Besluit profielen

Besluit nr. 100697/4

I. Voorstel gezamenlijke netbeheerders

1. Bij besluit nummer 00-011 van 12 april 2000 heeft de directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Ewet '98) de voorwaarden vastgesteld als genoemd in artikel 31 Ewet '98, met uitzondering van de procedures met betrekking tot de buitenlandtransporten en programma-verantwoordelijkheid, en de Regeling van Samenwerking, welke bij besluit nr. 005 van 12 november 1999 zijn vastgesteld.

2. Artikel 4.4.5 van besluit nummer 00-011 van 12 april 2000 bepaalde dat de Federatie van Energiebedrijven in Nederland, sectie Elektriciteitsnetbeheerders (hierna: gezamenlijke netbeheerders) namens de gezamenlijke netbeheerders binnen twee weken na vaststelling van het besluit een voorstel bij de directeur indienen betreffende een methodiek en /of profielen voor het vaststellen van de onbalans bij de aangesloten conform artikel 1, tweede lid van de Ewet waarvan het totaal opgesteld vermogen meer bedraagt dan 2 MW.

3. Op 3 mei 2000 heeft de directeur DTe op grond van artikel 4.4.5 van de Meetcode een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders ontvangen voor wijziging en aanvulling van de Meetcode met een methodiek en/of profielen voor het vaststellen van de onbalans bij aangeslotenen conform artikel 1, lid 2 van de Ewet `98 waarvan het totaal opgesteld transportvermogen meer dan 2 MW bedraagt ontvangen. Deze aangesloten kunnen ieder aparte aansluitingen hebben van minder dan 0,1 MW hebben. In bovengenoemd voorstel is tevens het zogenaamde `restprofiel' opgenomen dat gebruikt kan worden voor het bepalen van onbalans voor alle overige categorieën afnemers waar (nog) geen specifiek profiel voor is ontwikkeld.

4. Bij besluit nr. 100417/1 van 1 april 2001, is het bovenomschreven `restprofiel' vastgesteld voor alle aangeslotenen die een gecontracteerd transportvermogen kleiner dan 0,1 MW hebben en die hun programmaverantwoordelijkheid hebben overgedragen.

5. In bovenstaand besluit wordt tevens aangegeven dat het Platform Versnelling Energieliberalisering, in verband met de liberalisering van de tweede tranche op 1 januari 2002, bezig is profielen per klantgroep te ontwikkelen. Deze profielen, die gebaseerd dienen te zijn op eenduidige (technische) criteria te onderscheiding tussen de klantgroepen, moeten voor 1 januari 2002 ingediend zijn.

6. Op 24 september 2001 ontving de directeur DTe van de gezamenlijke netbeheerders een voorstel tot wijziging van de voorwaarden op grond van artikel 31, eerste lid, sub b, van de Ewet in verband met de verbruikersprofielen voor de afnemers met een aansluiting kleiner dan 0,1 MW. Dit voorstel is verzonder onder kenmerk 2001-11085.

II. Procedure

7. Op de voorbereiding van het vaststellingsbesluit als bedoeld in artikel 36 van de Ewet heeft de directeur DTe de openbare voorbereidingsprocedure als bedoel in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders heeft vanaf 27 september 2001 voor een periode van vier weken ter inzage gelegen. De directeur DTe heeft op basis van deze voorbereidingsprocedure op 22 oktober 2001 een zienswijze van PAWEX ontvangen.

8. In hun voorstel wijzen de gezamenlijke netbeheerders op het overleg dat zij, ingevolge artikel 33 van de Ewet, gevoerd hebben met de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt ten aanzien van het voorliggende voorstel.

9. Op grond van artikel 36 van de Ewet stelt de directeur DTe de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onder b, van de Ewet vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 32 en de resultaten van het overleg van de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over dit voorstel;

b. het belang van betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening;

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt;

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers en

e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders.

10. Ten aanzien van de notificatie van technische voorschriften met de minimumeisen voor technisch ontwerp en exploitatie op het gebied van de aansluiting op het net, is in de Elektriciteitsrichtlijn opgenomen dat deze voorschriften in ontwerp moeten worden meegedeeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Aangezien de technische codes niet alleen betrekking hebben op het technisch ontwerp en exploitatie van de aansluiting is het niet noodzakelijk elke wijziging van codes ter notificatie aan te bieden. De wijziging van de codes naar aanleiding van het onderhavige besluit ziet op verbruikersprofielen en geldt voor afnemers in Nederland met een gecontracteerd transportvermogen kleiner dan 0,1 MW. De wijziging betreft niet het technisch ontwerp of exploitatie van de aansluiting en derhalve geldt de notificatieplicht niet voor deze wijziging.

III. Wijzigingsverzoek

11. Op 26 november 2001 heeft de directeur DTe een op grond van artikel 36, derde lid, van de Ewet, een wijzigingsverzoek, met kenmerk 100697/1.B179, aan de gezamenlijke netbeheerders gezonden. Het voorstel beoogde de beschrijving van de profielensystematiek in een apart document vast te leggen. Het voorgestelde artikel 3.7.2 van de MeetCode zou naar dit document verwijzen.

Mede naar aanleiding van de zienswijze van PAWEX was de directeur DTe van oordeel dat hij een dergelijke verwijzing naar een document niet in een besluit kon vaststellen. De verbruikersprofielen dan wel de methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen dienden in het belang van de rechtszekerheid en de transparantie integraal in de Meetcode opgenomen en door de directeur vastgesteld te worden. Het voorliggende voorstel leverde echter strijd met het belang als verwoord in artikel 36, eerste lid, sub c van de Ewet op.

12. Als gevolg van het bovenstaande heeft de directeur DTe op grond van artikel 36, derde lid, van de Ewet, de gezamenlijke netbeheerders verzocht het voorliggende voorstel zodanig te wijzigen dat de strijdigheid met het belang als bedoeld in artikel 36, eerste lid, sub c, van de Ewet, opgeheven is.

Op grond van artikel 36, vierde lid van de Ewet dienden de gezamenlijke netbeheerders het voorstel binnen vier weken te wijzigen.

13. Op 20 december 2001 ontving de directeur DTe van de gezamenlijke netbeheerders het gewijzigd voorstel met kenmerk 2001-13318.

IV. Beoordeling door de directeur DTe

14. In het wijzigingsverzoek zijn de gezamenlijke netbeheerders verzocht om ten behoeve van de rechtszekerheid en transparantie hetzij de verbruikersprofielen integraal in de Meetcode op te nemen hetzij een voorstel voor een procedure tot wijziging van die profielen in te dienen. De gezamenlijke netbeheerders hebben echter in hun reactie op bovenstaand verzoek aangegeven dat het uit praktische overwegingen niet raadzaam is om de profielen zelf, die uit negen reeksen van elk 35040 profielfracties bestaan, integraal in de Meetcode op te nemen. Zij ondersteunen echter wel het voorstel van de directeur DTe om een methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen, in de Meetcode op te nemen. Echter, er heeft tot op heden, ingevolge artikel 33 van de Elektriciteitswet, nog geen overleg met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen plaatsgevonden. De gezamenlijke netbeheerders geven in hun reactie aan dat de directeur DTe uiterlijk 1 maart 2002 een voorstel ten aanzien van de methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen tegemoet kan zien.

15. Teneinde met ingang van 1 januari 2002 met de nieuwe profielen te kunnen werken, stellen de gezamenlijke netbeheerders in hun reactie voor om per 1 januari 2002 alle verwijzingen naar de restprofiel-methode te laten vervallen en vooruitlopend op het voorstel voor een methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen, vooralsnog een verwijzing naar het Ecofys-rapport met betrekking tot de spelregels voor profielen, op te nemen. De directeur DTe is bereid in te stemmen met deze voorlopige situatie nu hij de toezegging van de gezamenlijke netbeheerders heeft dat zij voor 1 maart 2002 een voorstel ten aanzien van de methodiek voor de bepaling van de verbruikersprofielen zullen indienen. Deze methodiek zal bij vaststelling in de plaats treden van bovengenoemd Ecofys-rapport.

16. De gezamenlijke netbeheerders geven aan dat de wijziging van de titel van paragraaf 4.2 van de Meetcode, als voorgesteld in hun wijzigingsvoorstel, achterwege wordt gelaten. Zij geven aan dat de directeur DTe in januari 2002 een betere omschrijving van het bereik van paragraaf 4.2 van de Meetcode zal ontvangen. De directeur DTe ziet deze wijziging tegemoet.

V. Besluit

17. De directeur is van oordeel dat bovenstaande wijzigingen van de voorwaarden ex artikel 31, sub b, van de Ewet in overeenstemming zijn met het belang bedoeld in het eerste lid van artikel 36 van de Ewet en met de eisen bedoeld in het tweede lid van voornoemde artikel.

18. Gelet op het bovenstaande, besluit de directeur DTe tot wijziging van de Meetcode. Artikel 3.7.2 van paragraaf 3.7 van de Meetcode wordt geheel gewijzigd. Aan paragraaf 3.7 wordt een nieuw artikel, artikel 3.7.3, toegevoegd. De huidige bijlage 15 van de Meetcode komt te vervallen. De huidige paragraaf 4.1 wordt vervangen door een nieuwe, waarin de vaststelling en het beheer van de profielen geregeld wordt. De tekst van de artikelen zoals deze zal luiden, is opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage.

19. Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant en het wordt geplaatst op de internetpagina van de DTe.

20. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

27 december 2001.
J.J. de Jong, directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie.

Tegen dit besluit, dat bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, kan degene, die rechtstreeks door dit besluit in zij belang wordt getroffen, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een bezwaarschrift indienen bij de Juridische Dienst van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Postbus 16326, 2500 EB Den Haag.

Bijlage

Artikel 3.7.2 wordt vervangen door:

3.7.2 In afwijking van 3.7.1 gaat de netbeheerder voor het vaststellen van de gegevens bedoeld in 3.6 bij een aangeslotene die zijn programmaverantwoordelijkheid heeft overgedragen en waarvan het gecontracteerde transportvermogen minder dan 0,1 MW bedraagt, uit van het belastingprofiel dat overeenkomstig 4.2 of volgens de systematiek beschreven in het het Ecofys-rapport `Profielenmethodiek', kenmerk E42003/MBr, versie 3.02, d.d. 27 november 2001 is vastgesteld, tenzij bij deze aangeslotene een meetinrichting, zoals bedoeld in 3.1.2 aanwezig is.

Aan paragraaf 3.7 wordt toegevoegd een artikel dat inhoudelijk overeenkomt met het bestaande artikel 4.1.3:

3.7.3 Op de in 3.7.2 bedoelde gegevens zijn, voor zover van toepassing, de bepalingen 3.6 tot en met 3.8 van toepassing, met dien verstande dat in 3.6.8 in plaats van `per aansluiting' moet worden gelezen `voor de gezamenlijke aansluitingen per profielcategorie met elk een gecontracteerd transportvermogen kleiner dan 0,1 MW'.

De huidige paragraaf 4.1 alsmede bijlage 15 van de MeetCode komen te vervallen.

Er wordt een nieuwe paragraaf 4.1 toegevoegd, waarin de vaststelling en het beheer van de profielen geregeld wordt.

4.1 Vaststelling en beheer van de verbruiksprofielen

4.1.1 Ten behoeve van de vaststelling en het beheer van de verbruiksprofielen, zoals bedoeld in 3.7.2, organiseren de gezamenlijke netbeheerders een overlegplatform, waarin naast een delegatie van de gezamenlijke netbeheerders tevens zitting hebben alle programmaverantwoordelijken die programmaverantwoordelijkheid dragen voor aangeslotenen met een gecontracteerd transportvermogen kleiner dan 100 kW.

4.1.2 De door het in 4.1.1 bedoelde platform vastgestelde rekenregels voor de verbruiksprofielen zijn vastgelegd in het Ecofys-rapport `Profielenmethodiek', kenmerk E42003/MBr, versie 3.02, d.d. 27 november 2001.

Naar boven