Leeftijdsonderzoek alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2002/23

Aan:

- de Korpschefs Politieregio's

- de Staf van de Koninklijke Marechaussee

i.a.a:

- de Procureurs-Generaal

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 25 juni 2002

Ons kenmerk: 5144019/02/IND

Code: TBV 2002/23

Juridische achtergrond: -

Geldigheidsduur: Een jaar ingaand twee dagen na publicatie in de Staatscourant

Onderwerp: Alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen Toepassen van leeftijdsonderzoek naar de vraag of de vreemdeling ouder of jonger is dan vijftien jaar

Inleiding

Dit TBV bevat een nieuwe tekst van hoofdstuk C5/24 van de Vreemdelingencirculaire 2000. Daarnaast worden de modellen M39-C en M39-D (aanvraag leeftijdsonderzoek) gewijzigd en wordt een nieuw model M39-E (toestemmingsverklaring herhaald leeftijdsonderzoek) toegevoegd. De tot op heden geldende teksten van Vc C5/24 en de modellen M39-C en M39-D komen te vervallen.

De hier doorgevoerde aanpassingen zijn om drie redenen noodzakelijk:

a) met ingang van dit TBV is het mogelijk dat leeftijdsonderzoek wordt uitgevoerd gericht op de vraag of een vreemdeling jonger of ouder is dan vijftien en worden aan de conclusies hieromtrent ook consequenties verbonden;

b) met ingang van 4 maart 2002 wordt uitvoering gegeven aan de mogelijkheid om alleenstaande of begeleide asielzoekers jonger dan twaalf jaar te horen in een nader gehoor;

c) op 26 juni 2002 is het Besluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in werking getreden, hetgeen inhoudt dat voor houders van een verblijfsvergunning regulier onder de beperking `verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling' in beperkte mate het verrichten van arbeid wordt toegestaan;

d) per 7 januari 2002 is in de Regiodirectie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst de Unit Landelijke Ama-taken van start gegaan, hetgeen enige wijzigingen vraagt in de werkwijze.

Ad c)

Over de wijze waarop de arbeidsmarktaantekening zal worden gewijzigd van vreemdelingen die reeds houder zijn van een verblijfsvergunning, wordt u binnenkort in een separaat TBV geïnformeerd.

Overgangsrecht

Het leeftijdsonderzoek naar de vraag of de vreemdeling jonger of ouder is dan vijftien jaar, alsmede het herhaald leeftijdsonderzoek zijn beleidsmatig eerst mogelijk geworden op 4 januari 2001. Deze onderzoeken kunnen dus alleen worden toegepast in zaken waarin de asielaanvraag op of na deze datum is ingediend.

Het horen van kinderen jonger dan twaalf jaar maakt sinds 7 november 2001 deel uit van het beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen en is dus alleen van toepassing op aanvragen die op of na 7 november zijn ingediend.

Wijziging C2/7.5

De laatste zin van de eerste alinea komt te vervallen. In plaats daarvan wordt de volgende tekst geplaatst.

De arbeidsmarktaantekening luidt: `Specifieke arbeid toegestaan mits werkgever beschikt over TWV'. De afkorting TWV staat voor 'tewerkstellingsvergunning'(artikel 1.1 Voorschrift Vreemdelingen). De term 'specifieke' houdt in dat de arbeidsperiode binnen een tijdsbestek van 52 weken niet meer dan in totaal twaalf weken mag bedragen.

Wijziging C5/24

Vc C5/24 komt als volgt te luiden

24 De procedure van alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen

[Artikelen 14 en 16 Vreemdelingenwet, artikelen 3.51 en 3.56 Vreemdelingenbesluit]

24.1 Inleiding

Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel willen indienen, geldt grotendeels dezelfde regelgeving als voor andere asielzoekers. Dit geldt ook voor de gevallen waarin de betrokkene jonger is dan twaalf jaar, tenzij hieronder anders is vermeld.

De afwijkingen van de algemene procedure, zoals beschreven in deel 3 van deze Circulaire, zijn in dit hoofdstuk opgenomen.

24.2 Beslistermijn

Ook voor het beslissen op aanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers geldt de wettelijke beslistermijn van zes maanden. Omdat het hier gaat om een groep ten aanzien waarvan op de overheid een extra verantwoordelijkheid rust, krijgen deze aanvragen prioriteit bij de behandeling. Met het oog op de ontwikkeling van het kind dient de alleenstaande minderjarige asielzoeker zo spoedig mogelijk duidelijkheid te verkrijgen over de verblijfsaanvraag.

Overschrijding van de beslistermijn leidt op zichzelf echter niet tot een verplichting tot verlening van een verblijfsvergunning. Bij de beoordeling van contra-indicaties wordt ook in geval van overschrijding van de beslistermijn uitgegaan van de criteria die gelden voor het afwijzen van een eerste verblijfsaanvraag.

24.3 Aanmelding en indiening van de asielaanvraag

24.3.1 Algemeen

Alleenstaande minderjarige asielzoekers moeten zich aanmelden in een aanmeldcentrum voor het indienen van een asielaanvraag. C3/12 is van toepassing.

Als er sprake is van een tweede of volgende aanvraag, dient de betrokkene conform het gestelde in C5/20 vooraf telefonisch een afspraak te maken voor het indienen van deze asielaanvraag. Conform C5/20.4.1 wordt een nog bestaand recht op opvang door een tweede of volgende asielaanvraag niet aangetast. Een alleenstaande minderjarige vreemdeling krijgt voorrang in de planning voor het indienen van een tweede of volgende asielaanvraag. Een alleenstaande minderjarige vreemdeling van vijftien jaar of ouder die geen recht meer heeft op opvang, bijvoorbeeld omdat hij eerder met onbekende bestemming was vertrokken en zich later weer meldt terwijl de asielaanvraag inmiddels is afgewezen, kan in afwachting van het indienen van een nieuwe asielaanvraag worden doorverwezen naar een tijdelijke noodvoorziening. De periode van verblijf in een tijdelijke noodvoorziening dient zo kort mogelijk te zijn.

Als de minderjarige asielzoeker bij aanmelding wordt begeleid (anders dan door de ouders), dan dienen de minderjarige asielzoeker en de begeleider ieder een eigen asielaanvraag in. De beide aanvragen worden zoveel mogelijk gezamenlijk behandeld en beoordeeld.

Indien een minderjarige asielzoeker wordt begeleid of verzorgd, of indien er aanwijzingen zijn (bijvoorbeeld uit verklaringen van de minderjarige asielzoeker) dat er familie of een begeleider/verzorger in Nederland aanwezig is, wordt de minderjarige asielzoeker niet als alleenstaande minderjarige asielzoeker geregistreerd. Dit is pas anders als (alsnog) blijkt dat de minderjarige als alleenstaand moet worden aangemerkt.

24.3.2 Eerste aanmelding voor het maken van een afspraak

Als een alleenstaande minderjarige vreemdeling zich meldt bij een aanmeldcentrum om een afspraak te maken voor het indienen van een asielaanvraag, is het gestelde in C3/12.3 van toepassing. Daarbij wordt het onderstaande in acht genomen.

Gedurende of na de aanmeldcentrumprocedure kan een leeftijdsonderzoek worden uitgevoerd (zie C5/24.4 en C5/24.5). Ten behoeve van de beoordeling of een leeftijdsonderzoek nodig zal zijn, wordt reeds bij de eerste aanmelding van de alleenstaande minderjarige vreemdeling bezien of er sprake is van twijfel aan de opgegeven leeftijd. De Vreemdelingendienst op het aanmeldcentrum, dan wel de ambtenaar belast met de grensbewaking op Schiphol of een andere Schengen-buitengrens, geeft hiertoe onder verantwoordelijkheid van en in samenspraak met de Immigratie- en Naturalisatiedienst een indicatie. Dit is een eerste indicatie met een voorlopig karakter.

Er zijn verschillende situaties te onderscheiden:

a. er bestaat geen twijfel aan de opgegeven leeftijd;

b. de jongere meldt zich bij een aanmeldcentrum in het land en er is twijfel aan de opgegeven leeftijd;

c. de jongere meldt zich bij een Schengen-buitengrens en er is twijfel aan de opgegeven leeftijd;

d. de jongere kwam al eerder niet in aanmerking voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling vanwege twijfel aan de leeftijd.

Ad a: Geen twijfel aan de opgegeven leeftijd

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen ten aanzien van wie geen twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd worden in beginsel direct opgenomen in de aanmeldcentrumprocedure. Wanneer het proces in het aanmeldcentrum dit niet toelaat (bijvoorbeeld vanwege de hoge instroom of gebrek aan tolken) is het mogelijk dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen in de leeftijd van vijftien tot achttien jaar voor een korte termijn naar een tijdelijke noodvoorziening worden verwezen. Bij het maken van een afspraak voor het indienen van een asielaanvraag krijgt deze categorie voorrang.

De keuze van het aanmeldcentrum waar de minderjarige zijn aanvraag kan indienen, wordt bepaald door C3/11.1 en de categoriale instroomtoewijzing.

Ad b: De jongere meldt zich bij een aanmeldcentrum in het land en er is twijfel aan de opgegeven leeftijd

Met alleenstaande jongeren die zich melden bij een aanmeldcentrum in het land en ten aanzien van wie twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd, wordt in principe een afspraak gemaakt voor indiening van een asielaanvraag in het aanmeldcentrum Rijsbergen, ongeacht de categoriale instroomtoewijzing. Indien het leeftijdsonderzoek wordt uitgevoerd op een locatie in de nabijheid van een ander aanmeldcentrum, is het mogelijk dat de aanvraag in dat aanmeldcentrum wordt afgehandeld.

In afwachting van de indiening van de asielaanvraag kan een jongere ten aanzien van wie twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd in een tijdelijke noodvoorziening verblijven, wanneer het proces in het aanmeldcentrum niet toelaat dat de vreemdeling direct zijn asielaanvraag indient (bijvoorbeeld vanwege de hoge instroom of gebrek aan tolken). Indien de vreemdeling opgeeft jonger te zijn dan vijftien jaar, wordt hij in dat geval administratief geplaatst in de tijdelijke noodvoorziening Lisserbroek. Fysieke plaatsing vindt plaats in de opvanglocatie te Gilze.

Ten aanzien van de duur van het verblijf in de tijdelijke noodvoorziening geldt dat de jongsten voorrang krijgen bij het maken van een afspraak voor het indienen van een asielaanvraag.

Ad c: De jongere meldt zich aan een Schengen-buitengrens en er is twijfel aan de opgegeven leeftijd

Na het geven van een eerste leeftijdsindicatie wordt, na bijzondere aanwijzing van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, door de ambtenaar belast met de grensbewaking een maatregel ex artikel 6, eerste en tweede lid, Vreemdelingenwet opgelegd.

Betrokkene wordt daarna overgebracht naar aanmeldcentrum Schiphol voor het indienen van een asielaanvraag, dan wel geplaatst in het Grenshospitium in afwachting van de start van de asielprocedure.

Indien er geen twijfel bestaat aan de minderjarigheid van de vreemdeling, wordt slechts de maatregel ex artikel 6, eerste lid, Vreemdelingenwet opgelegd. Jongeren ten aanzien van wie geen twijfel bestaat omtrent de minderjarigheid, worden niet geplaatst in het Grenshospitium.

Ad d: De jongere kwam al eerder niet in aanmerking voor een verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling vanwege twijfel aan de leeftijd

Indien tijdens een eerdere procedure twijfel aan de opgegeven leeftijd is blijven bestaan, zodat betrokkene niet in het bezit werd gesteld van een verblijfsvergunning op grond van het beleid voor alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen, wordt bij een nieuwe aanvraag de geboortedatum zoals eerder vastgesteld aangehouden, dan wel blijft de gerezen twijfel bestaan totdat de opgegeven leeftijd door de jongere onomstotelijk is aangetoond.

Indien de twijfel de minderjarigheid betreft, is de normale procedure voor meerderjarige asielzoekers van toepassing. Dit wordt slechts anders als de jongere alsnog onomstotelijk aantoont dat hij minderjarig is.

24.3.3 Het ondertekenen van de asielaanvraag

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen moeten hun asielaanvraag indienen in een aanmeldcentrum. C3/12 is van toepassing. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen van twaalf jaar en ouder worden in beginsel geacht tot een redelijke waardering van hun belangen in staat te zijn. Zij ondertekenen de aanvraag zelfstandig en mede ten behoeve van hun eventuele inwonende kinderen.

Minderjarige vreemdelingen jonger dan twaalf jaar moeten hun asielaanvraag eveneens indienen in een aanmeldcentrum. In dit verband worden zij niet tot een redelijke waardering van hun belangen in staat geacht. Daarom wordt de feitelijke ondertekening van het formulier M35-H uitgevoerd door de voogd nadat de voogdij is geregeld. Indien de voogdij nog niet is geregeld, kan de asielaanvraag echter ook worden ondertekend door een zaakwaarnemer.

24.4 Eerste gehoor

24.4.1 Algemeen

Tijdens het eerste gehoor wordt gerichte aandacht besteed aan de identiteit, nationaliteit en reisroute van de alleenstaande minderjarige asielzoeker. Alleenstaande minderjarige asielzoekers van twaalf jaar en ouder worden zelfstandig gehoord. In het eerste gehoor wordt gevraagd naar eventuele hulp bij de komst naar Nederland, zoals de reisagent, reisroutes, transportmiddelen, betaling, et cetera.

Van alleenstaande minderjarige asielzoekers jonger dan twaalf jaar wordt tijdens het eerste gehoor beoogd de navolgende gegevens op te nemen:

- personalia (naam, voornamen, geboortedatum en -plaats);

- nationaliteit;

- spreekta(a)l(en);

- laatste adres in het land van herkomst;

- etnische afkomst;

- godsdienst;

- gezinssamenstelling in het land van herkomst (het gaat hier om de namen van de vader, de moeder en eventuele (half)broers en (half)zussen).

Het opgemaakte rapport van eerste gehoor wordt onverwijld gezonden aan de Unit Landelijke Ama-taken van de Regionale Directie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Indien de betrokken asielzoeker er niet in slaagt zijn leeftijd met documenten aan te tonen of anderszins aannemelijk te maken, dient de hoorambtenaar in overleg met tenminste een beslisambtenaar vast te stellen of er sprake is van evidente meerderjarigheid, dan wel een zodanige twijfel aan de opgegeven leeftijd dat de betrokkene in de gelegenheid moet worden gesteld zijn leeftijd alsnog aan te tonen middels een leeftijdsonderzoek.

24.4.2 Handelwijze als vooraf geen twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd

Indien ten aanzien van een alleenstaande minderjarige asielzoeker op grond van het eerste gehoor geen twijfel (meer) bestaat aan de opgegeven leeftijd, wordt beoordeeld of op verantwoorde en zorgvuldige wijze reeds binnen de aanmeldcentrumprocedure kan worden vastgesteld dat de betrokkene niet in aanmerking komt voor een verblijfstitel. Indien dat niet op verantwoorde en zorgvuldige wijze mogelijk is, wordt de betrokkene doorverwezen naar een opvanglocatie (zie C5/24.6 en C5/24.8).

Indien op grond van het eerste gehoor alsnog twijfel ontstaat aan de opgegeven leeftijd, wordt de vreemdeling in de gelegenheid gesteld een leeftijdsonderzoek aan te vragen. Dit leeftijdsonderzoek wordt zoveel mogelijk binnen de aanmeldcentrumprocedure afgerond. C5/24.4.3 is dan van toepassing.

Indien het niet mogelijk is het onderzoek binnen de aanmeldcentrumprocedure af te ronden, wordt betrokkene geïndiceerd voor het leeftijdsonderzoek en vervolgens doorgeplaatst naar een opvanglocatie, van waaruit de procedure rond het leeftijdsonderzoek wordt gestart. In het geval dat in het aanmeldcentrum geen model M39-C is ingediend (zie C5/24.4.3) terwijl een leeftijdsonderzoek geïndiceerd is, kan tijdens het nader gehoor een leeftijdsonderzoek worden aangevraagd door het indienen van model M39-D.

24.4.3 Handelwijze als vooraf twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd

Indien de betrokken asielzoeker zijn gestelde leeftijd niet met documenten aan kan tonen en er getwijfeld wordt aan deze leeftijd, kan hij zijn gestelde leeftijd alsnog aantonen door een leeftijdsonderzoek aan te vragen, tenzij:

a. er sprake is van evidente meerderjarigheid;

b. de uitslag van het leeftijdsonderzoek geen verschil zou uitmaken voor de beslissing omtrent de aanspraken van de betrokkene op verblijf of opvang.

Ad a: Evidente meerderjarigheid

Er is sprake van evidente meerderjarigheid, indien de medewerker die de vreemdeling hoort in samenspraak met een (andere) beslismedewerker aan de hand van de uiterlijke kenmerken of aan de hand van de verklaringen van de asielzoeker tot de conclusie komt dat de betrokkene evident achttien jaar of ouder moet zijn. De leeftijd wordt geschat aan de hand van optische waarneming. Tegenstrijdige of vage verklaringen over de opgegeven leeftijd, schoolperiode en dergelijke, en het gedrag van de asielzoeker spelen een rol bij de beantwoording van de vraag of sprake is van evidente meerderjarigheid.

Indien er sprake is van evidente meerderjarigheid, bestaat geen aanleiding om betrokkene in de gelegenheid te stellen zijn minderjarigheid alsnog aan te tonen door middel van een leeftijdsonderzoek.

Ad b: De uitslag maakt geen verschil voor de aanspraken op verblijf of opvang

Het leeftijdsonderzoek dient twee doelen: enerzijds wordt op basis daarvan beoordeeld of de vreemdeling gezien zijn leeftijd in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning regulier voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling, anderzijds dient het als bron voor de beoordeling van de vraag of de vreemdeling in aanmerking komt voor het bijzondere opvangregime voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (zie C5/24.9.1).

Leeftijdsonderzoek is derhalve slechts dan niet aan de orde, indien de uitslag niet van belang is voor de vraag of en in hoeverre de jongere aanspraak maakt op verblijf of opvang.

Voorlichting over het leeftijdsonderzoek

Indien een leeftijdsonderzoek aan de orde is, wordt de betrokkene tijdens het eerste gehoor gewezen op de mogelijkheid van het ondergaan van een leeftijdsonderzoek. In het geval de asielzoeker een zwangere vrouw is, wordt zij erop gewezen dat het onderzoek pas na de zwangerschap kan plaatsvinden. Tijdens de zwangerschap wordt geen leeftijdsonderzoek uitgevoerd.

De asielzoeker wordt goed voorgelicht over de procedure en methode van het leeftijdsonderzoek en de mogelijke consequenties ervan. Hierbij wordt vermeld dat, indien de uitslag onvoldoende zekerheid omtrent de leeftijd oplevert, de betrokkene na verloop van geruime tijd nogmaals kan worden opgeroepen voor een leeftijdsonderzoek. Het geldende protocol inzake leeftijdsonderzoek bij alleenstaande minderjarige asielzoekers wordt uitgelegd en overhandigd. Dit gebeurt in een taal waarvan betrokkene heeft aangegeven deze te begrijpen of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij deze begrijpt.

De hoorambtenaar dient zich ervan te vergewissen dat de asielzoeker begrijpt wat het leeftijdsonderzoek inhoudt en legt dit vast in het rapport van eerste gehoor, dan wel het rapport van bevindingen. Betrokkene wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld het leeftijdsonderzoek aan te vragen.

Indien de asielzoeker aangeeft geen leeftijdsonderzoek te willen aanvragen, wordt hij erop gewezen dat in dat geval de twijfel aan de opgegeven leeftijd blijft bestaan en dat hij niet nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld te verzoeken om een leeftijdsonderzoek. Betrokkene zal dan zelf zijn leeftijd moeten aantonen. De asielaanvraag kan, indien de vreemdeling zijn gestelde leeftijd niet kan aantonen, verder in de aanmeldcentrumprocedure worden behandeld. Bij de verdere behandeling wordt aangenomen dat de vreemdeling meerderjarig is.

Het ondertekenen van het verzoek om een leeftijdsonderzoek

Indien betrokkene te kennen geeft gebruik te willen maken van het aanbod van een leeftijdsonderzoek, dient hij hiertoe een in tweevoud ondertekend schriftelijk verzoek in (model M39-C). Dit verzoek kan alleen door betrokkene zelfstandig worden ondertekend indien hij, volgens zijn eigen verklaring, ten tijde van de ondertekening van het verzoek zestien jaar of ouder is.

Voor de gevallen waarin de betrokkene opgeeft jonger te zijn dan zestien jaar, heeft voogdij-instelling De Opbouw, wier taken per 1 januari 2002 volledig zijn overgenomen door Stichting Nidos, een algemene toestemmingsverklaring opgesteld, die van toepassing is op alle jongeren die onder haar voogdij staan of komen te staan. Indien de betrokkene uiteindelijk minderjarig blijkt te zijn, dekt deze verklaring de vereiste toestemming van de voogd. Indien de betrokkene uiteindelijk meerderjarig blijkt te zijn, was achteraf bezien voorafgaande toestemming van een voogd geen vereiste.

In het modelverzoek om een leeftijdsonderzoek is tevens de mededeling opgenomen dat de vreemdeling niet als eerste de uitslag en de gevolgtrekking van het onderzoek wenst te vernemen en dat hij de Immigratie- en Naturalisatiedienst toestemming verleent voor inzage in en afschrift van de onderzoeksresultaten. Hier wordt gehandeld overeenkomstig artikel 7:464, tweede lid, onder b, Burgerlijk Wetboek. Deze bepaling is op zichzelf niet van toepassing is, gezien het gestelde in artikel 7:446, vijfde lid, Burgerlijk Wetboek.

Indien de vreemdeling ten tijde van de ondertekening van het verzoek een voorbehoud maakt ten aanzien van deze mededeling, wordt hij erop gewezen dat in dat geval de twijfel aan de opgegeven leeftijd blijft bestaan. Betrokkene zal dan zelf zijn leeftijd moeten aantonen. De asielaanvraag wordt zonder verder uitstel in de aanmeldcentrumprocedure behandeld. Bij de verdere behandeling wordt aangenomen dat de vreemdeling meerderjarig is.

Indien de vreemdeling zijn toestemming tot voorinzage na het onderzoek intrekt, geldt dit eveneens.

24.5 Uitvoering van het leeftijdsonderzoek

24.5.1 Logistiek

Vanuit aanmeldcentrum Rijsbergen

Nadat betrokkene het verzoek om een leeftijdsonderzoek heeft ondertekend, wordt hij naar het Regionaal Diagnostisch Centrum te Eindhoven ofwel een ander daartoe geschikte locatie gebracht, alwaar de benodigde röntgenfoto's worden gemaakt. Na het onderzoek wordt betrokkene teruggebracht naar aanmeldcentrum Rijsbergen, in afwachting van de resultaten van het onderzoek.

Vanuit aanmeldcentrum Schiphol

Nadat betrokkene het verzoek om een leeftijdsonderzoek heeft ondertekend, wordt hij ofwel naar het Regionaal Diagnostisch Centrum te Eindhoven, ofwel naar een andere daartoe geschikte locatie gebracht, alwaar de benodigde röntgenfoto's worden gemaakt. De beschikking ex artikel 6, eerste en tweede lid, Vreemdelingenwet is ook van toepassing op de tijdelijke (over)plaatsing naar de locatie waar de röntgenfoto's worden afgenomen. Hierna wordt betrokkene teruggebracht naar Schiphol. De toegangsweigering blijft steeds gehandhaafd. De betrokkene wordt niet in het Grenshospitium geplaatst indien er geen twijfel is aan de minderjarigheid.

Vanuit andere aanmeldcentra

Indien na het eerste gehoor in een aanmeldcentrum in het land alsnog twijfel is ontstaan aan de opgegeven leeftijd, wordt de vreemdeling, nadat hij het verzoek om een leeftijdsonderzoek heeft ondertekend, ofwel naar het Regionaal Diagnostisch Centrum te Eindhoven, ofwel naar een andere daartoe geschikte locatie gebracht, alwaar de benodigde röntgenfoto's worden gemaakt. Vervolgens wordt de vreemdeling teruggebracht naar het aanmeldcentrum waar de aanvraag is ingediend.

Vanuit opvanglocaties in het land

Indicatie voor een leeftijdsonderzoek vindt in beginsel plaats in het aanmeldcentrum. Het is mogelijk dat de vreemdeling naar een opvanglocatie wordt verwezen nadat een indicatie voor een leeftijdsonderzoek is gedaan, maar voordat het verzoek om een leeftijdsonderzoek is ingediend. In dat geval kan de vreemdeling tijdens het nader gehoor in de opvanglocatie alsnog in de gelegenheid worden gesteld een leeftijdsonderzoek aan te vragen.

De vreemdeling wordt, nadat hij het verzoek om een leeftijdsonderzoek heeft ondertekend, ofwel naar het Regionaal Diagnostisch Centrum te Eindhoven, ofwel naar een andere daartoe geschikte locatie gebracht, alwaar de benodigde röntgenfoto's worden gemaakt. Vervolgens wordt de vreemdeling teruggebracht naar de opvanglocatie.

Vreemdelingen aan wie rechtens de vrijheid is ontnomen

Nadat betrokkene het verzoek om een leeftijdsonderzoek heeft ondertekend, wordt hij ofwel naar het Regionaal Diagnostisch Centrum te Eindhoven, ofwel naar een andere daartoe geschikte locatie gebracht, alwaar de benodigde röntgenfoto's worden gemaakt. De vrijheidsontneming wordt hiervoor niet opgeheven. Hierna wordt betrokkene teruggebracht naar de plaats waar hij rechtens van zijn vrijheid wordt beroofd.

24.5.2 Resultaten van het leeftijdsonderzoek en de consequenties daarvan

Het leeftijdsonderzoek in het kader van de aanmeldcentrumprocedure kan vier resultaten opleveren:

a. De opgegeven minderjarige leeftijd is aannemelijk;

b. Betrokkene is minderjarig, maar de opgegeven leeftijd beneden de vijftien jaar is te laag;

c. Betrokkene is meerderjarig;

d. Het leeftijdsonderzoek kan niet binnen de aanmeldcentrumprocedure afgerond worden.

ad a. De opgegeven minderjarige leeftijd is aannemelijk

Indien uit de röntgenfoto's naar voren komt dat de opgegeven minderjarige leeftijd aannemelijk is, wordt de opgegeven geboortedatum in het vervolg van de procedure aangehouden.

In het geval de vreemdeling heeft aangegeven niet te weten hoe oud hij is, wordt op basis van het resultaat van het leeftijdsonderzoek een geboortedatum vastgesteld op de manier zoals onder ad b. aangegeven.

ad b. Betrokkene is minderjarig, maar de opgegeven leeftijd beneden de vijftien jaar is te laag

Uit de röntgenfoto's komt naar voren dat het hand-polsgebied van de vreemdeling volledig is uitgerijpt, maar dat niet (met zekerheid) gesproken kan worden van meerderjarigheid. In het onderzoeksresultaat is daarbij tevens aangegeven welke minimumleeftijd de betrokken asielzoeker, gezien zijn etnische afkomst, zeker moet hebben.

Nu naar voren is gekomen dat betrokkene een andere leeftijd heeft, wordt de vreemdeling op basis van de onderzoeksresultaten een nieuwe geboortedatum toegekend. Hiertoe wordt het geboortejaar gesteld op het jaar waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden minus de minimumleeftijd die de vreemdeling volgens het onderzoek moet hebben. Indien het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode van 1 januari tot en met 30 juni, wordt de geboortedatum gesteld op 1 januari van het gevonden geboortejaar. Indien het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode van 1 juli tot en met 31 december, wordt de geboortedatum gesteld op 1 juli van het betreffende jaar.

ad c. Betrokkene is meerderjarig

Binnen de aanmeldcentrumprocedure is het onderzoeksverslag gereed waarin wordt vastgesteld dat betrokkene meerderjarig is. De aanvraag wordt verder conform het normale beleid voor volwassen asielzoekers afgehandeld, zo mogelijk binnen de aanmeldcentrumprocedure.

Nu naar voren is gekomen dat betrokkene een andere leeftijd heeft, wordt de vreemdeling op basis van de onderzoeksresultaten een nieuwe geboortedatum toegekend. Hiertoe wordt het geboortejaar gesteld op het jaar waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden minus twintig jaar. Indien het onderzoek heeft plaatsgevonden tussen 1 januari en 30 juni, wordt de geboortedatum gesteld op 1 januari van het gevonden geboortejaar. Indien het onderzoek heeft plaatsgevonden tussen 1 juli en 31 december, wordt de geboortedatum gesteld op 1 juli van het betreffende jaar.

ad d. Het leeftijdsonderzoek kan niet binnen de aanmeldcentrumprocedure afgerond worden

In het geval dat niet binnen de aanmeldcentrumprocedure een resultaat kan worden bepaald, kan dus ook de beslissing niet in het aanmeldcentrum worden genomen, tenzij op verantwoorde en zorgvuldige wijze reeds binnen de aanmeldcentrumprocedure kan worden vastgesteld dat de betrokkene niet in aanmerking komt voor een verblijfstitel.

24.5.3 Herhaald leeftijdsonderzoek

Het is mogelijk dat het leeftijdsonderzoek niet met voldoende zekerheid tot een conclusie omtrent de minderjarigheid kan leiden. In deze gevallen kan de betrokkene na verloop van tijd (dit kan zijn binnen één à twee jaar) opnieuw worden opgeroepen voor een leeftijdsonderzoek om te bezien of de botontwikkeling inmiddels zodanig is, dat een voldoende zekere conclusie (met terugwerkende kracht) mogelijk is over de vraag of de vreemdeling meerder- of minderjarig is.

Het belang van het herhaald leeftijdsonderzoek is erin gelegen dat zoveel mogelijk dient te worden tegengegaan dat vreemdelingen ten onrechte in het bezit zijn of worden gesteld van een verblijfsvergunning voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling, of anderszins ten onrechte een behandeling als minderjarige krijgen, terwijl zij feitelijk meerderjarig zijn. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat bij een volledig uitgerijpt sleutelbeen een minimumleeftijd van twintig jaar wordt gehanteerd. Als deze conclusie bij een herhaald onderzoek wordt getrokken, zal dat vaak betekenen dat de vreemdeling al bij de eerste verlening van de vergunning voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling meerderjarig was en de vergunning dus ten onrechte heeft verkregen. Het herhaald leeftijdsonderzoek is in dit kader dus een belangrijke aanvulling op het eerste leeftijdsonderzoek.

Indien uit het resultaat van het herhaald leeftijdsonderzoek volgt dat de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt teneinde op oneigenlijke gronden in het bezit te worden gesteld van een verblijfsvergunning, bijvoorbeeld als blijkt dat hij tijdens de oorspronkelijke aanvraagprocedure al meerderjarig moet zijn geweest, kan de vreemdeling op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet in bewaring worden gesteld. A5/5.3 is van toepassing.

Zolang in de periode tussen de beide leeftijdsonderzoeken geen uitsluitsel bestaat over de juiste leeftijd, krijgt de vreemdeling op dit punt het voordeel van de twijfel in de verdere procedure en wordt de oorspronkelijk opgegeven geboortedatum aangehouden. Dit is echter niet van toepassing indien de vreemdeling op belangrijke punten vage, summiere, tegenstrijdige of ongeloofwaardige verklaringen aflegt (zie C2/7.4.1).

Een kopie van het dossier van de betrokkene, waaronder in elk geval het verzoek om een leeftijdsonderzoek, de rapporten van het eerste en het nader gehoor en de beschikking in eerste aanleg, wordt in deze gevallen, nadat de procedure in eerste aanleg is afgerond, gezonden aan de Unit Landelijke Ama-taken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, Regionale Directie Zuid-Oost.

Indien de vreemdeling niet vooraf toestemming heeft gegeven voor een herhaald leeftijdsonderzoek (door middel van een toestemmingsverklaring in het verzoek om een leeftijdsonderzoek of anderszins), kan hij in het kader van een aanvraag om verlenging van de verblijfsvergunning voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling, dan wel om verlening van een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf, opnieuw in de gelegenheid worden gesteld om een verzoek in te dienen voor een leeftijdsonderzoek.

24.6 Procesbeslissing na de eerste fase

Aan het eind van de eerste fase van de aanmeldcentrumprocedure wordt conform het gestelde in C3/12.8 beoordeeld welke zaken zich lenen voor het nader horen in het aanmeldcentrum. Dit is het geval wanneer er een mogelijkheid is om op basis van het gestelde in C3/12.8 de asielaanvraag in het aanmeldcentrum af te wijzen of wanneer er indicaties zijn dat de Overeenkomst van Dublin van toepassing is.

Indien de minderjarige asielzoeker wordt verwezen naar een opvanglocatie hier te lande, dient voogdij-instelling Stichting Nidos hierover geïnformeerd te worden, tenzij de minderjarige vreemdeling ten tijde van de aanvraag 17,5 jaren of ouder was. De relevante stukken van het dossier worden meegezonden en Stichting Nidos wordt geïnformeerd over eventuele bijzonderheden in de betreffende zaak.

Het originele dossier wordt gezonden aan de Unit Landelijke Ama-taken van de regionale Directie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst indien de betrokken vreemdeling:

a. een alleenstaande asielzoeker is beneden de leeftijd van twaalf jaar;

b. jonger is dan twaalf jaar en deel uitmaakt van een kindgezin waarvan ook het oudste lid minderjarig is; in dit geval worden de dossiers van de overige leden van het kindgezin meegezonden;

c. een begeleide minderjarige asielzoeker is in de zin van C2/7.10; in dit geval wordt het dossier van de meerderjarige begeleider meegezonden.

In deze gevallen is voornoemde unit aangewezen om de aanvraag te behandelen na de aanmeldcentrumprocedure.

24.7 Het nader gehoor in het aanmeldcentrum

Alleenstaande en begeleide minderjarige asielzoekers worden in beginsel allen nader gehoord.

Alleenstaande en begeleide minderjarige asielzoekers van twaalf jaar en ouder worden zelfstandig gehoord.

Het horen van alleenstaande en begeleide minderjarige asielzoekers jonger dan twaalf jaar dient te geschieden in speciale, kindvriendelijke hoorruimtes en door speciaal daarvoor aangewezen en opgeleide hoorambtenaren. De nadere gehoren worden daarom uitsluitend afgenomen door medewerkers van de Unit Landelijke Ama-taken, Regionale Directie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Wanneer op grond van een pedagogisch of psychologisch onderzoek is vastgesteld dat een kind problemen ondervindt die de afname van het nader gehoor zouden kunnen belemmeren, kan worden afgezien van een nader gehoor van een alleenstaande of begeleide minderjarige asielzoeker jonger dan twaalf jaar.

Voor de te volgen werkwijze geldt het Protocol `Horen alleenstaande minderjarige asielzoekers tot 12 jaar'. Dit Protocol is opgesteld in overleg met Stichting Nidos en de overige ketenpartners en, na goedkeuring door de Inspectie Jeugdbescherming, aan de ketenpartners toegezonden.

Het nader gehoor van een alleenstaande minderjarige asielzoeker wordt niet eerder afgenomen dan nadat het resultaat van een eventueel leeftijdsonderzoek beschikbaar is. Dit laat onverlet dat in afwachting van het resultaat de vreemdeling aanvullend gehoord kan worden omtrent zijn identiteit, nationaliteit en reisroute.

Indien er geen twijfel (meer) is over de opgegeven leeftijd van de vreemdeling, zal de hoorambtenaar tijdens het nader gehoor speciale aandacht besteden aan het achterhalen van gegevens met betrekking tot de zelfstandigheid van de betrokkene en aan de mogelijke aanwezigheid van adequate opvang in het land van herkomst of ieder ander land waar de minderjarige asielzoeker redelijkerwijs naar toe kan gaan.

Indien het voornemen bestaat om een Dublinclaim te leggen, wordt in de aanmeldcentrumprocedure een Dublingehoor afgenomen.

24.8 Beslissing in het aanmeldcentrum

De beslissing op de asielaanvraag van een (gestelde) alleenstaande minderjarige asielzoeker kan onder de volgende omstandigheden in het aanmeldcentrum plaatsvinden:

a. de Overeenkomst van Dublin is van toepassing én het claimakkoord is binnen de aanmeldcentrumprocedure beschikbaar (dan volgt een afwijzing van de asielaanvraag op grond van artikel 30, onder a, Vreemdelingenwet);

b. er is sprake van evidente meerderjarigheid;

c. er is sprake van twijfel aan de gestelde leeftijd en de asielzoeker heeft te kennen gegeven geen leeftijdsonderzoek te willen aanvragen;

d. de asielzoeker vraagt een leeftijdsonderzoek aan maar weigert te verklaren dat hij aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst het recht op voorinzage verleent, dan wel trekt deze verklaring weer in;

e. binnen de daarvoor bestemde periode in het aanmeldcentrum is het onderzoeksresultaat gereed gekomen waaruit blijkt dat de betrokkene meerderjarig is;

f. er is sprake van een herhaalde aanvraag in de zin van artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht;

g. er kan anderszins op verantwoorde en zorgvuldige wijze reeds binnen de aanmeldcentrumprocedure worden vastgesteld dat de betrokkene niet in aanmerking komt voor een verblijfstitel;

h. de asielaanvraag kan in het aanmeldcentrum worden afgewezen, terwijl in overeenstemming met het landgebonden asielbeleid (zie C8) de ambtshalve toets aan het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in beraad wordt gehouden (de zogeheten gescheiden afdoening).

Ad a. de Overeenkomst van Dublin

Ten aanzien van (gestelde) alleenstaande minderjarige asielzoekers wordt, conform C1/2.2 onderzocht of een ander Dublinland verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek. Indien het claimakkoord binnen de aanmeldcentrumprocedure beschikbaar is, leidt dit tot een afwijzing in het aanmeldcentrum op grond van artikel 30, onder a, Vreemdelingenwet.

Ad b. Er is sprake van evidente meerderjarigheid

Indien ook na het nader gehoor in het aanmeldcentrum, waarin de asielzoeker de gelegenheid krijgt zijn minderjarige leeftijd aannemelijk te maken, het oordeel wordt gehandhaafd dat er sprake is van evidente meerderjarigheid, wordt de beslissing op de asielaanvraag in het aanmeldcentrum genomen als de inhoud van het asielrelaas daartoe aanleiding geeft. In de beschikking wordt gemotiveerd welke omstandigheden hebben geleid tot de conclusie dat de betrokkene evident meerderjarig is.

De asielaanvraag wordt voorts behandeld zoals de aanvraag van een volwassen asielzoeker. Daarbij is van belang dat indien sprake is van evidente meerderjarigheid, er al snel eveneens twijfels bestaan omtrent de geloofwaardigheid van de door de asielzoeker afgelegde overige verklaringen.

Ad c. De asielzoeker geeft te kennen geen leeftijdsonderzoek te willen aanvragen

Indien de asielzoeker zijn gestelde leeftijd niet met documenten kan aantonen , er sprake is van twijfel aan de opgegeven leeftijd en de asielzoeker aangeeft geen leeftijdsonderzoek te willen aanvragen, blijft twijfel aan de opgegeven leeftijd bestaan. Neemt de betrokkene deze twijfel niet weg, dan kan zijn asielaanvraag, indien het relaas daartoe aanleiding geeft, in de aanmeldcentrumprocedure worden afgewezen. Hierbij wordt aangenomen dat de vreemdeling meerderjarig is.

Ad d. Weigering verlenen recht op voorinzage

In het verzoek om een leeftijdsonderzoek wordt de mededeling opgenomen, dat de vreemdeling niet als eerste de uitslag en de gevolgtrekking van het onderzoek wenst te vernemen en dat hij de Immigratie- en Naturalisatiedienst toestemming verleent voor inzage in en afschrift van de onderzoeksresultaten.

Indien de vreemdeling ten tijde van de ondertekening van het verzoek een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van deze mededeling en hij geen toestemming geeft aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst voor inzage in het onderzoeksresultaat betekent dit dat de twijfel aan de opgegeven leeftijd blijft bestaan. Betrokkene zal dan zelf zijn leeftijd moeten aantonen. De asielaanvraag wordt zonder verder uitstel in de aanmeldcentrumprocedure behandeld en kan in het aanmeldcentrum worden afgewezen, indien het asielrelaas daartoe aanleiding geeft. Bij de verdere behandeling en bij het nemen van de beslissing wordt aangenomen dat de vreemdeling meerderjarig is.

Indien de vreemdeling zijn toestemming tot voorinzage na het onderzoek intrekt, geldt hetzelfde.

Ad e. Uit het leeftijdsonderzoek blijkt dat de betrokkene meerderjarig is

Indien de onderzoeksresultaten binnen de aanmeldcentrumprocedure beschikbaar komen en hieruit blijkt dat de betrokken asielzoeker meerderjarig is, kan de asielaanvraag in het aanmeldcentrum worden afgewezen, indien het asielrelaas daartoe aanleiding geeft. Het feit dat betrokkene onjuiste verklaringen heeft afgelegd over zijn leeftijd kan als contra-indicatie voor de geloofwaardigheid van het relaas worden aangemerkt.

Ad g. Er kan anderszins binnen de aanmeldcentrumprocedure worden afgewezen

Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien er sprake is van criminele antecedenten.

Ook kan het gaan om de situatie waarin de betrokkene - ook los van de context van het totale asielrelaas - ongeloofwaardige en tegenstrijdige verklaringen aflegt of indien hij vage, summiere verklaringen aflegt en zaken verzwijgt (de zogeheten `jokkende en zwijgende ama's') omtrent identiteit, nationaliteit of opvang.

Voorts is hiervan sprake indien op verantwoorde en zorgvuldige wijze binnen de aanmeldcentrumprocedure kan worden beslist dat de betrokkene zich zelfstandig kan handhaven of dat er adequate opvang is in het land van herkomst of een ander land waar de betrokkene redelijkerwijs naar toe kan gaan. Dit kan blijken uit een algemeen ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken of uit verklaringen van de betrokkene zelf.

Ad h. Gescheiden afdoening

Indien dit in het landgebonden asielbeleid (zie C8) is vastgelegd, kan worden besloten om de afwijzing van de asielaanvraag en de toetsing aan het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen te doen plaatsvinden in twee separate beschikkingen.

Het doel hiervan is een sneller en beter onderzoek naar identiteit, nationaliteit en opvang mogelijk te maken. Zolang niet definitief is vastgesteld dat de asielzoeker geen vluchteling is, mag geen contact worden opgenomen met de autoriteiten van het land van herkomst en kan van de asielzoeker ook niet worden verlangd dat hij in contact treedt met die autoriteiten om identiteitsdocumenten te verkrijgen. Dit zou immers een veiligheidsrisico voor de betrokkene of zijn familie met zich mee kunnen brengen. Onderzoek naar identiteit, nationaliteit en opvang dient in die periode omzichtig plaats te vinden.

Indien de asielaanvraag in het aanmeldcentrum wordt afgewezen en een eventueel ingesteld beroep door de rechter ongegrond is verklaard, ontstaat de mogelijkheid om een grondiger onderzoek naar identiteit, nationaliteit en opvang te doen plaatsvinden, waarvan de resultaten worden meegenomen bij de beoordeling of de betrokkene in aanmerking komt voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling.

Nadat de asielaanvraag in het aanmeldcentrum is afgewezen, wordt de alleenstaande minderjarige vreemdeling doorgezonden naar een opvanglocatie hier te lande. Aldaar wordt géén nieuw nader gehoor afgenomen, aangezien de asielprocedure (althans in eerste aanleg) reeds is afgerond.

In andere gevallen dan hierboven genoemd onder a tot en met h vindt de verdere behandeling van de asielaanvraag plaats na doorverwijzing naar een opvanglocatie.

Stichting Nidos dient geïnformeerd te worden zodra bekend is waar de betrokkene gaat verblijven (als de verblijfplaats na het aanmeldcentrum bekend is) en indien verwacht wordt dat de voogdij geregeld moet worden.

Stichting Nidos behoeft niet geïnformeerd te worden als een alleenstaande of begeleide minderjarige vreemdeling ten tijde van de aanvraag 17,5 jaren of ouder is.

Ratio achter de regeling is dat Stichting Nidos geïnformeerd moet zijn over de aanwezigheid in het aanmeldcentrum van minderjarigen over wie zij naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn de voogdij zal moeten aanvragen.

Het originele dossier wordt gezonden aan de Unit Landelijke Ama-taken van de regionale Directie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst indien de betrokken vreemdeling:

a. een alleenstaande asielzoeker is beneden de leeftijd van twaalf jaar;

b. jonger is dan twaalf jaar en deel uitmaakt van een kindgezin waarvan ook het oudste lid minderjarig is; in dit geval worden de dossiers van de overige leden van het kindgezin meegezonden;

c. een begeleide minderjarige asielzoeker is in de zin van C2/7.10; in dit geval wordt het dossier van de meerderjarige begeleider meegezonden.

In deze gevallen is voornoemde unit aangewezen om de aanvraag te behandelen na de aanmeldcentrumprocedure.

24.9 Situatie na doorverwijzing naar de opvang

24.9.1 Recht op opvang

Uitgangspunt is, dat aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen en asielzoekers geen verstrekkingen worden onthouden. Op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997 wordt aan alleenstaande minderjarige asielzoekers, wier asielaanvraag binnen 48 proces-uren is afgewezen, in afwijking van de hoofdregel, opvang geboden.

Op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997 wordt aan alleenstaande minderjarige asielzoekers, ten aanzien van wie de Minister overweegt de aanvraag af te wijzen op grond van artikel 30, onder a van de Vreemdelingenwet 2000, in afwijking van de hoofdregel, opvang geboden.

Indien er sprake is van meer kinderen uit één gezin, waarvan één van de kinderen in Nederland meerderjarig is geworden, dan is er geen sprake van een wettelijke zorgplicht van de meerderjarige ten opzichte van de minderjarige. In het geval het meerderjarig geworden kind niet (langer) in aanmerking komt voor opvang, kan het minderjarige kind (blijven) gebruik maken van de voorzieningen op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997, ook al wordt het nog minderjarige kind in het kader van het bijzonder beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen niet langer als alleenstaand beschouwd.

Indien ten aanzien van een alleenstaande minderjarige asielzoeker een Dublinclaim is gelegd en er geen twijfel is omtrent de minderjarigheid van de vreemdeling, dan wel er nog geen definitieve uitslag van het leeftijdsonderzoek is, dan krijgt de jongere tot aan de feitelijke overdracht opvang op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997.

Dit geldt ook als de asielaanvraag is ingediend in Aanmeldcentrum Schiphol. De toegangsweigering blijft in dit geval gehandhaafd en is dan gebaseerd op artikel 6, eerste lid, Vreemdelingenwet.

Indien het gaat om een Dublinclaimant die evident meerderjarig is, ten aanzien van wie twijfel bestaat omtrent de leeftijd en die geen leeftijdsonderzoek heeft willen aanvragen, of die volgens het resultaat van het leeftijdsonderzoek meerderjarig is, wordt geen opvang (meer) geboden. Indien de aanvraag is ingediend in Aanmeldcentrum Schiphol, wordt in die gevallen de toegang geweigerd op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, Vreemdelingenwet.

Indien pas later twijfel is ontstaan over de vraag of de betrokkene op grond van zijn leeftijd in aanmerking komt voor opvang, kan alsnog een leeftijdsonderzoek worden aangevraagd.

24.9.2 Maatregelen van toezicht en verstrekking van het W-document

Het gestelde in C3/13.2 is van toepassing. Minderjarige asielzoekers jonger dan twaalf jaar die niet worden begeleid door een ouder of voogd uit het land van herkomst ontvangen een W-document. C3/13.3 is van toepassing.

24.9.3 Nader gehoor

Het gestelde in 24.7 is van toepassing.

In de gevallen waarin reeds in het aanmeldcentrum is geconstateerd dat de vreemdeling in aanmerking komt voor het aanbieden van een leeftijdsonderzoek, maar met toepassing van het gestelde in C5/24.4.2 of C5/24.5.1 is besloten om de vreemdeling te verwijzen naar een opvanglocatie voordat een verzoek daartoe is ingediend, kan tijdens het nader gehoor in de opvanglocatie alsnog het aanbod van een leeftijdsonderzoek worden gedaan. Het gestelde in C5/24.4.3 is van toepassing. Het onderzoek wordt in dit geval aangevraagd middels model M39-D.

Het is niet mogelijk om tijdens het nader gehoor na doorverwijzing naar de opvanglocatie een nieuwe indicatie voor het leeftijdsonderzoek te doen.

Na het nader gehoor waarin een leeftijdsonderzoek is aangevraagd, neemt de hoorambtenaar contact op met de Unit landelijk Ama-taken van de Regionale Directie Zuid-Oost van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, van waaruit het onderzoek verder wordt gecoördineerd.

24.9.4 Onderzoek in het buitenland naar adequate opvang

Indien uit feiten en omstandigheden niet aannemelijk is dat de alleenstaande minderjarige vreemdeling zich zelfstandig staande zal kunnen houden (zie C2/7.4.2), kan onderzoek door het ministerie van Buitenlandse Zaken geïndiceerd zijn indien in het land van herkomst of in een ander land waar de vreemdeling redelijkerwijs naar toe kan gaan, geen adequate opvang, bijvoorbeeld in de vorm van opvangtehuizen, bekend is.

Indien de alleenstaande minderjarige vreemdeling ten tijde van het nader gehoor jonger is dan zestien jaar, is onderzoek ook geïndiceerd wanneer de betrokkene aangeeft dat zijn ouders, familieleden, of andere personen die hem hebben opgevangen nog in leven zijn en hij adresgegevens verstrekt. Ratio hierachter is dat voor de beoordeling of er adequate opvang is, niet blindelings kan worden afgegaan op de verklaringen van een minderjarige van die leeftijd. Indien uit het onderzoek niet blijkt dat er opvang is, of indien onderzoek niet mogelijk is, wordt het bestaan van adequate opvang niet tegengeworpen.

Geen onderzoek is nodig indien een alleenstaande minderjarige vreemdeling, die ten tijde van het nader gehoor zestien jaar of ouder is, verklaart dat zijn ouders, familieleden, of andere personen die hem hebben opgevangen nog in leven zijn en hij adresgegevens of een specifieke locatieaanduiding verstrekt. In dat geval mag worden afgegaan op de verklaringen van de minderjarige. In de afwijzende beschikking wordt overwogen dat de minderjarige in het land van verblijf van bedoelde personen begeleid of verzorgd kan worden.

Met het oog op het belang dat de alleenstaande minderjarige asielzoeker zo spoedig mogelijk duidelijkheid krijgt omtrent zijn aanvraag, dient zo spoedig mogelijk na het nader gehoor te worden bepaald of onderzoek geïndiceerd is. Als dit het geval is, wordt het onderzoek zo spoedig mogelijk door de beslisser of hoormedewerker aangevraagd. De betrokkene wordt ervan op de hoogte gesteld indien onderzoek wordt ingesteld.

De beschikking met de ambtshalve beslissing inzake de verblijfsvergunning regulier onder de beperking wordt in beginsel pas gegeven nadat het onderzoeksresultaat is ontvangen.

24.10 Kennisgeving van het voornemen en de beschikking

Kennisgeving van het voornemen en de beschikking(en) (zowel waar het betreft de beslissing op de asielaanvraag als de ambthalve beslissing inzake de verblijfsvergunning regulier) vindt plaats overeenkomstig het gestelde in C/3. Een kopie wordt gezonden aan de voogdij-instelling Stichting Nidos.

In de gevallen waarin het voornemen of de beschikking wordt uitgereikt anders dan in de aanmeldcentrumprocedure, neemt de korpschef contact op met de wettelijk vertegenwoordiger teneinde hem/haar van te voren op de hoogte te stellen omtrent het moment van uitreiking.

Indien de alleenstaande minderjarige vreemdeling twaalf jaar of ouder is, wordt het voornemen of de beschikking aan hem zelf uitgereikt.

Indien de alleenstaande minderjarige vreemdeling nog geen twaalf jaar oud is, wordt het voornemen of de beschikking in beginsel uitgereikt aan de wettelijk vertegenwoordiger.

24.11 Als ingevolge het leeftijdsonderzoek aan de vreemdeling een nieuwe geboortedatum is toegekend

In het geval dat aan de vreemdeling een nieuwe geboortedatum is toegekend op grond van de uitslag van het leeftijdsonderzoek, dient het W-document te worden aangepast. Op het nieuwe W-document dient de in het geautomatiseerde informatiesysteem van de Immigratie- en Naturalisatiedienst gehanteerde 'toegekende geboortedatum' te worden ingevuld. De korpschef neemt op verzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst het oude W-document in en reikt een nieuw W-document uit.

24.12 Verlening van de verblijfsvergunning

24.12.1 Algemeen

Indien de betrokkene op grond van het beleid inzake alleenstaande minderjarige vreemdelingen in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, stelt de korpschef hem in het bezit van een verblijfsdocument als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder a, Voorschrift Vreemdelingen (model M75-A).

De beperking luidt: `Verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling'.

De arbeidsmarktaantekening luidt: `Specifieke arbeid toegestaan mits werkgever beschikt over TWV'. De afkorting TWV staat voor 'tewerkstellingsvergunning'(artikel 1.1 Voorschrift Vreemdelingen). De term 'specifieke' houdt in dat de arbeidsperiode binnen een tijdsbestek van 52 weken niet meer dan in totaal twaalf weken mag bedragen.

Indien de korpschef aanleiding ziet de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking `Verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling' in te trekken, dan wel de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning niet in te willigen, dient hij de zaak voor te leggen aan de Minister.

24.12.2 Herhaald onderzoek naar adequate opvang

In iedere individuele zaak dient beoordeeld te worden of een herhaald onderzoek in het buitenland naar adequate opvang aangewezen is. Dit is ten eerste afhankelijk van de onderzoeksmogelijkheden in het betreffende land. Een herhaald onderzoek is voorts eerder aangewezen naarmate de vreemdeling jonger is. Een herhaald onderzoek wordt niet aangevraagd indien de vreemdeling bij ontvangst van het onderzoeksresultaat naar verwachting zeventien en een half jaar of ouder is.

Daarnaast is herhaald onderzoek eerder aangewezen bij landen waarvoor weinig aannemelijk is (gegeven de sociale structuur van de samenleving) dat een minderjarige geen opvang heeft bij familie of instellingen. Herhaald onderzoek is in elk geval aangewezen indien:

a. in een eerder ambtsbericht is aangegeven dat niet bekend is of voor de betrokken vreemdeling adequate opvang aanwezig is en dat nader onderzoek tot resultaten zou kunnen leiden;

b. de rechter de aanwezigheid van adequate opvang niet voldoende aannemelijk vindt omdat nader onderzoek nodig is.

Indien bij de verlening van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd al bekend is dat in het kader van de verlenging een herhaald onderzoek in het buitenland naar adequate opvang zal moeten worden verricht, wordt bij de verlening aan de korpschef medegedeeld dat de verlenging van de verblijfsvergunning voorbehouden is aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Het voorbehoud is ook van toepassing op de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking `Voortgezet verblijf'.

Indien eerst tijdens de looptijd van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking `Verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling' indicaties naar voren komen dat onderzoek naar adequate opvang tot resultaten zou kunnen leiden, wordt de korpschef verzocht de aanvraag om verlenging van de verblijfsvergunning aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst te zenden.

24.13 Procedure indien verblijf niet wordt toegestaan

Uitgeprocedeerde alleenstaande jongeren die niet in aanmerking komen voor verblijf zijn in te delen in drie categorieën:

a. uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige vreemdelingen waarbij geen twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd en die op het moment van de uitzetting nog minderjarig zijn;

b. uitgeprocedeerde alleenstaande jongeren die hebben gesteld minderjarig te zijn maar die dit niet aannemelijk hebben gemaakt of van wie is gebleken dat zij meerderjarig zijn;

c. uitgeprocedeerde alleenstaande jongeren die inmiddels meerderjarig zijn geworden.

Ad a.

Indien er geen twijfel is over de opgegeven leeftijd en de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking op grond van het bijzondere beleid inzake alleenstaande minderjarige vreemdelingen is geweigerd, komt betrokkene nog in aanmerking voor voorzieningen in Nederland totdat het vertrek geëffectueerd wordt, onder voorwaarde dat en zolang hij nog minderjarig is.

In het verwijderingstraject dient vastgesteld te worden dat er een concrete opvangplaats in het land van bestemming beschikbaar is, tenzij in het landgebonden asielbeleid is vastgelegd dat de autoriteiten van het land van herkomst, of een ander land waar de betrokkene redelijkerwijs heen kan gaan, zorgdragen voor de opvang van de alleenstaande minderjarigen. In dat geval behoeft geen onderzoek te worden gedaan naar een concrete opvangplaats in een opvanginstelling en rust op de Nederlandse overheid geen taak om te treden in de wijze van opvang van de minderjarigen.

Alvorens tot uitzetting over te gaan van een alleenstaande minderjarige vreemdeling van wie de asielaanvraag is afgewezen, dient contact opgenomen te worden met de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De voogd wordt op de hoogte gesteld van het besluit dat de betrokkene wordt uitgezet en van de wijze waarop de uitzetting zal plaatsvinden.

Ad b. en c.

In de gevallen ad b) en ad c) is het regelen van opvang niet nodig. In deze gevallen is het algemene terugkeerbeleid van toepassing. De voorzieningen worden derhalve beëindigd.

24.14 Feitelijk terugkeer

Alleenstaande minderjarigen van zestien jaar en ouder worden bij terugkeer niet begeleid, tenzij zij zich verzetten tegen hun vertrek naar het land van bestemming.

Bij jongere minderjarigen, bij wie dat verzet niet is te verwachten is, wordt de betrokken luchtvaartmaatschappij verzocht te handelen volgens de regels voor `unaccompanied minors'. De steward(ess) zal in dat geval enige extra aandacht besteden aan het alleenreizende kind. In geval de terugkerende alleenstaande minderjarige vreemdeling naar verwachting zijn uitzetting zal trachten te frustreren, zal begeleiding plaatsvinden door daartoe opgeleid personeel van de Koninklijke Marechaussee.

Wijziging Model M39-C

Model M39-C (Verzoek om een leeftijdsonderzoek in het aanmeldcentrum) komt te luiden als aangegeven in bijlage 1.

Wijziging Model M39-D

Model M39-D (Verzoek om een leeftijdsonderzoek in een opvanglocatie) komt te luiden als aangegeven in bijlage 2.

Toevoeging Model M39-E

Na Model M39-D wordt een nieuw model M39-E ingevoegd betreffende de toestemmingsverklaring voor een herhaald leeftijdsonderzoek. Dit model komt te luiden als aangegeven in bijlage 3.

Tot slot

Bovenstaande wijzigingen zullen zo spoedig mogelijk in een aanvulling op de Vreemdelingencirculaire 2000 worden verwerkt.

De Staatssecretaris van Justitie,namens de Staatssecretaris,
het Hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
H.W.M. Schoof.

BIJLAGE 1

Model M39-C Verzoek om een leeftijdsonderzoek in het aanmeldcentrum

CRV-nummer:

IND-nummer:

De ondergetekende,

Achternaam:

Voorna(a)m(en):

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Geboorteland:

Nationaliteit:

Geslacht:

verzoekt hierbij:

- om een onderzoek, zoals verwoord in het bijgevoegd protocol d.d. 18 januari 2002, naar zijn/haar leeftijd;

verklaart hierbij:

- op de hoogte te zijn van het doel en de inhoud van het onderzoek zoals dat staat omschreven in het bijgevoegd onderzoeksprotocol d.d. 18 januari 2002;

- dat het onderzoek op vrijwillige basis wordt uitgevoerd en dat hij/zij op de hoogte is van het feit dat hij/zij de onderhavige verklaring voor of tijdens het leeftijdsonderzoek in kan trekken;

- dat hij/zij op de hoogte is van de gevolgen van intrekking van de onderhavige verklaring, te weten dat intrekking reden kan zijn voor de IND om bij de beoordeling van de asielaanvraag uit te gaan van een andere dan de gestelde leeftijd en dat dit als gevolg kan hebben dat hij/zij niet, of slechts tijdelijk in aanmerking komt voor verblijf of een behandeling op grond van het beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen;

- dat hij/zij, indien er medische redenen zijn om niet aan het onderzoek mee te willen werken (bijvoorbeeld zwangerschap), de IND en eventueel de onderzoekers op de onderzoekslocatie hiervan onmiddellijk in kennis zal stellen;

dat vrouwen, indien zij zwangerschap bij zichzelf niet uitsluiten, in de gelegenheid gesteld worden om een zwangerschapstest te laten afnemen;

- ervan op de hoogte te zijn dat bij een leeftijd van jonger dan 16 jaar de Instelling voor Ambulante Jeugdhulpverlening De Opbouw, wier taken per 1 januari 2002 volledig zijn overgenomen door Stichting Nidos, als voogdij-instelling een algemene toestemmingsverklaring voor het ondergaan van een leeftijdsonderzoek heeft afgegeven (brief van 24 december 1999, kenmerk: 99.442/ef);

- ervan op de hoogte te zijn en ermee in te stemmen dat, indien de Staatssecretaris van Justitie van oordeel is dat aan het onderzoeksresultaat onvoldoende conclusies omtrent de leeftijd kunnen worden getrokken, hij/zij na verloop van tijd (dat kan zijn één à twee jaar) kan worden opgeroepen teneinde een herhaald leeftijdsonderzoek te ondergaan, op basis waarvan een nieuwe beoordeling kan worden gemaakt omtrent het verblijfsrecht;

- er geen bezwaar tegen te hebben dat:

ten behoeve van het onderzoek een kopie van het eerste gehoor aan de door de IND ingeschakelde onderzoekers ter inzage wordt gegeven (de onderzoekers zijn gehouden aan een strikte geheimhoudingsplicht);

ten behoeve van het leeftijdsonderzoek door de onderzoekers een kopie wordt gemaakt van het W-document of van een daarmee te vergelijken identiteitsdocument ter invoeging in het onderzoeksdossier;

verklaart met betrekking tot de onderzoeksresultaten:

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND voor inzage in en afschrift van het rapport van leeftijdsonderzoek, inclusief de bijlagen;

- dat hij/zij kennis wil nemen van de resultaten van het onderzoek, maar dat hij/zij niet als eerste wenst kennis te nemen van de onderzoeksresultaten teneinde te beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan;

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND om, indien nodig, de onderzoeksresultaten aan de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te zenden om een juiste registratie van zijn/haar geboortedatum te bevorderen.

De mogelijkheid bestaat dat de röntgenfoto's aanleiding geven voor nader medisch onderzoek. Indien een mogelijke medische afwijking wordt geconstateerd, wenst betrokkene daarvan, dan wel via een GGD-medewerker op het AC te ..., dan wel via een huisarts,

O wel

O niet

in kennis te worden gesteld.

Datum:

Plaats:

Handtekening:

NB: Indien bij de gegeven keuzemogelijkheden geen keuze wordt aangegeven wordt ervan uitgegaan dat betrokkene op de hoogte wenst gesteld te worden van eventuele geconstateerde medische problemen.

BIJLAGE 2

Model M39-D Verzoek om een leeftijdsonderzoek opvanglocatie

CRV-nummer:

IND-nummer:

De ondergetekende,

Achternaam:

Voorna(a)m(en):

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Geboorteland:

Nationaliteit:

Geslacht:

Adres:

Postcode/Plaats:

verzoekt hierbij:

- om een onderzoek, zoals verwoord in het bijgevoegd protocol d.d. 18 januari 2002, naar zijn/haar leeftijd;

verklaart hierbij:

- op de hoogte te zijn van het doel en de inhoud van het onderzoek zoals dat staat omschreven in het bijgevoegd onderzoeksprotocol d.d. 18 januari 2002;

- dat het onderzoek op vrijwillige basis wordt uitgevoerd en dat hij/zij op de hoogte is van het feit dat hij/zij de onderhavige verklaring voor of tijdens het leeftijdsonderzoek in kan trekken;

- dat hij/zij op de hoogte is van de gevolgen van intrekking van de onderhavige verklaring, te weten dat intrekking reden kan zijn voor de IND om bij de beoordeling van de asielaanvraag uit te gaan van een andere dan de gestelde leeftijd en dat dit als gevolg kan hebben dat hij/zij niet of slechts tijdelijk in aanmerking komt voor verblijf of een behandeling op grond van het beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen;

- dat hij/zij, indien er medische redenen zijn om niet aan het onderzoek mee te willen werken (bijvoorbeeld zwangerschap), de IND en eventueel de onderzoekers op de onderzoekslocatie hiervan onmiddellijk in kennis zal stellen;

dat vrouwen, indien zij zwangerschap bij zichzelf niet uitsluiten, in de gelegenheid gesteld worden om een zwangerschapstest te laten afnemen;

- ervan op de hoogte te zijn dat bij een leeftijd van jonger dan 16 jaar de Instelling voor Ambulante Jeugdhulpverlening De Opbouw, wier taken per 1 januari 2002 volledig zijn overgenomen door Stichting Nidos, als voogdij-instelling een algemene toestemmingsverklaring voor het ondergaan van een leeftijdsonderzoek heeft afgegeven (brief van 24 december 1999, kenmerk: 99.442/ef);

- ervan op de hoogte te zijn en ermee in te stemmen dat, indien de Staatssecretaris van Justitie van oordeel is dat aan het onderzoeksresultaat onvoldoende conclusies omtrent de leeftijd kunnen worden getrokken, hij/zij na verloop van tijd (dat kan zijn één à twee jaar) kan worden opgeroepen teneinde een herhaald leeftijdsonderzoek te ondergaan, op basis waarvan een nieuwe beoordeling kan worden gemaakt omtrent het verblijfsrecht;

- er geen bezwaar tegen te hebben dat:

ten behoeve van het onderzoek een kopie van het eerste gehoor aan de door de IND ingeschakelde onderzoekers ter inzage wordt gegeven (de onderzoekers zijn gehouden aan een strikte geheimhoudingsplicht);

ten behoeve van het leeftijdsonderzoek door de onderzoekers een kopie wordt gemaakt van het W-document of van een daarmee te vergelijken identiteitsdocument ter invoeging in het onderzoeksdossier;

verklaart met betrekking tot de onderzoeksresultaten:

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND voor inzage in en afschrift van het rapport van leeftijdsonderzoek, inclusief de bijlagen;

- dat hij/zij kennis wil nemen van de resultaten van het onderzoek, maar dat hij/zij niet als eerste wenst kennis te nemen van de onderzoeksresultaten teneinde te beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan;

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND om, indien nodig, de onderzoeksresultaten aan de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te zenden om een juiste registratie van zijn/haar geboortedatum te bevorderen.

De mogelijkheid bestaat dat de röntgenfoto's aanleiding geven voor nader medisch onderzoek. Indien een mogelijke medische afwijking wordt geconstateerd wenst betrokkene daarvan, dan wel via een GGD-medewerker op de opvanglocatie te ..., dan wel via een huisarts,

O wel

O niet

in kennis te worden gesteld.

Datum:

Plaats:

Handtekening:

NB: Indien bij de gegeven keuzemogelijkheden geen keuze wordt aangegeven, wordt ervan uitgegaan dat betrokkene op de hoogte wenst te worden gesteld van eventuele geconstateerde medische problemen.

BIJLAGE 3

Model M39-E Toestemmingsverklaring herhaald leeftijdsonderzoek

CRV-nummer:

IND-nummer:

De ondergetekende,

Achternaam:

Voorna(a)m(en):

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Geboorteland:

Nationaliteit:

Geslacht:

Adres:

Postcode/Plaats:

verklaart hierbij:

- in te stemmen met een herhaald onderzoek naar zijn/haar leeftijd, uit te voeren zoals verwoord in bijgevoegd protocol d.d. 18 januari 2002;

- op de hoogte te zijn van het doel en de inhoud van het onderzoek zoals dat staat omschreven in het bijgevoegd onderzoeksprotocol d.d. 18 januari 2002;

- dat het onderzoek op vrijwillige basis wordt uitgevoerd en dat hij/zij op de hoogte is van het feit dat hij/zij de onderhavige verklaring voor of tijdens het leeftijdsonderzoek in kan trekken;

- dat hij/zij op de hoogte is van de gevolgen van intrekking van de onderhavige verklaring, te weten dat intrekking reden kan zijn voor de IND om uit te gaan van een andere dan de gestelde leeftijd en dat dit als gevolg kan hebben dat hij/zij niet, niet langer, of slechts tijdelijk in aanmerking komt voor verblijf of een behandeling op grond van het beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers en vreemdelingen;

- dat hij/zij, indien er medische redenen zijn om niet aan het onderzoek mee te willen werken (bijvoorbeeld zwangerschap), de IND en eventueel de onderzoekers op de onderzoekslocatie hiervan onmiddellijk in kennis zal stellen;

dat vrouwen, indien zij zwangerschap bij zichzelf niet uitsluiten, in de gelegenheid gesteld worden om een zwangerschapstest te laten afnemen;

- ervan op de hoogte te zijn dat bij een leeftijd van jonger dan 16 jaar de Instelling voor Ambulante Jeugdhulpverlening De Opbouw, wier taken per 1 januari 2002 volledig zijn overgenomen door Stichting Nidos, als voogdij-instelling een algemene toestemmingsverklaring voor het ondergaan van een leeftijdsonderzoek heeft afgegeven (brief van 24 december 1999, kenmerk: 99.442/ef);

- er geen bezwaar tegen te hebben dat:

ten behoeve van het onderzoek een kopie van het eerste gehoor aan de door de IND ingeschakelde onderzoekers ter inzage wordt gegeven (de onderzoekers zijn gehouden aan een strikte geheimhoudingsplicht);

ten behoeve van het leeftijdsonderzoek door de onderzoekers een kopie wordt gemaakt van het W-document of van een daarmee te vergelijken identiteitsdocument ter invoeging in het onderzoeksdossier;

verklaart met betrekking tot de onderzoeksresultaten:

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND voor inzage in en afschrift van het rapport van leeftijdsonderzoek, inclusief de bijlagen;

- dat hij/zij kennis wil nemen van de resultaten van het onderzoek, maar dat hij/zij niet als eerste wenst kennis te nemen van de onderzoeksresultaten teneinde te beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan;

- dat hij/zij toestemming verleent aan de IND om, indien nodig, de onderzoeksresultaten aan de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te zenden om een juiste registratie van zijn/haar geboortedatum te bevorderen.

De mogelijkheid bestaat dat de röntgenfoto's aanleiding geven voor nader medisch onderzoek. Indien een mogelijke medische afwijking wordt geconstateerd wenst betrokkene daarvan, dan wel via een GGD-medewerker op de opvanglocatie te ...,dan wel via een huisarts,

O wel

O niet

in kennis te worden gesteld.

Datum:

Plaats:

Handtekening:

NB: Indien bij de gegeven keuzemogelijkheden geen keuze wordt aangegeven, wordt ervan uitgegaan dat betrokkene op de hoogte wenst te worden gesteld van eventuele geconstateerde medische problemen.

Naar boven