
Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Besluit draagvolgorde onderscheidingen
8 mei 2001
Nr. KNO2001/909
De Kanselier der Nederlandse Orden,
Overwegende dat het wenselijk is het bij zijn besluit van 30 november 1999 vastgestelde Besluit draagvolgorde onderscheidingen te herzien;
Gelet op de instemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 13 september 1999, nr. BK99/80879;
Besluit:
Vast te stellen het herziene Besluit draagvolgorde onderscheidingen.
Indien een persoon de hem toegekende Koninklijke of ministeriële onderscheidingen draagt, dan worden deze gedragen in de in artikel 2 aangegeven volgorde, waarbij de onderscheiding met het laagste rangnummer wordt gedragen het dichtst bij het hart.
De volgorde waarin onderscheidingen worden gedragen, luidt als volgt:


C. Overige onderscheidingen voor verdiensten en herinneringsonderscheidingen


D. Erkende (ridderlijke) orden

In aanvulling op bovengenoemde onderscheidingen kunnen achtereenvolgens worden gedragen:
E. Onderscheidingen van Nederlandse particuliere organisaties, zoals de medaille van het Carnegie Heldenfonds en het Vierdaagsekruis;
F. Onderscheidingen van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties;
G. Buitenlandse onderscheidingen (in de volgorde van de graden van hoog naar laag; bij meerdere onderscheidingen in dezelfde graad wordt de alfabetische volgorde van de Franse benamingen van de desbetreffende landen aangehouden; bij meerdere onderscheidingen in eenzelfde graad van een bepaald land, wordt de in dat land gebruikelijke rangorde aangehouden).
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.
2. Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.