Verkeersbesluit te Gorinchem

Beëindiging gebruik van het rijwielpad van de Merwedebrug te Gorinchem door landbouwverkeer

De Minister van Verkeer en Waterstaat maakt bekend dat het vanaf begin 2002 niet langer mogelijk is om met landbouwvoertuigen van het rijwielpad van de Merwedebrug gebruik te maken. Er zullen daarom niet langer ontheffingen worden verleend aan eigenaren van deze voertuigen. Om het landbouwverkeer te beletten dat zij het rijwielpad oprijden zal een versmallingsconstructie worden aangebracht. De reden van de maatregel is dat een aantal ontheffinghouders, en diegenen die zonder ontheffing met hun landbouwvoertuigen van het rijwielpad gebruik maken, met te zware voertuigen rijden. Het rijwielpad is niet berekend op verkeer met een zwaardere aslast dan 3 ton en voertuigen met een onderlinge asafstand die kleiner is dan 1,80 meter.

Terinzagelegging

Het besluit ligt, vanaf de publicatie, gedurende zes weken, tijdens kantoortijden, ter inzage op het adres Arkelse Onderweg 125a te Gorinchem.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen het verkeersbesluit, binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekend gemaakt, een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam, t.a.v. de afd. RXJ.

Voorlopige voorziening

Ook is het mogelijk om een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de president van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de Hoofdingenieur-directeur,
namens deze,
het hoofd van de dienstkring Zuid-Hollandse Waarden,
C.M. Abrahamse.

Naar boven