Bijstellingsregeling 2002

20 december 2001

WDB 2001/763M

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken Directie Wetgeving Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op hoofdstuk 10, afdeling 10.1, van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 30a en 31 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 35a van de Successiewet 1956 en artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken;

Besluit:

Artikel I

De Wet inkomstenbelasting 20011 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 2.10 worden de bedragen in de tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden:

stcrt-2001-250-p26-SC32538-1.gif

B. In artikel 3.19, tweede lid, worden `1,90%' en `€ 18.950' vervangen door 1,95%, respectievelijk € 19.450.

C. In artikel 3.41, tweede lid, worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

2. Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van:

stcrt-2001-250-p26-SC32538-2.gif

D. Artikel 3.42 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt `€ 1800' vervangen door: € 1900.

2. In het vierde lid wordt `€ 96.000.000' telkens vervangen door: € 99.000.000.

E. In artikel 3.42a, derde lid, wordt `€ 1800' vervangen door: € 1900.

F. In artikel 3.47, eerste lid, wordt `€ 1800' vervangen door: € 1900.

G. Artikel 3.48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid worden `€ 120.000' en `€ 29.000' vervangen door € 124.000, respectievelijk € 30 000.

2. In het zesde lid wordt `€ 2.310.000' vervangen door: € 2.390.000.

H. In artikel 3.68, eerste lid, wordt `€ 9871' vervangen door: € 10.178.

I. Artikel 3.76 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

2. Bij een winst

stcrt-2001-250-p26-SC32538-3.gif

2. In het derde lid wordt `€ 1774' vervangen door: € 1829.

J. Artikel 3.77 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 4990' vervangen door: € 5145.

2. In het tweede lid wordt `€ 2495' vervangen door: € 2573.

3. In het vierde lid wordt `€ 5928' vervangen door: € 6112.

K. In artikel 3.86, derde lid, wordt `€ 351' vervangen door: € 362.

L. Artikel 3.87 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

stcrt-2001-250-p26-SC32538-4.gif

2. In het vierde lid, onderdeel b, worden `€ 0,18' en `€ 1659' vervangen door € 0,19, respectievelijk € 1711.

3. In het vijfde lid wordt `€ 1659' vervangen door: € 1711.

4. In het zevende lid wordt `€ 1659' vervangen door: € 1711.

M. In artikel 3.97, tweede lid, onderdeel a, wordt `€ 3399' vervangen door: € 3493.

N. Artikel 3.112 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt `€ 7800' vervangen door: € 8000.

2. In het vijfde lid wordt `€ 7800' vervangen door: € 8000.

O. In artikel 3.114, eerste lid, wordt `€ 3399' vervangen door: € 3493.

P. Artikel 3.118 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden `€ 125.500' en `€ 28 500' vervangen door € 129.500, respectievelijk € 29.400.

2. In het zesde lid wordt `€ 125.500' vervangen door: € 129.500.

3. In het zevende lid wordt `€ 125 500' vervangen door: € 129 500.

Q. Artikel 3.125 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt `€ 57.064' vervangen door: € 58.833.

2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt `€ 17.121' vervangen door: € 17.652.

R. Artikel 3.127 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 1036' telkens vervangen door: € 1069.

2. In het derde lid wordt `€ 5708' telkens vervangen door: € 5885 en wordt `€ 11.276' vervangen door: € 11.626.

3. In het vierde lid worden `€ 9896' en `€ 132.771' vervangen door € 10.203, respectievelijk € 136.887.

S. Artikel 3.129 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt `€ 362.105' vervangen door: € 373.331.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt `€ 181.055' vervangen door: € 186.668.

3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt `€ 90.531' vervangen door: € 93.338.

T. In artikel 3.141, eerste lid, onderdeel a, wordt `€ 3937' vervangen door: € 4060.

U. In artikel 3.143, eerste lid, wordt `€ 8800' vervangen door: € 9073.

V. Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 17.600' vervangen door: € 18.146.

2. In het tweede lid wordt `€ 35.200' vervangen door: € 36.292.

3. In het derde lid worden `€ 17.600', `€ 35.200' en `€ 2349' vervangen door € 18.146, respectievelijk € 36.292 en € 2422.

W. Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt `€ 232.944' vervangen door: € 240.166.

2. In het eerste lid worden de bedragen van de tabel in de laatste volzin zodanig vervangen dat de tekst komt te luiden:

Bij een inkomen uit werk en woning vóór inachtneming van de uitgaven voor kinderopvang en de persoonsgebonden aftrek van:

stcrt-2001-250-p26-SC32538-5.gif

X. In artikel 5.10, onderdeel a, wordt `€ 5708' telkens vervangen door: € 5885.

Y. Artikel 5.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 46.984' vervangen door: € 48.441.

2. In het derde lid wordt `€ 93.968' vervangen door: € 96.882.

Z. Artikel 5.16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 46.984' vervangen door: € 48.441.

2. In het derde lid wordt `€ 93.968' vervangen door: € 96.882.

AA. Artikel 6.18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden `€ 25.000' , `€ 37.500' en `€ 50.000' telkens vervangen door € 25.775, respectievelijk € 38.663 en € 51.550.

2. In het zesde lid, onderdeel a, wordt `€ 0,16' vervangen door: € 0,17.

AB. In artikel 6.20, tweede lid, wordt `€ 708' vervangen door: € 730.

AC. In artikel 6.21, tweede lid, wordt `€ 708' vervangen door: € 730.

AD. In artikel 6.22, tweede lid, wordt `€ 708' vervangen door: € 730.

AE. Artikel 6.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, worden `€ 6215' en `€ 696' vervangen door € 6411, respectievelijk € 718.

2. In het eerste lid, onderdeel b, worden `€ 6215' en `€ 48.437' vervangen door € 6411, respectievelijk € 49.946.

3. In het eerste lid, onderdeel c, worden `€ 48.437' en `€ 5425' vervangen door € 49.946, respectievelijk € 5594.

AF. In artikel 6.31, eerste lid, onderdeel a, wordt `€ 11.150' vervangen door: € 11.450.

AG. In artikel 6.36 wordt `€ 0,16' vervangen door: € 0,17.

AH. In artikel 8.10, tweede lid, wordt `€ 1576' vervangen door: € 1625.

AI. Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, worden `1,751%' en `€ 129' vervangen door 1,729%, respectievelijk € 133.

2. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel b, worden `10,751%' en `€ 7360' vervangen door 10,621%, respectievelijk € 7692.

3. In het tweede lid, derde volzin, wordt `€ 920' vervangen door: € 949.

AJ. Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt `€ 54.501' vervangen door: € 56.191.

2. In het tweede lid wordt `€ 38' vervangen door: € 40.

AK. Artikel 8.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt `€ 27.251' vervangen door: € 28.096.2. In het tweede lid wordt `€ 192' vervangen door: € 198.

AL. Artikel 8.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt `€ 3938' vervangen door: € 4060.

2. In het tweede lid wordt `€ 138' vervangen door: € 143.

AM. In artikel 8.15, tweede lid, wordt `€ 1261' vervangen door: € 1301.

AN. In artikel 8.16, tweede lid, wordt `€ 1261' vervangen door: € 1301.

AO. In artikel 8.16a, tweede lid, wordt `€ 484' vervangen door: € 500.

AP. Artikel 8.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `€ 27.704' vervangen door: € 28.563.

2. In het tweede lid wordt `€ 236' vervangen door: € 244.

AQ. In artikel 8.18, tweede lid, wordt `€ 248' vervangen door: € 256.

AR. In artikel 9.4, eerste lid, onderdeel a, wordt `€ 196' vervangen door: € 203.

Artikel II

In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen2 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A. In artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. In het eerste lid, onderdeel a, worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

a. de vermindering lage lonen per kalenderjaar

stcrt-2001-250-p26-SC32538-6.gif

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt `€ 2296' vervangen door: € 2400.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt `€ 2296' vervangen door: € 2400.

4. In het achtste lid wordt `€ 3108' telkens vervangen door: € 3248.

B. In artikel 7 worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

Artikel 7

De vermindering lage lonen is van toepassing met betrekking tot de werknemer wiens loon in het desbetreffende loontijdvak niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het toetsloon voor de vermindering lage lonen bedraagt per kalenderjaar

stcrt-2001-250-p26-SC32538-7.gif

B. In artikel 8, eerste lid, worden `€ 18.914' en `€ 21.713' vervangen door € 19.776, respectievelijk € 22.709.

C. In artikel 14, tweede lid, wordt `€ 18.914' vervangen door: € 19.776.

D. In artikel 16b worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. In het eerste lid worden de bedragen zodanig vervangen dat de tekst van de laatste volzin van dat voorschrift komt te luiden: De afdrachtvermindering beloopt 50 percent van het doorbetaalde loon met een maximum per werknemer per kalenderjaar van

stcrt-2001-250-p26-SC32538-8.gif

2. De bedragen in het tweede lid worden zodanig vervangen dat de tekst van dat voorschrift komt te luiden:

2. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof bedraagt per kalenderjaar

stcrt-2001-250-p26-SC32538-9.gif

Artikel III

In de Successiewet 19563 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A. In artikel 24, eerste lid, worden de bedragen in de tarieftabel zodanig vervangen dat die tabel komt te luiden:

stcrt-2001-250-p26-SC32538-10.gif

1) Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad bedraagt de belasting het ingevolge deze kolom verschuldigde, vermeerderd met 60% daarvan.

B. In artikel 32 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. In het eerste lid, onder 3°, wordt `€ 7755' vervangen door: € 7996.

2. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel a, wordt `€ 453.780' vervangen door: € 467.848.

3. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel b, worden `€ 3878', `€ 7755' en `€ 11.633' vervangen door € 3999, respectievelijk € 7996 en € 11.994.

4. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel c, wordt `€ 7755' vervangen door: € 7996.

5. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel d, worden `€ 7755' en `€ 23.265' vervangen door € 7996, respectievelijk € 23.987.

6. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel e, worden `€ 453.780', `€ 226.890', `€ 181.510', `€ 136 130' en `€ 90.750' vervangen door € 467.848, respectievelijk € 233.924, € 187.137, € 140.351 en € 93.564.

7. In het eerste lid, onder 4°, onderdeel f, wordt `€ 38.775' vervangen door: € 39.978.

8. In het eerste lid, onder 6°, wordt `€ 7755' vervangen door: € 7996.

9. In het eerste lid, onder 7°, wordt `€ 1679' vervangen door: € 1732.

10. In het tweede lid worden `€ 11.633' en `€ 7755' vervangen door € 11.994, respectievelijk € 7996.

11. In het derde lid worden `€ 129.650' en `€ 64.830' vervangen door € 133.670, respectievelijk € 66.840.

C. In artikel 33 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. In het eerste lid, onder 4°, wordt `€ 3878' vervangen door: € 3999.

2. In het eerste lid, onder 5°, wordt `€ 3878' telkens vervangen door: € 3999 en wordt `€ 19.389' vervangen door: € 19.991.

3. In het eerste lid, onder 7°, wordt `€ 2326' vervangen door: € 2399.

Artikel IV

In artikel 4, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken4 wordt `€ 12' vervangen door: € 13.

Artikel V

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: Bijstellingsregeling 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,W. Bos.

1. Stb 215, 2000; laatstelijk gewijzigd bij wet van 16 november 2001, Stb. 568

2. Stb. 635, 1995; laatstelijk gewijzigd bij wet van 16 november 2001, Stb. 568

3. Stb. 362, 1956; laatstelijk gewijzigd bij wet van 14 december 2000, Stb. 569

4. Stb. 67, 1995; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 december 1999, Stb. 577

Toelichting

Algemeen

Deze regeling geeft uitvoering aan de indexeringsvoorschriften, neergelegd in hoofdstuk 10, afdeling 10.1, van de Wet IB 2001, de artikelen 30a en 31 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 35a van de Successiewet 1956 en artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.

De voor de inkomstenbelasting toegepaste indexering aan de hand van de in de artikelen 10.1 en 10.7 van de Wet IB 2001 bedoelde tabelcorrectie is ook van belang voor de loonbelasting, de afdrachtvermindering en de werknemersverzekeringen. De artikelen 20a, tweede lid, en 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 schrijven voor dat de in die artikelen vermelde bedragen en percentages bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege worden vervangen door de overeenkomstige bedragen en percentages van de artikelen 3.143, 2.10, 8.10, 8.11, 8.16a, 8.17 en 8.18 van de Wet IB 2001. Artikel 16c, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 6, elfde lid, eerste volzin, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en artikel 16, vijfde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen schrijven voor dat de in die artikelen vermelde bedragen bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege worden vervangen door het overeenkomstige bedrag van artikel 3.143, eerste lid, van de Wet IB 2001. Artikel 15a, zevende lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen schrijft voor dat de in het tweede lid, eerste volzin, van dat artikel vermelde bedragen bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege worden vervangen door de overeenkomstige bedragen van artikel 3.48, derde lid, eerste volzin, van de Wet IB 2001.

Toepassing tabelcorrectiefactor

De bedragen die worden aangepast ingevolge artikel I, onderdelen A, C tot en met L, P tot en met AE, AG, AH, AI, eerste lid en derde lid, en AJ tot en met AR en artikel III zijn bijgesteld op basis van de op de voet van artikel 10.2 van de Wet IB 2001 bepaalde tabelcorrectiefactor van 1,031. De wijze van afronding van de bedragen in de Successiewet 1956 (artikel III van deze regeling) is in overeenstemming gebracht met de voor de bedragen van de Wet IB 2002 gehanteerde afrondingsmethode: afronding in het voordeel van belastingplichtige. Ten opzichte van de tot en met 2001 gevolgde afrondingssystematiek betekent dit dat de bedragen van de vrijstellingen van artikel 31 en 32 na bijstelling zijn afgerond op hele euro's naar boven. Verder is bij de berekening van de bedragen in de kolommen a van de tarieftabel van artikel 24 (de belasting over de voorgaande tariefschijven) steeds rekening gehouden met het op hele euro's afgeronde bedrag van de lagere schijven.

Voor een aantal bedragen in de Wet IB 2001 die op grond van artikel 10.1 jaarlijks moeten worden bijgesteld, leidt deze bijstelling voor 2002 niet tot wijziging door de toegepaste afronding. Het betreft de bedragen van artikel 3.15, vijfde lid (forfaitair bedrag in kader van in aftrek beperkte algemene kosten in winstsfeer), 5.3 (drempel in aanmerking te nemen kleine schulden bij bepalen rendementsgrondslag) en 9.4, vijfde lid (teruggaafdrempel).

Bijstelling van de bedragen en percentages van de bijtelling privé-gebruik woning, het eigenwoningforfait, de kamerverhuurvrijstelling en de vermindering van de uitgaven voor monumentenpanden

De bijstelling van de bedragen en percentages van de bijtelling privé-gebruik woning (artikel 3.19 Wet IB 2001), het eigenwoningforfait (artikel 3.112 Wet IB 2001), de kamerverhuurvrijstelling (artikelen 3.97 en 3.114 Wet IB 2001) en de vermindering van de uitgaven voor monumentenpanden (artikel 6.31 Wet IB 2001) vindt plaats ingevolge de artikelen 10.3, 10.4 en 10.6 van de Wet IB 2001. Bijstelling vindt plaats op basis van de verhouding van het indexcijfer woninghuren over juli 2001 tot dat cijfer over juli 2000. Dit resulteert in een bijstelling met de factor 123,8/120,5.

1. Bijstelling bedrag en percentages bijtelling privé-gebruik woning (artikel 3.19 Wet IB 2001) - artikel I, onderdeel B van deze regeling

Het in artikel 3.19, tweede lid, laatstvermelde percentage en het in dat lid laatstvermelde bedrag luiden na bijstelling 1,9520%, respectievelijk € 19 469. Ingevolge artikel 10.5, eerste lid, Wet IB 2001 vindt afronding plaats op 1,95%, respectievelijk € 19 450. Als basis voor de bijstelling voor 2003 gelden het onafgeronde percentage en het onafgeronde bedrag. Bijstelling van de eerstvermelde vier percentages (artikel 10.3, zevende lid) leidt niet tot aanpassingen voor 2002.

2. Bijstelling bedrag en percentages eigenwoningforfait (artikel 3.112 Wet IB 2001) - artikel I, onderdeel N van deze regeling

Het in artikel 3.112, eerste lid, laatstvermelde percentage en het in dat lid laatstvermelde bedrag luiden na bijstelling 0,8219%, respectievelijk € 8014. Ingevolge artikel 10.5, eerste lid, van de Wet IB 2001 vindt afronding plaats op 0,80% (ongewijzigd voor 2002), respectievelijk € 8000. Als basis voor de bijstelling voor 2003 gelden het onafgeronde percentage en het onafgeronde bedrag. Bijstelling van de in het eerste lid eerstvermelde percentages (artikel 10.3, vijfde lid) en het percentage in het vijfde lid (artikel 10.3, zesde lid) leidt niet tot aanpassingen. Het bedrag in het vijfde lid is gelijk aan het laatstvermelde bedrag van het eerste lid (€ 8000).

3. Bijstelling bedrag kamerverhuurvrijstelling (artikelen 3.97 en 3.114 Wet IB 2001) - artikel I, onderdelen M en O van deze regeling

Bijstelling van het bedrag van de kamerverhuurvrijstelling resulteert in een bedrag voor 2002 van € 3493.

4. Bijstelling bedrag en percentage van de vermindering van de uitgaven voor monumentenpanden (artikel 6.31 Wet IB 2001) - artikel I, onderdeel AF van deze regeling

Het in artikel 6.31, eerste lid, onderdeel a, vermelde percentage en het aldaar laatstgenoemde bedrag luiden na bijstelling 1,1301%, respectievelijk € 11.455. Ingevolge artikel 10.5, eerste lid, van de Wet IB 2001 vindt afronding plaats op 1,10% (ongewijzigd voor 2002), respectievelijk € 11.450. Als basis voor de bijstelling voor 2003 gelden het onafgeronde percentage en het onafgeronde bedrag.

Indexering inkomensgrens en percentages arbeidskorting

De in artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdelen a en b, van de Wet IB 2001 vermelde percentages en het aldaar in onderdeel b vermelde bedrag worden bijgesteld op basis van artikel 10.7 van genoemde wet en zijn opgenomen in artikel I, onderdeel AI, eerste en tweede lid, van deze regeling.

Het in onderdeel b vermelde bedrag wordt gesteld op het fiscale equivalent van 50% van het volwassenen-minimumloon per 1 januari 2002: € 7692. Het percentage van genoemd onderdeel a wordt berekend door het bedrag van de arbeidskorting genoemd in onderdeel a (voor 2002 na bijstelling op basis van artikel 10.1: € 133) te delen door het eerder genoemde bedrag van € 7692. Het percentage van genoemd onderdeel b wordt berekend door het verschil tussen het bedrag van de maximale arbeidskorting genoemd in artikel 8.11, tweede lid, laatste volzin (voor 2002 na bijstelling op basis van artikel 10.1: € 949) en het eerder genoemde bedrag van € 133 te delen door het verschil van het fiscale equivalent van 100% van het volwassenen-minimumloon (€ 15 375) en het fiscale equivalent van 50% van het volwassenen-minimumloon (€ 7692), in cijfers (949-133)/(15375-7692) = 10,621%.

Aanpassing van de verschillende toetslonen en van de maximum bedragen van de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

In artikel II van deze regeling worden de bedragen van de afdrachtvermindering en de toetslonen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen aangepast. De aanpassing van de bedragen van de afdrachtvermindering vindt plaats ingevolge artikel 30a van genoemde wet. De aanpassing geschiedt door vermenigvuldiging van de bestaande bedragen met de verhouding van het bedrag van het volwassenen-minimumloon per 1 januari van het kalenderjaar (zijnde € 1206,60) tot dat bedrag per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar. In artikel XX van de Fiscale aanpassingswet euro is, in verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002, bepaald dat voor de toepassing van artikel 30a van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen bij het begin van het kalenderjaar 2002 het volwassenen-minimumloon per 1 januari 2001 (f 2544,10) wordt gesteld op € 1154,46. Op grond daarvan zijn alle bedragen van de afdrachtvermindering, zoals zij luiden na omzetting in euro's volgens de Fiscale aanpassingswet euro vermenigvuldigd met de factor 1206,60/1154,46. De bedragen worden rekenkundig afgerond op hele euro's.

De aanpassing van de toetslonen en de in artikel 16b vermelde maximum bedragen van de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof vindt plaats ingevolge artikel 31 van genoemde wet. De toetslonen voor de afdrachtvermindering lage lonen wordt gesteld op het fiscale equivalent van 115% van het minimum(jeugd)loon per 1 januari 2002. De toetslonen voor de afdrachtvermindering onderwijs en de afdrachtvermindering langdurig werklozen (voor werknemers die bij de aanvang van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar niet hebben bereikt) wordt gesteld op het fiscale equivalent van 130% van het minimumloon per 1 januari 2002. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering langdurig werklozen voor werknemers die bij de aanvang van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt, wordt gesteld op het fiscale equivalent van 150% van het minimumloon per 1 januari 2002. De toetslonen voor de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof en de maximum bedragen van deze afdrachtvermindering worden gesteld op het fiscale equivalent van 70% van het minimum(jeugd)loon per 1 januari 2002.

Aanpassing bedrag artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken

De bijstelling van het bedrag van artikel 4, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken (artikel IV van deze regeling) vindt plaats door het (onafgeronde) bedrag voor 2001 na omzetting in een eurobedrag te indexeren met de prijsmutatie van de totale overheidsconsumptie voor het tweede, aan het kalenderjaar waarop de aanpassing ziet, voorafgaande kalenderjaar zoals die door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan (CEP) is gepubliceerd. Het onafgeronde bedrag voor 2001 was f 27,05, ofwel € 12,27. Indexering van dit bedrag voor het jaar 2002 met de prijsmutatie van de totale overheidsconsumptie voor het jaar 2000 volgens het CEP 2001 (3,75%) leidt voor 2002 na rekenkundige afronding op centen tot een bedrag van € 12,73. Na rekenkundige afronding op hele euro's resulteert voor 2002 een bedrag van € 13.

Bedragen in deze regeling die per 1 januari 2002 bij wet nader worden gewijzigd

Enkele bij deze regeling bijgestelde bedragen zullen na die bijstelling per 1 januari 2002 worden vervangen door andere. Het gaat daarbij om een aantal bedragen die worden gewijzigd in de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 I - Arbeidsmarkt en inkomensbeleid) en in de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 - II Economische infrastructuur). Dit betreft:

- in het schijventarief (artikel I, onderdeel A) het tweede percentage in kolom IV en het tweede en derde bedrag in kolom III;

- de bedragen van de zelfstandigenaftrek (artikel I, onderdeel I);

- het bedrag van de minimum-inkomensgrens voor het recht op aftrek kosten kinderopvang (artikel I, onderdeel T);

- het bedrag van de algemene heffingskorting (artikel I, onderdeel AH);

- de aanvullende kinderkorting (artikel I, onderdeel AK);

- de ouderenkorting (artikel I, onderdeel 8.17).

Voorts zullen per 1 april, respectievelijk 1 juli 2002 nog wijzigingen ingaan in de arbeidskorting (hogere arbeidskorting voor belastingplichtigen die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt) en de aanvullende kinderkorting (compensatie voor vervallen kindertoeslagen in de Huursubsidiewet).

Tenslotte zij de aandacht erop gevestigd dat ingevolge artikel VII van de Wet tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II - Economische infrastructuur) voor toepassing over het kalenderjaar 2002 het in de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (artikel I, onderdeel C, van deze regeling) als tweede vermelde percentage wordt verhoogd met 1,5 procentpunten (25% wordt 26,5%) en de bedragen van de zelfstandigenaftrek (artikel I, onderdeel I, van deze regeling) zoals die luiden na de wijziging volgens artikel I, onderdeel IB, van hiervoor genoemde wet, worden verhoogd met € 152. Deze tijdelijke verhogingen betreffen een continuering voor 2002 van de voor de jaren 1999 tot en met 2001 geldende tijdelijke maatregel die ertoe strekte met name kleine bedrijven tegemoet te komen in de kosten van het invoeren van de euro.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. Bos.

Naar boven