvrije dranken.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 12.
Waardering: B4
(422) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke de berekening van de accijns voor goederen- andere dan handelsgoederen-, welke door reizigers als bagage worden ingevoerd, moet geschieden volgens forfaitaire tarieven.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 13, lid 2.
Waardering: B4
(423) Handeling: Het aanwijzen van gevallen waarin alcoholvrije dranken kunnen worden opgeslagen in publiek of particulier douane-entrepot.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 9, lid 1, bij wet van 29-11-1972 omgenummerd naar art. 9.
Waardering: B4
2.8 Vrijstellingen en teruggaven
2.8.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(424) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij vrijstelling of teruggaaf wordt verleend van de accijns op alcoholhoudende stoffen, wijn, mousserende gegiste dranken en niet-mousserende gegiste vruchtendranken en de bijzondere accijns van mousserende dranken.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 73, lid 1 en 3, art. 74, art. 75, art. 75a, art. 85, art. 88c, art. 90a, art. 93c.
Waardering: B4
(425) Handeling: Het voorbereiden van de aanwijzing van producten die alcohol bevatten welke als oplosmiddel is toegevoegd en in aanmerking komen voor vrijstelling of teruggaaf van de accijns.
Periode: 1982-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 73, lid 3.
Waardering: B4
(426) Handeling: Het verlenen van vrijstelling van de alcoholaccijns, de wijnaccijns, de accijns van in de wet genoemde niet-mousserende gegiste vruchtendranken, de accijns van mousserende gegiste dranken.
Periode: 1963-1973
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 74, lid 1, art. 85, art. 85a, art. 90a, lid 1.
Waardering: B4
(427) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaraan niet tot inwendig gebruik door de mens bestemde alcoholhoudende stoffen moeten voldoen om met vrijstelling van accijns te mogen worden ingevoerd.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 20, lid 1-2.
Waardering: B4
(428) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van de in art. 35, lid 4 genoemde regeling met betrekking tot het bepalen van het percentage aan alcohol.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 35, lid 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de toestemming
(429) Handeling: Het vaststellen van de minimumhoeveelheid waarvoor een document zal worden afgegeven op een aangifte ten uitvoer met teruggaaf van accijns.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 37.
Waardering: B4
(430) Handeling: Het toestaan dat de uitvoer op andere wijze wordt aangetoond dan door middel van voor uitvoer afgetekende uitvoerdocumenten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 39, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de toestemming
(431) Handeling: Het verlenen van vrijstelling of teruggaaf van alcoholaccijns, wijnaccijns en accijns van mousserende dranken in die gevallen waarin op grond van het Tariefbesluit 1960 vrijstelling of teruggaaf van invoerrecht kan worden verleend.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 40, art. 72, lid 1 en art. 73.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlening van de vrijstelling/teruggaaf
(432) Handeling: Het stellen van voorwaarden en beperkingen waaronder de vrijstelling van methylalcohol ook toepassing kan vinden in die gevallen waarin volgen het Tariefbesluit 1960 vrijstelling van invoerrecht wordt verleend.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 77, letter b.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de vrijstelling/voorwaarden
(434) Handeling: Het stellen van voorwaarden en beperkingen waaronder teruggaaf van accijns wordt verleend.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 77, lid 2-3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de teruggaaf/voorwaarden
(436) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij:
• bepalingen worden vastgesteld krachtens welke vrijstelling van accijns wordt verleend.
• vrijstelling van accijns wordt verleend.
Periode: 1965-1985
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 28a en art. 28b.
Waardering: B4
(437) Handeling: Het verlenen van vrijstelling van accijns.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241), art. 28a, lid 1.
Waardering: B4
2.8.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(438) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het verlenen van vrijstelling of teruggaaf van accijns.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 37-38.
Waardering: B4
(439) Handeling: Het verlenen van vrijstelling of teruggaaf van de tabaksaccijns.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 37, lid 1.
Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 13-14.
Waardering: B4
(440) Handeling: Het met betrekking tot tabaksfabrikaten die worden uitgevoerd of doorgevoerd bepalen in welke gevallen een bewijs moet worden overlegd dat de goederen het rijk hebben verlaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 15.
Waardering: B4
(442) Handeling: Het toestaan dat ten aanzien van de teruggaaf van de accijns voor tabaksfabrikaten die in zeehavens worden afgeleverd aan de bemanning van schepen om te worden uitgevoerd wordt afgeweken van art. 16, lid 1 en 3.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 16, lid 4.
Waardering: B4
(444) Handeling: Het vaststellen van een regeling voor de teruggaaf van de accijns op accijnszegels.
Periode: 1968-1991
Grondslag: Besluit van 22 december 1967 (Stbl. 653) art. 4.
Waardering: B4
(445) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij vrijstelling of teruggaaf van de accijns op suiker wordt verleend.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 41, lid 2, art. 42-43.
Waardering: B4
(446) Handeling: Het verlenen van vrijstelling van de accijns op suiker.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 11, lid 2, art. 42, lid 1, zoals gewijzigd bij Wet van 5 juni 1985.
Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 11, lid 1b.
Waardering: B4
(447) Handeling: Het toestaan dat de aangifte voor de uitslag tot verbruik mondeling wordt gedaan.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 11, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de toestemming
(448) Handeling: Het verlenen en intrekken van een vergunning voor het verkrijgen van een voorwaardelijke vrijstelling van de accijns voor suiker en suikerhoudende goederen welke:
• ten behoeve van de voedering van bijen wordt betrokken door stichtingen en verenigingen.
• wordt gebruikt in fabrieken en dergelijke inrichtingen voor de vervaardiging van niet tot inwendig gebruik door de mens bestemde goederen;
• wordt gebruikt voor de vervaardiging van goederen waarin, als gevolg van omzetting in andere stoffen dan suiker, geen suiker meer aanwezig is;
• dient voor de vervaardiging van bier.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 12, lid 1 en 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de vergunning
(449) Handeling: Het verlenen van ontheffing van het verbod om met vrijstelling ingeslagen suiker en suikerhoudende goederen:
• te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de vrijstelling is verleend;
• uit te slaan, anders dan in de vorm van goederen voor de vervaardiging waarvan de vrijstelling is verleend.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 17, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de ontheffing
(451) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de termijn die de belanghebbende in acht dient te nemen voor het verkrijgen van de teruggaaf van de accijns op suiker en het vaststellen van het minimumbedrag.
Periode: 1988-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 18a en art. 18b.
Waardering: B4
(452) Handeling: Het vaststellen van:
• het minimumbedrag aan suikeraccijns dat wordt teruggegeven;
• de termijn waarbinnen suikeraccijns wordt teruggegeven;
• voorwaarden en bepalingen ter voorkoming van misbruik.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 19, lid 4, art. 20, lid 3.
Waardering: B4
(453) Handeling: Het verlenen van teruggaaf van suikeraccijns.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 21.
Waardering: B4
(454) Handeling: Het geven van nadere regelen betreffende het bedrag van de teruggaaf van accijns in verband met verlaging van de accijns.
Periode: 1969-1991
Grondslag: Wet van 2 juli 1969 (Stbl. 291) art. II.
Waardering: B4
2.8.5 Accijns van minerale oliën
(455) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij vrijstelling of teruggaaf van accijns wordt verleend.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 30, art. 31, lid 1.
Waardering: B4
(456) Handeling: Het verlenen van vrijstelling van de accijns van minerale oliën.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 9.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlening/vervallen van de vrijstelling
(457) Handeling: Het toestaan dat een aangifte tot uitslag mondeling mag worden gedaan.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 9.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlening/vervallen van de toestemming
(458) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de inhoud van de in art. 13, lid 1 bedoelde afnemersverklaring en de afgifte van die verklaringen door handelaars die oliën aan particulieren of aan bejaardentehuizen hebben afgeleverd.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 13, lid 4.
Waardering: B4
(459) Handeling: Het in overeenstemming met de minister van Landbouw en Visserij jaarlijks bepalen tot welk bedrag de accijns die voor minerale oliën is voldaan wordt terug gegeven.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 14, lid 3.
Waardering: B4
(461) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de formaliteiten en de termijnen welke de belanghebbende voor het verkrijgen van de teruggaaf van accijns in acht dient te nemen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 16.
Waardering: B4
(462) Handeling: Het verlenen van teruggaaf van accijns in gevallen waarin teruggaaf van invoerrecht kan worden verleend.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 19.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verleende teruggaaf
2.8.6 Accijns van alcoholvrije dranken
(464) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur krachtens welke vrijstelling of teruggaaf van accijns wordt verleend.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 13, later art. 13, lid 1 en art. 14.
Waardering: B4
2.9.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen/distilleertoestellen
(466) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij afwijkingen van de wet worden toegelaten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 82, lid 1.
Waardering: B4
(467) Handeling: Het proefsgewijze voor ten hoogste vijf jaren toelaten van afwijkingen van de wet.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 82, lid 3.
Waardering: V termijn: 20 jaar na de proefperiode
(468) Handeling: Het onder voorwaarden toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om stoffen bestemd tot inwendig gebruik door de mens, parfumerieën, toiletartikelen, cosmetische producten en producten welke dienen tot het vervaardigen van de voornoemde goederen te lossen, te laden, te vervoeren, in te slaan, voorhanden te hebben, uit te slaan, te kopen, te verkopen, te koop aan te bieden of af te leveren, indien zij andere alcoholen bevatten dan ethylalcohol en het bepalen dat van de stoffen welke worden gebruikt ter vervanging of gedeeltelijke vervanging van ethylalcoholhoudende stoffen een accijns zal worden geheven.
Periode: 1973-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 82a, lid 2.
Waardering: B4
(469) Handeling: Het aanwijzen van soorten van distilleertoestellen waarvoor de bepalingen in hoofdstuk IV van de wet niet gelden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 94, lid 2.
Waardering: B4
(471) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van de bepaling dat een vergunning wordt verleend voor een bepaald toestel, voor een bepaalde plaats en voor een bepaald doel.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 95, lid 4, art. 96, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen/intrekken van de toestemming
(472) Handeling: Het in beroep beslissen op beschikkingen van de belastingdienst met betrekking tot het niet verlenen van een vergunning voor het vervaardigen of voorhanden hebben van een distilleertoestel.
Periode: 1963-1989
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 97, lid 3-4, art. 98, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beslissing
(473) Handeling: Het verlengen van de termijn waarna een in bewaring genomen distilleertoestel vervalt aan de Staat.
Periode: 1963-1989
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 98, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlenging
(475) Handeling: Het geven van voorschriften krachtens welke aan bij de administratie bekende distilleertoestellen ambtelijke herkenningstekens kunnen worden aangebracht.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 100, lid 1.
Waardering: B4
(476) Handeling: Het bepalen dat:
• alcoholhoudende stoffen, niet houdende ethylalcohol, hier te lande mogen worden vervaardigd.
• het verboden is alcoholhoudende stoffen, niet zijnde ethylalcohol, binnen het rijk te brengen anders dan vermengd op de voorgeschreven wijze.
• van de wijze waarop alcoholhoudende stoffen, niet zijnde ethylalcohol, moeten worden vermengd.
• het is verboden om alcoholhoudende stoffen, niet zijnde ethylalcohol, te vervoeren, in te slaan, voorhanden te hebben of uit te slaan indien deze op een andere wijze is vermengd dan voorgeschreven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 117, lid 2, art. 118, lid 1-2, art. 119, lid 1.
Waardering: B4
(477) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om alcoholhoudende stoffen, niet zijnde ethylalcohol, te vervoeren, in te slaan, voorhanden te hebben of uit te slaan indien deze op een andere wijze is vermengd dan voorgeschreven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 119, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de periode van toestemming/intrekking
(479) Handeling: Het vaststellen van de inrichting van de formulieren welke de houder van een vergunning voor het inslaan, vervaardigen en uitslaan van propylalcohol of iso-propylalcohol in of uit een fabriek moet gebruiken voor het schriftelijk verklaren dat hij de gegevens welke betrekking hebben op het in het document omschreven propylalcohol in zijn administratie heeft opgenomen, en het bepalen dat voor propylalcohol welke de fabriek zal verlaten om te worden overgebracht naar een plaats waarvoor door de Nederlandse Spoorwegen een document voor het vervoer naar het buitenland wordt afgegeven, een document van uitslag moet worden opgemaakt.
Periode: 1968-1991
Grondslag: Besluit adm. controle propyl- en iso-propylalcohol 1968 (Stbl. 542) art. 5, lid 3 en art. 6a.
Waardering: B4
(480) Handeling: Het ten aanzien van branderijen, distilleerderijen en bergplaatsen, die krachtens de in art. 124 vermelde wetten zijn goedgekeurd en bestaan wanneer deze wet in werking treedt maar niet voldoen aan de bepalingen van deze wet, toestaan van afwijkingen van de bij de wet vastgestelde bepalingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 125.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de toestemming
(481) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke de berekening van de accijns voor goederen welke in kleine zendingen of door reizigers als bagage worden ingevoerd, moet geschieden volgens door hem vast te stellen forfaitaire tarieven.
Periode: 1967-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 28a, lid 2.
Waardering: B4
(482) Handeling: Het geven van toestemming voor de oprichting van een fabriek van moutextracten of andere moutpreparaten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 30, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(483) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij afwijkingen van de wet worden toegelaten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 31, lid 1.
Waardering: B4
(484) Handeling: Het proefsgewijze voor een tijdvak van ten hoogste vijf jaren toelaten van afwijkingen op de wet.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Beschikking op de accijns van bier van 11 juli 1963 (Stct. 132) art. 31, lid 3.
Waardering: V termijn: 20 jaar na proefperiode
(487) Handeling: Het geven van nadere regelen ter uitvoering van de wet.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet van 23 december 1965 (Stbl. 616) art. VI, Wet van 26 juni 1969 (Stbl. 281) art. VI, Wet van 18 december 1969 (Stbl. 552) art. II, Wet van 17 december 1981 (Stbl. 753) art. VI, lid 2.
Waardering: B4
2.9.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(488) Handeling: Het vaststellen van een opschrift voor inrichtingen waarin tabaksfabrikaten mogen worden bewaard en verkocht en het geven van voorschriften voor het aanbrengen hiervan.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 26, lid 1.
Waardering: B4
(489) Handeling: Het toestaan dat tabaksfabrikaten mogen worden verkocht in inrichtingen die niet voldoen aan de in art. 26, lid 1 genoemde eisen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 26, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen/intrekking toestemming
(490) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voor bepaalde soorten tabaksfabrikaten uitzonderingen op de in art. 27, lid 1-4 genoemde bepalingen worden toegelaten ten aanzien van de verkoop, het voorhanden hebben en de aflevering van tabaksfabrikaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 27, lid 4.
Waardering: B4
(492) Handeling: Het geven van voorschriften voor het administreren van de levering van ruwe tabak aan en door handelaren in ruwe tabak.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 32, lid 2.
Waardering: B4
(493) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij tabaksverbouwers voor de toepassing van wettelijke bepalingen gelijk worden gesteld met handelaren in ruwe tabak.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 35.
Waardering: B4
(494) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke de berekening van de accijns voor goederen -andere dan handelsgoederen-, welke in kleine zendingen of door reizigers als bagage worden ingevoerd, moet geschieden volgens vast te stellen forfaitaire tarieven en het vaststellen van dergelijke forfaitaire tarieven.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 37, lid 2.
Waardering: B4
(495) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij afwijkingen van de wet worden toegelaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 39, lid 1.
Waardering: B4
(496) Handeling: Het proefsgewijze voor de tijd van maximaal vijf jaren toelaten van afwijkingen van de wet in afwachting van een algemene maatregel van bestuur.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 39, lid 3.
Waardering: V termijn: 20 jaar na de proefperiode
(497) Handeling: Het geven van regels ter uitvoering van een krachtens de Machtigingswet tabaksaccijns genomen besluit.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Machtigingswet tabaksaccijns van 20 december 1961 (Stbl. 439) art. 4.
Waardering: B4
(498) Handeling: Het vaststellen van bepalingen volgens welke de berekening van de accijns voor goederen, andere dan handelsgoederen-, welke in kleine zendingen of door reizigers als bagage worden ingevoerd, moet geschieden volgens vastgestelde forfaitaire tarieven en het vaststellen van dergelijke forfaitaire tarieven.
Periode: 1985-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 42, lid 2, zoals gewijzigd bij Wet van 5 juni 1985.
Waardering: B4
(499) Handeling: Het voorbereiden van afwijkingen van de Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) onder de nodige voorzieningen ter verzekering van de heffing van de accijns.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 46, lid 1.
Waardering: B4
(500) Handeling: Het proefsgewijze voor ten hoogste vijf jaren toestaan van afwijkingen van de Wet op de accijns van suiker 1964 in afwachting van een algemene maatregel van bestuur.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 46, lid 3.
Waardering: V termijn: 20 jaar na de proefperiode
(501) Handeling: Het geven van regelen ter uitvoering van de wet en regelen krachtens welke navordering kan plaatsvinden van het bedrag aan suikeraccijns.
Periode: 1969-1991
Grondslag: Wet van 2 juli 1969 (Stbl. 291) art. III.
Waardering: B4
2.9.5 Accijns van minerale oliën
(502) Handeling: Het aanwijzen van plaatsen waar minerale oliën mogen worden afgeleverd.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 27, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen/intrekking van de aanwijzing
(503) Handeling: Het aanwijzen van stoffen welke alleen in een goedgekeurde fabriek met benzine mogen worden vermengd en het voorschrijven van het percentage aan herkenningsmiddelen welke petroleum en andere aangewezen stoffen mogen bevatten.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 27, lid 1.
Waardering: B4
(504) Handeling: Het toestaan dat wordt afgeweken van de in art. 27, lid 1 gegeven voorschriften over de vermenging van petroleum met benzine .en andere stoffen waaronder herkenningsmiddelen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 27, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de toestemming
(505) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij wordt bepaald dat hoofdstuk III geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is op inrichtingen waarin minerale oliën uitsluitend worden vervaardigd uit andere goederen dan ruwe aardolie en het stelsel van heffing en het toezicht op zodanige inrichtingen wordt geregeld.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 28.
Waardering: B4
(506) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij de accijns voor benzine welke anders dan als grondstof of als motorbrandstof wordt gebruikt in de industrie, landbouw, tuinbouw en veeteelt wordt verminderd.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 29.
Waardering: B4
(507) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur waarbij afwijkingen van de wet op de accijns van minerale oliën worden toegelaten.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 33, lid 1.
Waardering: B4
(508) Handeling: Het proefsgewijze voor een tijdvak van ten hoogste vijf jaren toelaten van afwijkingen van de Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207).
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 33, lid 3.
Waardering: V termijn: 20 jaar na proefperiode
(509) Handeling: Het toestaan dat bepaalde stoffen worden gebruikt in mengsels.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 43, lid 2.
Waardering: B4
(511) Handeling: Het geven van voorschriften omtrent de inhoud van het verzoek om een vergunning voor het toevoegen van herkenningsmiddelen en het bepalen welke tekeningen en andere bescheiden bij het verzoek moeten worden overlegd.
Periode: 1987-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 26a, lid 3.
Waardering: B4
2.9.6 Accijns van alcoholvrije dranken
(512) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur krachtens welke afwijkingen op de wet op de accijns van alcoholvrije dranken worden toegelaten.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 14a, lid 1.
Waardering: B4
(513) Handeling: Het in afwachting van een algemene maatregel van bestuur voor ten hoogste vijf jaren proefsgewijze toelaten van afwijkingen op de wet op de accijns van alcoholvrije dranken.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 14a, lid 3 zoals ingevoerd bij wet van 29-11-1972.
Waardering: V termijn: 20 jaar na proefperiode
(514) Handeling: Het geven van regelen ter uitvoering van de Wet.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet van 23 december 1965 (Stbl. 617) art. VI, Wet op de Omzetbelasting van 28 juni 1968 (Stbl. 329) art. 49.B.10, Wet van 26 juni 1969 (Stbl. 282) art. VIII, Wet van 18 december 1969 (Stbl. 553) art. II, Wet van 18 december 1975 (Stbl. 709)art. IX, Wet van 20 december 1979 art. VII
Waardering: B4
2.10.1 Accijns van tabaksfabrikaten
(515) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van Koninklijke besluiten over de benoeming van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 40, lid 1.
Waardering: B4
(681) Handeling: Het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 40, lid 1.
Waardering: B4
(682) Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar die de secretaris van de commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns moet bijstaan.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 40, lid 4.
Waardering: B4
(683) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van Koninklijke besluiten over de vaststelling van een reglement van orde voor de commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns en een regeling voor de toekenning van beloningen aan de secretaris en vergoedingen aan de voorzitter en overige (plv.) leden van de commissie.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 40, lid 7.
Waardering: B4
(519) Handeling: Het benoemen van de voorzitter van de commissie van scheikundigen.
Periode: 1965-1971
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 39, lid 1.
Waardering: B4
(520) Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van Koninklijke besluiten m.b.t. het toekennen van vergoedingen aan de leden van de commissie van scheikundigen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 39, lid 4.
Waardering: B4
3. Accijnswetgeving periode 1992-1995
(524) Handeling: Het bepalen dat het in art. XVIII, lid 2 vermelde tarief reeds bij de aanvang van het kalenderjaar toepassing vindt.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XVIII, lid 3.
Waardering: B4
(525) Handeling: Het, ter uitvoering van art. XIX, stellen van nadere regels ter zake van de berekening van de accijns voor bier dat wordt ingevoerd.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XIX, lid 10.
Waardering: B4
(526) Handeling: Het stellen van regels voor de berekening van het aantal hectolitergraden wort dat is gebruikt voor de bereiding van het bier dat is afgeleverd met vrijstelling van accijns, is uitgevoerd en is teloorgegaan.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XX, lid 5.
Waardering: B4
3.1.2 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(530) Handeling: Het stellen van nadere regels voor de uitvoering van de teruggaaf van accijns en het bepalen dat de teruggaaf geschiedt naar forfaitaire maatstaven.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XXVII, lid 6, art. XXVIII, lid 3.
Waardering: B4
(532) Handeling: Het geven van nadere regels met betrekking tot de uitvoering van de overgang van de heffing van de accijns naar de Wet op de accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XXXIII.
Waardering: B4
(535) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen wordt bepaald dat, in afwijking van art. 2b, lid 1, indien sprake is van het op incidentele basis aanwenden van beperkte hoeveelheden accijnsgoederen voor eigen verbruik, het voorhanden hebben van een accijnsgoed dat in een andere Lid-Staat is uitgeslagen en waarvan in Nederland de accijns niet is geheven niet als uitslag wordt aangemerkt .
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 2b, lid 3.
Waardering: B4
(536) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld met betrekking tot het vervoer van de in art. 2b, lid 1 bedoelde accijnsgoederen vanuit een andere lidstaat naar Nederland en de verplichtingen waaraan de ondernemer of een publiekrechtelijk lichaam moet voldoen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 2b, lid 4.
Waardering: B4
(537) Handeling: Het stellen van nadere regels over de uitslag van accijnsgoederen uit accijnsgoederenplaatsen ten behoeve van de uitvoering van art. 2b.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2b, lid 5.
Waardering: B4
(538) Handeling: Het vaststellen van de hoeveelheid goederen waarboven wordt geacht dat deze voor andere doeleinden dan persoonlijk verbruik voorhanden worden gehouden, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2c, lid 3.
Waardering: B4
(539) Handeling: Het stellen van nadere regels over de verkrijging van minerale oliën die in een andere lid-staat zijn uitgeslagen dan wel ingevoerd en waarvan in Nederland de accijns niet is geheven, ten behoeve van de uitvoering van art. 2d.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2d, lid 3.
Waardering: B4
(540) Handeling: Het stellen van nadere regels over de levering van accijnsgoederen die direct of indirect door of voor rekekning van de verkoper vanuit een andere lidstaat naar Nederland worden verzonden of vervoerd, ten behoeve van de uitvoering van art. 2e.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2e, lid 2.
Waardering: B4
(541) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden worden gesteld terzake van het brengen van een accijnsgoed vanuit een belastingentrepot naar een accijnsgoederenplaats zonder dat accijns verschuldigd is.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2g, lid 1.
Waardering: B4
(542) Handeling: Het stellen van nadere regels over het brengen van een accijnsgoed vanuit een belastingentrepot naar een accijnsgoederenplaats, ten behoeve van de uitvoering van art. 2g.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2g, lid 4.
Waardering: B4
(543) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden worden gesteld aan het niet als invoer aanmerken van:
• het brengen van een accijnsgoed vanuit een derde land naar een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen of naar een plaats voor tijdelijke opslag;
• het in Nederland plaatsen onder een communautaire douaneregeling van een vanuit een derde land binnengebracht accijnsgoed;
• het brengen van een accijnsgoed dat is geplaatst onder een communautaire douaneregeling naar een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
• het brengen van een accijnsgoed vanuit een plaats voor tijdelijke opslag naar een accijnsgoederenplaats die voor dat accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
• het onder ambtelijk toezicht vernietigen van een accijnsgoed dat onder een communautaire douaneregeling is geplaatst.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 3, lid 3.
Waardering: B4
(544) Handeling: Het stellen van nadere regels over de invoer van accijnsgoederen in Nederland, ten behoeve van de uitvoering van art. 3.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 3, lid 5.
Waardering: B4
(545) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden worden gesteld aan het niet als uitslag aanmerken van het verbruik van minerale oliën als brandstof voor het vervaardigen van minerale oliën in een accijnsgoederenplaats.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2, lid 4.
Waardering: B4
(546) Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot hetgeen in de wet en de daarop gebaseerde regelingen wordt verstaan onder uitslag.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2, lid 5 m.i.v. 1993 omgenummerd naar art. 2, lid 6.
Waardering: B4
(547) Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot hetgeen in de wet en de daarop gebaseerde regelingen wordt verstaan onder invoer.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 3, lid 5.
Waardering: B4
(548) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de toepassing van de in art. 7, lid 2 genoemde regeling waarbij bier dat is vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar gemiddeld in drie voorafgaande kalenderjaren niet meer dan 200000 hl bier per is vervaardigd belast wordt met een lager bedrag aan accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 7, lid 4 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 7, lid 7.
Waardering: B4
(549) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het bepalen van het extractgehalte.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 7, lid 5 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 7, lid 8.
Waardering: B4
(550) Handeling: Het stellen van regels voor het herleiden van het volume van bier in geconcentreerde vorm tot het volume van voor gebruik gereed bier.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 7, lid 6 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 7, lid 9.
Waardering: B4
(551) Handeling: Het stellen van voorwaarden met betrekking tot de aard van en de aanduidingen op de verpakking voor mousserende wijnen die worden belast met een lager bedrag aan accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 11.
Waardering: B4
3.3.3 Accijns van alcoholvrije dranken
(552) Handeling: Het stellen van regels voor het herleiden van het volume van vruchtensap in vaste vorm of in geconcentreerde vorm tot het volume van voor gebruik gereed vruchtensap.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 19, lid 2.
Waardering: B4
(553) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het bepalen van het suikergetal en de zuiverheidsfactor van suiker of suikerhoudende producten.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 22, lid 3.
Waardering: B4
(554) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het op grond van art. 23, lid 1 buiten aanmerking te laten aantal massapercenten saccharose en fructose.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 23, lid 3.
Waardering: B4
3.3.5 Accijns van minerale oliën
(555) Handeling: Het aanmerken van andere stoffen dan minerale oliën, al dan niet na vermenging met minerale oliën, welke geschikt zijn om te worden gebruikt als brandstof als minerale oliën.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 25, lid 4.
Waardering: B4
(556) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het bepalen van het loodgehalte van lichte olie.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 26, lid 8.
Waardering: B4
(557) Handeling: Het voorschrijven van herkenningsmiddelen voor halfzware olie, gasolie en lichte stookolie die zijn bestemd voor ander gebruik dan voor het aandrijven van motorrijtuigen op de weg of van pleziervaartuigen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 27, lid 2.
Waardering: B4
(558) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het herleiden van de actuele hoeveelheden minerale oliën naar hoeveelheden bij een temperatuur van 15 graden Celsius.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 27, lid 5 m.i.v. 1994 omgenummerd tot art. 27, lid 6.
Waardering: B4
3.3.6 Accijns van tabaksproducten
(559) Handeling: Het aanpassen van de in art. 35, lid 1, letter b en c vermelde tarieven bij wijziging van de kleinhandelsprijs van sigaretten of rooktabak van de meest gekochte prijsklasse.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 36, lid 1.
Waardering: B4
(560) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het bepalen van het alcoholgehalte.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 37, lid 2.
Waardering: B4
(561) Handeling: Het bepalen dat met betrekking tot bier, wijn, overige alcoholhoudende producten en alcoholvrije dranken in kleinhandelsverpakking voor de berekening van de accijns het herleiden van het volume van die goederen tot het volume bij een temperatuur van 20 graden Celsius achterwege kan blijven.
Periode: 1992.
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 38.
Waardering: B4
(562) Handeling: Het met betrekking tot bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten in kleinhandelsverpakking bepalen dat voor de berekening van de accijns het volume van die goederen dat is vermeld op die verpakking in aanmerking wordt genomen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 38.
Waardering: B4
(564) Handeling: Het voor een plaats, die in aanmerking wil komen om als accijnsgoederenplaats te worden aangemerkt, vaststellen van de hoeveelheid accijnsgoederen die gemiddeld per jaar voorhanden moeten zijn.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 40, lid 1, letter b.
Waardering: B4
(565) Handeling: Het, in afwijking van art. 40, lid 1-2, aanwijzen van gevallen waarin plaatsen in aanmerking komen om als accijnsgoederenplaats te worden aangemerkt.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 40, lid 3.
Waardering: B4
(566) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld waaraan met betrekking tot een accijnsgoederenplaats moet worden voldaan ten aanzien van de administratie en de administratieve organisatie, de locatie en de inrichting en het stelsel van toezicht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 41, lid 1.
Waardering: B4
(567) Handeling: Het, ten behoeve van de uitvoering van art. 41, ten aanzien van een accijnsgoederenplaats stellen van nadere regels met betrekking tot de administratie en de administratieve organisatie, de locatie en de inrichting en het stelsel van toezicht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 41, lid 2.
Waardering: B4
(568) Handeling: Het stellen van nader regels met betrekking tot de gegevens die een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats moet bevatten.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 42, lid 3 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 42, lid 2.
Waardering: B4
3.6 Geregistreerde en niet-geregistreerde bedrijven
(573) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld waaraan een geregistreerd bedrijf of een niet-geregistreerd bedrijf moet voldoen ten aanzien van de administratie en het stelsel van toezicht.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50b, lid 1.
Waardering: B4
(574) Handeling: Het stellen van nadere regels waaraan een geregistreerd bedrijf of een niet-geregistreerd bedrijf moet voldoen ten aanzien van de administratie en het stelsel van toezicht.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50b, lid 2.
Waardering: B4
(575) Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot de gegevens die een verzoek tot het verkrijgen van een vergunning als geregistreerd bedrijf of niet-geregistreerd bedrijf moet bevatten.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50c, lid 3.
Waardering: B4
(579) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen waaraan de fiscaal vertegenwoordiger verkoper op afstand moet voldoen ten aanzien van de administratie.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50f, lid 4.
Waardering: B4
(580) Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot de gegevens die een verzoek tot het verkrijgen van een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger verkoper op afstand moet bevatten.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50f, lid 7.
Waardering: B4
3.8 Wijze van heffing en voldoening
(581) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij gevallen worden aangewezen waarin en voorwaarden worden gesteld waaronder de accijns van accijnsgoederen die zijn uitgeslagen uit een accijnsgoederenplaats in opdracht van een vergunninghouder van een andere accijnsgoederenplaats voor dezelfde soort accijnsgoederen, wordt geheven van de vergunninghouder van die andere accijnsgoederenplaats.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 51, lid 2.
Waardering: B4
(582) Handeling: Het, in afwijking van art. 53, lid 1, toestaan dat voor accijnsgoederenplaatsen waarvan de vergunningen op naam zijn gesteld van dezelfde vergunninghouder één aangifte voor die plaatsen te zamen wordt gedaan.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 53, lid 3.
Waardering: B4
(585) Handeling: Het stellen van nadere regels voor het bepalen van de hoogte van het bedrag van de zekerheid.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 56, lid 3 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 56, lid 4.
Waardering: B4
(587) Handeling: Het stellen van regels ingevolge welke het heffen van accijns van accijnsgoederen die in kleine zendingen dan wel door reizigers als bagage worden ingevoerd, geschiedt volgens vast te stellen forfaitaire tarieven, en het vaststellen van dergelijke forfaitaire tarieven.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 63, lid 1.
Waardering: B4
(588) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij onder voorwaarden en beperkingen vrijstelling van accijns wordt verleend ter zake van de uitslag en de invoer van bepaalde accijnsgoederen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 64, lid 1, art. 65, lid 1, art. 66, lid 1, art. 67, lid 1, art. 68, lid 1.
Waardering: B4
(589) Handeling: Het, ten aanzien van de in art. 64, lid 1, bedoelde accijnsgoederen waarvoor vrijstelling van accijns wordt verleend ter zake van de uitslag en invoer, stellen van regels met betrekking tot de aard en de aanduiding op de verpakking, de stoffen waarmee deze accijnsgoederen moeten zijn vermengd en de uitvoering van art. 64.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 64, lid 4 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 64, lid 2.
Waardering: B4
(591) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 65-68.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 65, lid 7 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 65, lid 8, art. 66, lid 3 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 66, lid 4, art. 67, lid 2 m.i.v. 1993 vervallen, art. 68, lid 2.
Waardering: B4
(592) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden en beperkingen worden gesteld waaronder vrijstelling van accijns wordt verleend ter zake van accijnsgoederen die worden gebruikt aan boord van schepen of luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 66a, lid 1.
Waardering: B4
(593) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 66a.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 66a, lid 2.
Waardering: B4
(594) Handeling: Het onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen verlenen van vrijstelling van accijns terzake van de uitslag en de invoer van accijnsgoederen in gevallen waarin aanspraak op vrijstelling bestaat ingevolge het Koninkrijk verbindende verdragen en in al hun onderdelen verbindende besluiten van bij zodanige verdragen opgerichte volkenrechtelijke organisaties, alsmede in daarmee overeenkomende gevallen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 69.
Waardering: B4
(595) Handeling: Het stellen van regels ter zake van de vrijstelling van accijns, de te gebruiken mengstoffen en de te gebruiken hoeveelheden mengstoffen.
Periode: 1992.
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 11-12 en 14.
Waardering: B4
(597) Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toekenning en het gebruik van minerale oliën voor de energielevering aan productie-installaties waar minerale oliën worden vervaardigd.
Periode: 1992.
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 22, lid 3.
Waardering: B4
(598) Handeling: Het vaststellen van de maximum hoeveelheid accijnsgoederen die een persoon per reis met vrijstelling van accijns mag invoeren.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Besluit van 24 december 1992 (Stbl 686) art. II, lid 1.
Waardering: B4
(599) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden en beperkingen worden gesteld waaronder vrijstelling van accijns wordt verleend ter zake van de uitslag van goederen uit een accijnsgoederenplaats, gelegen op een luchthaven of op een haventerrein, die worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door de lucht of over zee naar een andere Lidstaat of naar een derde land begeeft, of met betrekking tot de accijnsgoederen die bestemd zijn om aan boord van een vliegtuig of een schip aan de reizigers te worden geleverd tijdens het vervoer.
Periode: 1993-1999
Grondslag: Wet van 24 december 1992 (Stbl. 686) art. III, lid 1-2.
Waardering: B4
(600) Handeling: Het stellen van nadere regels over de vrijstelling van accijns ten behoeve van de uitvoering van art. III.
Periode: 1993-1999
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. III, lid 5.
Waardering: B4
(601) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden en beperkingen worden gesteld aan het verlenen van teruggaaf van accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 70, lid 1, art. 71, lid 1.
Waardering: B4
(602) Handeling: Het stellen van nadere regels over het verlenen van teruggaaf van accijns ten behoeve van de uitvoering van art. 70 en 71.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 70, lid 5 m.i.v. 1994 omgenummerd tot art. 70, lid 6, art. 71, lid 2.
Waardering: B4
3.13 Tabaksproducten: accijnszegel
(604) Handeling: Het aanwijzen van gevallen waarin tabaksproducten bij de uitslag en invoer niet behoeven te zijn voorzien van de voor het desbetreffende tabaksproduct voorgeschreven accijnszegel en het stellen van voorwaarden waaronder dit wordt toegelaten.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 73, lid 3.
Waardering: B4
(605) Handeling: Het bepalen dat, in afwijking van art. 75, lid 1, ook anderen accijnszegels kunnen aanvragen en het stellen van voorwaarden waaronder dit kan plaatsvinden.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 75, lid 2.
Waardering: B4
(606) Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van het aanvragen, het verkrijgbaar stellen en het verstrekken van accijnszegels.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 75, lid 3.
Waardering: B4
(608) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot:
• de vorm en kleur van de accijnszegels alsmede de daarop te vermelden gegevens;
• de wijze waarop de accijnszegels worden aangebracht en voor herhaald gebruik ongeschikt moeten worden gemaakt;
• de wijze van verpakking, de grootte van de inhoud van de verpakking en de op de verpakking te vermelden gegevens.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 78, lid 4.
Waardering: B4
(609) Handeling: Het stellen van voorwaarden waaronder accijnszegels die niet of verkeerd zijn aangebracht mogen worden teruggezonden aan de belastingdienst.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 79, lid 1.
Waardering: B4
(610) Handeling: Het onder voorwaarden en beperkingen toestaan dat accijnszegels worden vernietigd onder ambtelijk toezicht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 79, lid 2.
Waardering: B4
(611) Handeling: Het onder voorwaarden en beperkingen stellen van regels met betrekking tot het verrekenen of teruggeven van het bedrag dat is betaald of nog verschuldigd is ter zake van de aanvraag om accijnszegels die zijn teruggegeven, verloren zijn gegaan of zijn vernietigd.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 79, lid 3.
Waardering: B4
3.14 Overbrengen van accijnsgoederen
(616) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden worden gesteld die in acht moeten worden genomen bij het overbrengen van een accijnsgoed vanuit een belastingentrepot naar een in Nederland gevestigd geregistreerd bedrijf of naar een niet geregistreerd bedrijf.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2a, lid 2.
Waardering: B4
(617) Handeling: Het stellen van nadere regels over het overbrengen van een accijnsgoed vanuit een belastingentrepot naar een in Nederland gevestigd geregistreerd bedrijf of naar een niet geregistreerd bedrijf.ten behoeve van de uitvoering van art. 2a.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2a, lid 4.
Waardering: B4
(618) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij formaliteiten worden vastgesteld waaraan bij de overbrenging van accijnsgoederen moet worden voldaan.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 2, lid 3-4 m.i.v. 1993 omgenummerd naar art. 2, lid 5, art. 3, lid 3-4.
Waardering: B4
(619) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld met betrekking tot het vervoer van accijnsgoederen, het leveren van accijnsgoederen en het voorhanden hebben van accijnsgoederen buiten een accijnsgoederenplaats, een douane-entrepot of een plaats voor douaneopslag.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 80, lid 1.
Waardering: B4
(620) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 80.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 80, lid 2 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 80, lid 3.
Waardering: B4
(621) Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot het geleidedocument.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 6a en 6b.
Waardering: B4
(623) Handeling: Het stellen van regels ten behoeve van het onderzoek van vervoermiddelen.
Periode: 1994-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 83, lid 4.
Waardering: B4
(624) Handeling: Het stellen van regels omtrent het nemen van monsters van goederen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 84, lid 2.
Waardering: B4
3.16 Ruwe tabak / gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak
(626) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld met betrekking tot de handel in en het vervoer van ruwe tabak en van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 82, lid 1.
Waardering: B4
(627) Handeling: Het, ter uitvoering van art. 82, stellen van nadere regels met betrekking tot de handel in en het vervoer van ruwe tabak en van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 82, lid 2.
Waardering: B4
(629) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij onder te stellen voorwaarden en beperkingen wordt bepaald dat accijnsgoederen voorhanden mogen zijn in een douane-entrepot en in een plaats voor douaneopslag.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 85, lid 1.
Waardering: B4
(630) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 85.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 85, lid 2.
Waardering: B4
(631) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 86a.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 86a, lid 7.
Waardering: B4
(633) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen waaraan de in art. 86b, lid 1 bedoelde personen moeten voldoen ten aanzien van de administratie en het stellen van zekerheid voor de accijns die in andere Lidstaten moet worden voldaan.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 86b, lid 3.
Waardering: B4
(634) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van art. 86b.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 86b, lid 6.
Waardering: B4
(635) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot accijnsgoederen die zijn verloren gegaan door bijzondere omstandigheden of in een douane-entrepot of een plaats voor douaneopslag of werden vernietigd onder ambtelijk toezicht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 88, lid 2 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 88, lid 3, en vervolgens in 1993 omgenummerd tot art. 88, lid 4.
Waardering: B4
(636) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij nadere regels worden gesteld ter aanvulling van de in deze wet geregelde onderwerpen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 89 m.i.v. 1993 gewijzigd in art. 89, lid 1.
Waardering: B4
(637) Handeling: Het stellen van nadere regels ten behoeve van de uitvoering van de in art. 89, lid 1 bedoelde algemene maatregel van bestuur.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 89, lid 2.
Waardering: B4
(639) Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de in de vergunning voor het vervaardigen of voorhanden hebben van een distilleertoestel op te nemen voorwaarden en het aanwijzen van distilleertoestellen waarvoor geen vergunning is vereist.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 90, lid 7.
Waardering: B4
(641) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij onder daarbij te stellen voorwaarden motorrijtuigen worden aangewezen die gewoonlijk niet worden gebruikt op de weg dan wel niet sneller kunnen rijden dan 16 km per uur.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 91, lid 3, letter b.
Waardering: B4
(642) Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van ontheffing ten aanzien van de in art. 91, lid 1-2 bedoelde verboden.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 91, lid 4.
Waardering: B4
(644) Handeling: Het onder daarbij te stellen voorwaarden toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om eenzelfde tabaksproduct onder meer dan één kleinhandelsprijs in de handel te brengen of te doen brengen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 94, lid 2.
Waardering: B4
(645) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden worden gesteld voor het voldoen van het verschil in accijns indien tabaksproducten aan anderen worden verkocht voor een hogere prijs dan die is vermeld op de accijnszegels.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 95, lid 2, letter b.
Waardering: B4
(646) Handeling: Het onder daarbij te stellen voorwaarden toestaan dat wordt afgeweken van het verbod om tabaksproducten te verkopen, te koop aan te bieden of af te leveren indien de verpakking niet voldoet aan de bij of krachtens art. 78 gestelde voorwaarden of de accijnszegels niet ongeschonden op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 95, lid 4.
Waardering: B4
(647) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij voorwaarden en beperkingen worden gesteld aan het in bepaalde gevallen verlenen van de in de Wet op de accijns gegeven ontheffing van de verboden in art. 5, lid 1.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 5, lid 3.
Waardering: B4
(649) Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring, wijziging en intrekking van een algemene maatregel van bestuur waarbij zonodig van de wet afwijkende regels kunnen worden gesteld.
Periode: 1993.
Grondslag: Wet van 24 december 1992 (Stbl 686) art. II, lid 1.
Waardering: B4
(650) Handeling: Het in spoedeisende gevallen, in afwijking van art. II, lid 1, stellen van regels waarbij zonodig wordt afgeweken van de wet.
Periode: 1993.
Grondslag: Wet van 24 december 1992 (Stbl. 686) art. II, lid 4.
Waardering: B4
4. Verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten
(651) Handeling: Het vaststellen van nadere regels met betrekking tot de uitvoering van de overgang van de Wet op de accijns naar de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet van 24 december 1992 (Stbl. 684), art. XVII.
Waardering: B4
(652) Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur ter uitvoering van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) art. 3, lid 3, art. 5, lid 3, art. 28, lid 1, art. 29, lid 1, art. 30, lid 1, art. 32, lid 1, art. 33, lid 1.
Waardering: B4
(653) Handeling: Het vaststellen van nadere regels ter uitvoering van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten en het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) art. 3, lid 5, art. 4, lid 2-5, art. 5, lid 5, art. 7, lid 1, art. 10, lid 1-2, art. 20, lid 3, art. 29, lid 4, art. 30, lid 2, art. 32, lid 4, art. 33, lid 2, art. 27, lid 1, art. 28, lid 2, art. 38, lid 2.
Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten art. 6.
Wet van 24 december 1992 (Stbl. 684), art. XIV, lid 5, art. XV, lid 2, art. XVII.
Waardering: B4
(660) Handeling: Het vaststellen van nummers die de namen van degenen die belastingzegels hebben aangevraagd op de belastingzegels vervangen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele
andere producten van 24 december 1992 (Stbl. 685) art. 29, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen/intrekken
(1) Handeling: Het voorbereiden, wijzigen, vaststellen en intrekken van voorschriften, richtlijnen, instructies, aanschrijvingen, aanwijzingen, overeenkomsten, maatregelen, circulaires, boekwerken, leidraden, etc. betreffende de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: B4
(4) Handeling: Het informeren van (individuele) burgers met betrekking tot de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 5 jaar
(5) Handeling: Het geven van voorlichting met betrekking tot de invoerrechten en accijnzen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: -
Waardering: V termijn: 5 jaar
(20) Handeling: Het toestaan dat goederenaangiften in plaats van bij de ontvanger bij andere ambtenaren worden gedaan.
Periode: 1962-1971
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 25, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 6 jaar
1.3 Formaliteiten bij binnenkomst
(22) Handeling: Het inklaren van goederen en het verrichten van alle formaliteiten om goederen hun bestemming te laten vervolgen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 2, art. 6, art. 9, lid 1, art. 11, lid 1-2, art. 18, lid 1, art. 20, art. 22, lid 2, art. 24, lid 2, art. 25, lid 3, art. 27, lid 1-3 en 5, art. 32, lid 1, art. 33, art. 39, lid 1, art. 107, lid 2, art. 110, lid 2, art. 114, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na inklaring
(25) Handeling: Het geven van toestemming voor het landinwaarts brengen van opgeviste, geredde, aangespoelde en gestrande goederen tot de eerste plaats waar zij tegen beschadiging door het zeewater zijn beveiligd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 12, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na verleende toestemming/afwijzing
(31) Handeling: Het verlenen van ontheffing van de bepalingen betreffende:
• de tijden gedurende welke goederen aan de landzijde mogen worden binnengebracht.
• de tijden gedurende welke met binnenkomende luchtvaartuigen mag worden geland.
• het aanbrengen van goederen aan een eerste of laatste kantoor,
• het overbrengen van douanegoederen naar een losplaats.
• het naar de grens voeren van uitgaande goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 6, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na ontheffingsperiode
(32) Handeling: Het verrichten van alle formaliteiten inzake het binnenkomen en uitgaan van luchtvaartuigen, het lossen en laden van goederen in/uit luchtvaartuigen en het in- en uitklaren van dergelijke goederen.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 6, lid 4, art. 7.
Waardering: V termijn: 5 jaar na verrichting
(33) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het aanbrengen van goederen aan omzetbelastingkantoren langs de Nederlands-Belgische grens waarvoor de aangifte niet mondeling of door overlegging van een carnet A.T.A. of een communautair carnet voor verkeer ( carnet T.I.R.) kan worden gedaan.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 13, lid 4.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekking/vervallen vergunningsperiode
(34) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het aanbrengen en aangeven van goederen bij andere kantoren dan die welke daar in eerste instantie voor zijn aangewezen.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 14, lid 3 en 6, art. 43, lid 5-6.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekking/vervallen vergunningsperiode
(35) Handeling: Het stellen van bijzondere voorwaarden en beperkingen ten aanzien van de eerste kantoren en de omzetbelastingkantoren.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 42, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen, vervanging of intrekking
(38) Handeling: Het afhandelen van de doorvoer en uitvoer van goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 43, lid 4, art. 48, lid 2, art. 47, lid 2, letter c, art. 50, art. 53, lid 3, art. 55, lid 1, art. 56, lid 2, art. 57, lid 2-3, art. 58, lid 1-2, art. 63, lid 1-2, art. 65, lid 1, art. 78, lid 1, art. 117.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(42) Handeling: Het geven van toestemming voor het wegvoeren van goederen van de plaats waar zij zich volgens het document bevinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 183.
Waardering: V termijn: 5 jaar na toestemming/afwijzing
(43) Handeling: Het onder voorwaarden toestaan dat de verpakkingsmiddelen worden vervangen, de colli worden gesplitst, de merken en de nummers van de colli worden gewijzigd, losse of gestorte goederen worden verpakt, verpakte goederen welke gestort plegen te worden aangebracht, worden ontpakt en de goederen aan bepaalde onderzoekingen worden onderworpen en worden bemonsterd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 184, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(44) Handeling: Het afgeven van een verklaring omtrent de staat waarin de goederen verkeren na een bewerking zoals bedoeld in art. 184, lid 2.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 184, lid 4.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(45) Handeling: Het verrichten van activiteiten met betrekking tot het lossen, laden, inslaan en uitslaan van binnengekomen of uitgaande douanegoederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 185, lid 1-2, art. 191, lid 1-3.
Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 4, lid 1-2 en 4.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(49) Handeling: Het aanwijzen van een plaats als voorlopige laadplaats, het beperken van de aangewezen los- en laadplaatsen tot aangewezen gedeelten van die plaatsen en het in bijzondere gevallen aanwijzen van andere losplaatsen voor in gebruikte staat zijnde automobielen en motorrijwielen.
Periode: 1962-1991
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 51, lid 2, art. 65, lid 2, art. 66, lid 2..
Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 42, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de aanwijzing/beperking
(50) Handeling: Het verlenen van een vergunning waarbij wordt toegestaan dat een belanghebbende, die regelmatig personenauto's invoert, deze auto's ten invoer tot verbruik mag aangeven op één of meer te vermelden andere losplaatsen en/of kantoren dan die vermeld in art. 43, lid 1-2.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 43, lid 5.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen vergunningsperiode/intrekking
(51) Handeling: Het stellen van bijzondere voorwaarden en beperkingen aan eerste en laatste kantoren.
Periode: 1962-1971
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 65, lid 1, art. 42, lid 4, art. 54, lid 3..
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen voorwaarden/beperkingen
(52) Handeling: Het verschaffen van inlichtingen over de douanenomenclatuur.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 71g.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(53) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor de in- en uitvoer van goederen met aangifte achteraf.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 32, lid 1, art. 32a, lid 1, art. 32b, lid 1, art. 32c, lid 1, art. 32d, lid 1, art. 33, lid 1, art. 33a, lid 1, art. 33b, lid 1, art. 33c, lid 1, .
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen/intrekking vergunning
(56) Handeling: Het bepalen dat ten aanzien van de in- of oplading van ten doorvoer uitgeslagen goederen in of op een vervoermiddel het Besluit douane en accijnzen wordt toegepast.
Periode: 1965-1995
Grondslag: Besluit administratieve controle fictief douane-entrepot van 9 december 1965 (Stbl. 535) art. 6, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen/intrekking
(58) Handeling: Het aanwijzen van douanelichters en het goedkeuren van douaneloodsen en douaneparken.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 165-167.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de aanwijzing
(59) Handeling: Het afhandelen van de voorlopige en tijdelijke opslag van goederen in een inrichting van douaneopslag.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 8, lid 1, art. 13, lid 1.
Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 68, lid 2, art. 70, lid 1-2, art. 71, lid 1-2, art. 72, lid 4, art. 74, art. 169, art. 170, lid 1.
Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 17a.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(62) Handeling: Het goedkeuren van het in gebruik nemen, (wijzigingen in) de ligging, de afscheiding van andere percelen, de bouw en de inrichting van een entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 34, lid 1-2.
Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 176-178.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van goedkeuring
(64) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het vestigen of overnemen van een publiek, particulier of fictief entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 35, gewijzigd bij wet van 14 januari 1976, gewijzigd bij wet van 19-12-1991 Stbl. 741 K.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de vergunning
(66) Handeling: Het met betrekking tot een douane-entrepot verrichten van alle formaliteiten inzake de opslag van goederen, het bewerken en verwerken van goederen, de in- en uitslag van goederen, en de controle hierop.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 81, lid 1-3, art. 84,art. 87, lid 1, art. 88, lid 2, art. 90, lid 1-2, art. 91, lid 1-3.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(76) Handeling: Het openen, wijzigen en sluiten van een vrijstellingsrekening en kredietrekening.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 36, lid 1-2, art. 37, lid 3, art. 38, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na wijziging/sluiting
(78) Handeling: Het verlenen van toestemming voor het buiten kantooruren werken in een douane-entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 179, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de toestemming
(79) Handeling: Het geven van richtlijnen voor het inrichten en bijhouden van het register van in- en uitslagen.
Periode: 1962-1991
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 7, lid 4, art. 8, lid 3.
Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 9, lid 4, art. 10, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de gegeven richtlijnen
(81) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor de opslag van goederen in publiek, particulier of fictief douane-entrepot.
Periode: 1962-1971
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 10, lid 2-4.
Waardering: V termijn: 5 jaar na het vervallen/intrekken van de vergunning
(82) Handeling: Het toestaan dat douanegoederen in kleinere hoeveelheden worden in- en uitgeslagen in/uit een douane-entrepot.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 6, lid 6.
Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 8, lid 6.
Waardering: V termijn: 5 jaar na het vervallen van de toestemming
(83) Handeling: Het verlenen van vergunning voor de opslag in douane-entrepot van goederen uit het vrije verkeer welke na de beëindiging van de opslag een bijzondere bestemming, zoals vermeld in art 14, lid 2, zullen volgen.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 14, lid 2-3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na intrekken/vervallen van de vergunningsperiode
(84) Handeling: Het beperken van de aanwijzing van plaatsen waar entrepots kunnen worden gevestigd tot gedeelten van die plaatsen.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 42, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop van de beperking
(86) Handeling: Het verlenen van een vergunning tot het vestigen of overnemen van een fictief douane-entrepot zonder dat de vereiste goederenaangiften zijn gedaan.
Periode: 1965-1967
Grondslag: Besluit administratieve controle fictief douane-entrepot van 9 december 1965 (Stbl. 535) art. 1, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen, intrekking lof weigering vergunning
1.7 Algemene bepalingen inzake douanegebouwen
(88) Handeling: Het vaststellen van de openingstijden van kantoren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 215.
Waardering: V termijn: 10 jaar na wijziging
(89) Handeling: Het verrichten van alle formaliteiten inzake het vervoer van goederen tussen en op losplaatsen en het overladen of samenladen van goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 94, lid 1, art. 96, lid 2, letter d, art. 96, lid 4, art. 99, lid 1-2.
Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 15, lid 4, art. 16, art. 17.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(95) Handeling: Het verstrekken, wijzigen, buiten werking stellen en zuiveren van documenten welke de lossing, de lading, de uitslag, het vervoer, de inslag of het voorhanden hebben van goederen dekken.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 14, art. 14a, art. 51-52, 49a zoals ingesteld bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 S, 52, zoals gewijzigd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543, T, 54, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(98) Handeling: Het toelaten van douane-expediteurs.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 55, art. 59, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen toegangsperiode
(101) Handeling: Het afhandelen van de aangifte van goederen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 156.
Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 28, lid 5, art. 29, lid 1.
Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 34a, lid 2, art. 37a, art. 37c, lid 1 en 5, art. 37d, lid 1 en 3, art. 38, lid 2 en 8, art. 38a, lid 2.
Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct.101) art. 13, lid 3-4.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(102) Handeling: Het vergunnen dat de verplichtingen van degene op wiens naam een document is afgegeven worden overgenomen door een ander.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 159, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop vergunning
(103) Handeling: Het onder voorwaarden toestaan dat een document wordt vervangen, gesplitst, gewijzigd of buiten werking wordt gesteld alsmede dat de geldigheidsduur van een verlopen document wordt verlengd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 160, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(107) Handeling: Het verlenen van een vergunning, zoals bedoeld in art. 1 van de Verordening (EEG) nr. 518/79 van 19 maart 1979 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, voor het gebruiken van een vereenvoudigde regeling voor de registratie ten behoeve van de statistiek van de uitvoer van complete fabrieksinstallaties.
Periode: 1978-1995
Grondslag: Besluit handelsstatistiek van 31 juli 1978 (Stbl. 428) art. 2, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen/intrekking vergunning
(110) Handeling: Het aanbrengen van herkenningsmiddelen en het afsluiten, verzegelen en controleren van vervoer-, bergings- of verpakkingsmiddelen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 60, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(116) Handeling: Het controleren van gebouwen, terreinen, vervoermiddelen, goederen en personen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 73, art. 84, lid 1, art. 85, lid 1en art. 87, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(121) Handeling: Het verstrekken van legitimatiebewijzen aan ambtenaren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 88, lid 1.
Waardering: V termijn: 1 jaar na vervallen/intrekken geldigheid
(128) Handeling: Het verlenen van certificaten van goedkeuring m.b.t. de bouw en inrichting van containers en de laadruimten van vrachtautomobielen, schepen en andere vervoermiddelen.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 32, lid 3-5.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop geldigheid
(130) Handeling: Het afgeven van certificaten van goedkeuring m.b.t. de bouw en inrichting van laadruimten van vrachtauto's, schepen en containers.
Periode: 1962-1971
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 34, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop geldigheid
1.11.1 Electriciteit, vloeistoffen en gassen
(145) Handeling: Het goedkeuren van de ligging en de inrichting van leidingen en de daarbij behorende gebouwen en inrichtingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 127, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de goedkeuringen
(148) Handeling: Het sluiten (verzegelen) van leidingen en de daarbij behorende gebouwen en inrichtingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 132
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop van de sluiting
1.12 Bijzondere maatregelen van toezicht
(159) Handeling: Het ontzeggen van het verblijf in het terrein van toezicht.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 28, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na ontzeggingen
(161) Handeling: Het verrichten van alle formaliteiten inzake het toezicht op bijzonder toezicht vereisende goederen en het voorhanden hebben van een vaartuig op het terrein van toezicht aan de landzijde.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 136, lid 1, art. 137, art. 140, lid 1 en 3, art. 141, lid 2, art. 142.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(168) Handeling: Het vaststellen van de hoogte van de gestelde (aanvullende) zekerheid, het aanvaarden van de vorm waarin deze wordt gesteld en het zorgdragen voor aanvulling van deze zekerheid.
Periode: 1987-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 161, lid 1-2, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 D.2, 163, zoals gewijzigd bij wet van 30-09-1987 Stbl. 522 E.165, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop van zekerheidstellingen
(170) Handeling: Het toestaan dat met betrekking tot een bedrijf of een bepaald onderdeel daarvan een doorlopende zekerheid wordt gesteld en het wijzigen van de hoogte daarvan.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 163, lid 1, art. 164, lid 1 en 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop van de zekerheidstellingen
1.14 Verschuldigdheid van belasting
(173) Handeling: Het vaststellen, invorderen, innen, verrekenen, uitbetalen en kwijtschelden van het bedrag aan belasting, administratieve boeten, interest, kosten en heffingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 125, lid 1, art. 142, lid 2, art. 143, lid 1-2, art. 144a, lid 1, art. 153, lid 1-3, art. 153a, art. 156a, lid 2 en 4-6, zoals ingevoegd bij wet van 30-05-1990 Stbl. 222, art. IV N.
Tariefbesluit van 20 januari 1960 (Stbl. 30), art. 2, lid 1.
Wet tarief van invoerrechten van 5 juni 1985 (Stbl. 313), art. 2, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(176) Handeling: Het verlenen van uitstel van betaling, afschrijving, teruggaaf of kwijtschelding van belasting, administratieve boete, interest en kosten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 132, lid 2, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BI, 145, lid 1, 145a, lid 1-3, zoals ingevoegd bij wet van 29-09-1982 Stbl. 543 BU, 159, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(182) Handeling: Het bij de uitvoer van een dwangbevel tot beslag van roerende goederen aanstellen van een persoon tot bewaarder.
Periode: 1971-1991
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 154.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(183) Handeling: Het vaststellen van bepalingen krachtens welke geheel of gedeeltelijke kwijtschelding kan plaatsvinden van belasting, administratieve boete, interest en kosten.
Periode: 1990-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 160, zoals gewijzigd bij wet van 30-05-1990 Stbl. 222 P.
Waardering: B4
(184) Handeling: Het verlenen van afschrijving of teruggaaf van invoerrecht en van ter zake van invoer geheven accijns en omzetbelasting.
Periode: 1980-1995
Grondslag: Beschikking attributen douane en accijnzen van 27 mei 1971 (Stct. 101) art. 5, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(187) Handeling: Het vaststellen van de grondslagen waarnaar de berekening, de afschrijving of de teruggaaf van belasting had moeten plaatsvinden.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 98, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(188) Handeling: Het bepalen dat een document wordt aangemerkt als ongezuiverd.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 98, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(189) Handeling: Het vaststellen en wijzigen van de waarde van goederen voor de berekening van het invoerrecht.
Periode: 1962-1982
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 99, lid 1-2, art. 100, lid 1-3, art. 101.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(190) Handeling: Het beslissen in geschillen omtrent door ambtenaren, andere dan directeur, inspecteur of ontvanger, op grond van wettelijke bepalingen verrichte handelingen.
Periode: 1989-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 99, lid 1-2, art. 100, lid 1-2, zoals ingevoegd bij wet van 15-11-1989 Stbl. 540 M.
Waardering: V termijn: 10 jaar na beslissing
(192) Handeling: Het vaststellen van vergoedingen ten laste van het rijk in verband met het oponthoud van goederen.
Periode: 1962-1982
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 105, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(195) Handeling: Het afhandelen van bezwaarschriften.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 108, lid 2, sinds 1992 tevens art. 108, lid 5-6, zoals gewijzigd bij wet van 04-06-1992, Stbl. 422 art. 3 P, art. 156, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
(198) Handeling: Het vaststellen van de identiteit en waarde van goederen waarover een geschil bestaat en het laten stellen van zekerheid voor dergelijke goederen.
Periode: 1962-1971
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 32, lid 1, art. 33.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
1.16 Strafrechterlijke bepalingen
(201) Handeling: Het opsporen van strafbare feiten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 203, lid 1.
Waardering: V termijn: 12 jaar
1.17 Inbeslagneming en inbewaringneming
(204) Handeling: Het het in beslag of in bewaring nemen van goederen en vervoermiddelen, het vrijgeven van in beslag genomen goederen en vervoermiddelen en het verkopen van goederen en vervoermiddelen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 209, art. 214, lid 1.
Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 92, lid 1, art. 93, art. 94, lid 1 en 4.
Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 68, lid 2, art. 69, art. 70, lid 2-3.
Waardering: V termijn: 6 jaar na afhandeling
c2. Accijnswetgeving periode 1962-1991
2.1 Oprichting en inrichting van accijnspanden
2.1.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(243) Handeling: Het verifiëren van niet aan de administratie toebehorende peilinstrumenten en meetapparaten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 15, lid 3.
Waardering: V termijn: 2 jaar na (her)verificatie
(245) Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen in) de bouw, inrichting, afscheiding, en eigendom van een branderij, distilleerderij of bergplaats.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 16, lid 1, art. 17, lid 3, art. 19, lid 1, art. 22, lid 1, art. 23, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van goedkeuringsduur
(250) Handeling: Het het afsluiten van branderijen of distilleerderijen van de eerste klasse.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 25, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
2.1.2 Accijns van bier
(256) Handeling: Het afgeven van een bewijs waaruit blijkt dat de verplichte aangiften hebben plaatsgevonden.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 4, lid 1, art. 5, lid 1.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(259) Handeling: Het verifiëren en beoordelen van de inrichting en plaatsing van werktuigen en leidingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 8, lid 1-3, art. 10, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na (her)verificatie
2.1.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(263) Handeling: Het weigeren, verlenen, wijzigen en intrekken van een fabrieksvergunning.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 7, lid 1-2, art. 10, lid 2, art. 11, lid 1 en 3, m.i.v. 1975 gewijzigd in art. 11, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na weigering/intrekken vergunning
(272) Handeling: Het vorderen dat werktuigen zodanig worden ingericht dat geen suiker heimelijk kan worden verwijderd.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 12, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(273) Handeling: Het goedkeuren van (wijzigingen in) de bouw, inrichting, afscheiding, en eigendom van een suikerfabriek.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 16, art. 17, lid 1, art. 18, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van goedkeuringen
(276) Handeling: Het vorderen dat op te bepalen plaatsen in de fabriek alsmede aan de in- en uitgangen daarvan de fabrikant volgens de gegeven voorschriften voorzieningen treft met betrekking tot het verblijf van ambtenaren belast met het toezicht en dat de fabrikant zijn fabriek van andere gebouwen, erven en terreinen afsluit zomede dat hij de aanwezige deuren, vensters en andere openingen afsluit volgens de gegeven voorschriften.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 20, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(278) Handeling: Het onbruikbaar maken van werktuigen en leidingen door middel van het aanbrengen van zegels of merken en het afnemen van dergelijke zegels of merken.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 22, lid 1.
Waardering: V termijn: 12 jaar
2.1.5 Accijns van minerale oliën
(283) Handeling: Het toestaan en controleren van (wijzigingen in) de bouw, afscheiding van andere percelen en de inrichting van fabrieken en het bepalen van welke opschriften aangewezen tanks, pijpen, buizen en andere leidingen moeten zijn voorzien.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 12, lid 2, art. 14, lid 1, art. 15, lid 1, art. 16, lid.1, art. 17, lid.2, art. 19, art. 20, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen toestemming/opschrift
(287) Handeling: Het merken, verzegelen en onbruikbaar maken van werktuigen, tanks, pijpen, buizen en andere leidingen, kranen, afsluiters, uitgangen en andere openingen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 21, lid 3.
Waardering: V termijn: 12 jaar
2.2 Productie- en grondstoffencontrole/fabrieksregister
2.2.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(292) Handeling: Het toestaan dat met betrekking tot het gebruik van werktuigen en leidingen in een branderij of distilleerderij wordt afgeweken van hetgeen is bepaald in art. 27, lid 1-2.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 27, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de toestemming
(684) Handeling: Het sluiten, onbruikbaar maken en ontsluiten van werktuigen, leidingen, deuren, vensters en andere openingen of bergruimten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 28, lid 1-3, art. 36, lid 4.
Waardering: V termijn: 12 jaar
(295) Handeling: Het controleren van vergaderbakken en afhandelen van werkaangiften.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 30, lid 4, art. 32, lid 2, art. 35, lid 3, art. 36, lid 2.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(297) Handeling: Het waarmerken van een fabrieksregister.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 33, lid 3.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(304) Handeling: Het verifiëren en aanbrengen van peilinstrumenten en meetapparaten.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 10, lid 3 en 5.
Waardering: V termijn: 2 jaar
(685) Handeling: Het afsluiten en ontsluiten van werktuigen en leidingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 12, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 2 jaar
(686) Handeling: Het toestaan dat het aantal hectoliters wort later wordt aangegeven.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 13, lid 3.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(687) Handeling: Het waarmerken van fabrieksregisters en dubbelen van aangiften.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 15, lid 1, 16, lid 3.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(688) Handeling: Het controleren van de hoeveelheid en de dichtheid van het wort, de opgegeven hoeveelheid en de verschillen daartussen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 19, lid 2, art. 20, lid 1.
Waardering: V termijn: 2 jaar
2.2.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(313) Handeling: Het waarmerken van fabrieksregisters.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 12, lid 3.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(318) Handeling: Het waarmerken van een fabrieksregister.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 23, lid 3.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(326) Handeling: Het verlenen van toestemming voor de uitslag van suiker uit een fabriek.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 28, lid 3, art. 31, lid 1-2 en 4.
Beschikking accijns van suiker art. art. 3, lid 2, 7, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(689) Handeling: Het houden van toezicht op een suikerfabriek gedurende het tijdvak dat daarin wordt gewerkt.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206), art. 24, lid 2, art. 25, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afhandeling
(327) Handeling: Het bepalen van de inrichting en de wijze waarop de boekhouding van een fabrikant moet worden bijgehouden.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Beschikking administratieve controle suikerfabrieken van 20 september 1965 (Stct. 180), art 2, lid 2-3
Waardering: V termijn: 10 jaar
2.3 Verschuldigdheid, voldoening en krediet
2.3.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(329) Handeling: Het controleren van de vervaardiging, het vervoer, de in- en uitslag en de aanwezigheid van alcoholhoudende stoffen in een branderij, distilleerderij van de eerste klasse, bergplaats of kredietpand.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 38, lid 1, art. 50, lid 1, art. 52, lid 1, art. 53, lid 3, art. 54, lid 3, art. 55, lid 1, art. 57, lid 3, art. 68, art. 71, lid 1-2.
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 6, lid 1.
Beschikking accijns van alcoholhoudende stoffen van 11 juli 1963 (Stct. 137) art. 3, lid 3, art. 3a, lid 1, art. 5, art. 49, lid 2, art. 50, art. 69, lid 2.
Waardering: V termijn: 2 jaar
(342) Handeling: Het verlenen en ontzeggen van korting op de accijns van alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 58, lid 1-2.
Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) 1963 art. 13-14.
Beschikking accijns van alcoholhoudende stoffen van 11 juli 1963 (Stct. 137) art. 7, lid 2, art. 9.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(349) Handeling: Het met betrekking tot het filtreren van alcoholhoudende stoffen geven van voorschriften voor de inrichting van het vertrek, de bakken en de filters en het gebruik van de filters.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 13.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen
(351) Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot het versnijden en het vermengen van alcoholhoudende stoffen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 14.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen
(366) Handeling: Het openen, wijzigen en sluiten van een rekening met een bierbrouwer.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 26, lid 1 en 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na wijziging/sluiting
(370) Handeling: Het verifiëren van aangiften en het vaststellen, wijzigen of teruggeven van het bedrag aan accijns.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) art. 2, lid 2, art. 28, lid 4, m.i.v. 1985 art. 28, lid 5.
Wet van 23 december 1965 (Stbl. 616) art. III, lid 2 en art. IV, lid 2.
Wet van 26 juni 1969 (Stbl. 281) art. III, lid 2 en art. IV, lid 2.
Wet van 17 december 1981 (Stbl. 753) art. IV, lid 2 en art. V, lid 2.
Wet van 15 december 1983 (Stbl. 623) art. III, lid 2 en art. IV, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afhandeling
2.3.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(380) Handeling: Het beslissen op vragen over de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde inzake de te betalen accijns.
Periode: 1975-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 22a, lid 1 en 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(389) Handeling: Het (bemiddelen bij het) verstrekken, innemen en vernietigen van accijnszegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 2, lid 2, art. 10.
Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 11, lid 1, art. 16, lid 2.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(401) Handeling: Het toestaan dat tabaksfabrikaten worden verstrekt zonder dat de verpakking voldoet aan de in art. 8 van het Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) gestelde eisen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na de periode waarvoor toestemming is verleend
(402) Handeling: Het toestaan dat een fabrikant, in afwijking van het bepaalde in art. 1-3, tabaksfabrikaten aan zijn werknemers verstrekt zonder dat deze zijn voorzien van zegels of op de voorgeschreven wijze zijn verpakt en het vaststellen van het tijdvak waarna de fabrikant de accijns hiervoor moet voldoen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 4, art. 5, lid 2-4.
Waardering: V termijn: 5 jaar na de periode waarvoor de toestemming is verleend
(403) Handeling: Het in bijzondere gevallen toestaan dat kleinere hoeveelheden tabaksfabrikaten mogen worden uitgeslagen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 10, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar
2.4 Opslag onder accijnsopschortende voorwaarden
2.4.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(407) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het onder krediet voor de accijns opslaan van ingevoerde wijn in bergplaatsen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 59, lid 1, art. 61, lid 1 en 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(690) Handeling: Het toestaan dat andere alcoholhoudende stoffen in een kredietbergplaats voor wijn worden opgeslagen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) 1963 art. 62, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na verloop van periode waarvoor toestemming is verleend
(691) Handeling: Het openen, wijzigen en sluiten van een rekening ten aanzien van een kredietbergplaats.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 69, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na wijziging/sluiting
(409) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het onder krediet voor de accijns betrekken van suiker benodigd voor de vervaardiging van suikerhoudende goederen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na afloop vergunningsduur
(410) Handeling: Het openen, wijzigen, zuiveren en sluiten van een rekening waarin de accijns van de ingeslagen suiker wordt opgenomen.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 5, lid 1, art. 8, lid 1-4, art. 9.
Waardering: V termijn: 10 jaar na wijziging, zuivering, sluiting
(412) Handeling: Het bepalen van het bedrag van de belasting indien de aangifte onjuist of onvolledig is.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Beschikking administratieve controle suikerfabrieken van 20 september 1965 (Stct. 180), art. 8, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vaststelling
2.4.3 Accijns van minerale oliën
(414) Handeling: Het bepalen van de periode waarbinnen aangifte moet worden gedaan van de opgeslagen minerale oliën.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 2, lid 2.
Waardering: V termijn: 6 jaar
(416) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het verkrijgen van een vermindering van de accijns voor benzine welke, anders dan als grondstof of als motorbrandstof, wordt gebruikt in de industrie, landbouw, tuinbouw en veeteelt.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 3, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verloop van de vergunning
(417) Handeling: Het verlenen van een ontheffing van het verbod om benzine uit te slaan uit panden waarin een bedrijf wordt uitgeoefend ten aanzien waarvan een vergunning is verleend.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 7, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na ontheffing
2.4.4 Accijns van alcoholvrije dranken
(420) Handeling: Het vaststellen van de verschuldigde accijns.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholvrije dranken van 15 december 1971 (Stbl. 731) art. 8.
Waardering: V termijn: 6 jaar
2.5 Vrijstellingen en teruggaaf
2.5.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(433) Handeling: Het verlenen, wijzigen en intrekken van een vergunning voor het gebruik van alcoholhoudende stoffen met voorwaardelijke vrijstelling in fabrieken, scholen, musea, ziekenhuizen, landbouwproefstations en dergelijke inrichtingen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 25, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na aflopen van de vergunning
(435) Handeling: Het verlenen en ontzeggen van vrijstelling en teruggaaf van de accijns van alcoholhoudende stoffen, de accijns op wijn, de bijzondere accijns van wijn, de accijns op mousserende gegiste dranken en de accijns op niet-mousserende gegiste vruchtendranken.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Besluit van alcoholhoudende stoffen van 13 juni 1963 (Stbl. 252) art. 25, lid 1, art. 26, lid 1.
Beschikking bijzondere regelingen alcoholaccijns van 10 december 1965 art. 1.
Beschikking accijns van alcoholhoudende stoffen van 11 juli 1963 (Stct. 137) art. 10, lid 2, art. 11, art. 15, lid 3 en 5, art. 18, art. 19, lid 5, art. 35, lid 3, art. 36, lid 4, art. 37, art. 40, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na toestemming/ontzegging
2.5.2 Accijns van tabaksfabrikaten
(441) Handeling: Het verlenen van teruggaaf van de tabaksaccijns.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 16, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlening
(443) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het leveren van tabaksfabrikaten met vrijstelling van de accijns voor persoonlijk gebruik door diplomatieke of consulaire ambtenaren en voor officiële behoeften van ambassades en gezantschappen.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 25, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop van de vergunning
(450) Handeling: Het verlenen van teruggaaf van suikeraccijns.
Periode: 1965-1991
Grondslag: Besluit accijns van suiker van 16 december 1964 (Stbl. 515) art. 18, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na teruggaaf
2.5.4 Accijns van minerale oliën
(463) Handeling: Het verlenen van teruggaaf of (voorwaardelijke) vrijstelling van accijns.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Beschikking op de accijns van minerale oliën van 21 december 1965 (Stct. 247) art. 3, lid 2, art. 5, lid 8, art. 6, lid 1-2, art. 10, lid 1, art. 14, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na teruggaaf/vrijstelling
2.5.5 Accijns van alcoholvrije dranken
(465) Handeling: Het verlenen van vrijstelling van accijns anders dan bij invoer en het daarbij stellen van voorwaarden en beperkingen.
Periode: 1972-1991
Grondslag: Beschikking accijns van alcoholvrije dranken van 23 december 1971 (Stct. 249) art. 4a, lid 3-4, zoals ingevoerd bij beschikking van 19-07-1985.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlening vrijstelling/afloop vrijstellingsperiode
2.6.1 Accijns van alcoholhoudende stoffen/distilleertoestellen
(470) Handeling: Het verlenen, wijzigen en intrekken van vergunningen voor het vervaardigen of voorhanden hebben van een distilleertoestel, het in bewaring nemen van distilleertoestellen, het onbruikbaar maken van distilleertoestellen en het vervoeren van distilleertoestellen.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 95, lid 1-2 en 6, art. 96, lid 2, art. 97, lid 1, art. 100, lid 2, art. 101, lid 2, art. 103, lid 2-4.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen vergunningen/ 5 jaar na verrichting
(474) Handeling: Het verlengen van de termijn waarna een in bewaring genomen distilleertoestel vervalt aan de Staat.
Periode: 1989-1991
Grondslag: Wet op de accijns van alcoholhoudende stoffen van 30 mei 1963 (Stbl. 240) art. 98, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verlenging
(478) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het inslaan, vervaardigen en uitslaan van methylalcohol, propylalcohol of iso-propylalcohol.
Periode: 1968-1991
Grondslag: Besluit administratieve controle propyl- en iso-propylalcohol van 25 oktober 1968 (Stbl. 542) art. 1-2, art. 8, lid 1, art. 14a, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(485) Handeling: Het goedkeuren van een bergplaats voor suiker.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Beschikking accijns van bier van 11 juli 1963 (Stct. 132) art. 3, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de goedkeuringen
2.6.3 Accijns van tabaksfabrikaten
(491) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor de handel in ruwe tabak of de verkoop van tabaksfabrikaten.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 32, lid 1.
Beschikking accijns van tabaksfabrikaten van 29 juni 1964 (Stct. 123) art. 20, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunningen
2.6.4 Accijns van minerale oliën
(510) Handeling: Het verlenen, wijzigen, weigeren en intrekken van een vergunning voor het toevoegen van herkenningsmiddelen.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Wet op de accijns van minerale oliën van 25 juni 1964 (Stbl. 207) art. 26a, lid 1-2, art. 26b, art. 26c, lid 1-3.
Beschikking op de accijns van minerale oliën van 21 december 1965 (Stct. 247) art. 8, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na weigeren/intrekken
3. Accijnswetgeving periode 1992-1995
(521) Handeling: Het onderzoeken of de plaatsen waarvan de vergunning of goedkeuring wordt aangemerkt als een vergunning voor een accijnsgoederenplaats voldoen aan de bij of krachtens de Wet op de accijns gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats.
Periode: 1992.
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XIV, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na onderzoek/verlopen van de vergunning
(522) Handeling: Het onderzoeken of vergunningen voor het betrekken of afleveren van goederen met vrijstelling van accijns verstrekt in het kader van de Wet op de accijns van bier van 30 mei 1963 (Stbl. 241) voldoen aan de bij of krachtens de Wet op de accijns gestelde voorwaarden voor de afgifte van dergelijke vergunningen.
Periode: 1992.
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XV, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar
(523) Handeling: Het teruggeven van accijns op bier.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XVIII, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar
3.1.2 Accijns van alcoholhoudende stoffen
(527) Handeling: Het sluiten van de rekening die hij houdt met de brander, distillateur van de eerste klasse of houder van de kredietbergplaats.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XXV, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(528) Handeling: Het onderzoeken of de verleende goedkeuringen voor het voorhanden hebben van een distilleertoestel in een distilleerderij van de tweede klasse of de verleende vergunningen tot het voorhanden hebben en vervaardigen van een distilleertoestel voldoen aan de krachtens art. 90 van de Wet op de accijns gestelde eisen.
Periode: 1992.
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl 740) art. XXVI, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na verloop geldigheidsverloop
(529) Handeling: Het verlenen van teruggaaf of afschrijving van accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XXVII, lid 3-5, art. XXVIII, lid 5, art. XXIX, lid 3-5.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(531) Handeling: Het onderzoeken of de verleende vergunningen aan handelaren in ruwe tabak voldoen aan de krachtens art. 82 van de Wet op de accijns voor de afgifte van de laatstbedoelde vergunning gestelde voorwaarden.
Periode: 1992.
Grondslag: Wet van 19 december 1991 (Stbl. 740) art. XXXI, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na geldigheidsverloop
(533) Handeling: Het bepalen welke productie-eenheden tot een productielocatie kunnen worden gerekend.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 3b, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen
(534) Handeling: Het bepalen van de energie-equivalenten ter berekening van de energiebalans.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 3b, lid 2.
Waardering: V termijn: 5 jaar na geldigheid vaststelling
(563) Handeling: Het weigeren, verstrekken, wijzigen, aanpassen, of intrekken van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 39, art. 43, lid 1-2, art. 44, lid 2-3, art. 45, lid 1-2, art. 48, art. 49, lid 1, art. 50, lid 1-3, art. 56, lid 4-5, art. 81.
Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 39, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(569) Handeling: Het oordelen dat in de administratie van een vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats op overzichtelijke wijze de overbrengingen van accijnsgoederen zijn verwerkt.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 2, lid 5, letter a.
Waardering: V termijn: 10 jaar na geldigheidsperiode van de (her)vaststelling
(570) Handeling: Het stellen van voorwaarden met betrekking tot de locatie en de inrichting van een accijnsgoederenplaats en het stelsel van toezicht.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 9, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen of hernieuwing van het opdragen van de voorwaarden
(571) Handeling: Het registreren van vergunninghouders van accijnsgoederenplaatsen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Horizontale richtlijn 92/12/EEG art. 15bis.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de registraties
3.4 Geregistreerde en niet-geregistreerde bedrijven
(572) Handeling: Het verstrekken, wijzigen en intrekken van een vergunning waarbij een bedrijf wordt aangemerkt als geregistreerd bedrijf of als niet-geregistreerd bedrijf.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50a, lid 1, art. 50e.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het intrekken
(576) Handeling: Het registreren van vergunninghouders van geregistreerde bedrijven.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Horizontale richtlijn 92/12/EEG art. 15bis.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de registratie
(577) Handeling: Het verstrekken van een vergunning om als fiscaal vertegenwoordiger belastingentrepot in Nederland actief te mogen zijn.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50d, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de vergunning
(578) Handeling: Het verstrekken van een vergunning om als fiscaal vertegenwoordiger verkoper op afstand in Nederland actief te mogen zijn.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 50f, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na het vervallen van de vergunning
3.6 Wijze van heffing en voldoening
(583) Handeling: Het bepalen dat de termijn waarbinnen de accijns moet worden betaald minder bedraagt dan één maand.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 54, lid 2.
Waardering: V termijn: 6 jaar na geldigheidsduur
(584) Handeling: Het vaststellen en wijzigen van het bedrag aan zekerheid en het aanvaarden van de vorm van de zekerheid die wordt aangeboden.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 56, lid 2 m.i.v 1993 omgenummerd tot art. 56, lid 3, art. 57, lid 1, art. 58, lid 1-3, art. 59, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de zekerheid
(586) Handeling: Het vaststellen van het bedrag aan zekerheid met betrekking tot het verstrekken van accijnszegels voor tabaksproducten.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 76, lid 3.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de zekerheid
(590) Handeling: Het verlenen, aanpassen en intrekken van een vergunning voor het betrekken van accijnsgoederen met vrijstelling van accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art. 65, lid 3-6 m.i.v. 1993 omgenummerd tot art. 65, lid 4-7.
Waardering: V termijn: 10 jaar na afloop vergunningsperiode
(596) Handeling: Het verstrekken, aanpassen en intrekken van een vergunning om accijnsgoederen met vrijstelling van de accijns te mogen betrekken.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 16, lid 1, art. 18, lid 1, letter b, art. 23, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar na verloop vergunningsduur
(603) Handeling: Het beslissen op een verzoek om teruggaaf van accijns.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 72.
Waardering: V termijn: 10 jaar na teruggaaf
3.10 Tabaksproducten: accijnszegels
(613) Handeling: Het toestaan dat op een accijnszegel in plaats van de naam een fabrieksmerk of handelsmerk of een door het Ministerie van Financiën vastgesteld nummer wordt vermeld.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 42, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(614) Handeling: Het toestaan dat op een accijnszegel in plaats van de naam van degene die de accijnszegels heeft aangevraagd een fabrieksmerk of handelsmerk of een door het Ministerie van Financiën vastgesteld nummer wordt vermeld.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 42, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(615) Handeling: Het verlenen van teruggaaf van het bedrag aan accijns dat accijnszegels vertegenwoordigen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 52, lid 1 en 5.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(622) Handeling: Het onderzoeken van goederen, accijnsgoederenplaatsen, andere plaatsen en vervoermiddelen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 83, lid 1-2, art. 84, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar
3.12 Ruwe tabak / gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak
(628) Handeling: Het verstrekken, aanpassen en intrekken van een vergunning voor het drijven van handel in ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 36, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(632) Handeling: Het verstrekken van een vergunning aan een verkoper voor het leveren van accijnsgoederen aan natuurlijke of rechtspersonen die direct of indirect door of voor rekening van een in Nederland gevestigde verkoper worden verzonden of vervoerd uit Nederland naar een andere Lidstaat.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 86b, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(638) Handeling: Het verlenen, aanpassen en intrekken van een vergunning voor het vervaardigen of voorhanden hebben van een distilleertoestel.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 90, lid 1 en 3-6.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(640) Handeling: Het voorzien van distilleertoestellen van ambtelijke herkenningstekens.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit accijns van 20 december 1991 (Stbl 754) art. 58, lid 4.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen
(643) Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden aan het brengen van tabaksproducten die zijn voorzien van accijnszegels vanuit een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten naar een andere accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten indien de accijnszegels zijn aangevraagd door de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats waarin de tabaksproducten worden ingeslagen.
Periode: 1992-1995
Grondslag: Wet op de accijns van 31 oktober 1991 (Stbl. 561) art.. 93, lid 3.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de toestemming
(648) Handeling: Het toestaan dat olie, waarin zich de wettelijke voorschreven herkenningsmiddelen bevinden of bestanddelen die daarvan aanwezig kunnen zijn, voorhanden zijn in tanks behorende bij afleveringspompen waar minerale olie wordt afgeleverd aan motorvoertuigen en schepen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 60, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de toestemming
4. Verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten.
(654) Handeling: Het verstrekken van een vergunning voor het gebruik van een plaats als inrichting.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) art. 14, lid 1.
Waardering: V termijn: 5 jaar na vervallen van de vergunning
(655) Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het betrekken van alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak met vrijstelling van belasting.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) art. 29, lid 2.
Waardering: V termijn: 10 jaar na vervallen van de vergunning
(656) Handeling: Het beslissen op een verzoek om teruggaaf van de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, pruimtabak en snuiftabak.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl 683) art. 34.
Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 24 december 1992 (Stbl. 685) art. 20, lid 1.
Wet van 24 december 1992 (Stbl. 684), art. XV, lid 4.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(657) Handeling: Het vaststellen van de hoogte van de zekerheid.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele
andere producten van 28 december 1992 (Stct. 252) art. 14, lid 1.
Waardering: V termijn: 10 jaar
(661) Handeling: Het verrichten van formaliteiten met betrekking tot het verstrekken, gebruiken, innemen en vernietigen van belastingzegels voor pruimtabak en snuiftabak en het verlenen van teruggave van het bedrag aan belasting dat de belastingzegels vertegenwoordigen.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 28 december 1992 (Stct. 252) art. 24, lid 3, art. 29, lid 1, art. 37, lid 2, art. 38, lid 1, art. 39, lid 1 en 5, art. 40.
Waardering: V termijn: 10 jaar
Actor: Minister van Financiën (laboratorium)
(486) Handeling: Het bepalen van de dichtheid van wort en het dichtheidsverschil tussen water en wort.
Periode: 1963-1991
Grondslag: Beschikking accijns van bier van 11 juli 1963 (Stct. 132) art. 7, lid 4, art. 9.
Waardering: V termijn: 2 jaar
Verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten
(662) Handeling: Het onderzoeken van monsters.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele
andere producten van 28 december 1992 (Stct. 252) art. 42.
Waardering: V termijn: 2 jaar
(197) Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van toestemming om, na afloop van de daarvoor geldende termijn, alsnog een bezwaarschrift, beroepschrift of een verzoek om afschrijving of teruggaaf van belasting, interest of kosten te mogen indienen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 110, lid 1.
Waardering:
(518) Handeling: Het in beroep behandelen van bezwaren tegen het heropnemen van de soort, het gehalte en de zuiverheidsfactor van suiker en suikerhoudende goederen.
Periode: 1968-1991
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 38, lid 1-2, bij wet van 8 april 1972 art. VII gewijzigd, bij Wet van 10 maart 1982 art.I F gewijzigd.
Waardering:
Actor: Commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns
(516) Handeling: Het kiezen van een secretaris en het maken van een rooster voor het aftreden van de leden.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 40, lid 2 en 4.
Waardering: V termijn: 50 jaar
(692) Handeling: Het adviseren van de Minister van Financiën ten aanzien van aangelegenheden die de uitvoering van de wet op de accijns van tabaksfabrikaten betreffen.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 42, lid 1-2.
Waardering: B3
(693) Handeling: Het in beroep oordelen over beschikkingen van de Minister van Financiën waarbij een fabrieksvergunning werd geweigerd of indien er bezwaar is tegen het bedrag van de accijns op ruwe tabak.
Periode: 1964-1975
Grondslag: Wet op de accijns van tabaksfabrikaten van 25 juni 1964 (Stbl. 208) art. 43 en 44.
Waardering: V termijn: 10 jaar
Actor: Commissie van scheikundigen
(517) Handeling: Het in beroep behandelen van bezwaren tegen het heropnemen van de soort, het gehalte en de zuiverheidsfactor van suiker en suikerhoudende goederen.
Periode: 1965-1968
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 38, lid 1-2.
Waardering: V termijn: 10 jaar
Actor: Minister van Landbouw en Visserij
(460) Handeling: Het in overeenstemming met de Minister van Financiën jaarlijks bepalen tot welk bedrag de accijns die voor minerale oliën is voldaan wordt terug gegeven.
Periode: 1966-1991
Grondslag: Besluit accijns van minerale oliën van 16 juli 1965 (Stbl. 349) art. 14, lid 3.
Waardering:
Actor: Minister van Economische Zaken
(125) Handeling: Het in overeenstemming met de Minister van Financiën vaststellen van het tarief van kosten verschuldigd ingevolge wettelijke bepalingen.
Periode: 1983-1989
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 97, lid 2, zoals gewijzigd bij wet van 29-12-1982 Stbl. 740 D.
Waardering:
Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat
(135) Handeling: Het overleggen met de Minister van Financiën over aanvullende voorschriften ten aanzien van postzendingen.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 118, lid 1.
Waardering:
Actor: Besturen van provincies / Ministers / Openbare lichamen / Rechtspersonen
(210) Handeling: Het voor de uitvoering van wettelijke bepalingen verschaffen van inlichtingen aan ambtenaren.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Algemene wet inzake de douane en de accijnzen van 26 januari 1961 (Stbl. 31) art. 217, gewijzigd bij wet van 29 juni 1994 art. 1 h in art. 217, lid 1.
Waardering:
Actor: Centrale commissie voor de statistiek
(105) Handeling: Het adviseren van de Minister van Financiën ten aanzien van de inrichting, prijs, verkrijgbaarheid etc. van formulieren welke worden gebruikt voor het doen van aangiften.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 161, lid 1.
Waardering:
Actor: Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, arrondissementsrechtbank te Rotterdam
(519) Handeling: Het benoemen van de (plv.-)leden van de commissie van scheikundigen.
Periode: 1965-1971
Grondslag: Wet op de accijns van suiker van 25 juni 1964 (Stbl. 206) art. 39, lid 1.
Waardering:
(137) Handeling: Het afhandelen van de invoer, uitvoer, verzending en opslag van goederen en postpakketten.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Besluit douane en accijnzen van 29 mei 1962 (Stbl. 191) art. 122, lid 3.
Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 19, lid 1-2.
Beschiking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 29, lid 1.
Waardering:
(390) Handeling: Het verstrekken en innemen van accijnszegels.
Periode: 1964-1991
Grondslag: Besluit accijns van tabaksfabrikaten van 26 juni 1964 (Stbl. 209) art. 2, lid 1-3, art. 7, lid 1, art. 10.
Waardering:
(612) Handeling: Het verstrekken van accijnszegels.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling accijns van 20 december 1991 (Stbl. 754) art. 38, lid 1.
Waardering:
Verbruiksbelastingen op alcoholvrije dranken en enkele andere producten
(658) Handeling: Het verstrekken van belastingzegels voor pruimtabak en snuiftabak.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 28 december 1992 (Stct. 252) art. 25, lid 1.
Waardering:
(659) Handeling: Het in overleg met de organisaties in de tabaksbranche vaststellen van het aantal belastingzegels per vel voor pruimtabak en snuiftabak.
Periode: 1993-1995
Grondslag: Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten van 28 december 1992 (Stct. 252) art. 26, lid 2.
Waardering:
Actor: de Nederlandse Spoorwegen
(55) Handeling: Het doen van aangifte tot in-, door- en uitvoer van goederen welke per spoor worden in-, door of uitgevoerd.
Periode: 1971-1995
Grondslag: Beschikking aangiften en documenten douane en accijnzen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 53, lid 1, art. 53a, lid 1.
Waardering:
(129) Handeling: Het beheren en vernietigen van door de N.S. bij het vervoer van goederen gebruikte etiketten en het zorgdragen dat bergings- of verpakkingsmiddelen ongeopend en ongeschonden blijven.
Periode: 1962-1995
Grondslag: Beschikking douane en accijnzen van 12 juli 1962 (Stct. 137) art. 36b, lid 4.
Beschikking douane en accijnzen algemeen van 14 oktober 1971 (Stct. 199) art. 34, lid 4.
Waardering:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2002-14-p12-SC32919.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.