Wijziging Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie

28 december 2001

EA2001/100410

Directie Politie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 11, zevende lid, van het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie en de artikelen 88, achtste lid, en 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

2. De betrokkene heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten van € 0,15 per afgelegde kilometer, indien binnen twee kilometer van zijn feitelijke plaats van tewerkstelling of zijn woning in het geheel geen opstapplaats voor relevant openbaar vervoer aanwezig is.

2. Het derde lid vervalt.

3. Vier nieuwe leden worden toegevoegd, luidende:

3. Ingeval geen aanspraak bestaat op grond van het tweede lid heeft de betrokkene aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten van € 0,15 per afgelegde kilometer tot een maximum van in totaal 47 kilometer per heen- en terugreis woon-werkverkeer, indien:

a. bij het einde van een dienst, welke dienst geheel of gedeeltelijk is gelegen tussen 00.00 en 06.00 uur, binnen 15 minuten na het einde van die dienst geen openbaar vervoer naar zijn woning beschikbaar is;

b. hij met gebruik van openbaar vervoer vanaf de woning niet tussen 30 en 5 minuten voor aanvang van de dienst, welke dienst geheel of gedeeltelijk is gelegen tussen 00.00 en 06.00 uur, op de feitelijke plaats van tewerkstelling aanwezig kan zijn;

c. hij gebruikmakend van de eerste mogelijkheid van openbaar vervoer op die dag niet tussen 30 en 5 minuten vóór aanvang van de vroege dienst op de feitelijke plaats van tewerkstelling aanwezig kan zijn; of

d. op zaterdag, zondag of een feestdag dienst moet worden gedaan en het rooster voor het openbaar vervoer andere tijden kent dan op andere dagen en hij met gebruik van openbaar vervoer vanaf de woning niet tussen 30 en 5 minuten vóór aanvang van de dienst op de feitelijke plaats van tewerkstelling aanwezig kan zijn, dan wel na het beëindigen van de dienst binnen 30 minuten geen openbaar vervoer beschikbaar is.

De uitbetaling van het bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer geschiedt op declaratiebasis. Ter vervanging hiervan kan het bevoegd gezag een vast bedrag per maand toekennen.

4. Voorzover de betrokkene een tegemoetkoming krijgt als bedoeld in het eerste lid en hij op grond van het derde lid aanspraak maakt op een tegemoetkoming, vindt telkens vermindering plaats met 1/22e deel van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid. Vermindering vindt niet plaats in het geval dat betrokkene voor het woon-werkverkeer een openbaar vervoerkaart heeft en dit gelet op zijn reispatroon voor het woon-werkverkeer het minst kostbaar is.

5. In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid, bedraagt de tegemoetkoming in de reiskosten in afwijking van het eerste lid maximaal € 156,55 per maand gedifferentieerd naar het aantal dagen per week.

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede `in artikel 10, derde lid' vervangen door: in artikel 10, vijfde lid.

2. In het eerste lid wordt het bedrag van `f 100,35' vervangen door: f 50,00.

3. In het tweede lid wordt het bedrag van `f 100,35' vervangen door: f 50,00.

C.

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt het bedrag van `f 100,35' vervangen door: € 22,69.

2. In het tweede lid wordt het bedrag van `f 100,35' vervangen door: € 22,69.

Artikel II

Artikel 2 van de Regeling bijzondere ontslaguitkering politie wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na het woord `vakantie-uitkering' ingevoegd de zinsnede: en de uitkering, bedoeld in artikel 25b van het Besluit bezoldiging politie,.

2. Aan het tweede lid wordt de volzin toegevoegd: In afwijking van de eerste volzin worden, indien het ontslag direct vooraf wordt gegaan door een periode waarin vakantie of verlof wordt genoten, de twaalf volle kalendermaanden gerekend vanaf de dag voorafgaand aan de vakantie of het verlof.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

a. artikel I, onderdelen A en C, in werking treden met ingang van 1 januari 2002;

b. artikel I, onderdeel B, onder 2 en 3, terugwerkt tot en met 1 juli 2001 en vervalt per 1 januari 2002;

c. artikel II, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.G. de Vries.

Toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Met de wijziging van artikel 10 van de Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie wordt gerealiseerd dat de ambtenaar aanspraak krijgt op een vergoeding van € 0,15 (f 0,33) per afgelegde kilometer, indien zijn feitelijke plaats van tewerkstelling of zijn woning niet per openbaar vervoer te bereiken is.

Indien er geen openbaar vervoer is vanaf of tot een bepaald tijdstip, bestaat op grond van het derde lid aanspraak op een vergoeding van eveneens € 0,15 per afgelegde kilometer. Hierbij wordt uitgegaan van de eerste of laatste mogelijkheid van openbaar vervoer. Per heen- en terugreis tezamen bestaat aanspraak op een tegemoetkoming voor maximaal 47 kilometer.

In artikel 10, vierde lid, is bepaald dat in het geval de ambtenaar aanspraak maakt op € 0,15 per afgelegde kilometer op grond van de in het derde lid genoemde situatie, verrekening plaatsvindt van de op basis hiervan ontvangen tegemoetkoming met de reguliere tegemoetkoming woon-werkverkeer, genoemd in het eerste lid van artikel 10.

Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat onder meer dit artikel niet van toepassing is voorzover een vervoerplan op grond van artikel 10a van het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie in een regiokorps van kracht is.

Onderdelen B en C

Overeenkomstig de afspraken met de politievakorganisaties is het bedrag, genoemd in het eerste en tweede lid van artikel 12, verlaagd naar f 50,-. In verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002 wordt per die datum dit bedrag omgezet in euro's.

Artikel II

De toevoeging in artikel 2, eerste lid, van de Regeling bijzondere ontslaguitkering politie heeft tot gevolg dat de in artikel 25b van het Besluit bezoldiging politie bedoelde eindejaarsuitkering ook onderdeel uitmaakt van de berekeningsbasis voor de ontslaguitkering. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat de systematiek van uitbetaling van de ontslaguitkering inhoudt dat de eindejaarsuitkering net als de vakantie-uitkering maandelijks wordt uitbetaald in plaats van eenmaal per jaar.

Aan het tweede lid van artikel 2 is een volzin toegevoegd. Hiermee wordt geregeld dat voor de ambtenaar die direct voorafgaand aan zijn ontslag verlof of vakantie geniet, de periode van twaalf kalendermaanden waarover de wisselende inkomsten worden gemiddeld, direct voorafgaand aan de ingangsdatum van dat verlof ligt. Deze bepaling is met name van belang voor de ambtenaar met wisselende inkomsten die voorafgaand aan zijn ontslag een lange periode verlof geniet, bijvoorbeeld om zijn verlofstuwmeer te reduceren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries.

Naar boven