Wijziging Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet

15 juli 2002

Nr. CIM2002/80306

Directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

Gelet op de artikelen 2, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, van het Besluit voorzieningen Remigratiewet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet wordt als volgt gewijzigd:

A. In tabel A van bijlage 1 wordt in de alfabetische rangschikking de volgende regel ingevoegd:

Irak 505,- 255,- 50,-

B. In tabel B van bijlage 1 wordt in de alfabetische rangschikking de volgende regel ingevoegd:

Irak 40,- 20,- 5,-

C. In de tabel van bijlage 2 wordt in de alfabetische rangschikking de volgende regel ingevoegd:

Irak 360,- 60,-

D. In tabel A van bijlage 3 worden in de alfabetische rangschikking de volgende regel ingevoegd:

Irak D

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,R.H.L.M. van Boxtel.

Toelichting

De onderhavige wijziging van de Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet betreft een wijziging van de bij de regeling behorende bijlagen 1 (1A en 1B), 2 en 3A.

Vergunninghouders voor bepaalde en onbepaalde tijd asiel (de voormalige vluchtelingen en asielgerechtigden) kunnen naar elk land in de wereld remigreren. Inmiddels is bij aspirant-remigranten uit bedoelde doelgroep van de wet de wens ontstaan om naar Irak te remigreren. Voor dat land waren nog geen bedragen vastgesteld. De onderhavige regeling voorziet daarin.

In artikel I, onderdeel A, zijn de normbedragen vastgesteld van de vergoeding van de kosten van vervoer van de remigrant, zijn partner en hun kinderen van Nederland naar Irak. Hierbij wordt onderscheid gemaakt per remigrant, partner van de remigrant dan wel kind van 12 jaar en ouder, per kind van 2 tot 12 jaar en per kind jonger dan 2 jaar.

In artikel I, onderdeel B, zijn de normbedragen vastgesteld van de vergoeding van de kosten van vervoer van de remigrant, zijn partner en hun kinderen in Irak. Hierbij wordt eveneens onderscheid gemaakt per remigrant, partner van de remigrant dan wel kind van 12 jaar en ouder, per kind van 2 tot 12 jaar en per kind jonger dan 2 jaar.

In artikel I, onderdeel C, zijn de normbedragen vastgesteld van de vergoeding van de kosten van de bagage per kubieke meter. Het bedrag in de eerste kolom van bijlage 2 is het normbedrag van het vervoer van de bagage per kubieke meter van Nederland naar Irak en het bedrag in de tweede kolom van bijlage 2 is het normbedrag van het vervoer van de bagage per kubieke meter in Irak.

In artikel I, onderdeel D, wordt Irak in verband met het vaststellen van de hoogte van de bruto bedragen van de periodieke remigratie-uitkering en in verband met het vaststellen van de hoogte van de bruto bedragen van de tegemoetkoming in de kosten voor een zelf af te sluiten verzekeringsovereenkomst tegen ziektekosten in Irak, ingedeeld in categorie D. Deze indeling is gebaseerd op het bestaansniveau in Irak enerzijds en het feit dat voor Irak een bronlandheffing geldt anderzijds. In geval van bronlandheffing bestaat tussen Nederland en het andere land geen belastingverdrag op grond waarvan in dat andere land loonbelasting moet worden betaald. Vanwege het ontbreken van een dergelijk verdrag wordt in het geval van remigratie naar Irak, op de remigratie-uitkeringen in Nederland loonbelasting ingehouden.

De hoogte van het bruto bedrag van de periodieke remigratie-uitkering en de hoogte van het bruto bedrag van de tegemoetkoming in de kosten voor een zelf af te sluiten verzekeringsovereenkomst tegen ziektekosten is afhankelijk van de persoonlijk situatie van de remigrant.

Voor Irak is de remigratie-uitkering vastgesteld op:

stcrt-2002-137-p7-SC35561-1.gif

Voor Irak is de tegemoetkoming in de kosten voor een zelf af te sluiten verzekeringsovereenkomst tegen ziektekosten vastgesteld op:

stcrt-2002-137-p7-SC35561-2.gif

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel.

Naar boven