De Kanselier der Nederlandse Orden,
Overwegende dat het wenselijk is het bij zijn besluit van 30 november
1999 vastgestelde Besluit draagvolgorde onderscheidingen te herzien;
Gelet op de instemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
d.d. 13 september 1999, nr. BK99/80879;
Besluit:
Vast te stellen het herziene Besluit draagvolgorde onderscheidingen.
Artikel 1
Indien een persoon de hem toegekende Koninklijke of ministeriële
onderscheidingen draagt, dan worden deze gedragen in de in artikel 2 aangegeven
volgorde, waarbij de onderscheiding met het laagste rangnummer wordt gedragen
het dichtst bij het hart.
Artikel 2
De volgorde waarin onderscheidingen worden gedragen, luidt als volgt:
C. Overige onderscheidingen voor verdiensten en herinneringsonderscheidingen
D. Erkende (ridderlijke) orden
In aanvulling op bovengenoemde onderscheidingen kunnen achtereenvolgens
worden gedragen:
E. Onderscheidingen van Nederlandse particuliere organisaties, zoals de
medaille van het Carnegie Heldenfonds en het Vierdaagsekruis;
F. Onderscheidingen van internationale organisaties zoals de Verenigde
Naties;
G. Buitenlandse onderscheidingen (in de volgorde van de graden van hoog
naar laag; bij meerdere onderscheidingen in dezelfde graad wordt de alfabetische
volgorde van de Franse benamingen van de desbetreffende landen aangehouden;
bij meerdere onderscheidingen in eenzelfde graad van een bepaald land, wordt
de in dat land gebruikelijke rangorde aangehouden).
Artikel 3
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.
2. Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.