Wijziging besluit aanwijzing gebied Weerter- en Budelerbergen als speciale beschermingszone (EG-Vogelrichtlijn)

28 juni 2002

TRCJZ/2002/5728

Directie Juridische Zaken

Bij besluit van 28 juni 2002 heeft de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een beslissing genomen op de bezwaarschriften die waren ingediend tegen het besluit van 24 maart 2000 (Staatscourant 31 maart 2000, nr. 65), waarbij op grond van artikel 27 Natuurbeschermingswet 1998 als speciale beschermingszone in het kader van Richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) was aangewezen het op de bij dat besluit behorende kaart aangegeven gebied, bekend onder de naam Weerter- en Budelerbergen.

In de Nota van Antwoord die in het kader van de voorbereiding van het besluit van 24 maart 2000 was opgesteld, was aangegeven dat delen in het zuiden van het gebied buiten de begrenzing zouden moeten blijven, aangezien zij niet behoren tot het leefgebied van de kwalificerende soort de boomleeuwerik. Niettemin zijn deze delen aangewezen, welke aanwijzing aldus onjuist was. In het onderhavige besluit is dit hersteld. Thans wordt de speciale beschermingszone in het zuiden globaal begrensd door de Kempenweg (inclusief de Laurabossen en de heide ten zuiden van de Zuid-Willemsvaart) en de grens van het bedrijfsterrein van de zinkfabriek bij Budel-Dorplein.

Met betrekking tot het noordelijk deel van de speciale beschermingszone is overwogen dat ook het Weerterbos ten onrechte is aangemerkt als onderdeel van de speciale beschermingszone, nu dit niet behoort tot het leefgebied van de boomleeuwerik. Gelet daarop is de begrenzing ter plaatse gewijzigd. Thans wordt de speciale beschermingszone in het noorden globaal begrensd door de Oude Graaf, de Heugterweg, het traject van de hoogspanningsleiding, de Dr. Anton Philipsweg, Driebos en de A2.

In overeenstemming met het advies van de Commissie voor de bezwaarschriften zijn de bezwaarschriften gegrond verklaard voor zover het betreft de begrenzing van het gebied in het noorden en in het zuiden, alsmede voor zover het betreft de soorten die aan het bepalen van de begrenzing in het noorden en in het zuiden hebben bijgedragen. In zoverre is het besluit van 24 maart 2000 herroepen.

Voor het overige zijn de bezwaarschriften, in overeenstemming met het advies van de Commissie voor de bezwaarschriften ongegrond verklaard, voor zover ten aanzien van de bezwaarschriften niet tot niet-ontvankelijkheid is besloten.

De nieuwe begrenzing is verwerkt in een gewijzigde kaart (schaal 1:25.000) die in de plaats komt van de kaart die behoorde bij het besluit van 24 maart 2000. Het onderhavige besluit, de gewijzigde nota van toelichting, alsmede de gewijzigde kaart liggen ter inzage in de centrale bibliotheek van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Bezuidenhoutseweg 73 te (2500 EK) Den Haag, en in het kantoor van de Directie Zuid van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Keizersgracht 5 te (5611 GB) Eindhoven.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na 28 juni 2002 hiertegen een met redenen omkleed beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te 's-Gravenhage. Voor de behandeling van het beroepschrift is een griffierecht verschuldigd, dat voor natuurlijke personen € 109,- en voor anderen dan natuurlijke personen € 218,- bedraagt.

Naar boven