Besluit mandaat, volmacht en machtiging Hoofddirectie Juridische Zaken Verkeer en Waterstaat

12 december 2001

Nr. CDJZ/BBI/2001-1569

Centrale Directie Juridische Zaken

De directeur Juridische Zaken,

Gelet op de artikelen 6 en 7, derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat 2001 en op het Besluit tijdelijk mandaat en machtiging Hoofddirectie Juridische Zaken Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de hoofddirecteur: de hoofddirecteur van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;

b. de directeuren: de directeuren van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;

c. de aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden: het aan de hoofddirecteur juridische zaken bij artikel 5, eerste lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat 2001 verleende mandaat.

Artikel 2

1. De aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden worden gemandateerd aan de directeuren.

2. De directeuren maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein en voorzover deze aangelegenheden naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door de hoofddirecteur behoren te worden afgedaan.

Artikel 3

1. De aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden worden eveneens gemandateerd aan:

a. het hoofd van de sector Bestuur, infrastructuur en milieu;

b. het hoofd van de sector Spoor en weg;

c. het hoofd van de sector Luchtvaart;

d. het hoofd van de sector Scheepvaart;

e. het hoofd van de sector Water;

f. het hoofd van de sector Telecommunicatiemarkt en post;

g. het hoofd van de sector Telecommunicatie-infrastructuur en -geschillen;

h. het hoofd van de sector Algemeen wetgevingsbeleid en wegenverkeersrecht;

i. het hoofd van de sector Algemeen bestuursrecht;

j. het hoofd van de sector Europees en Internationaal recht;

k. het hoofd van de sector Privaatrecht.

2. De in het eerste lid bedoelde functionarissen maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot het werkterrein van de sector waar zij leiding aan geven en voorzover deze aangelegenheden naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door de hoofddirecteur of een van de directeuren behoren te worden afgedaan.

Artikel 4

De aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden, betreffende

1. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet, en

2. het van overeenstemming blijk geven in de zin van artikel 10, derde lid, en artikel 18, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet.

worden gemandateerd aan de senior-juristen van de sector Algemeen wetgevingsbeleid en wegenverkeersrecht die belast zijn met taken op het gebied van het algemeen wetgevingsbeleid.

Artikel 5

1. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen wordt verleend aan de directeuren.

2. Volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen met een waarde van ten hoogste € 50.000 wordt eveneens verleend aan het hoofd van het stafbureau.

3. De in het tweede lid bedoelde functionaris maakt van de aan hem verleende volmacht slechts gebruik voorzover het aangelegenheden betreft die naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door de hoofddirecteur of een van de directeuren behoeven te worden afgedaan.

Artikel 6

1. Aan de functionarissen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, wordt tevens machtiging verleend tot het verrichten van feitelijke handelingen.

2. Bij de uitoefening van de machtiging is het bepaalde in artikel 2, tweede lid en artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

1. Bij afwezigheid van de hoofddirecteur zijn de directeuren bevoegd als plaatsvervangend hoofddirecteur de aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden uit te oefenen. Daarbij treedt de directeur die het oudst in leeftijd is als eerste plaatsvervanger op.

2. Bij afwezigheid van zowel de hoofddirecteur als de directeuren is het hoofd van de sector Bestuur, infrastructuur en milieu bevoegd als plaatsvervangend hoofddirecteur de aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden uit te oefenen.

3. Bij afwezigheid van het hoofd van de sector Bestuur, infrastructuur en milieu zijn de functionarissen genoemd in artikel 3, eerste lid, in de daar genoemde volgorde bevoegd als plaatsvervangend hoofddirecteur de aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 8

1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling, geschiedt op briefpapier van het ministerie met het hoofd:

`MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT'

en daaronder de vermelding: `Hoofddirectie Juridische Zaken'.

2. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris, bedoeld in artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, of artikel 5, eerste lid, vermeldt aan het slot:

`DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

namens deze,

DE HOOFDDIRECTEUR JURIDISCHE ZAKEN,

namens deze',

gevolgd door de functieaanduiding, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

4. Indien één van de directeuren krachtens artikel 7 van dit besluit ondertekent, vermeldt het desbetreffende document aan het slot:

`DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

namens deze,

DE PLV. HOOFDDIRECTEUR JURIDISCHE ZAKEN',

gevolgd door de handtekening en de naam van de betrokken functionaris,

of:

`DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

namens deze,

DE HOOFDDIRECTEUR JURIDISCHE ZAKEN',

Met de vermelding `b/a', de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

5. Indien het hoofd van een sector krachtens artikel 7 van dit besluit ondertekent, vermeldt het desbetreffende document aan het slot:

`DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

namens deze,

DE HOOFDDIRECTEUR JURIDISCHE ZAKEN,

Met de vermelding `b/a', de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

Artikel 9

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging CDJZ Verkeer en Waterstaat1 wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Hoofddirectie Juridische Zaken Verkeer en Waterstaat.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal, diens plaatsvervanger, de diensthoofden en de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 12 december 2001.
De directeur Juridische Zaken,
K.J. Kraan.

1 Besluit van 26 oktober 1999, Stcrt. 1999, 212.

Mededeling

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de secretaris-generaal van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en/of de (Hoofd)directeur juridische zaken, p/a Bureau secretaris-generaal, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2002 worden de Centrale Directie Juridische Zaken en de juridische diensten van het directoraat-generaal Goederenvervoer, het directoraat-generaal Telecommunicatie en Post en het directoraat-generaal Luchtvaart samengevoegd in een nieuw centraal dienstonderdeel, de Hoofddirectie Juridische Zaken. In het onderhavige besluit wordt aangegeven hoe de aan de hoofddirecteur verleende bevoegdheden binnen de nieuwe hoofddirectie worden verdeeld.

Den Haag, 12 december 2001.

De directeur Juridische Zaken,

K.J. Kraan.

Naar boven