De Minister van Buitenlandse Zaken;
Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht,
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
minister: de minister van Buitenlandse Zaken;
commissie: de Adviescommissie bezwaarschriften consulaire zaken, bedoeld
in artikel 2.
Artikel 2
1. Er is een Adviescommissie bezwaarschriften consulaire zaken.
2. De commissie is belast met het horen van belanghebbenden en het adviseren
van de minister over de beslissing op bezwaarschriften met betrekking tot
consulaire zaken, met uitzondering van bezwaarschriften tegen besluiten genomen
krachtens bij het Besluit Mandaatverlening Hoofd Visadienst 19971
aan het hoofd Visadienst en het plaatsvervangend hoofd Visadienst verleend
mandaat en door dezen op voet van dat besluit verleend ondermandaat.
3. Voor de behandeling van elk afzonderlijk bezwaar treedt de commissie
op in een samenstelling die op voet van artikel 5 wordt vastgesteld.
Artikel 3
1. De minister benoemt de voorzitter en de overige leden van de commissie
voor een door de minister te bepalen termijn. De leden zijn niet werkzaam
onder verantwoordelijkheid van de minister.
2. Tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap vindt plaats door
de minister:
a. op verzoek van betrokkene,
b. wegens ongeschiktheid uit hoofde van ziekten of gebreken,
c. wegens ongeschiktheid anders dan uit hoofde van ziekten of gebreken,
of
d. wegens andere gewichtige redenen die een goede functievervulling in
de weg staan.
Artikel 4
De minister voegt aan de commissie een ambtelijk secretariaat toe. Het
secretariaat staat onder leiding van een ambtelijk secretaris.
Artikel 5
1. De ambtelijk secretaris stelt voor de behandeling van elk bezwaar de
commissie samen uit drie van de leden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en
wijst aan wie van hen als voorzitter optreedt.
2. De ambtelijk secretaris voegt een medewerker van het ambtelijk secretariaat
als secretaris toe aan de commissie.
3. De ambtelijk secretaris draagt er zorg voor dat niet tot lid onderscheidenlijk
secretaris worden aangewezen personen die zijn betrokken bij de totstandkoming
van het bestreden besluit.
4. Indien de zaak daarvoor naar het oordeel van de betrokken leden van
de commissie in aanmerking komt, geschiedt het horen door een van hen.
5. De commissie stelt haar advies vast bij meerderheid van stemmen van
de betrokken leden. De voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekenen
het advies.
Artikel 6
1. De commissie heeft toegang tot alle stukken met betrekking tot de aan
haar voorgelegde bezwaren.
2. De medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken verschaffen
de commissie de door haar met het oog op de uitoefening van haar taak verlangde
inlichtingen.
Artikel 7
De commissie regelt haar werkwijze en stelt de minister daarvan in kennis.
Artikel 8
Dit besluit is niet van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften,
ingediend voor 1 april 2001.
Artikel 9
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met
1 januari 2001.
Artikel 10
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Adviescommissie bezwaarschriften
consulaire zaken.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.