Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij

12 juli 2002

Nr. BWL/2002 056 252

Directoraat-generaal Milieubeheer Directie Bodem, Water, Landelijk gebied Afdeling Landbouw

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 1, eerste en derde lid, van de Wet ammoniak en veehouderij

Besluit:

Artikel I

In de Regeling ammoniak en veehouderij1 wordt in bijlage 1 bij de diercategorie kraamzeugen (D 1.2) na D 1.2.15 een nieuw onderdeel ingevoegd, onder gelijktijdige vernummering van D 1.2.16 in D 1.2.17, luidende:

D 1.2.16 Mest- en waterkanaal met polypropeen scheidingswand 2,9

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 juli 2002.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.P. Pronk.

1 Stcrt. 2002, 82.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij, die op 8 mei 2002, tegelijk met de Wet ammoniak en veehouderij, in werking is getreden.

De Regeling ammoniak en veehouderij bevat onder meer een lijst met huisvestingssystemen en bijbehorende emissiefactoren (bijlage 1) die het bevoegd gezag bij het verlenen van milieuvergunningen moet hanteren om de ammoniakemissie uit dierenverblijven te berekenen.

De wijziging betreft het toevoegen van een nieuw huisvestingssysteem bij de diercategorie kraamzeugen (categorie D1.2). Bij dit systeem, opgenomen onder nummer D 1.2.16, wordt de mestkelder onder de roosters door middel van een vloeistofkerende polypropeen schuimwand gesplitst in een waterkanaal onder de voorzijde van de zeug en een mestkanaal onder de achterzijde van de zeug. De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend oppervlak; dit mag niet groter zijn dan 0,8 m2 per dierplaats. De emissiefactor van dit systeem is vastgesteld op 2,9 kg NH3 per dierplaats per jaar. Daarmee voldoet dit huisvestingssysteem aan de toekomstige emissie-eisen uit het ontwerp-Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.

Een gedetailleerde beschrijving van dit huisvestingssysteem met bijbehorende tekening kan worden opgevraagd bij InfoMil te Den Haag,

tel. 070-361 0575, e-mail: info@infomil.nl.

De Minister van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk.

Naar boven