Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten

1 maart 2001

TRCJZ/2001/2813

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. vissersvaartuig: in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, geregistreerd vissersvaartuig;

c. SFM: Sociaal Fonds voor de Maatschapsvisserij;

d. verzekering: verzekering voor arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 2 van het verzekeringsreglement van het SFM;

e. maatschapsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 452 q van het Wetboek van Koophandel of artikel 1655 van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek;

f. visser: natuurlijke persoon die de visserij uitoefent aan boord van een vissersvaartuig.

Artikel 2

De minister kan met inachtneming van de volgende bepalingen aan vissers op aanvraag subsidie verlenen ter zake van een tegemoetkoming in premielasten van de verzekering.

Artikel 3

De subsidie bedraagt ten hoogste f 5.900,- per visser, maar in ieder geval niet meer dan het bedrag van de voor de verzekering voor het jaar 2000 aan het SFM verschuldigde en betaalde premie.

Artikel 4

Een subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt slechts verleend aan een visser, die in het jaar 2000:

a. de visserij heeft uitgeoefend aan boord van een vissersvaartuig op basis van een maatschapsovereenkomst;

b. in Nederland belastingplichtig was op grond van de Nederlandse belastingwetgeving;

c. verzekerde was bij het SFM en de voor de verzekering voor het jaar 2000 verschuldigde premie heeft afgedragen;

Artikel 5

1. De minister maakt in de Staatscourant de periode bekend waarin aanvragen tot subsidieverlening kunnen worden ingediend.

2. De minister stelt voor de aanvraagperiode, bedoeld in het eerste lid, een subsidieplafond vast voor de op grond van de regeling te verstrekken subsidies. Het besluit tot vaststelling van het subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

3. De minister verdeelt de beschikbare bedragen in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

4. Indien door toewijzing van de aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van het rangschikken van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

5. Voor de toepassing van het vierde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 6

1. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend bij het Productschap Vis.

2. Een aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van:

a. een kopie van de maatschapsovereenkomst, als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, waaruit blijkt met welk vissersvaartuig door de aanvrager de visserij wordt uitgeoefend;

b. een kopie van de polis van de verzekering, waaruit blijkt dat de aanvrager in het jaar 2000 was verzekerd bij het SFM;

c. een bewijs van betaling van de premie voor de verzekering voor het jaar 2000 aan het SFM;

d. een bewijs van belastingplichtigheid in Nederland;

Artikel 7

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen acht weken na afloop van de aanvraagperiode waarin de aanvraag is ingediend. Indien deze termijn niet kan worden gehaald, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien.

Artikel 8

1. Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

2. De beslissing tot verlening van subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer enVisserij,G.H. Faber.

Toelichting

Op 21 september 2000 is door de Staatssecretarissen van Financiën en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een akkoord met de visserijsector gesloten over een financiële tegemoetkoming in verband met de stijgende olieprijzen. Één van de onderdelen van het pakket is een overname van de premielasten van het Sociaal Fonds voor de Maatschapsvisserij (SFM) voor het jaar 2000, hetgeen een tijdelijke lastenverlichting behelst voor schippereigenaren en opvarenden die onder een maatschapsovereenkomst de visserij uitoefenen. Een dergelijke tegemoetkoming wordt noodzakelijk geacht, omdat de maatschapsvissers door een stijging van de olieprijzen direct worden getroffen in de hoogte van hun inkomen. Anders dan bij vissers die in loondienst werkzaam zijn, genieten deze maatschapsvissers geen vast inkomen, maar is het inkomen afhankelijk van de behaalde winst. Om een directe inkomensdaling door de stijging van de olieprijzen tegen te gaan, wordt door middel van de onderhavige regeling voorzien in een éénmalige tegemoetkoming voor deze vissers.

Op grond van de onderhavige regeling kan aan vissers, die in het jaar 2000 werkzaam waren onder een maatschapsovereenkomst en verzekerd waren bij het SFM tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, subsidie worden verleend. Voorwaarde voor verlening van de subsidie is ten eerste dat de betreffende visser in 2000 in Nederland belastingplichtig was. Daarnaast zal de betreffende visser moeten aantonen dat hij in 2000 op basis van een maatschapsovereenkomst de visserij heeft uitgeoefend aan boord van een vissersvaartuig. Tenslotte zal de vissers moeten aantonen dat hij voor het jaar 2000 bij het SFM verzekerd was en de premie daarvoor aan het SFM heeft afgedragen. De groep van begunstigden beperkt zich derhalve tot vissers, die in 2000 daadwerkelijk de visserij hebben uitgeoefend en feitelijk een inkomensdaling hebben ondervonden door de stijging van de olieprijzen. Hoewel het merendeel van de vissers die voor subsidie in aanmerking komen de zeevisserij beoefent, zijn er ook vissers die in de kust- of binnenvisserij werkzaam zijn.

De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste f 5.900 per verzekerde, maar in geen geval meer dan het bedrag van de door de verzekerde aan het SFM betaalde premie voor de verzekering voor het jaar 2000. Voor een goed beheer van de uitgaven zal op grond van artikel 4, tweede lid, een subsidieplafond worden vastgesteld en in de Staatscourant bekend worden maken. Dit subsidieplafond is het voor de regeling beschikbare verplichtingenbudget. In verband hiermee is in het derde lid van artikel 4 bepaald dat het beschikbare budget in de volgorde van ontvangst van de aanvragen zal worden verdeeld. Indien door toewijzing van aanvragen die op dezelfde dag zijn binnengekomen het subsidieplafond zou worden overschreden, zal door loting worden vastgesteld welke aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. Voor deze loting komen alleen die aanvragen in aanmerking, die op de datum dat het plafond zou worden overschreden, zijn binnengekomen en volledig waren.

Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend bij het Productschap Vis op een daartoe vastgesteld formulier. In de Staatscourant zal de periode bekend worden gemaakt waarin de aanvragen kunnen worden ingediend. Teneinde een aanvraagperiode te kunnen vaststellen die aanvangt alvorens de goedkeuring bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen is verkregen, is artikel 8 opgenomen. Om een efficiënte en zo spoedig mogelijke uitbetaling aan de vissers te bewerkstelligen, zal het Productschap Vis de regeling in medebewind uitvoeren.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer enVisserij,

G.H. Faber.