Beleidsregels nummerhandel OPTA

Inleiding

De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) het college de bevoegdheid gegeven om op te treden tegen nummerhandel. Op grond van artikel 4.3 Tw en 4.4 Tw kan het college de toekenning of reservering van een nummer weigeren als uit de aanvraag blijkt dat deze wordt gedaan met de kennelijke bedoeling de aangevraagde nummers te verhandelen. Op grond van artikel 4.7 Tw kan het college een toekenning of een reservering van een nummer intrekken als na de toekenning of reservering blijkt dat deze nummers zijn aangevraagd met `de kennelijke bedoeling deze te verhandelen'.

Er worden diverse varianten van nummerhandel onderscheiden, die de wetgever echter niet alle als onwenselijk beschouwt. Het college zou daar moeten kunnen optreden waar nummerhandel kan leiden tot drempels in de markt en de kosten voor marktpartijen verhoogt (TK 1997-1998 25 533, nr. 33).

Het college publiceert bij deze beleidsregels die aangeven op welke wijze het college invulling geeft aan de intrekkingsbevoegdheid als een aanvraag tot intrekking van nummers op grond van artikel 4.7 lid 4 onder b Tw wordt ontvangen. Het college beoogt hiermee duidelijkheid te scheppen voor de partijen die actief zijn in de diverse markten waarin gebruik wordt gemaakt van nummers uit de openbare nummerruimte. Indien het college overweegt ambtshalve tot intrekking over te gaan, zullen de in de beleidsregels opgenomen criteria zo veel mogelijk overeenkomstig worden toegepast.

Met het eventueel intrekken van toegekende of gereserveerde nummers als er kennelijk sprake is van de bedoeling een nummer te verhandelen wil het college bijdragen aan:

- het beschermen van de belangen van partijen die belang hebben bij het kunnen gebruiken van een bepaald nummer en die hiervoor geen geschikt alternatief hebben;

- een doelmatig gebruik van nummers;

- ontwikkeling van diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van nummers.

Zoals hieronder aangegeven dienen in voorkomende gevallen de belangen van derden, die door intrekking zouden kunnen worden geschaad, hiertegen te worden afgewogen.

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

b. verhandelen van een nummer: het tegen betaling overdragen van een nummer, dan wel het tegen betaling in gebruik geven van een nummer;

c. aanbieder: degene die een aanbod doet tot het verhandelen van een nummer;

d. aanvrager: degene die bij het college een aanvraag indient tot intrekking van de toekenning of reservering van één of meer nummers;

e. nummerhouder: degene aan wie het college op grond van artikel 4.2 Tw of 4.5 lid 2 Tw een nummer heeft toegekend dan wel degene voor wie op grond van artikel 4.4 Tw een nummer is gereserveerd;

f. gebruiker: degene die gebruik maakt van het nummer.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze beleidsregels in de zin van artikel 1.3 lid 1 Awb, zijn van toepassing op aanvragen tot intrekking van nummers op grond van artikel 4.7 lid 4 onder b Tw.

Artikel 3 Aanvraag

Een aanvraag tot het intrekken van de toekenning of reservering van een nummer dat aan een nummerhouder is toegekend of voor een nummerhouder is gereserveerd kan in elk geval worden gedaan door:

a) een potentiële nummerhouder van het desbetreffende nummer.

b) een potentiële gebruiker van het desbetreffende nummer.

Artikel 4 Inhoud van de aanvraag

De aanvraag bevat ten minste:

a. de naam, het adres, de vestigingsplaats en het telefoonnummer van de aanvrager;

b. de naam, het adres, de vestigingsplaats en het telefoonnummer van de aanbieder;

c. het aangeboden nummer;

d. het aanbod tot het verhandelen van het nummer;

e. de gronden van de aanvraag.

Artikel 5 Beoordeling van een aanbod

Het college beoordeelt bij een aanvraag tot het intrekken van de toekenning of reservering van een nummer of er sprake is van een vorm van nummerhandel die drempels opwerpt in de markt en die de kosten voor marktpartijen verhoogt.

Indien er sprake is van een aanbod tot het tegen betaling in gebruik geven van een nummer onderzoekt het college in elk geval het volgende:

a. wordt de mogelijkheid gebruik te maken van nummerportabiliteit, zoals omschreven in artikel 4.10 Tw en het Besluit nummerportabiliteit, op enigerlei wijze belemmerd of beperkt?

b. is er sprake van een onevenredige verhouding tussen het door de aanbieder voor de aangeboden dienst gevraagde tarief en de door de aanbieder te maken kosten?

c. is er sprake van een onevenredig verschil tussen het door de aanbieder voor de aangeboden dienst gevraagde tarief en de tarieven die andere nummerhouders in rekening brengen voor een vergelijkbare dienst, zonder dat dit door een verschil in aanbod wordt gerechtvaardigd?

d. is er sprake van onredelijke, door de aanbieder aan het gebruik van het nummer verbonden of te verbinden, voorwaarden?

e. heeft de aanbieder nog geen substantieel aantal klanten tegen vergelijkbare voorwaarden gecontracteerd voor een vergelijkbare dienst?

f. zijn er voor de aanvrager onvoldoende geschikte alternatieven voor het desbetreffende nummer beschikbaar?

Indien er sprake is van een aanbod tot het tegen betaling overdragen van een nummer onderzoekt het college in elk geval het volgende:

g. is er sprake van een onevenredige verhouding tussen door de aanbieder gedane uitgaven voor het ontwikkelen en aanbieden van diensten met het nummer en het gevraagde bedrag voor dit nummer?

h. beoogt de aanbieder van het nummer het huidige gebruik te beëindigen als niet tot overdracht zal worden overgegaan?

i. heeft het nummer gedurende de laatste 12 maanden niet of nauwelijks belverkeer gegenereerd?

j. zijn er voor de aanvrager onvoldoende geschikte alternatieven voor het desbetreffende nummer beschikbaar?

Als uit het onderzoek blijkt dat één of meer van de bovengenoemde vragen positief moeten worden beantwoord, dan kan dit tot de conclusie leiden dat er in dat geval sprake is van een vorm van nummerhandel die drempels opwerpt in de markt en die de kosten voor marktpartijen verhoogt.

Artikel 6 Intrekking

Als het college van oordeel is dat de nummerhouder het nummer heeft aangevraagd met de kennelijke bedoeling het nummer te verhandelen, weegt het college bij de beoordeling of daadwerkelijk wordt overgegaan tot het intrekken van de toekenning of reservering van het nummer, naast de in artikel 5 en artikel 6 vermelde aspecten, ook de belangen van de bestaande gebruikers en eindgebruikers van de dienst behorende bij dit nummer mee.

Artikel 7 Bekendmaking

Het college maakt zijn beslissing op de aanvraag bekend aan in elk geval de aanvrager, de nummerhouder en de aanbieder.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie ervan in de Nederlandse Staatscourant.

Toelichting

Algemene toelichting

Nummerhandel is in de Telecommunicatiewet niet gedefinieerd. Nummerhandel wordt door de wetgever zowel gebruikt voor het in gebruik geven van een nummer tegen betaling als voor het overdragen van een nummer tegen betaling. Er worden diverse varianten van nummerhandel onderscheiden, die de wetgever niet allemaal als onwenselijk beschouwt.

Ter verduidelijking zijn hierna twee voorbeelden van mogelijke vormen van nummerhandel opgenomen.

Een leverancier van telecommunicatiediensten voorziet zijn klanten van een nummer als onderdeel van de door hem aangeboden telecommunicatiedienst, bijvoorbeeld mobiele telefonie. De klant kan bij het afsluiten van een abonnement zelf een nummer kiezen. Als de klant kiest voor een zogenaamd `mooi' nummer (bijvoorbeeld 06-40404040) moet hij hiervoor meer betalen dan voor een `gewoon` nummer (bijvoorbeeld 06-48730293).

Deze vorm van nummerhandel leidt niet tot drempels in de markt en een wezenlijke kostenverhoging voor marktpartijen als:

• de (eind-)gebruiker gebruik kan maken van nummerportabiliteit;

• de verschillende dienstenaanbieders in staat zijn deze vorm van het ter beschikking stellen van een nummer toe te passen;

• de (eind-)gebruikers beschikken over voldoende keuzemogelijkheden, zowel bij de dienstenaanbieder zelf alsook tussen verschillende dienstenaanbieders, om de beschikking te verkrijgen over een voor hen geschikt nummer;

• de door de dienstenleverancier gehanteerde tarieven en voorwaarden geen drempel opwerpen voor de doelgroep om de dienst af te nemen.

In een tweede voorbeeld beschikt een dienstenaanbieder over nummers waarmee hij alfanumerieke begrippen vormt. Een, overigens willekeurig, voorbeeld zou kunnen zijn 0800-SCHILDER. De dienstenaanbieder biedt schildersbedrijven aan om gebruik te maken van het nummer 0800-SCHILDER. Alle gesprekken die uit een bepaald geografisch gebied binnenkomen op 0800-SCHILDER worden naar het schildersbedrijf in die regio gerouteerd. De aanbieder hanteert hierbij zeer hoge tarieven en heeft in de contractvoorwaarden bepalingen opgenomen die voor de doelgroep een drempel vormen om met deze dienstenaanbieder in zee te gaan.

Het nummer 0800-SCHILDER is uniek en de (eind-)gebruiker beschikt in dit geval niet of nauwelijks over gelijkwaardige alternatieven. Door het gekozen concept, waarbij een groot aantal bedrijven gebruikmaakt van één nummer, is het bovendien praktisch vrijwel onmogelijk om gebruik te maken van nummerportabiliteit. Als vervolgens de hoge tarieven en de gehanteerde voorwaarden de doelgroep belemmeren om met de dienstenaanbieder in zee te gaan, wijst dit op een vorm van nummerhandel die drempels in de markt opwerpt en die de kosten voor marktpartijen verhoogt.

De bevoegdheid van het college heeft betrekking op het beoordelen van de vraag of in een bepaald geval sprake is van nummerhandel zoals bedoeld in artikel 4.7 lid 4 Tw. Het college is niet bevoegd om naleving van de relevante regelgeving die betrekking heeft op het merkenrecht af te dwingen. Voor het afdwingen van de naleving van het merkenrecht staan partijen civielrechtelijke wegen open.

Als het college van oordeel is dat er sprake is van een ongewenste vorm van nummerhandel, weegt het college bij de beoordeling of daadwerkelijk tot intrekking van de toekenning of reservering zal worden overgegaan, ook de belangen van eventuele gebruikers en eindgebruikers van de dienst behorende bij het nummer mee. Indien intrekking van de toekenning van het nummer de belangen van eventuele gebruikers of eindgebruikers onevenredig schaadt, zal het college niet tot intrekking van de toekenning overgaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze beleidsregels komen begrippen voor die in de Awb, in artikel 1.1 Tw of in hoofdstuk 4 van de Tw zijn gedefinieerd. Hiervan zijn geen definities in deze regeling opgenomen.

Artikel 2

In deze beleidsregels geeft het college invulling aan zijn intrekkingsbevoegdheid op grond van artikel 4.7 lid 4 onder b Tw. Deze beleidsregels zijn van toepassing op de beoordeling van aanvragen tot intrekking. Dit laat onverlet dat het college bevoegd is om in voorkomende gevallen ambtshalve op te treden.

Artikel 5

Aanbod tot het tegen betaling in gebruik geven van een nummer

Als de aanbieder de mogelijkheid om gebruik te maken van nummerportabiliteit belemmert of onmogelijk maakt, wordt het voor de aanvrager moeilijk of zelfs onmogelijk om bij het verstrijken van de contractperiode de dienst met behoud van het nummer bij een andere dienstenleverancier af te nemen (artikel 5 sub a). Dit verkleint het aantal keuzemogelijkheden voor de aanvrager. Als een aanvrager onvoldoende keuzemogelijkheden heeft om de beschikking te krijgen over een voor hem geschikt nummer, zal dit het gewicht van de uitkomsten van de toetsing van de tarieven en de overige contractvoorwaarden vergroten (artikel 5 sub f).

Als uit het onderzoek blijkt dat de aanbieder van een telecommunicatiedienst deze tegen (zeer) hoge tarieven aanbiedt, zonder dat hier een afwijkende kostenstructuur (artikel 5 sub b) of verschillen in aanbod (artikel 5 sub c) ten opzichte van andere dienstenaanbieders aan ten grondslag liggen, zal de aanwezigheid van voldoende keuzemogelijkheden, de inhoud van de overige gehanteerde voorwaarden en het aantal reeds gecontracteerde klanten, tegen gelijke of vergelijkbare voorwaarden, van groot belang zijn bij het bepalen van een oordeel.

Als blijkt dat een aanbieder onredelijke voorwaarden hanteert (artikel 5 sub d), bijvoorbeeld de eis de aanbieder te laten participeren in de onderneming van de aanvrager, zal de aanwezigheid van voldoende keuzemogelijkheden, de tarieven en het aantal reeds gecontracteerde klanten tegen gelijke of vergelijkbare voorwaarden, van groot belang zijn bij het bepalen van een oordeel.

In elk geval is er naar het oordeel van het college sprake van de kennelijke bedoeling om een nummer te verhandelen als blijkt dat een aanbieder kennelijk onredelijke voorwaarden en/of tarieven hanteert, nog geen significant aantal klanten heeft gecontracteerd tegen vergelijkbare voorwaarden voor dezelfde of een daarmee vergelijkbare dienst (artikel 5 sub e) en de aanvrager van het nummer onvoldoende keuzemogelijkheden heeft. Bij die klanten mogen eventueel aan de aanbieder gelieerde (rechts)personen niet worden meegeteld.

Aanbod tot het tegen betaling overdragen van een nummer

Als de aanbieder niet of nauwelijks uitgaven heeft gedaan voor de dienstverlening die gebruikmaakt van het nummer, is het in beginsel niet redelijk om een aanzienlijke vergoeding voor de overdracht van het nummer te vragen (artikel 5 sub g). Dit geldt ook voor gevallen waarin in het jaar voorafgaande aan het aanbod slechts beperkt belverkeer is gegenereerd (artikel 5 sub i) of als blijkt dat de aanbieder het nummer niet gebruikt of van plan is, ongeacht het voornemen tot overdracht, het gebruik op korte termijn te beëindigen (artikel 5 sub h).

In elk geval is er naar het oordeel van het college sprake van de kennelijke bedoeling om een nummer te verhandelen als blijkt dat de aanvrager van het nummer onvoldoende keuzemogelijkheden heeft (artikel 5 sub j) en de aanbieder kennelijk onredelijke bedragen hanteert, het nummer niet of nauwelijks heeft gebruikt en, ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen over de overdracht van het nummer, het nummer ook niet in gebruik zal nemen.

Artikel 6

Een intrekking van een toekenning of reservering van een nummer kan zowel voor de nummerhouder als voor degene die van het nummer gebruik maakt ingrijpende gevolgen hebben. Als het college tot de conclusie komt dat er sprake is van een vorm van nummerhandel die drempels in de markt opwerpt en die de kosten voor marktpartijen verhoogt, zal het college bij de beoordeling of daadwerkelijk tot intrekking van een toekenning of reservering van een nummer wordt overgegaan, een zorgvuldige afweging moeten maken tussen alle betrokken belangen. Dat zijn in het geval van een intrekking van een toekenning ook de belangen van de al bestaande gebruikers en eindgebruikers van de dienst die behoort bij het desbetreffende nummer.

's-Gravenhage, 21 maart 2001.
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit,
namens het college,
J.C. Arnbak, voorzitter.

Naar boven