Aanwijzingsregeling milieu-investeringsaftrek 2002
13 december 2001
Nr. DGM/SB/2001123187
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën
en na overleg met de Minister van Economische Zaken en de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op artikel 3.42a van de Wet inkomstenbelasting 2001;
Besluit:
Artikel 1
Als investeringen, behorend tot categorie I, categorie II onderscheidenlijk
categorie III, in het belang van de bescherming van het Nederlandse milieu
(milieu-investeringen), als bedoeld in artikel 3.42a van de Wet inkomstenbelasting
2001 worden aangewezen de investeringen in bedrijfsmiddelen of onderdelen
daarvan, welke bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan als zodanig zijn opgenomen
in bijlage 1 bij deze regeling en:
a. in overeenstemming zijn met de bestemming die voor die bedrijfsmiddelen
of onderdelen daarvan is aangegeven in de bijlagen bij deze regeling;
b. niet eerder zijn gebruikt;
c. bestaan uit de in de bijlagen bij deze regeling met betrekking tot
die bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan genoemde bestanddelen;
d. gericht zijn op de verbetering van het natuurlijke milieu of het dierwelzijn;
e. indien het investeringen in bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan
in landbouwbedrijven betreft, niet gericht zijn op een productieverhoging
waarvoor op de markt geen normale afzetmogelijkheden kunnen worden gevonden;
f. waarvoor niet uit anderen hoofde vanwege de overheid of de Commissie
van de Europese Gemeenschappen een zodanig bedrag aan geldelijke steun is
of zal worden verstrekt, dat door toekenning van de milieu-investeringsaftrek
het totale bedrag aan geldelijke steun dat ingevolge communautaire regelgeving
mag worden verstrekt, zou worden overschreden.
Artikel 2
Artikel 1 is niet van toepassing op investeringen:
a. waarvan de kosten meer dan 25 miljoen Euro bedragen, tenzij hiervoor
goedkeuring is verleend door de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
b. in de bedrijfsmiddelen A 2168 en A 2169 van bijlage 1 bij deze regeling,
indien de investering daarin plaatsvindt na de datum van inwerkingtreding
van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 8.44 van de Wet milieubeheer,
waarin eisen worden gesteld aan de emissie van ammoniak uit stallen, tenzij
de investering plaatsvindt in een bestaande stal.
Artikel 3
De Aanwijzingsregeling milieu-investeringsaftrek 2001 wordt ingetrokken.
Artikel 4
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling milieu-investeringsaftrek
2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 december 2001.
De Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.P. Pronk.
Bijlage 1, behorend bij artikel 1
1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek
2002.
2. Tot de in deze bijlage genoemde bestanddelen kunnen tevens worden gerekend
voorzieningen (zoals bijvoorbeeld leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur)
die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze
bedrijfsmiddelen en derhalve geen zelfstandige betekenis hebben.
3. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 5000, B 5001, B 5002,
B 5003, B 5013, onder b, en B 5022, dienen vergezeld te zijn van een verklaring
van EG-type onderzoek inzake geluidsemissies waarop het geluidsvermogensniveau
is aangegeven en die is afgegeven door een instantie die op grond van de Regeling
geluidproduktie bouwmachines of anderszins ter uitvoering van artikel 8 van
richtlijn nr. 84/532/EEG van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap
van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
door lidstaten inzake gemeenschappelijke bepalingen voor bouwmaterieel en
bouwmachines (PbEG L 100) is aangewezen.
4. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder nummers B 5008, B 5010, B 5011,
B 5013, onder a, B 5016, B 5017, B 5018, B 5019, B 5020, B 5021, B 5023, B
5029 en B 5030, dienen vergezeld te zijn van een verklaring van gelijkvormigheid,
af te geven door de leverancier overeenkomstig een door de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vast te stellen model. De meting dient
te geschieden door een instantie als bedoeld onder 3 volgens de meetmethoden
die zijn opgenomen in de door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer uitgegeven VAMIL-publicatiereeks 1 tot en met 13.
5. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 3030, B 4106, B 5001,
B 5002, B 5003, B 5011, B 5013, B 5019, B 5022 en E 5025, dienen wat betreft
hun emissie van koolmonoxide (CO), koolwaterstoffen (CH), stikstofoxiden (NOx)
en deeltjes (PM), gemeten volgens richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1997 betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen
tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren
die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (Pb EG
1998, L 59) de in de tabel vermelde grenswaarden niet te overschrijden, waarbij
P het vermogen in kW is, bepaald volgens richtlijn nr. 80/1269/EEG van de
Raad van de Europese Economische Gemeenschap van 16 december 1980 betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het motorvermogen
van motorvoertuigen (PbEG 1980 L 375).
6. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de nummers B 1096, B 3030, B 4106,
B 5002, B 5003, B 5011, B 5012, B 5013, B 5016, B 5017, B 5018, B 5019, B
5020, B 5021, B 5022, B 5023, E 5025, E 5026, E 5027, B 5029 en B 5030, alsmede
die, waarvan het hydraulisch systeem meer dan 6 liter vloeistof bevat, dienen
te zijn voorzien van een verklaring van de producent of leverancier waaruit
blijkt dat het hydraulische systeem van het desbetreffende bedrijfsmiddel
is voorzien van een eenvoudig biologisch afbreekbare niet toxische olie of
water en waaruit blijkt dat bij gebruik van een dergelijke olie of water de
garantiebepalingen onverkort van toepassing zijn. De bedrijfsmiddelen, genoemd
onder de nummers B 1056 en B 1095, dienen te zijn voorzien van een verklaring
van de producent of leverancier waaruit blijkt dat het vetgesmeerde systeem
van het desbetreffende bedrijfsmiddel is voorzien van een eenvoudig biologisch
afbreekbaar niet toxisch smeervet en waaruit blijkt dat bij gebruik van een
dergelijk vet de garantiebepalingen onverkort van toepassing zijn.
Olie en vet zijn eenvoudig biologisch afbreekbaar indien de ultimate afbreekbaarheid
binnen 28 dagen meer dan 60% en de primaire afbreekbaarheid binnen
28 dagen ten minste 90% is.
De ultimate afbreekbaarheid dient te worden bepaald conform de OECD-testmethode
301D (zuurstofverbruik) of 301B (CO2), dan wel met behulp van een
naar het oordeel van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer aantoonbaar gelijkwaardige methode. Voor de bepaling van de
primaire afbreekbaarheid is geen methode dwingend voorgeschreven.
De toxiciteit moet worden bepaald door middel van twee onderzoeksmethoden.
De toxiciteit ten opzichte van planten moet worden bepaald door middel van
een groeitoets op algen volgens OECD-testmethode 201. De acute toxiciteit
dient te worden bepaald via een test op Daphnia magna (watervlo) volgens OECD-testmethode
202. Beide tests dienen te worden uitgevoerd op de hydraulische olie zoals
deze volgens het specificatieblad in de handel is. De toxiciteit uitgedrukt
in EC50/LC50-waarde mag niet lager zijn dan 1 mg/l.
Indien het hydraulische systeem gevuld is met water en er kans op bevriezing
bestaat, mogen aan het systeem slechts stoffen zijn toegevoegd die nodig zijn
om het vriespunt te verlagen.
7. Indien in deze bijlage sprake is van bepaalde meetvoorschriften of
tests, of van bepaalde verklaringen of certificaten, worden bedrijfsmiddelen
die getoetst zijn met gelijkwaardige meetvoorschriften of tests, onderscheidenlijk
voorzien zijn van gelijkwaardige verklaringen of certificaten, met de desbetreffende
meetvoorschriften, tests, verklaringen of certificaten gelijkgesteld.
8. Een wijziging van een richtlijn die genoemd is in deze bijlage, gaat
voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan
de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
1. Investeringen ter voorkoming of beperking van waterverontreiniging
of ten behoeve van waterbesparing
Categorie I (40% investeringsaftrek)
F 1067 Waterzuiveringsinstallatie voor chemisch verontreinigd
spuit-, spoel- of ontsmettingswater
bestemd voor: het behandelen van chemisch verontreinigd spuit-, spoel-
of ontsmettingswater uit de land- en tuinbouw, door achtereenvolgens chemische
flocculatie/precipitatie (bezinking), mechanische filtratie en actiefkooladsorptie,
en bestaande uit: behandelings- of ontvangsttank, (eventueel) roerwerk,
bezinktank, grindfilter en/of zandfilter of gelijkwaardig, ten minste twee
in serie geschakelde adsorptiefilters, (doseer)pompen.
Categorie II (30% investeringsaftrek)
A 1000 Membraanfiltratie-installatie
a. bestemd voor: het zuiveren van afvalwater door middel van microfiltratie,
nanofiltratie, ultrafiltratie of omgekeerde osmose, waarbij het drukverschil
over het membraan meer bedraagt dan 0,2 bar, of
b. bestemd voor: het scheiden van organische vloeistoffen in niet waterig
milieu, of
c. bestemd voor: vloeistof-vloeistofscheiding met als drijvende kracht
een drukverschil van ten minste 0,2 bar,
d. bestemd voor: het verwijderen van papiervezels uit proceswater van
de papierindustrie, waarbij papiervezel en proceswater worden hergebruikt,
e. het zuiveren van oppervlaktewater om het vervolgens te gebruiken als
proceswater met uitzondering van toepassing in glastuinbouwbedrijven
en bestaande uit: voedings- en recirculatiepomp, membranen, (eventueel)
voorfilter, tank.
A 1001 Magnetische separator
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen, kleurstoffen, gesuspendeerde
of opgeloste organische stoffen of fosfaten uit afvalwater of slib door toevoeging
van en binding aan magnetiet gevolgd door magnetische afscheiding en terugwinning
van magnetiet,
en bestaande uit: (eventueel) kooldioxidestripper, reactiebuis of reactievat,
(doseer)pompen, chemicaliëntanks, separatiemagneet, magnetische drager,
spoelluchtaansluitingen, (eventueel) ionenwisselaar, (eventueel) compressor
met tank en magnetietterugwininstallatie (drumseparator, tanks).
A 1002 Kristallisatiereactor
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen, fosfaten of fluoriden
uit afvalwater door middel van toevoeging van loog of kalk in een gefluïdiseerd-bed-reactor,
waarna zware metalen respectievelijk fosfaten respectievelijk fluoriden in
de vorm van zouten neerslaan op zandkorrels of vergelijkbaar dragermateriaal,
welke vervolgens kunnen worden afgescheiden ten behoeve van terugwinning,
en bestaande uit: gefluïdiseerd-bed-reactor (met invoerverdeling
en recirculatieleidingen), (doseer)pompen, reinigings- en terugwininstallatie.
A 1003 Elektrochemische reactor
a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit afvalwater door
middel van elektrolyse met als voorconcentratiestap vloeistof-vloeistofextractie
of membraanfiltratie of ionenwisseling of indampen,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, (eventueel) extractie-eenheid
of membraanfilter of ionenwisselaar of indamper, spanningsvoeding, of
b. bestemd voor: de regeneratie van metaaloppervlaktebehandelingsbaden
door middel van elektrolyse,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, pomp, filter, chemicaliëntanks,
(eventueel) roerwerken, spanningsvoeding, of
c. bestemd voor: de oxidatie van afbreekbare (organische) stoffen door
middel van elektrolyse met als voorconcentratiestap vloeistof-vloeistofextractie
of membraanfiltratie of ionenwisseling of indampen,
en bestaande uit: (semipermeabele) elektrolysecel, (eventueel) extractie-eenheid
of membraanfilter of ionenwisselaar of indamper, spanningsvoeding, pomp.
A 1004 Membraanelektrolyse-installatie
a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit afvalwater en waterige
slibstromen door middel van membraanelektrolyse,
en bestaande uit: membraanelektrolysecel of gescheiden elektrolysecel
met membraanfilter, pompen, (eventueel) voorfilter, (chemicaliën)tanks,
(eventueel) roerwerken, (eventueel) bezinker, spanningsvoeding, of
b. bestemd voor: het verwijderen van zouten uit afvalwater door middel
van membraanelektrolyse, waarbij zuur of loog wordt gevormd,
en bestaande uit: membraanelektrolysecel of gescheiden elektrolysecel
met membraanfilter, pompen, (eventueel) voorfilter, (chemicaliën)tanks,
(eventueel) roerwerken, (eventueel) bezinker, spanningsvoeding.
A 1005 Elektrodialyse-installatie
a. bestemd voor: het verwijderen van metalen uit afvalwater of ketelvoedingswater
door middel van elektrodialyse,
en bestaande uit: elektrodialysecellen, spanningsvoeding, pompen, of
b. bestemd voor: het verwijderen van ionen uit leidingwater door middel
van elektrodialyse,
en bestaande uit: ionenwisselaar, elektrodialysecellen, spanningsvoeding,
pompen.
A 1007 Elektroflotatie-installatie
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen of organische verbindingen
uit afvalwater door middel van elektrolyse van water, waarbij geen metalen
oplossen, gevolgd door oxidatie en flotatie van metalen of afscheiding van
organische verbindingen,
en bestaande uit: buffercirculatietank, schakelkast, stroomomvormer, reactor,
bezinkingsflotatiebekken, vlokverzamelingsbekken, pomp, filterpers, doseerventiel,
(eventueel) luchtafzuigkap, vacuümschuimzuiger, drukvat.
A 1014 Aërobe biologische waterzuiveringsinstallatie
met stikstof- en fosfaatverwijdering
bestemd voor: het zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard
of hiermee vergelijkbaar door middel van een aërobe waterzuiveringsinstallatie
waarbij tevens een verregaande verwijdering van stikstof en fosfaat plaatsvindt
met een maximale capaciteit van 250 inwonerequivalenten en voorzien van een
attest met productiecertificaat klasse IIIb op grond van de BRL's K10002,
K10004 en K10005,
en bestaande uit: waterzuiveringsinstallatie.
A 1030 Katalytische oxidatiereactor
a. bestemd voor: het oxideren van verontreinigingen in afvalwater door
een gekatalyseerde oxidatie met zuurstof,
en bestaande uit: reactorvat met katalysator, pompen, buffertanks, zuurstofopslag,
zuurstofinjectie-installatie, stoominjecteur, tanks voor hulpstoffen, of
b. bestemd voor: het oxideren van verontreinigingen in afvalwater door
een gekatalyseerde reactie met ozon,
en bestaande uit: filter, ozongenerator, (eventueel) restozonvernietiger,
reactorvat met katalysator, pompen.
A 1041 Anaërobe waterbehandelingsinstallatie
bestemd voor: de omzetting van verontreinigingen in afvalwaterstromen
door middel van anaërobe micro-organismen waarbij het biogas als brandstof
kan worden aangewend,
en bestaande uit: biogasreactor, (eventueel) verzuringsreactor, (eventueel)
biogasopslag, (eventueel) biogasbehandelingsinstallatie, (eventueel) biogasbranders
of dual-fuel branders, (eventueel) gasmotor of generator.
A 1055 Natte-oxidatiereactor
bestemd voor: het onder hoge druk en temperatuur al dan niet katalytisch
oxideren van verontreinigingen in afvalwaterstromen, niet zijnde slib van
een biologische zuiveringsinstallatie,
en bestaande uit: reactor, (eventueel) katalysator, (eventueel) compressoren,
(eventueel) zuurstofproductie-eenheid, pompen, buffertanks, bezinktanks, (eventueel)
nabehandelingsinstallatie.
A 1059 Membraanbioreactor
bestemd voor: het zuiveren van afvalwater in een aërobe biologische
zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water
via membraantechnologie,
en bestaande uit: aërobe waterzuiveringsinstallatie, membraanfiltratie-eenheid,
pomp, (eventueel) voorzuiveringsapparatuur.
A 1062 Koolwaterstoffenadsorptiesysteem
bestemd voor: het zuiveren van koolwaterstoffen bevattend afvalwater van
de grafische industrie door middel van adsorptie aan actieve kool, polymeermateriaal,
zeoliet of bentoniet,
en bestaande uit: (eventueel) voorfilter, adsorptie-installatie, (eventueel)
pomp.
A 1085 Helophytensysteem
bestemd voor: het zuiveren van afvalwater met een vervuilingswaarde van
minder dan 200 inwonerequivalenten, met behulp van bevloeiing in een helophytensysteem
dat bestaat uit bodemmateriaal, eventueel voorafscheider, voorzien van planten
en dat is voorzien van een vloeistofdichte bodemafdichting,
en bestaande uit: helophytensysteem samengesteld uit bodemmateriaal, (eventueel)
voorafscheider, waterzuiverende planten en een vloeistofdichte bodemafdichting,
(eventueel) pomp, (eventueel) buffervat.
A 1114 Drijvende olieschraper
bestemd voor: het door toepassing van roterende borstels opnemen, afscheiden
en opslaan van op oppervlaktewater drijvende olieverontreiniging,
en bestaande uit: borstelschraper m.u.v. stroomaggregaat.
A 1120 Ballastwaterbehandelingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van ecologieverstorende sedimenten en organismen
uit ballastwater in zeegaande schepen,
en bestaande uit: cycloon, UV-bestralingsunit.
Categorie III (15% investeringsaftrek)
B 1009 Afzuig/afblaasinstallatie voor galvanische processen
bestemd voor: het verminderen van de uitsleepvloeistof van galvanische
procesvloeistoffen via gerichte afzuig/afblaas van de vloeistof en terugvoer
naar het concentraatbad,
en bestaande uit: afzuig/afblaaseenheid, opvangtank, pompen, terugvoervoorziening.
B 1010 Nitraatverwijderingsinstallatie bij viskwekerijen
bestemd voor: de biologische behandeling van nitraathoudend viskweekwater,
waardoor het water geloosd of gerecirculeerd kan worden,
en bestaande uit: reactorvat, (eventueel) slibdragermateriaal, (eventueel)
recirculatieleiding, (eventueel) biologisch actief zandfilter.
B 1011 Laser imager voor medische röntgen- of MRI-opnames
bestemd voor: het maken van afdrukken van medische röntgen- of MRI-opnames
door middel van een laser imager, zonder tussenkomst van natchemische technieken,
en bestaande uit: laserbron, thermische ontwikkelvoorziening.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1012 Biologisch actief zandfilter
bestemd voor: het verwijderen van organische verontreinigingen uit afvalwater
door middel van biologische afbraak in een zandfilter dat constant wordt belucht
en waarbij de organische slibfractie continu wordt verwijderd door middel
van luchtdoorleiding,
en bestaande uit: continu regenererend zandfilter.
B 1013 Aërobe biologische waterzuivering
bestemd voor: het zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard
of hiermee vergelijkbaar door middel van een aërobe waterzuiveringsinstallatie
met een maximale capaciteit van 250 inwonerequivalenten en voorzien van een
attest met productcertificaat of een attest met procescertficaat klasse II
of hoger op grond van de BRL's K10002, K10004 en K10005,
en bestaande: waterzuiveringsinstallatie.
B 1015 Oxidatiereactor
bestemd voor: het oxideren van organische of cyanidische verontreinigingen
in afvalwater of koelwater door oxidatie door middel van waterstofperoxide
en/of ozon en/of UV-straling en/of een katalysator,
en bestaande uit: oxidatiereactor met waterstofperoxide-eenheid en/of
ozongenerator met (eventueel) restozonvernietiger en/of UV-reactor en/of katalysator.
B 1016 Anaërobe sulfaatreductiereactor
bestemd voor: het biologisch onder anaërobe omstandigheden verwijderen
van sulfaat of zware metalen uit afvalwater, waarbij sulfide wordt gevormd,
en bestaande uit: anaërobe reactor (tank, invoerverdeelsysteem, gasafscheider),
(eventueel) dragermateriaal ten behoeve van biomassa, (eventueel) bovenafdekking,
(doseer)pompen, (eventueel) stripper, (eventueel) gaswasser, (eventueel) zwavelindikkingseenheid,
(eventueel) regeneratietank, (eventueel) chemicaliëntanks.
B 1017 Biologische sulfide-oxidatiereactor
bestemd voor: het verwijderen uit afvalwater op biologische wijze van
sulfide, sulfaat of organische zwavelverbindingen,
en bestaande uit: beluchtingseenheid of biorotorinstallatie (rotorpakketten,
aandrijving), bezinker, (eventueel) lamellenseparator, overkapping, (doseer)pompen,
(eventueel) chemicaliëntanks.
B 1020 Haarverwijderingsinstallatie leerlooierijen
bestemd voor: het verwijderen van haar uit het kalkvat na de ontharing
van leerhuiden,
en bestaande uit: rondpompinstallatie, haarzeef, opvangcontainer.
B 1021 Waterterugwininstallatie voor wasstraten ten behoeve
van hergebruik van water
bestemd voor: het behandelen van reinigingswater van wasstraten voor voertuigen,
landbouwmachines en werktuigen ten behoeve van hergebruik in de wasstraat,
en bestaande uit: (eventueel) vuilwatertanks, zandvanger of cycloon, slibopvangput,
benzine/olieafscheider, filters, pomp, retourleiding, (eventueel) aanvullende
zuivering.
B 1022 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van biologische zandfiltratie
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van biologische (zand)filtratie, waarna het water
met de daarin aanwezige voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: biologisch (zand)filter, opslag- en recirculatietanks,
pompen, recirculatieleiding.
B 1023 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van membraanfiltratie (ultrafiltratie of microfiltratie)
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van membraanfiltratie, waarna het water met de daarin
aanwezige voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: (eventueel) voorfilter, membraanfiltratie-eenheid, opslag-
en recirculatietanks, pompen, recirculatieleiding.
B 1024 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van verhitting
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van verhitting, waarna het water met de daarin aanwezige
voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: warmtewisselaar, verhitter, filter, opslag- en recirculatie-tanks,
pompen, recirculatieleiding.
B 1025 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van oxidatie
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van oxidatie met ozon of waterstofperoxide, waarna
het water met de daarin aanwezige voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: compressor, (eventueel) luchtdroger, (eventueel) ozongenerator,
injector, (eventueel) reactievat, (eventueel) redoxmeetopnemer, (eventueel)
restozonvernietiger, opslag- en recirculatietanks, pompen, recirculatieleiding.
B 1026 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van UV-bestraling
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van UV-bestraling, waarna het water met de daarin
aanwezige voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: UV-reactor, opslag- en recirculatietanks, pompen, (eventueel)
zandfilter, recirculatieleiding.
B 1027 Drain- en spoelwaterontsmettingsinstallatie op
basis van UV-bestraling en oxidatie
bestemd voor: het ontsmetten van drain- en/of spoelwater uit de land-
en tuinbouw door middel van oxidatie onder invloed van UV-bestraling, waarna
het water met de daarin aanwezige voedingsstoffen wordt hergebruikt,
en bestaande uit: UV-reactor, (eventueel) filter, opslag- en recirculatietanks,
pompen, reactievat, opslagtank voor oxidatiemiddel, recirculatieleiding.
B 1028 Olie/water-afscheider
bestemd voor: het afscheiden van lichte minerale olie uit afvalwater door
middel van:
a. een afscheider met een platenpakket gebouwd overeenkomstig een hydraulische
berekening gericht op het afscheiden van laminaire en stabiele waterstromen
verontreinigd met lichte minerale oliedeeltjes kleiner dan 50 micron met een
soortelijke massa kleiner dan 850 kg/m3 bij 20 graden C. De afscheider
moet zijn vergezeld van een verklaring opgesteld door een door de Raad voor
Accreditatie erkende organisatie waaruit blijkt dat het ontwerp en de uitvoering
van de installatie overeenkomt met de genoemde hydraulische berekening,
en bestaande uit : afscheider waarin opgenomen een platenpakket, (pre-)sedimentatie-eenheid
of slibvangput, casco, of
b. een afscheider met een coalescentiepakket. De afscheider moet zijn
vergezeld van een testverklaring volgens prEN 858 waaruit blijkt dat de afscheider
lichte minerale oliedeeltjes afscheidt uit water tot minder dan 5 mg/l. De
bedoelde verklaring moet zijn opgesteld door een door de Raad voor Accreditatie
erkende organisatie,
en bestaande uit: coalescerende afscheider, (eventueel) sedimentatie-eenheid
of slibvangput.
B 1029 Continu vulcanisatiesysteem
bestemd voor: het continu vulcaniseren van rubber profielen of slangen,
en bestaande uit: diëlektrische verwarmingseenheid met heteluchttunnel
en waterkoelzone of fluïdised-bedeenheid.
B 1031 Havenontvangstinstallatie bij watersporthavens
bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of blackwater bij
watersporthavens,
en bestaande uit: tanks, pompen, leidingen, (eventueel) olie/vetafscheider.
B 1032 Spoelwaterrecyclinginstallatie
bestemd voor: het reinigen van spoelwater of proceswater dat vrijkomt
bij de productie van drinkwater of bij de productie van proceswater door middel
van fysische scheidingstechnieken waardoor het spoelwater of proceswater kan
worden benut als drinkwater, industriewater, huishoudwater of gietwater,
en bestaande uit: (eventueel) bezinkbassin, (eventueel) zandfilter, lamellenseparator,
doseerinstallatie, slibopslag, pomp.
B 1033 Flexibele drijvende versperring
bestemd voor: het voorkomen van de verspreiding van olieverontreiniging
bij havens en steigers,
en bestaande uit: kerend of absorberend scherm, drijvers, verankering,
(eventueel) centrifuge.
B 1035 Roterend filter
bestemd voor: het zuiveren van afvalwater door middel van een roterend
filter, waarbij in een doorgang de zware en de lichte vervuilingsfracties
worden gescheiden en waarna de zware fractie beschikbaar komt voor hergebruik
na afscheiding uit een cilindrische borstelset en de lichte fractie wordt
verwijderd via filterkaarsen,
en bestaande uit: roterend filter met cilindrische borstelset en filterkaarsen.
B 1036 Sedimentatie-installatie
bestemd voor: het, door middel van bezinking, verwijderen van verontreinigingen
uit water dat vrijkomt bij het uitwendig reinigen van schepen,
en bestaande uit: sedimentatiebak, pomp, (eventueel) slibruimer, (eventueel)
drijflaagafscheider.
B 1037 Biologische waterzuivering bij houtimpregneerinrichtingen
bestemd voor: het zuiveren van afvalwater van houtimpregneerinrichtingen
door middel van biologische technieken,
en bestaande uit: beluchtingseenheid of biorotor, slibafscheidingseenheid,
slibtank, pompen.
B 1038 Hogesnelheid thermische spuitinstallatie voor metallische
deklagen
bestemd voor: het aanbrengen van metallische deklagen (metallische coatings)
op metalen voorwerpen,
en bestaande uit: spuitpistool, lucht/watergekoeld spuitstuk, gasvolume-
en drukregelinstallatie, (eventueel) geluidsdichte cabine, (eventueel) afzuiginstallatie,
(eventueel) werkstukmanipulator, (eventueel) robot, (eventueel) luchtreinigingsinstallatie.
B 1040 Papierbleekinstallatie
bestemd voor: het bleken van papier in de papierbereiding door middel
van
a. ozon,
en bestaande uit: ozongenerator, of
b. moleculaire zuurstof,
en bestaande uit: (eventueel) luchtscheidingsinstallatie, oxidatietoren.
B 1042 Grijswater-recyclinginstallatie
bestemd voor: het hergebruiken van zwembad- of douchewater voor het spoelen
van filters of voor toiletspoeling in de recreatiesector,
en bestaande uit: grijswatertank, secundair waterleidingnet, drukvat,
automatische omschakelaar, filtratie-unit.
B 1043 Omgekeerde osmose-installatie
bestemd voor: de productie van demiwater,
en bestaande uit: membraaninstallatie, pomp, (eventueel) voorfilter.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1044 Regenwaterinstallatie
bestemd voor: het gebruik van regenwater als:
a. water voor toiletspoeling, wasmachine en andere niet-drinkwaterdoeleinden
in de gebouwde omgeving, of
b. proces- of koelwater in de industrie, reinigingswater of
c. drinkwater voor vee,
en bestaande uit: regenwateropslag, pomp, (eventueel) waterzuiveringsinstallatie,
(eventueel) luchtreinigingsinstallatie, besturing en bewaking.
B 1046 Terugwininstallatie voor waterverdunbare verf,
lak, inkt of lijm
bestemd voor: het terugwinnen ten behoeve van hergebruik van waterverdunbare
verf of waterverdunbare lak of waterverdunbare inkt of waterverdunbare lijm
uit spoelwater,
en bestaande uit: membraaninstallatie of verdamper, buffervat, pomp, (eventueel)
voorfilter.
B 1054 Vuilwatertank voor pleziervaartuig.
bestemd voor: het aan boord opvangen van afvalwater dat ontstaat in pleziervaartuigen
in de recreatievaart,
en bestaande uit: vuilwatertank, leidingen, koppelstukken, dekaansluiting
voor havenontvangstinstallatie.
B 1056 Schroefaskokerafdichtingsinstallatie
bestemd voor: het afdichten van de schroefaskoker van schepen door middel
van een gesloten schroefaskokerafdichting die is gevuld met biologisch afbreekbaar,
niet toxisch smeervet die dient ter vervanging van een bestaande afdichting
en waarop door de leverancier een garantie wordt gegeven op technische nullekkage
bij normaal gebruik, gedurende een door de fabrikant aangegeven onderhoudsvrije
periode die minimaal 5 jaar bedraagt,
en bestaande uit: lagerbussen, schroefaskokerafdichting, (eventueel) vetretourleiding,
(eventueel) vetreinigingssysteem (exclusief schroef).
B 1058 Biologische schachtwaterzuiveringsinstallatie
bestemd voor: het biologisch zuiveren van afvalwater in een schachtvormige
reactor, met een diepte van ten minste 40 meter,
en bestaande uit: schachtreactor, compressor, slibafscheidingssysteem,
ontgassingsinstallatie, (eventueel) nabehandelingsinstallatie.
B 1060 Melkleidingenwassysteem
bestemd voor: het reinigen van melksystemen met gebruik van een buffersysteem,
waardoor de reinigingsvloeistof meerdere malen wordt aangewend,
en bestaande uit: pomp, water- en reinigingsmiddelenreservoir, bedieningsapparatuur.
B 1061 Waswateropslagsysteem
bestemd voor: het opslaan van waswater dat gebruikt is voor het reinigen
van melkleidingen en dat aangewend wordt voor het reinigen van stallen,
en bestaande uit: buffertank, (eventueel) bufferput, pomp, spuit.
B 1063 Waterbesparingsinstallatie
a. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat vrijkomt bij het reinigen
van machines en machineonderdelen waarmee waterverdunbare inkt, lak, verf
of lijm wordt aangebracht,
en bestaande uit: pompen, filters, (eventueel) ionenwisselaars, (eventueel)
opslagtanks, retourleiding of
b. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater gebruikt voor het reinigen
van bakvormen en persinstallaties in de keramische industrie,
en bestaande uit: (eventueel) sedimentatie-afscheider, (eventueel) olie-afscheider,
(eventueel) filters, (eventueel) pomp, (eventueel) hydrocycloon, retourleiding
of
c. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat vrijkomt bij het wassen
van tuinbouw- of boomkwekerijproducten, waarbij plantaardige delen, zand en
slib worden afgescheiden,
en bestaande uit: spoeleenheid, afscheiders, pomp, (eventueel) waterrecycling,
(eventueel) filters, (eventueel) opslagvoorzieningen.
d. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat vrijkomt bij natwasserijen,
door middel van membraanfiltratie,
en bestaande uit: membraanfiltratie-eenheid, (eventueel) trommelfilter,
opslag- en recirculatietanks, pompen, retourleiding of
e. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater van de tapijtindustrie
ten behoeve van de aanmaak van latexcompounds,
en bestaande uit: buffertank, pomp, (eventueel) doseerinstallatie, (eventueel)
roerwerk, retourleiding of
f. bestemd voor: het hergebruik van spoelwater dat ontstaat bij het afspoelen
van offsetplaten in een plaatontwikkelmachine,
en bestaande uit: waterreservoir, pomp, filters, retourleiding of
g. bestemd voor: het hergebruik van spoel- of slijpwater in de glasindustrie,
en bestaande uit: verzamelbassin, (eventueel) centrifuge, (eventueel)
sedimentatie-afscheider, (eventueel) pomp, retourleiding.
B 1065 Stoomstripper
bestemd voor: het verwijderen van organochloorverbindingen uit afvalwater
door toepassing van stoomstripping, waarbij de organochloorverbindingen worden
afgescheiden en waarna het water wordt hergebruikt,
en bestaande uit: stripperkolom, (eventueel) looginjectie-eenheid, (eventueel)
stoominjectie-eenheid, warmtewisselaars, mengers, retourleiding, (eventueel)
opslagtank.
B 1068 Verwijderinginstallatie voor zwevende deeltjes
bestemd voor: het verwijderen van zwevende deeltjes uit afvalwater of
rookgasontzwavelingsvloeistoffen door middel van een filter met geëtste
schijven,
en bestaande uit: vat, platenbatterij met geëtste schijven, pomp,
(eventueel) regeneratie-eenheid.
B 1069 Driftbeperkende kunststofschermen
bestemd voor: het beperken en/of voorkomen van drift van bestrijdingsmiddelen,
door het plaatsen van kunststofschermen aan de waterkant,
en bestaande uit: kunststofscherm, palen anders dan geïmpregneerde
houten palen.
B 1071 Recyclinginstallatie voor bulkgoederensproeiwater
bestemd voor: het hergebruik van water dat vrijkomt bij het besproeien
van (voor verstuiving gevoelige) bulkgoederen die worden overgeslagen en/of
die worden opgeslagen, ter beperking van de stofemissie, waarbij het sproeiwater
wordt hergebruikt,
en bestaande uit: vaste stofafscheider, doseerstation, filters, pompstations,
transportleidingen, (eventueel) buffer.
B 1072 Waterbereidingsinstallatie
bestemd voor: het bereiden van water voor gesloten drainwatersystemen
in de glastuinbouw door middel van verwijdering van ionen met behulp van ionenwisselaars
of membranen,
en bestaande uit: ionenwisselaar of membraaninstallatie, pomp.
B 1079 Inktwerk waterige diepdruk
bestemd voor: het drukken met waterverdunbare inkten in de illustratiediepdruk,
en bestaande uit: roestvrij stalen inktwerken, roestvrij stalen inktreservoirs,
inkttanks, inktleiding, (eventueel) droogluchtleidingen, (eventueel) afzuigventilatoren.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1080 Keramische vochtwalsen
bestemd voor: het overbodig maken van isopropylalcohol als toevoeging
aan vochtwalsen in offsetpersen,
en bestaande uit: vochtwalsen van keramisch materiaal.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1081 Spanramen
bestemd voor: het opbrengen van laatste verflagen (finishing) op doekbanen
bij de textielindustrie, met schuim of met gegraveerde walsen,
en bestaande uit: schuiminstallatie of wals, spanramen, ontwateringspers,
(eventueel) filtereenheid voor afvoerlucht, (eventueel) recirculatiesysteem
voor warme afvoerlucht.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1084 Algensysteem
bestemd voor: het verwerken van dierlijke mest of afvalwater door middel
van biologische afbraak door algen, waarbij de algen geoogst worden,
en bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, vloeistofdicht
bassin, schoepenrad of pomp, continu meetsysteem, oogstapparatuur.
B 1086 Zoutelektrolyse-apparatuur
bestemd voor: het op de plaats van gebruik produceren van chloorbleekloog,
en bestaande uit: elektrolyse-apparatuur, (eventueel) zoutopslag, (eventueel)
pekeldoseereenheid, pomp.
B 1087 Infiltratiesysteem
bestemd voor: het bufferen en infiltreren van regenwater in een geperforeerde
uit gerecycled kunststof vervaardigde container, waarbij het regenwater na
verblijf in deze container wordt afgevoerd naar het riool en/of infiltreert
in de bodem,
en bestaande uit: geperforeerde uit gerecycled kunststof vervaardigde
container, (eventueel) geotextiel.
B 1088 PTFE-glijlagers voor scheepshelling
bestemd voor: het geleiden van schepen bij het te water laten vanaf de
scheepshelling,
en bestaande uit: PTFE-glijlagers, roestvaststalen baan. Exclusief de
scheepshelling.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1089 Elektrostatisch of magnetisch vloeistofbehandelingsapparaat
bestemd voor: het voorkomen van aankalking van leidingen of warmtewisselaars
door middel van een magnetisch veld,
en bestaande uit: (eventueel) elektrostatische spanningsomvormer, (eventueel)
magneten, doorstroomapparaat.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1090 Verplaatsbaar tijdelijk opslagreservoir
bestemd voor: het in het geval van calamiteiten tijdelijk opslaan van
bodembedreigende stoffen, niet zijnde rioolwater, in een verplaatsbaar tijdelijk
opslagreservoir,
en bestaande uit: verplaatsbare opslagzak, (eventueel) haspel, (eventueel)
haspelwagen.
B 1091 Elektronenstraal drooginstallatie
bestemd voor: het fixeren of doen uitharden van kleurstoffen door middel
van een elektronenstraal,
en bestaande uit: elektronenstraalinstallatie.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1092 Elektrisch-anode systeem
bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid (van binnenvaartschepen
en visserijvloot) tegen roest door middel van een systeem van kathodische
bescherming, waarbij gebruik gemaakt wordt van opgedrukte stroom in plaats
van opofferende anodes, waardoor er geen emissie van zink of aluminium naar
het water optreedt,
en bestaande uit: gelijkrichter, permanente anode, referentiecellen.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1093 Vriesconcentreerinstallatie
bestemd voor: het concentreren van toxisch en/of corrosief afvalwater
waarna de geconcentreerde fractie verder wordt bewerkt,
en bestaande uit: koel- en kristallisatie-installatie, rijpvat, waskolom.
B 1094 Droogschilmachine
bestemd voor: het schillen van aardappels, waarbij in het schilproces
geen water wordt gebruikt,
en bestaande uit: droogschilmachine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1095 Hennegatkokerafdichting
bestemd voor: het afdichten van het hennegat door middel van:
a. een watergesmeerde afdichtingsinstallatie,
en bestaande uit: hennegatkokerafdichting, lagers, loopbussen, hennegatkoker,
roerkoning, waterpomp, (eventueel) steunlager, (eventueel) watercirculatiesysteem,
of
b. een gesloten afdichtingsinstallatie die is gevuld met biologisch afbreekbaar,
niet toxisch smeervet, en die dient ter vervanging van een bestaande afdichting
en waarop door de leverancier een garantie wordt gegeven op technische nullekkage
bij normaal gebruik, gedurende een door de fabrikant aangegeven onderhoudsvrije
periode die minimaal 5 jaar bedraagt,
en bestaande uit: lagerbussen, lagers, hennegatkokerafdichting, vetretourleiding,
(eventueel) vetreinigingssysteem.
B 1096 Hydraulische aandrijving snijkopzuiger
bestemd voor: het aandrijven en besturen van de snijkop van een snijkopzuiger
met een maximale baggerdiepte van 10 m, door middel van een hydraulisch systeem
dat is gevuld met biologisch afbreekbare niet toxische olie,
en bestaande uit: hydrauliekpomp, hydrauliekmotor, cilinder, stuurkleppen,
ventielen, drukvat, voorraadvat, (eventueel) koeler, (eventueel) vochtfilter.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 1099 Prei-droogschoningslijn
bestemd voor: het schonen van prei door middel van een droogproces, waarbij
alleen in de laatste fase van de reiniging (voor het verpakken) water wordt
gebruikt in een hoeveelheid van maximaal 300 liter per uur,
en bestaande uit: prei-droogschoningsinstallatie.
B 1100 Smeeroliesysteem voor dieselmotoren
bestemd voor: continue verversing en suppletie van smeerolie van dieselmotoren
zodanig dat de periodieke algehele olieverversing achterwege kan blijven,
en bestaande uit: smeeroliesuppletietank, (eventueel) continue oliepeilmeting,
meet- en regeleenheid, doseringseenheid inclusief bijbehorende leidingen en
appendages.
E 1102 Centrifuge
bestemd voor: het verwijderen van onopgeloste deeltjes uit bedrijfsafvalwater
en slib met een maximale hydraulische capaciteit van 50 m3/uur,
en bestaande uit: voedingspomp, centrifuge, (eventueel) opvangvoorzieningen
voor afgescheiden deeltjes.
E 1103 Decanter
bestemd voor: het afscheiden van zware en lichte componenten uit bedrijfsafvalwater
of industrieel slib met een hydraulische capaciteit van maximaal 50 m3/uur,
en bestaande uit: voedingspomp, decanter, (eventueel) opvangvoorzieningen
voor afgescheiden componenten.
E 1104 Vloeistofcycloon
bestemd voor: het afscheiden van deeltjes (al dan niet geïmulgeerd)
uit bedrijfsafvalwater met een maximale hydraulische capaciteit van 100 m3/uur,
en bestaande uit: voedingspomp, vloeistofcycloon, (eventueel) opvangvoorzieningen
voor afgescheiden componenten.
E 1105 Skimmer
bestemd voor: het verwijderen van olie uit bedrijfsafvalwater met een
maximale hydraulische capaciteit van 50 m3/uur,
en bestaande uit: olieskimmer, (eventueel) opvangvoorzieningen voor afgescheiden
olie.
E 1106 Kleurstofverwijderingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van kleurstof uit bedrijfsafvalwater met
behulp van een absorbens,
en bestaande uit: (eventueel) bufferbassin, pomp, absorbtie-eenheid.
E 1107 Zeoliet adsorbtie-installatie
bestemd voor: het verwijderen van verontreinigingen uit bedrijfsafvalwater
door middel van adsorbtie aan zeoliet,
en bestaande uit: adsorbtie-installatie, (eventueel) pomp, (eventueel)
regeneratiesysteem.
E 1108 Gesloten reservoir of bezinkbassin
bestemd voor: de opslag van verontreinigd water, afkomstig van het schoon-
en grondvrij maken van geoogste land- en tuinbouwproducten ten behoeve van
hergebruik,
en bestaande uit: betonnen bezinkbassin of reservoir, aanvoerleidingen,
(eventueel) buffer, (eventueel) retourleiding.
E 1109 Rioolaansluiting voor land- en tuinbouwbedrijven
bestemd voor: de afvoer van afvalwater of kalvergier uit stallen of afvalwater
van tuinbouwkundige processen naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie of
een kalvergiervoorzuiveringsinstallatie,
en bestaande uit: rioolaansluiting op (een hoofdriool van) de rioolwaterzuiveringsinstallatie
of kalvergier-voorzuiveringsinstallatie, (eventueel) bezinktank.
E 1110 Opslagvoorziening voor oppervlakte-, regen- en/of
recirculatiewater
bestemd voor: het opslaan van oppervlakte-, regen- en/of recirculatiewater
ten behoeve van de recirculatie hiervan in de boomteelt (incl. vaste-plantenteelt)
of voor nachtvorstberegening in de fruitteelt,
en bestaande uit: vloeistofdicht bassin of vloeistofdichte silo of tank,
(eventueel) aan- en afvoerleidingen, (eventueel) afdekfolie, (eventueel) pomp.
E 1111 Meetbesturingsapparatuur voor watergeven naar behoefte
bestemd voor: het meten van het vochtgehalte in de grond en het op basis
hiervan aansturen van beregeningsapparatuur in buitenteelten (bijv. in potten
of containers),
en bestaande uit: tensiometers, elektronische besturing van de regenautomaat.
Exclusief de regenautomaat.
E 1112 Recirculatiesysteem voor teelt op matten
bestemd voor: het gebruik van recirculatiewater voor het water geven door
middel van bevloeiing van buiten op matten gekweekte producten,
en bestaande uit: pomp, leidingen, kranen, opvanggoten, (eventueel) ontsmettingsinstallatie,
(eventueel) tensiometers.
E 1113 Oppervlaktewaterbenuttingsinstallatie
bestemd voor: het benutten van oppervlaktewater als proces- of koelwater
in bestaande installaties, waarbij wordt overgeschakeld van grondwater naar
oppervlaktewater,
en bestaande uit: (eventueel) (voor)zuivering, pomp, leidingwerk, (eventueel)
recirculatie-installatie. Exclusief de afvalwaterzuivering.
B 1115 Borstelbaan voor scheepsrompreiniging
bestemd voor: het onder water door middel van roterende borstels reinigen
van een scheepsromp welke niet is behandeld met aangroeiremmende verf ,
en bestaande uit: borstelinstallatie, elektromotor, opvangbak.
B 1116 Beluchter op zonne-energie
bestemd voor: het beluchten van (afval)water door middel van een beluchter
die werkt op fotovoltaïsche energie,
en bestaande uit: beluchter met zonnecellen.
B 1117 Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering
bestemd voor: de biologische behandeling van stikstofrijk afvalwater waarbij
nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,
en bestaande uit: bioreactor, (lamellen)afscheider, chemicaliëndosering,
compressor, beluchtingsinstallatie, menger, koolstofbrondosering, (eventueel)
warmtewisselaar.
B 1118 Hoog rendement waterontharder
bestemd voor: het ontharden van water,
en bestaande uit: ionenwisselaar met een capaciteit van 25 tot 100 m3
per uur, waarbij het zoutgebruik aantoonbaar minder is dan 30 gram per graad
Duitse Hardheid per kubieke meter, verdeelsystemen, besturingsunit.
B 1119 Ondergrondse regenwateropslagvoorzieningen
bestemd voor: het individueel of collectief opslaan van regenwater ten
behoeve van gebruik als gietwater in de glastuinbouw met een totale opslagcapaciteit
van tenminste 1000 m3 per hectare glasoppervlak,
en bestaande uit: ondergrondse wateropslagvoorziening. Exclusief de pompen,
leidingen, kasdek en goten
B 1121 Mobiele schoningsinstallatie
bestemd voor: het wassen van plantaardige producten in een mobiele schoningsinstallatie,
waarbij plantaardige delen, zand en slib worden afgescheiden en waarbij het
spoelwater wordt hergebruikt,
en bestaande uit: mobiele schoningsinstallatie voor plantaardige producten,
(eventueel) waterzuiveringsapparatuur.
2. Investeringen ter voorkoming of beperking van luchtverontreiniging
Categorie I (40% investeringsaftrek)
F 2096 Stal
bestemd voor: het huisvesten van vee in een bedrijf dat dierlijke landbouwprodukten
produceert volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische
productiemethode,
en bestaande uit: stal.
F 2125 Groen Label Kas
bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas waarvan,
door middel van een verklaring afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
erkende organisatie, is vastgesteld dat de betreffende kas voldoet aan de
basiseisen en aan het aantal punten voor de keuzemaatregelen dat geldt voor
de betreffende teelt, als vastgesteld in Bijlage 2 bij deze regeling,
en bestaande uit: Groen Label Kas, kasdek, gevels, teelttechnische en
klimaattechnische voorzieningen.
G 2150 Luisdichte gaaskas
bestemd voor: het vrij van insecten en dergelijke telen of opkweken van
gewassen, ter beperking van het gebruik van chemische middelen,
en bestaande uit: luisdicht gaas met ondersteuningsmateriaal, (eventueel)
toegangssluis met dubbele deur.
G 2155 Ammoniakemissieverminderende staltechnieken
bestemd voor: het beperken van de ammoniakuitstoot in bestaande varkens-,
rundvee- en pluimveestallen door middel van ammoniakemissie reducerende technieken,
die onderdeel uitmaken van een Groen-Labelstalsysteem, of een stalsysteem
waarvan de ammoniakemissie ligt op of onder de groenlabelgrenswaarde,
en bestaande uit: eventueel mestband, eventueel mestschuif, eventueel
smalle of V-vormige mestgoten, (eventueel) roosters, (eventueel) beluchtingsinstallatie,
(eventueel) luchtwassysteem, (eventueel) zuurdoseringsinstallatie, (eventueel)
zuuropslag, (eventueel) mestkoeling, (eventueel) mestdroging in de stal, (eventueel)
spoelgoten, (eventueel) spoelinstallatie, (eventueel) aanpassingen aan de
vloer, (eventueel) mestafvoersysteem.
F 2165 Emissie-arme en diervriendelijke rundveestal
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van rundvee in stallen
met een zeer lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissieperkende en diervriendelijke voorzieningen,
zoals vermeld in bijlage 3a van deze regeling.
F 2166 Emissie-arme en diervriendelijke varkensstal
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van varkens in stallen
met een zeer lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissieperkende en diervriendelijke voorzieningen,
zoals vermeld in bijlage 3a van deze regeling.
F 2167 Emissie-arme en diervriendelijke pluimveestal
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van pluimvee in stallen
met een zeer lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissieperkende en diervriendelijke voorzieningen,
zoals vermeld in bijlage 3a van deze regeling.
Categorie II (30% investeringsaftrek)
A 2013 Membraanscheidingsinstallatie voor gasmengsels
met gehalogeneerde gassen
bestemd voor: het scheiden van gasmengsels die gehalogeneerde gassen bevatten
afkomstig van koelmediumvulstations door middel van een membraan, waarbij
olie en waterdeeltjes worden verwijderd met behulp van filters,
en bestaande uit: membraanscheidingsunit, pompen, condensor, olienevelfilters,
filters, blower, dehydrator.
A 2018 NOx-reductie-unit voor stationaire gasmotor
bestemd voor: het verminderen van emissie van NOx tot een niveau
minder dan 65 g NOx/GJ bij nominale belasting,
en bestaande uit: driewegkatalysator of lean-burn injectiesysteem.
A 2022 Regeneratieve thermische naverbrander voor procesafgassen
bestemd voor: het thermisch naverbranden van procesafgassen, waarbij de
vrijkomende energie wordt teruggewonnen,
en bestaande uit: (reversed flow) verbrandingskamers, (eventueel) keramisch
bed, branders, ventilatoren, warmtewisselaars, (eventueel) aërosolfilter
of stoffilter.
A 2024 Foto-oxidatie-installatie
bestemd voor: het vernietigen van geur- en koolwaterstoffen in procesafgassen
door oxidatie met UV-licht in combinatie met waterstofperoxide of ozon of
zuurstofradicalen,
en bestaande uit: UV-reactor, (eventueel) waterstofperoxidewasser, (eventueel)
wastoren, (doseer)pompen, (eventueel) ventilator, (eventueel) ozongenerator,
(eventueel) ozonabsorber/restozonvernietiger, (eventueel) zuurstofradicaalgenerator,
(eventueel) tanks
A 2028 Dampretoursysteem
bestemd voor: het terugvoeren en eventueel behandelen van damp die vrijkomt
bij het vullen of ledigen van opslagtanks,
en bestaande uit: dampretourleiding, dampretourleidinglaadarm, (eventueel)
vloeistofvanger, (eventueel) filter, (eventueel) vlambeveiliging, (eventueel)
compressor, (eventueel) adsorber, (eventueel) gaswasser, (eventueel) koelcondensatie-eenheid,
(eventueel) naverbrander.
A 2042 Bewegend kalksteenbedreactor voor fluorideverwijdering
bestemd voor: het verwijderen van fluoriden uit proceslucht door middel
van binding aan een langzaam bewegend bed van kalksteenkorrels, waarbij de
verrijkte kalk continu wordt verwijderd,
en bestaande uit: kalksteenbedreactor, kalkopslagsilo, kalkafvoerinstallatie,
(eventueel) peltrommel, (eventueel) pelmolen.
A 2044 Gaswasser
bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen
die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties, door middel
van het oplossen van de verontreinigende stoffen in een vloeistof, waarbij
de wasvloeistof wordt gerecirculeerd of nuttig wordt toegepast,
en bestaande uit: wassysteem, (eventueel) ventilator, (eventueel) druppelvanger,
pompen, (eventueel) chemicaliëndosering, tanks, (eventueel) wasvloeistofbehandelingssysteem.
A 2047 Biologisch luchtfilter
bestemd voor: de microbiologische afbraak van geurstoffen of vluchtige
koolwaterstoffen,
en bestaande uit: bak of vat met biomassa op dragermateriaal, ventilator,
(eventueel) filterbevochtigingsinstallatie, (eventueel) afgasbevochtigingsinstallatie,
(eventueel) demister, (eventueel) afgassenkoelinstallatie.
A 2060 Ontzwavelingsinstallatie
bestemd voor: het ontzwavelen van rookgassen die niet afkomstig zijn van
afval- of slibverbrandingsinstallaties, raffinaderijen of de petrochemie,
gevolgd door de productie van:
a. elementair zwavel,
en bestaande uit: (eventueel) wastorens, (eventueel) pompen, (eventueel)
concentratieverhogingsstap, (eventueel) indikker, (eventueel) reactoren, (eventueel)
verwerkingseenheid, (eventueel) membraanabsorber, (eventueel) oxidatiereactor,
b. zwavelzuur of zwaveligzuur,
en bestaande uit: (eventueel) reactievat, (eventueel) chemicaliëndosering,
(eventueel) warmtewisselaar, (eventueel) ventilatoren, (eventueel) membraaninstallatie,
(eventueel) condensatie-eenheid.
A 2062 Katalytische naverbrander
bestemd voor: het naverbranden van verontreinigingen in procesafgassen
die vrijkomen uit stationair opgestelde installaties door middel van een katalytische
naverbrander,
en bestaande uit: katalytische naverbrander, (eventueel) warmtewisselaar,
(eventueel) ventilator, (eventueel) aërosolfilter of stoffilter.
A 2063 Selectieve katalytische reductieinstallatie (SCR)
bestemd voor: het omzetten, door middel van chemische reductie, van stikstofoxiden
in afgassen en rookgassen met uitzondering van eenheden in energiecentrales
met een vermogen groter dan 300 MWt en afval- en slibverbranding,
en bestaande uit: katalysator, reactor.
A 2071 Elektrofiltrerende venturi
bestemd voor: het ontstoffen van afgassen die niet afkomstig zijn van
afval- of slibverbrandingsinstallaties, door middel van een venturiwasser
met een elektrisch veld,
en bestaande uit: elektrofiltrerende venturi, tank, pomp.
A 2072 Ontstoffingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en dioxine uit afgassen
niet afkomstig van afval- of slibverbrandingsinstallaties via adsorptie aan
een adsorbens,
en bestaande uit: afgasverzamelsysteem, ventilator, stoffilter, adsorptiemiddelinjectiesysteem.
A 2081 Oxidatiekatalysator voor dieselmotoren
bestemd voor: het verminderen van de emissies van koolwaterstoffen en
koolmonoxide van dieselmotoren van:
- voertuigen in het goederen wegtransport met een minimaal totaalgewicht
(inclusief lading) van meer dan 3500 kg, of van motorvoertuigen die zijn ingericht
voor het vervoer over de weg van meer dan 8 personen, de bestuurder daaronder
niet begrepen, of
- van vaartuigen, of
- van landbouwmachines, of
- grondverzetmachines,
en bestaande uit: oxidatiekatalysator.
A 2085 Olie-absorptie-installatie met regeneratie
bestemd voor: het terugwinnen van oplosmiddelen uit proceslucht door middel
van absorptie van de oplosmiddelen in olie gevolgd door destillatie,
en bestaande uit: olie-absorber, inertgassysteem, (eventueel) warmtewisselaar,
destillatie-eenheid.
A 2091 Selectieve non-katalytische reductie-installatie
(SNCR)
bestemd voor: het omzetten van NOx in rookgassen door middel van injectie
van ureum of ammoniak,
en bestaande uit: ammoniak- of ureuminjectiesysteem, tank, leidingen.
A 2095 Biogaswasser
bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen
die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties, door middel
van een biologische wasinstallatie,
en bestaande uit: biomassa op dragermateriaal, tank, (eventueel) ventilator,
(eventueel) druppelvanger, (eventueel) chemicaliëndoseerinstallatie,
(eventueel) wasvloeistofbehandelingssysteem.
A 2097 Vernietigingsinstallatie voor dioxine of voor benzofuranen
bestemd voor: het afvangen en eventueel vernietigen van dioxinen of benzofuranen
uit afgassen door middel van een absorptie en/of een chemisch of katalytisch
proces,
en bestaande uit: (eventueel) absorptie-installatie, (eventueel) reactor,
(eventueel) katalysator, (eventueel) regeneratie-eenheid.
A 2102 Ombouwset van dieselmotoren naar LPG- of aardgasmotoren
bestemd voor: het ombouwen van dieselmotoren van voertuigen in het goederenwegtransport
met een minimaal vermogen van 100 kW of van motorvoertuigen die zijn ingericht
voor het vervoer over de weg van meer dan 8 personen, de bestuurder daaronder
niet begrepen, naar motoren voor deze voertuigen die aardgas dan wel LPG als
brandstof gebruiken, ten behoeve van het beperken van de emissie van NOx en
deeltjes,
en bestaande uit: voertuiggebonden installatie voor opslag, toevoer, injectie
en ontsteking van aardgas of LPG.
A 2105 Biologisch ontzwavelingssysteem
bestemd voor: het behandelen van zwavelhoudende afgassen door middel van
een biologisch ontzwavelingssysteem, waarbij primair zwavel wordt gevormd,
en bestaande uit: gaswasser, biologische zwavelreactor, zwavelopwerkingseenheid,
voorraadtanks.
A 2108 Recuperatieve natwasser
bestemd voor: het verwijderen van stofvormige verontreinigingen uit afgassen
of voor het reinigen van afzuiglucht van galvanische processen door middel
van een natwasser, waarbij de verontreinigingen uit de vloeistoffase worden
teruggewonnen en hergebruikt,
en bestaande uit: natwasinstallatie, wasvloeistofverwerkingseenheid, pomp.
A 2123 Ondervuringssysteem
bestemd voor: het voorkomen of beperken van emissies van koolwaterstoffen
in procesafgassen of ruimtelucht afkomstig van de productie of verwerking
van kunststoffen of bij veredeling van textiel door middel van ondervuring,
en bestaande uit: (eventueel) afzuiginstallatie, leidingen, (eventueel)
aanpassing aan de brander.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
A 2134 Brandstofcelsysteem voor de aandrijving van transportmiddelen
bestemd voor: het opwekken van elektrische energie met een vermogen van
maximaal 1000 kW waarbij een brandstof rechtstreeks wordt omgezet in elektrische
energie, ten behoeve van aandrijving van transportmiddelen,
en bestaande uit: systeem van brandstofcellen, elektrisch aandrijfsysteem.
A 2136 Oxidatiebed met circulerend dragermateriaal
bestemd voor: het in een oxidatiebed met circulerend dragermateriaal gecombineerd
biologisch reinigen van lucht en afvalwater, welke niet afkomstig zijn van
afval- of slibverwerkingsinstallaties,
en bestaande uit: cilindrisch filter met biomassa op dragermateriaal,
voedingspomp, recirculatiepomp, dragercirculatiesysteem, ventilator.
A 2160 Gesinterd ontstoffingsfilter
bestemd voor: het afscheiden van stof uit afgassen door middel van een
gesinterd filter met een maximale doorlaat van 1 mg/Nm3,
en bestaande uit: gesinterd filter, filterhuis, (eventueel) systeem voor
periodieke reiniging
A 2164 Gaskar voor het aftappen van SF6
bestemd voor: het vacumeren van sterkstroomtechniek-installaties ten behoeve
van de recycling van SF6,
en bestaande uit: gaskar met appendages.
A 2168 Emissie-arme en diervriendelijke varkenstal
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van varkens in stallen
met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissieperkende en diervriendelijke voorzieningen,
zoals vermeld in bijlage 3b van deze regeling.
A 2169 Emissie-arme en diervriendelijke pluimveestal
bestemd voor: het op diervriendelijke wijze houden van pluimvee in stallen
met een lage ammoniakemissie,
en bestaande uit: stal met emissieperkende en diervriendelijke voorzieningen,
zoals vermeld in bijlage 3b van deze regeling.
Categorie III (15% investeringsaftrek)
B 2000 Ontvettings- en reinigingsinstallatie
bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen en kunststof door
middel van een installatie uitsluitend geschikt voor een reinigingsmiddel
zonder vluchtige organische oplosmiddelen,
en bestaande uit: ontvettings- en reinigingsinstallatie, pompen, (eventueel)
verwarmingssysteem, (eventueel) drooginstallatie, (eventueel) water- of badreinigingsinstallatie.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2001 Reinigingsinstallatie voor grafische machines
bestemd voor: het ontvetten en reinigen van componenten, drukvormen en
onderdelen van grafische machines door middel van een installatie die uitsluitend
geschikt is voor een reinigingsmiddel zonder vluchtige organische oplosmiddelen,
en bestaande uit: ontvettings- of reinigingsinstallatie, (eventueel) verwarmingssysteem,
(eventueel) drooginstallatie, (eventueel) waterreinigingsinstallatie.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2004 CO2-benuttingssysteem voor bierbrouwerijen
bestemd voor: het terugwinnen van CO2 dat vrijkomt bij het
vergistingsproces in bierbrouwerijen,
en bestaande uit: afzuigsysteem, compressor, condensatiesysteem, (eventueel)
opslagtank, (eventueel) verdampingsinstallatie.
B 2009 Koelapparatuur ontmantelingsinstallatie
bestemd voor: het terugwinnen van halogeenhoudende koelvloeistoffen afkomstig
van koel- en vriesapparatuur, met scheiding van olie en koelmiddel,
en bestaande uit: hefinrichting, boorinrichting, compressorpotopener,
(eventueel) kopertrekker, ontgassingstank, scheidingstank, opslagfles.
B 2014 Low-NOx-brander
bestemd voor: het verminderen van de NOx-vorming bij gasgestookte
ketels en fornuizen met een thermisch vermogen van 100 kWt tot
300 MWt door toepassing van brander-/vuurhaardtechnieken, zodanig
dat de NOxuitworp met het rookgas over het gehele regelbereik cq.
werkingsgebied niet meer bedraagt dan 50 mg/m3 (3 % O2), gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties
milieubeheer (BEES A en B) dan wel blijkens wettelijk erkende branderkeuringen,
en bestaande uit: brander of brander-ketelcombinatie (met uitzondering
van keervlamketels) indien het thermisch vermogen maximaal 1 MWt
is, of alleen brander indien het thermisch vermogen groter is dan 1 MWt, (eventueel) thermische verbrandingskamer, de ventilatoren, de gas/lucht-regeling
en branderbeveiligingen, rookgasrecirculatie en poorten en omkastingen voor
gas- en luchttoevoer.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2015 Low-NOx-gasturbine
bestemd voor: het opwekken van elektrische energie door middel van een
gasturbine met een vermogen van maximaal 10 MWas, waarvan de NOx-emissie kleiner is dan 30 g/GJ (gemeten volgens de Regeling meetmethoden
emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A),
en bestaande uit: gasturbine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2016 Mechanische reinigingsmachine
bestemd voor: het mechanisch reinigen van de champignonteeltcellen zonder
gebruik van ontsmettingsmiddelen,
en bestaande uit: schrobmachine.
B 2017 Oxidatiekatalysator voor stationaire gas- of dieselmotoren
bestemd voor: het verminderen van emissie van koolwaterstoffen en koolmonoxide
van stationaire gas- of dieselmotoren,
en bestaande uit: oxidatiekatalysator.
B 2019 Gas- en dampadsorber met regeneratie
a. bestemd voor: het verwijderen van vluchtige organische stoffen, geurstoffen
en dampen uit afgassen door middel van adsorptie, gevolgd door regeneratie
van het adsorptiemiddel en terugwinning of vernietiging van de vluchtige organische
stoffen,
en bestaande uit: adsorber, regeneratie-eenheid, of
b. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit afgassen door middel
van adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning
van de metalen,
en bestaande uit: adsorber, regeneratie-eenheid.
B 2020 Adsorptierotor voor het concentreren van oplosmiddelen
in luchtstromen
bestemd voor: het concentreren van lage concentraties koolwaterstoffen
of zware metalen uit luchtstromen met een hoog debiet door adsorptie op een
met adsorbens bedekte rotor, waarbij de koolwaterstoffen of zware metalen
tegelijkertijd worden gedesorbeerd door partiële verhitting van de rotor
door een hete luchtstroom met een lager debiet,
en bestaande uit: ventilator, adsorptierotor, filter, (eventueel) naverbrander.
B 2021 Luchtrecirculatie-installatie op spuitcabines
bestemd voor: het recirculeren van (warme) lucht in spuitcabines, waarbij
de lucht ontdaan wordt van oplosmiddelen, waarna deze oplosmiddelen worden
verbrand of teruggewonnen,
en bestaande uit: recirculatie-installatie, (eventueel) ventilatoren,
(eventueel) adsorber, (eventueel) thermische naverbrander.
B 2023 Polyethyleenschuiminstallatie
bestemd voor: het produceren van polyethyleenschuim door middel van een
systeem zonder cfk's of koolwaterstoffen als blaasmiddel,
en bestaande uit: doseer- en mengeenheid, blaasmiddelopslag en doseersysteem,
schuimproductiemachine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2025 Vacuümpompeenheid met recirculatiesysteem
bestemd voor: het voorkomen van emissies van vluchtige organische verbindingen
door samenbundeling van meerdere waterringpompen tot een enkele eenheid en
aansluiting op een gezamenlijke buffer, waarbij dampen uit de buffer worden
gecondenseerd, opgevangen en gerecirculeerd,
en bestaande uit: vacuümpompen (waterringpompen), waterbuffer met
recirculatiesysteem, condensor.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2027 Gesloten koelmediumsysteem met oplosmiddelterugwinning
bestemd voor: het koelen van proceswater met een gesloten koelsysteem
en een warmtewisselaar, waarbij het oplosmiddel door middel van destillatie
uit het circulatiewater wordt teruggewonnen,
en bestaande uit: tanks, warmtewisselaar, destillatiekolom, koeltoren,
koelwaterbehandelingseenheid.
B 2031 Magneetkoppeling
bestemd voor: het voorkomen van verliezen langs as en pakkingen door toepassing
van een hermetisch gesloten krachtoverbrenging voor pompen, mengers en roerders
voor tanks of leidingen,
en bestaande uit: magneet, aandrijving, roerder of pomp.
B 2032 Dubbele mechanische asafdichting
bestemd voor: het verminderen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige
organische stoffen langs roterende assen van machines,
en bestaande uit: dubbele mechanische asafdichting welke voldoet aan de
norm API 610, plan 53.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2033 Geurbestrijdingssysteem
bestemd voor: het afbreken van geurcomponenten door toepassing van enzympreparaten
die worden verneveld in afgasleidingen of een contactruimte,
en bestaande uit: enzymdoseer- en verstuivingseenheid, (eventueel) contactruimte,
leidingwerk, appendages, besturingseenheid.
B 2034 Afsluiter voorzien van een metalen balg
bestemd voor: het regelen of beperken van de omvang van stromen van vluchtige
organische stoffen in leidingen, waarbij de afsluiteras is voorzien van een
metalen balg die verdampings- of lekverliezen voorkomt,
en bestaande uit: afsluiter met metalen balg.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2035 Poederterugwinning bij elektrostatische poederspuitinstallatie
bestemd voor: het terugwinnen van poederlakresten of poederemails waarna
hergebruik plaatsvindt in de elektrostatische poederspuitinstallatie,
en bestaande uit: luchtaanzuiger, (eventueel) filters, poederterugwininstallatie.
B 2036 Installatie voor het opbrengen van oplosmiddelvrije
en/of waterverdunbare verf/was/coating/lijm
bestemd voor: het opbrengen van waterverdunbare en/of oplosmiddelvrije
verf, coating, (kleur)was, lijm,
en bestaande uit: (eventueel) ringleiding, (eventueel) spoelpomp, op-
of aanbrengvoorzieningen, (eventueel) spuitpistolen, (eventueel) circulatiepomp,
(eventueel) warmtewisselaar, (eventueel) droogapparatuur,(eventueel) transportsystemen.
Exclusief de spuitcabine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2037 Roterende deeltjesscheider
bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgassen niet afkomstig van
afval- en slibverwerkingsinstallaties en energiecentrales, door middel van
een roterend filter dat is opgebouwd uit axiale kanalen,
en bestaande uit: roterende deeltjesscheider, regeneratie-eenheid.
B 2039 Schoenreparatie-unit
bestemd voor: het repareren en/of veranderen van schoenen met behulp van
een reparatie-unit die voorzien is van een lijm- en drooggedeelte ten behoeve
van waterverdunbare lijmen, een luchtafzuiging met koolfilter voor oplosmiddel
bevattende lijmen, een stofafzuiginstallatie met (de mogelijkheid van) luchtrecirculatie
en een automatische uitschakeling bij geen gebruik,
en bestaande uit: schoenreparatie-unit.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2040 Gesloten hangende transportband
bestemd voor: het stofvrij transporteren van bulkgoederen door middel
van een systeem met een flexibele hangende, rondom gesloten transportband,
en bestaande uit: flexibele hangende transportband, ophanging, (eventueel)
bandondersteuning, aandrijving, los- en laadsysteem. Exclusief opslagsysteem.
B 2041 Poederkalkreactor met doekfilter voor fluorideverwijdering
bestemd voor: het versproeien van calciumhydroxide of calciumcarbonaat
met als doel fluoriden uit de proceslucht te binden en vervolgens door middel
van een doekfilter af te vangen,
en bestaande uit: reactor, kalkpoederverstuiver, kalkopslagsilo, doekfilter.
B 2043 Elektrostatisch filter
a. bestemd voor: het verwijderen van rookdeeltjes uit afgas afkomstig
van vis-, vlees- en kaasrokerijen, of
b. bestemd voor: het verwijderen van bestrijdingsmiddelen uit afgassen
van zaaizaadbehandelingssystemen, of
c. bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van stralen, lassen,
solderen, vlamspuiten of thermisch verzinken, of
d. bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van glassmeltovens,
of
e. bestemd voor: het verwijderen van stof uit afgas van houtverbrandingsinstallaties
in de houtindustrie, of
f. bestemd voor: het verwijderen van deeltjes uit afgassen van processen
met een emissie van minder dan 10 mg/Nm3,
en bestaande uit: ventilator, elektrostatisch filter, opvangreservoir.
B 2045 Flexibel klepsysteem voor overslag van bulkgoederen
bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij overslag van bulkgoederen
door afdekking van de bunker met een flexibel klepsysteem, waarbij onder de
kleppen onderdruk wordt gehandhaafd,
en bestaande uit: flexibele kleppen, vacuümpompen.
B 2046 Metaalgaasfilter voor verbrandingsinstallaties
voor schoon resthout
bestemd voor: het verwijderen van stof uit rookgassen van verbrandingsinstallaties
voor schoon resthout,
en bestaande uit: ventilator, metaalgaasfilter, stofopvangreservoir.
B 2048 Natstraalinstallatie
bestemd voor: het stofvrij stralen van oppervlakken met behulp van een
nat of vochtig straalmiddel,
en bestaande uit: compressor, tank, straaleenheid, slangen, filter, waterpomp.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2049 Aardgasafleverstation
bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor voertuigen,
en bestaande uit: compressor, bufferopslag, afleverzuil, droger.
B 2052 Condensatie-installatie
bestemd voor: het terugwinnen van vluchtige koolwaterstoffen (met uitzondering
van cfk's) uit procesafgassen of verontreinigde luchtstromen, door middel
van condensatie gevolgd door afscheiding,
en bestaande uit: warmtewisselaar, koelunit, tank voor koelmedium, (eventueel)
adsorber.
B 2053 Spuitinstallatie voor UV-lak
bestemd voor: het spuiten van lakken die onder de invloed van UV-licht
uitharden,
en bestaande uit: spuitinstallatie, (eventueel) lakterugwinningsinstallatie,
UV-belichtingseenheid, doorvoersysteem, (eventueel) in de laklijn opgenomen
schuurmachine. Exclusief de spuitcabine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2054 Verfgietinstallatie voor UV-lak
bestemd voor: het opbrengen van lakken die onder de invloed van UV-licht
uitharden,
en bestaande uit: verfgietmachine, UV-belichtingseenheid, doorvoersysteem,
(eventueel) in de laklijn opgenomen schuurmachine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2055 Walscoatinginstallatie voor UV-lak
bestemd voor: het opbrengen van lakken die onder de invloed van UV-licht
uitharden,
en bestaande uit: wals, UV-belichtingseenheid, doorvoersysteem, (eventueel)
in de laklijn opgenomen schuurmachine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2056 Vacuüm coatinginstallatie voor UV-lak
bestemd voor: het opbrengen van lakken die onder de invloed van UV-licht
uitharden,
en bestaande uit: vacuüm lakverneveleenheid, overspray-opvangbak,
UV-belichtingseenheid, doorvoersysteem, (eventueel) in de laklijn opgenomen
schuurmachine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2057 UV-belichtingseenheid
bestemd voor: het doen uitharden van lakken, verven, inkten en lijmen
door UV-belichting,
en bestaande uit: UV-lampen, doorvoersysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2058 Tunnelinstallatie beitsproces
bestemd voor: het voorkomen van de emissie van dampen uit het beitsproces
bij oppervlaktebehandelingen door middel van een intunneling welke voorzien
is van een behandelingsinstallatie voor de proceslucht,
en bestaande uit: tunnels, sluisconstructie, afzuiginstallatie, luchtbehandelingsinstallatie.
B 2061 Multicycloonfilter voor verbrandingsinstallaties
voor schoon resthout
bestemd voor: het verwijderen van stof uit rookgassen van verbrandingsinstallaties
voor schoon resthout met een vermogen kleiner dan 0,5 MWt,
en bestaande uit: ventilator, multicycloonfilter, stofopvangreservoir.
B 2064 Gesloten koeltunnel
bestemd voor: het voorkoelen van voorgebakken aardappelproducten door
middel van een indirecte koeling met buitenlucht, waarbij geen direct contact
is tussen buitenlucht en product en geen gebruik wordt gemaakt van een mechanische
koelmachine,
en bestaande uit: koeltunnel, transportband, ventilator, warmtewisselaars.
B 2065 Watergeïnjecteerde schroefcompressor
bestemd voor: het samenpersen van lucht door middel van een schroefcompressor
die voor de koeling en smering uitsluitend gebruik maakt van water,
en bestaande uit: schroefcompressor, (eventueel) waterbereidingseenheid.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2066 Droog rookgasreinigingsinstallatie
bestemd voor: het behandelen van het afgas van verbrandingsprocessen dat
niet afkomstig is van afval- of slibverbrandingsinstallaties door middel van
een droogreinigingssysteem,
en bestaande uit: (eventueel) mengers, reactor, warmtewisselaar, filterinstallatie,
doseerinstallatie.
B 2067 Elektrisch aangedreven voertuig/vaartuig
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare
weg met behulp van een voertuig met minder dan 4 wielen, uitgerust met een
elektromotor en een accu als energiebron voor de aandrijving, of
b. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare
weg met behulp van een voertuig met vier of meer wielen met een elektromotor
als hoofdmotor (elektro-auto), eventueel in combinatie met een verbrandingsmotor
(hybrideauto), waarvoor een belastingplicht bestaat op grond van de Wet op
de Motorrijtuigenbelasting 1966, of
c. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over openbaar vaarwater
met behulp van een vaartuig met voor de aandrijving uitsluitend een elektromotor,
en bestaande uit: elektrisch aangedreven voer- of vaartuig, (eventueel)
oplaadstation.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2068 PUR-schuimverwerkingsinstallatie
a. bestemd voor: het terugwinnen van cfk's uit pur-schuim,
en bestaande uit: shredder, pers, condensatiekolom, cfk-opslagtank, invoermechanisme,
(eventueel) waterzuivering, of
b. bestemd voor: het verwerken van pur-schuim, nadat het vrijkomende cfk
is teruggewonnen tot platen, briketten of korrels,
en bestaande uit: (eventueel) shredder, (eventueel) menger, (eventueel)
wals, (eventueel) pers.
B 2069 Tapijt- en meubelreinigingsinstallatie
bestemd voor: het reinigen van tapijten en meubels door middel van een
mobiele thermische hogedrukreinigingsinstallatie, waarbij warmte en druk worden
opgewekt door middel van een warmtekrachtkoppeling en waarbij de afgassen
over een katalysator worden geleid en het afvalwater wordt opgevangen,
en bestaande uit: tapijt- en meubelreinigingsinstallatie.
B 2070 Terugwininstallatie voor overspray
bestemd voor: het terugwinnen van overspray ten behoeve van hergebruik
van de overspray van verf- en laksystemen,
en bestaande uit: opvangscherm, schraap- en opvangsysteem.
B 2073 Tweetrapsfiltratie-installatie
bestemd voor: het afscheiden van stof uit procesafgassen door middel van
tweetrapsfiltratie (twee opeenvolgende filtratiestappen), waarbij het stof
zelf als filtermedium fungeert,
en bestaande uit: roestvrijstalen filter, wisselkleppen, filterhuizen.
B 2074 Vloeibare rook dompel- of douche- of vernevelingsysteem
bestemd voor: het roken van kaas, vis en vleeswaren door middel van onderdompelen
of douchen van deze producten in een oplossing of verneveling van vloeibare
rook,
en bestaande uit: vloeibare rook dompel- of douche- en/of vernevelingsysteem.
B 2075 Windzifter voor vaste stof met materiaalterugwinning
bestemd voor: het afscheiden van fijn stof uit bulkgoederen door middel
van een windzifter, waarbij het afgescheiden stof wordt gegranuleerd en teruggevoerd
naar de bulk,
en bestaande uit: trilgoot, blaasnozzles, cycloon, expansiekamer, draaisluis,
ventilator, filters, granuleringskamer, (eventueel) bevochtingsinstallatie,
(eventueel) retourtransportsysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2076 Mobiel monstername-apparaat voor de gastankvaart
bestemd voor: het bemonsteren van gastanks in de gastankvaart door middel
van een mobiel gesloten systeem, waarbij geen emissie van de gassen optreedt,
en bestaande uit: bemonsteringseenheid met circulatiepomp, inertgastank,
(aansluiting op) dampretourleiding.
B 2083 Opbreng installatie voor hotmeltcoating of hotmeltwas
of hotmeltlijm
bestemd voor: het, zonder gebruik te maken van oplosmiddelen, aanbrengen
van coating of was of lijm die door verwarming op verwerkingsviscositeit komen,
en bestaande uit: (eventueel) spuitcabine of opbrenginstallatie, (eventueel)
materiaaldoorvoersysteem, verwarmingseenheid, pomp, applicatie-apparatuur.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2084 Elektrostatische verf- of lakspuitinstallatie
bestemd voor: het elektrostatisch verspuiten van verf of poederlak met
het zogenaamde klok- of schijfsysteem,
en bestaande uit: pomp, slangen, elektrostatisch spuitpistool. Exclusief
de spuitcabine.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2087 Zeefdrukvorm/flexodrukpersspoelinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van lak- of inktresten uit zeefdrukvormen/flexodrukpersen
door middel van een recirculerende vloeistof in een gesloten systeem,
en bestaande uit: spoelinstallatie, sproeisysteem, rondpompsysteem, (eventueel)
destillatie-eenheid en vacuümunit.
B 2089 Oplosmiddelvrije folielamineermachine
bestemd voor: het vervaardigen van papier/kunststoffolie-, karton/kunststoffolie-
of kunststof/kunststoffolielaminaten met oplosmiddelvrije lamineermiddelen,
en bestaande uit: lamineermachine, (eventueel) mengsysteem, (eventueel)
UV-eenheid.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2090 Droge vacuümpomp
bestemd voor: het opwekken van een vacuüm met behulp van een pomp
zonder afdichtings- of smeermiddel in het pomphuis, waarbij een druk wordt
gecreëerd van maximaal 100 mbar absoluut,
en bestaande uit: roterende mechanische pomp zonder smeer- of afdichtingsmiddel
in het pomphuis, (eventueel) koelsysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2092 Variabele druk schuiminstallatie
bestemd voor: het produceren van polyurethaanschuim onder verlaagde druk,
zonder gebruik van additioneel blaasmiddel,
en bestaande uit: doseer- en mengeenheden, schuimproductiemachine, variabele
druktunnel (onderdrukinstallatie), sluissysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2093 Rookgasbehandelingssysteem voor las-, soldeer-
en snijdampen
bestemd voor: het afzuigen en behandelen van las-, soldeer- en snijdampen,
waarbij de gezuiverde lucht gerecirculeerd kan worden,
en bestaande uit: afzuigsysteem, filtersysteem, bedieningseenheid, recirculatie-eenheid.
B 2094 Gesloten malsysteem voor kunstharsproductie
bestemd voor: het verwerken van kunstharsen in een gesloten systeem ter
vermijding van styreenemissies, door middel van een vacuüminjectiesysteem
of een overdruksysteem,
en bestaande uit: vacuüm- of persinstallatie, gesloten malsysteem,
injectie-apparatuur, (eventueel) oven.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2099 Vloeimiddelvrije soldeerinstallatie voor printpanelen
bestemd voor: het zonder vloeimiddel solderen van printpanelen in een
gesloten systeem,
en bestaande uit: soldeerbad, condensatie-apparatuur, voorverhittingseenheid,
plasmakamer, transportsysteem.
B 2100 Kadaverkoeling
bestemd voor: het gekoeld bewaren van kadavers en slachtafval in:
a. een gekoelde container,
en bestaande uit: container met geïntegreerde halogeenvrije koelmachine,
of
b. een gekoelde ruimte,
en bestaande uit: halogeenvrije koelmachine. Exclusief de gekoelde ruimte
zelf.
B 2101 Elektro- of gasmotor voor schepen
bestemd voor: het voortstuwen van vaartuigen die, ten behoeve van de voortstuwing,
uitsluitend voorzien zijn van een elektro- of gasmotor,
en bestaande uit: LPG- of aardgasmotor met tank of elektromotor met accu's,
(eventueel) oplaadstation.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2103 Lucht-drijfgassenvulsysteem
bestemd voor: het vullen van metalen spuitbussen die samengeperste lucht
als enig drijfgas bevatten, door middel van een vullijn, waarbij spuitkop
en aanzuigslang een vaste positionering ten opzichte van de bus hebben,
en bestaande uit: vullijn, spuitkopplaatser, aanzuigslangplaatser.
B 2104 Halogeenvrij koelsysteem (vervanging, ombouw)
bestemd voor: het koelen van producten of processtromen door middel van
een nieuw koelsysteem op basis van lucht, propaan, (iso)butaan of ammoniak
dat bij vergelijkbare koelcapaciteit dient ter vervanging van een hcfk of
hfk bevattend koelsysteem, of een bestaand koelsysteem dat is overgegaan van
hcfk of hfk op propaan, (iso)butaan of ammoniak,
en bestaande uit: koelsysteem (eventueel) warmtewisselaar.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2106 Watermist/microschuim-ontstoffing
bestemd voor: het beperken van stofverspreiding bij sorteerlijnen, puinbreek-
en recyclinginstallaties en bij de op- en overslag van stortgoed of bulkgoederen,
door middel van een bevochtiging van het stortgoed met zeer fijn verneveld
water dan wel met schuim dat verkregen wordt door het mengen van water met
een volledig biologisch afbreekbaar schuimmiddel,
en bestaande uit: (eventueel) watervernevelingssysteem, (eventueel) bindmiddelvoorraadvat,
(eventueel) mengsysteem, (eventueel) schuimtoedieningssysteem.
B 2107 Mobiele onderdruk asbeststoffiltermachine
bestemd voor: het afzuigen van asbest bevattende lucht bij sloop-, reparatie-
en onderhoudswerkzaamheden met een minimale onderdruk van 30 Pa, door een
filter met een vangstrendement van ten minste 99,997 %,
en bestaande uit: voor- en eindfilters, filterhuis, ventilator, aandrijving,
bedieningsapparatuur.
B 2110 Ontsmettingsinstallatie
bestemd voor: het ontsmetten van (grondstoffen voor) levensmiddelen, diervoeders
en zaden door middel van een inertgassysteem,
en bestaande uit: inertgasgenerator of inertgasopslag, gasdistributiesysteem,
(eventueel) inertgas terugwinningssysteem.
B 2111 Kasdekreinigingssysteem
bestemd voor: het mechanisch reinigen van kasdekken van tuinbouwkassen
door middel van roterende borstels en water,
en bestaande uit: kasdekreiniger, (eventueel) rail.
B 2112 Beladingsbalg
bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij het beladen van vrachtwagens
of schepen,
en bestaande uit: vouwbalg, (eventueel) sluitkegel, filteraansluiting,
geïntegreerd stoffilter.
B 2113 Rotatiedrukmachine
bestemd voor: het bedrukken van behang, ander papier of kunststof door
middel van een rotatiedrukmachine, waarbij gebruik gemaakt wordt van watergedragen
inkten,
en bestaande uit: rotatiedrukmachine
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2114 Membraanscheidingsinstallatie
bestemd voor: het zuiveren van afgassen of afvallucht door middel van
een membraanscheidingsinstallatie,
en bestaande uit: pomp, (eventueel) vacuümpomp, membranen, (eventueel)
voorfilter.
B 2116 Cilinderschoonmaakmachine
bestemd voor: het onder hoge druk reinigen van diepdrukcilinders en/of
gegraveerde walsen door middel van een water/natriumbicarbonaat mengsel,
en bestaande uit: afgesloten reinigingsmachine met automatisch aangestuurde
mechanische spuitkoppen.
B 2117 Sproeivochtsysteem of filmvochtwerk voor offsetpersen
bestemd voor: het toevoeren van vochtwater in offsetpersen, waardoor het
rollenstelsel voor het opbrengen van vochtwater in offsetpersen (grotendeels)
overbodig wordt en waarbij geen isopropylalcohol of andere oplosmiddelen worden
gebruikt,
en bestaande uit:
a. een sproeivochtsysteem met pulserende sproeikoppen, bediening, tank,
of
b. een filmvochtwerk met vochtwaterreservoir en rollensysteem voor de
vorming van zeer fijne emulsie.
B 2118 Plaatkoelsysteem voor offsetpersen
bestemd voor: het koelen van offsetplaten, waardoor bestaande offsetpersen
geschikt gemaakt kunnen worden voor droge offset,
en bestaande uit: luchtkoeler, blaasluchtbalken, ventilatoren, koelluchtrecirculatiesysteem,
regelsysteem.
B 2119 Lagedrukpolyesterharsopbrengsysteem
bestemd voor: het opbrengen van polyesterhars door middel van een lagedrukspuitkop,
waarbij nevelvorming wordt voorkomen,
en bestaande uit: lagedrukspuitkop, (eventueel) pomp.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2121 Chargeoven
bestemd voor: het bakken van deegproducten en het bereiden van andere
voedingsmiddelen door middel van een gasoven, waarvan het verbrandingsrendement
ten minste 97,5 % bedraagt en waarvan de NOx-uitstoot via de rookgassen
niet meer bedraagt dan 45 mg/Nm3,
en bestaande uit: oven voorzien van metaalvezelbranders, convectiesysteem
en/of een modulerende keramische foambrander.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2122 Stoom- of waterinjectiesysteem
bestemd voor: het beperken van NOx-vorming door middel van het injecteren
van stoom of water in bestaande procesfornuizen, ketels, ovens en drogers,
waardoor de NOx-emissie beneden 60 mg/Nm3 (3 %
O2) ligt, gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen
stookinstallaties milieubeheer A,
en bestaande uit: injectiesysteem, (eventueel) stoomgenerator, (eventueel)
demineralisatie-apparatuur.
B 2126 Half-droge-rookgasreinigingsinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen
van glassmeltovens door middel van een half-droog procédé, op
basis van soda, waarbij het rookgasreinigingsresidu wordt ingezet in het productieproces,
en bestaande uit: cycloonreactor, sodadoseerinstallatie, doekenfilter.
B 2127 Stortgaswinningsinstallatie
bestemd voor: het onttrekken van stortgas uit gestort afval,
en bestaande uit: stortgasonttrekkingssysteem, gasbehandelingsapparatuur,
(eventueel) compressor, (eventueel) gasmotor, (eventueel) generator, (eventueel)
warmtewisselaar.
B 2128 Tweetrapsfilter
bestemd voor: het afscheiden van stof uit een luchtstroom door toepassing
van een filter dat is uitgerust met twee afzonderlijke afscheidingssystemen
zodanig dat de lucht die naar de atmosfeer wordt afgevoerd niet meer dan 10
mg stof per Nm3 bevat,
en bestaande uit: tweetrapsfilter.
B 2129 Emissie-arme dieselmotor
bestemd voor:
a. het aandrijven van een vaartuig dat goederen of personen transporteert
op binnenwateren inclusief de Nederlandse territoriale wateren (zgn. 12 mijls-zone),
of
b. het direct of indirect aandrijven van één of meer zandpompen
ten behoeve van het uitvoeren van baggerwerken in de Nederlandse territoriale
wateren (zgn. 12 mijls-zone),
en waarvan de uitstoot van stikstofoxiden en deeltjes, vastgesteld door
een onder toezicht van een door de Raad voor Accreditatie erkende organisatie,
gemeten overeenkomstig hoofdstuk 8a van het Besluit Reglement onderzoek schepen
op de Rijn 1995, voldoet aan de onderstaande per toepassing aan gegeven grenswaarden:
- toegepast als aandrijfmotor in een schip met een vaste schroef: stikstofoxiden:
7,0 g/kWh en deeltjes: 0,2 g/kWh, vastgesteld met gebruikmaking van testcyclus
E2;
- toegepast als aandrijfmotor in een schip met een verstelbare schroef:
stikstofoxiden: 7,0 g/kWh en deeltjes: 0,2 g/kWh, vastgesteld met gebruikmaking
van testcyclus E3;
- toegepast als aandrijfmotor van een zandpomp: stikstofoxiden 6,0 g/kWh
en deeltjes: 0,2 g/kWh, vastgesteld met gebruikmaking van testcyclus C1;
en bestaande uit: een emissie-arme motor, (eventueel) in- en uitbouw in
geval van vervanging van een bestaande dieselmotor.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2130 Ontstoffingsinstallatie elektro-oven
bestemd voor: het verwijderen van stof en gasvormige verontreinigingen
die vrijkomen bij de bereiding van staal in een elektro-ovenschrotvoorverwarmingsinrichting,
en bestaande uit: primair afzuigsysteem, naverbrandingskamer, quencher,
boosterfan, filterhuis, ventilatoren.
B 2132 Systeem voor gedeeld autogebruik
bestemd voor: het geschikt maken van personenauto's voor gedeeld autogebruik
door middel van een geautomatiseerd registratiesysteem in de auto in combinatie
met hard- en software buiten de auto, waarbij de auto in de directe nabijheid
(loopafstand) van wonen, werken en winkelen wordt aangeboden en gedurende
24 uur per dag beschikbaar is,
en bestaande uit: elektronisch pasleessysteem, (eventueel) locatiezuil,
(eventueel) plaatsbepalingssysteem, centraal registratiesysteem.
B 2133 Milieuvriendelijke taxi
bestemd voor: het taxivervoer van maximaal 8 personen, de bestuurder niet
meegerekend, met een voertuig met een benzine-, LPG- of aardgasmotor die is
uitgerust met een systeem voor interieurverwarming dat niet afhankelijk is
van warm koelwater van de motor (standkachel) en waarvan de eventuele LPG-
of aardgasapparatuur blijkens het kentekenbewijs voldoet aan de criteria om
voor verlaging van de brandstoftoeslag in de Motorrijtuigenbelasting in aanmerking
te komen (G3).
De investering komt voor 10 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2135 Mobiele lostrechter
bestemd voor: het lossen van bulkgoederen in een mobiele lostrechter welke
de grijper van de loskraan geheel kan omvatten en welke is voorzien van onderafzuiging
en filter met uitblaasopeningen in de losrichting zodanig dat het verwaaien
van stof wordt voorkomen,
en bestaande uit: lostrechter, filter, afzuigventilatoren.
B 2140 Natreinigingssysteem
bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door middel van een nat proces
op basis van water in plaats van perchloorethyleen,
en bestaande uit: reinigingsmachine, vormdroger, gasgestookte roterende
droger.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 2151 Low-NOx-brander <60 mg/m3
bestemd voor: het verminderen van de NOx-vorming bij gasgestookte
ketels en fornuizen met een thermisch vermogen van 100 kWt tot
300 MWt door toepassing van brander-/vuurhaardtechnieken, zodanig
dat de NOx-uitworp met het rookgas over het gehele regelbereik cq. werkingsgebied
niet meer bedraagt dan 60 mg/m3 (3 % O2), gemeten
volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer
(BEES A en B) dan wel blijkens wettelijk erkende branderkeuringen,
en bestaande uit: brander of brander-ketelcombinatie met een thermisch
vermogen van maximaal 1 MWt of alleen brander indien het thermisch
vermogen groter is dan 1 MWt, (eventueel) thermische verbrandingskamer,
ventilatoren, gas/lucht-regeling en branderbeveiligingen, rookgasrecirculatie,
poorten en omkastingen voor gas- en luchttoevoer.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 2152 Opbrenginstallatie voor waterverdunbare lasprimer
bestemd voor: het aanbrengen van een waterverdunbare lasprimer op staalprodukten
en bestaande uit: coatingstraat, met spuitapparatuur, (eventueel) voorverwarming,
(eventueel) droogruimte.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 2153 Doekfilterinstallatie
bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een gasstroom tot een
concentratie van maximaal 10 mg/Nm3 met een maximale capaciteit
van 5.000 Nm3/uur
en bestaande uit: doekfilter, ventilator.
B 2154 Tweede omhulling voor een procesinstallatie
bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele
emissies van zeer toxische gassen die kunnen vrijkomen uit een chemische procesinstallatie.
De uitsluitend daartoe bestemde constructie (en het gebruik dat daarvan wordt
gemaakt), dient in overeenstemming te zijn met de eisen vanuit arbeidsveiligheid,
externe veiligheid en rampenbestrijding zoals blijkt uit een verklaring opgesteld
door een onafhankelijke deskundige dan wel het bevoegde gezag,
en bestaande uit: een constructie of gebouw welke als een tweede omhulling
de procesinstallaties omsluit zodanig dat er geen zeer toxisch gas naar buiten
kan treden, met uitzondering van gasopvang- en neutralisatie-installatie.
E 2156 Dampdroger
bestemd voor: het drogen van vochtbevatttende afvalstoffen of producten,
met uitzondering van slib en mest, in een volledig van de buitenlucht afgesloten
systeem, waarbij stoom wordt geproduceerd en nuttig wordt toegepast,
en bestaande uit: gesloten drooginstallatie, (eventueel) menger, (eventueel)
transportschroef, (eventueel) pomp, (eventueel) warmtewisselaar of -bron,
ventilator, (eventueel) condensor.
E 2158 Gesloten textielreinigingsmachine
bestemd voor:het reinigen van niet natwasbaar textiel in een zogenoemde
5e generatie per-machine, die in één cyclus textiel reinigt
en droogt, op basis van een warmtepomp en waarbij het perchloorethyleen wordt
teruggewonnen in een emissievrij destilleersysteem,
en bestaande uit: computergestuurde textielreinigingsmachine, voorzien
van droogsysteem op basis van een warmtepomp, elektronische droogcontrole,
overvulbeveiliging en emissievrij vulsysteem.
E 2159 Reinigingsmachine voor niet natwasbaar textiel
bestemd voor: het reinigen van niet natwasbaar textiel door middel van
halogeenvrije koolwaterstoffen met een reinigingsmachine die in één
cyclus reinigt en droogt en waarbij de droging plaatsvindt door middel van
een warmtepomp,
en bestaande uit: reinigingsmachine met droogeenheid op basis van een
wamtepomp.
B 2161 Indirect koelsysteem (klein)
bestemd voor: het koelen van producten of processtromen door middel van
een indirect koelsysteem met een koelvermogen van minder dan 200 kW, waarvan
het primaire koelsysteem werkt op basis van lucht, propaan, (iso)butaan of
ammoniak en het secundaire, compressievrije koelsysteem is gevuld met een
vloeibare koudedrager, CO2 of ijsslurry,
en bestaande uit: primair koelsysteem, secundair koelsysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 2163 Textielreinigingssysteem met CO2
bestemd voor: het reinigen van textiel met super-kritische koolstofdioxyde
(vloeibaar),
en bestaande uit: reinigingsinstallatie, toevoereenheid, mengsysteem,
pomp, opslagsysteem voor koolstofdioxyde.
B 2171 Discontinue schuimmachine (aanpassing)
bestemd voor: het produceren van isolatiehardschuimen in de discontinue
productie met behulp van een schuimmachine die wordt aangepast aan het gebruik
van pentaan als blaasmiddel,
en bestaande uit: aanpassingen aan de schuimmachine, pentaanopslagtank,
pentaaninmeng unit, persen en mallen, explosiebeveiliging, afzuiging, stikstofspoeling.
3. Investeringen ter voorkoming of beperking van bodemverontreiniging
Categorie I (40% investeringsaftrek)
F 3002 Injectiesysteem op spuitmachine
bestemd voor: het injecteren van geconcentreerd bestrijdingsmiddel in
de vloeistofstroom in de spuitleiding of in de spuitdoppen,
en bestaande uit: rek, fusten, (eventueel) pomp, leidingen, spuitdoppen,
(eventueel) procescomputer, (eventueel) kantdoppen.
F 3004 Apparatuur voor mechanische onkruidbestrijding
bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid,
en bestaande uit: strokenfrees of rijenfrees of onkruidveertandeg of strokenroleg
of strokenborstel of onkruidborstelmachine of wiedmachine of schoffelmachine
eventueel voorzien van een rol.
F 3008 Lekdetectie- en tankbewakingssysteem
bestemd voor:
a. het detecteren van lekken van ondergrondse tanks en/of ondergrondse
leidingen en/of vloeistofdichte vloeren en/of bestratingen, door middel van
bewaking van een permanente voorziening,
b. het vanaf het (vloer)oppervlak via afsluitbare openingen direct in
het poriënvolume van de bodem detecteren van verontreinigingen van de
bodemlucht en/of monitoren van het grondwater en/of onderzoek van de vloeistofdichtheid
van voorzieningen met behulp van lucht en/of begeleiden van een in situ-reinigingsproces
van een verontreinigde bodem,
en bestaande uit: in het oppervlak aangebrachte en/of in de verharding
gemonteerd verbindingselement die wordt gevormd door een buisvormig lichaam
voorzien van een afsluitbare en afneembare opening en die in de verharding
voorzien is van een afdichtingsmanchet en afdekplaat met gasdichte afdichting.
F 3009 Tunnelspuit
bestemd voor: het afgeschermd spuiten van bestrijdingsmiddelen in de tuinbouw,
fruitteelt en bomenteelt,
en bestaande uit: verrijdbare of zelfrijdende spuittunnel met opvangvoorziening,
ventilatoren, spuitinrichting, tank, (eventueel) procescomputer, (eventueel)
scherm, pomp, (eventueel) sensoren.
F 3013 Plantenziektenkundig weerstation
bestemd voor: plantenziektenkundig-relevante waarnemingen van klimatologische
aard bij land- en tuinbouwbedrijven,
en bestaande uit: sensoren, elektronische verwerkings- en registratie-installatie.
F 3015 Aardappelhaarwortelsnijmachine
bestemd voor: het ondergronds afsnijden van haarwortels van aardappelen,
en bestaande uit: aardappelhaarwortelsnijmachine.
F 3017 Onkruidstrijker
bestemd voor: het toedienen van onkruidbestrijdingsmiddel (herbicide)
met behulp van een onkruid bevochtigende doek,
en bestaande uit: strijkers (plantbevochtiger), (eventueel) gewasscheidingspennen,
(eventueel) frame, (eventueel) niet-afkoppelbare aandrijfbron.
F 3028 Wortelsnoei-apparatuur
bestemd voor: het snoeien van wortels van houtige gewassen, door middel
van een mechanisch systeem, ter voorkoming of beperking van het gebruik van
groeiremmers,
en bestaande uit: snoeisysteem. Exclusief trekkend voertuig waarop het
systeem is opgebouwd.
F 3029 Groenrooier
bestemd voor: het rooien en toedekken van aardappelen, ter voorkoming
van het gebruik van bladdodingsmiddelen,
en bestaande uit: groenrooimachine, (eventueel) diabolorol.
F 3032 Optische sensortechnieken voor spuitmachines
bestemd voor: het selectief toedienen van bestrijdingsmiddelen met behulp
van door optische sensoren gestuurde spuitdoppen,
en bestaande uit: sensoren, spuitdop, computer, regelunit.
F 3037 Insektenscherminstallatie
bestemd voor: het voorkomen van doorvlucht van insekten in en uit luchtramen
van tuinbouwkassen door middel van een insektenscherm of -gaas,
en bestaande uit: insektenscherminstallatie, insektengaas.
G 3052 Overkapte bedden- of ruggenspuit
bestemd voor: het nagenoeg emissie-vrij bespuiten van de eerste meter(s)
gewas langs slootkanten door middel van een zodanige kapconstructie boven
en naast spuitleiding en -doppen, dat het te bespuiten gewas aan de bovenzijde
volledig wordt afgeschermd,
en bestaande uit: draag- en bevestigingsconstructie aan landbouwtrekker,
spuitleiding met spuitdop(pen), (eventueel) aansluiting(en) op pomp en tank
van andere spuitmachine, (eventueel) hef- en/of opklapconstructie.
G 3053 Fotosynthesemeter
bestemd voor: het meten van de fotosynthese-activiteit van onkruiden of
gewassen, waardoor bij de gewasbescherming gewerkt kan worden met een minimale
dosis herbiciden of gewasbeschermingsmiddelen,
en bestaande uit: fotosynthesemeter.
G 3055 Weeginrichting op mesttransportwagens
bestemd voor: het binnen het kader van Minas nauwkeurig wegen van mestvrachten
door middel van een op de mesttransportwagen gemonteerde geijkte elektronische
weegopnemer,
en bestaande uit: elektronische weegopnemer, uitlees- en printapparatuur,
(eventueel) beveiliging tegen overbelasting onder het rijden, (eventueel)
stabilisatoren voor de wagen bij het wegen.
G 3056 Doseerunit vloeibare meststoffen
bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten of planten, gedoseerd
toedienen van meststoffen in de grond, vlak bij het zaad, de knol of het plantje,
en bestaande uit: een geheel van hydromotor, hydraulische volume regelunit,
tank, zuigslang, verdeelstuk, doseerslangen, injectiekouter.
G 3057 Bemestingsunit
a. bestemd voor: de rijenbemesting in de teelt van boomkwekerijgewassen
in de vollegrond,
en bestaande uit: voorraadbak, mechanische of hydraulische aandrijving,
strooiunit, verdeelmechanisme.
b. bestemd voor: nauwkeurige bemesting van teelten op bedden in de vollegrond,
waarbij geen meststoffen op de paden komen
en bestaande uit: voorraadbak, mechanische, pneumatische of hydraulische
aandrijving, strooiunit met zijwaarts begrensde uitstroomopeningen..
G 3059 Bezinkbassins voor dunne mest voor veehouderijbedrijven
bestemd voor: het via bezinking in meerdere bassins scheiden van drijfmest
in een dikke en een dunne fractie op het veehouderijbedrijf,
en bestaande uit: twee of drie in serie geschakelde bezinkbassins met
een diepte van 2 à 3 meter met een gezamenlijke inhoud van niet meer
dan 200 m3, aan- en afvoerleidingen, afsluiters, mestpomp(en).
G 3062 Vloeistofdichte kadaverplaats
bestemd voor: het hygiënisch tijdelijk opslaan van kadavers ter voorkoming
van bodem- en oppervlaktewaterverontreiniging,
en bestaande uit: vloeistofdichte verharde plaat van maximaal 15 m2 van gewapend beton, asfalt of gekitte prefab-betonnen platen, (eventueel)
afvoergoten, (eventueel) afsluitbare opvangput.
G 3063 Stikstofmeter
bestemd voor: het bepalen van de hoeveelheid beschikbaar nitraatstikstof
in de grond ten behoeve van een optimale mestgift,
en bestaande uit: stikstofmeter.
G 3066 Doorzaaimachine voor klaverzaad
bestemd voor: het doorzaaien van klaverarm grasland ter verbetering van
de stikstofvastlegging, op een biologisch bedrijf dat plantaardige landbouwprodukten
produceert volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische
productiemethode,
en bestaande uit: doorzaaimachine voor klaverzaad (stripseeder).
F 3071 Spuitinstallatie met pulserende verneveling
bestemd voor: het gericht toedienen van bestrijdingsmiddelen aan tuinbouwgewassen
onder glas door middel van een pulserende spuitnevel,
en bestaande uit: aansturingselektronica voor instelbare pulstijden, pomp(en),
sproeiers, leidingen, (eventueel) automatische spuitboom (spuitrobot), (eventueel
(automatische)) verplaatsingswagen met spuitvloeistoftank, (los) bedieningspaneel.
Categorie II (30% investeringsaftrek)
A 3033 Noodopslagvoorziening
bestemd voor: het opvangen van vloeistoffen bij calamiteiten, door middel
van een schacht voorzien van een inertgassysteem en afdekschuimsysteem of
afdekkorrelsysteem,
en bestaande uit: schacht, inertgassysteem, korrel- of schuimsysteem.
D 3051 Bodemluchtextractie-installatie
bestemd voor: extraheren van bodemlucht ten behoeve van de verwijdering
van vluchtige organische stoffen,
en bestaande uit: compressor, afdekmateriaal, luchtreinigingsapparatuur.
A 3064 Lekvrij vul- en tanksysteem
bestemd voor: het vullen van een voertuigtank met een droge vaste koppeling
zodanig dat tijdens het vullen tank en slang vast zijn verbonden en de slang
is voorzien van een overvulbeveiliging,
en bestaande uit: vulslang met vaste koppeling, in de vulslang geïntegreerde
geluidgestuurde overvulbeveiliging en (eventueel) dampretour, (eventueel)
aanpassing van de tankvulopening.
A 3069 Vloeistofdichte voorzieningen (aanpassing van bestaande
voorzieningen)
bestemd voor: het op basis van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming
bedrijfsmatige activiteiten (NRB) voorkomen van bodemverontreiniging door
toepassing van een van de volgende type bodembeschermende voorzieningen:
1. afdichting op de werkvloer,
2. enkelvoudige onderafdichting,
3. enkelvoudige onder- en bovenafdichting,
4. meervoudige onderafdichting (dezelfde materialen),
5. meervoudige onderafdichting (verschillende materialen),
6. enkelvoudige bovenafdichting,
7. meervoudige bovenafdichting (verschillende materialen),
8. meervoudige onder- en bovenafdichting (verschillende materialen),
9. verticale schermen in combinatie met een ondoordringbare laag,
10. prefab voorzieningen,
11. opslag- en opvangbassins (bijv. voor calamiteiten),
12. bedrijfsriolering,
waarbij sprake is van aanpassing van een bestaande voorziening.
De genoemde voorzieningen dienen te zijn uitgevoerd overeenkomstig de
NIBV/PBV-tabel constructies en materialen uitgave 1997/01 (of later) en waarvoor
na het aanbrengen een PBV-Verklaring Vloeistofdichte Voorziening volgens model
99/02 is afgegeven door een daartoe bevoegde keuringsinstantie.
A 3072 Waterkrachthydrauliek
bestemd voor: het overbrengen van kracht met behulp van een hydraulisch
systeem, waarbij water als hydrauliekvloeistof wordt toegepast. Aan het water
mogen geen stoffen worden toegevoegd, anders dan vriespuntverlagende middelen
bij systemen die beneden het vriespunt moeten opereren,
en bestaande uit: hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen, waterhydraulische
hydromotor, cilinder.
D 3074 Baggerspecie reinigingsinstallatie
bestemd voor: het reinigen van baggerspecie door middel van gravitaire
technieken,
en bestaande uit: (eventueel) vloeistofcycloon, (eventueel) flotatie-unit,
(eventueel) bezinker, (eventueel) gravitaire afscheider.
A 3076 Bioreactor
bestemd voor: het biologisch reinigen van afvalstoffen afkomstig uit toiletsystemen
in voer- of vaartuigen,
en bestaande uit: bioreactor, pomp en leidingen, (eventueel) hergebruiksysteem
grijswater, (eventueel) opslagtanks grijswater, mobiele afzuigunits.
Categorie III (15% investeringsaftrek)
B 3000 Precieze dosering mest
bestemd voor: het optimaliseren van de mestgift,
en bestaande uit:
a. mechanische kunstmeststrooier met afdraaiinrichting, elektronische
afgifteregeling, kantstrooiinrichting, (eventueel) elektronische weegschaal,
of
b. pneumatische kunstmeststrooier met afdraaiinrichting en elektronische
afgifteregeling.
B 3001 Rijen-, stroken- of onderbladspuitmachine
a. bestemd voor: het selectief spuiten van rijen of strokengewas met een
bestrijdingsmiddel waarbij geen bestrijdingsmiddel tussen de rijen of stroken
terecht komt,
en bestaande uit: rijen-, strokenspuitmachine, (eventueel) spuitcomputer,
of
b. bestemd voor: het spuiten van herbiciden onder een gewas waarbij het
gewas wordt afgeschermd zodat het niet geraakt wordt,
en bestaande uit: onderbladspuitmachine, (eventueel) spuitcomputer.
B 3003 Spuitmachine met luchtondersteuningssysteem
a. bestemd voor: het over de volledige hoogte van het houtige gewas nagenoeg
horizontaal uitblazen van de lucht en vloeistofstroom,
en bestaande uit: spuitmachine met luchtondersteuningssysteem, (eventueel)
kantdoppen, (eventueel) sensoren, (eventueel) regelsysteem, of
b. bestemd voor: het met een nagenoeg vertikale, naar beneden gerichte
luchtondersteuning gericht verspreiden van bestrijdingsmiddelen bij houtige
en niet-houtige gewassen in de buitenlucht,
en bestaande uit: spuitmachine met luchtondersteuningssysteem, (eventueel)
kantdoppen, (eventueel) sensoren, (eventueel) regelsysteem.
B 3005 Aardappellooftrekker of -klapper
bestemd voor: het mechanisch verwijderen van aardappelloof,
en bestaande uit: aardappellooftrekker of aardappelloofklapper met een
minimale werkbreedte van 1,5 meter.
B 3006 Aardappelloofbrander
bestemd voor: het thermisch verwijderen van aardappelloof,
en bestaande uit: aardappelloofbrander.
B 3007 Infraroodbrander voor onkruid- en ziektekiemenbestrijding
bestemd voor: het bestrijden van onkruid en ziektekiemen door middel van
warmtestraling,
en bestaande uit: gasfles, gasbrander en edelstaalreflektoren.
B 3010 Lucht-vloeistofmengselspuitinstallatie
bestemd voor: het spuiten van bestrijdingsmiddelen met behulp van een
systeem, waarbij lucht en vloeistof door middel van een compressor actief
gemengd worden,
en bestaande uit: lucht-vloeistof spuitinstallatie met compressor, (eventueel)
procescomputer, (eventueel) kantdoppen, (eventueel) sensoren.
B 3011 Dubbelwandige ondergrondse tanks en dubbelwandige
leidingen
bestemd voor: het ondergronds opslaan in tanks en/of het onder- of bovengronds
transporteren in leidingen van bodembedreigende vloeistoffen,
en bestaande uit: dubbelwandige tanks en/of dubbelwandige leidingen, (eventueel)
lekdetectiesysteem.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 3014 Bol- en knolontsmettingsinstallatie
a. bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen met behulp van schuim,
en bestaande uit: compressor, luchtketel, vloeistoftank, pomp, schuimkop,
of
b. bestemd voor: het toedienen van stoom en/of ontsmettingsmiddelen aan
bollen en knollen door middel van verzadigde damp die op de bollen of knollen
condenseert,
en bestaande uit: verwarmingselement, vloeistoftank, vernevelaar, doseersysteem,
of
c. bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen door middel van onderdompeling in een roterende gesloten trommel met
geperforeerde schoepen, waarbij het fust niet in aanraking met het ontsmettingsmiddel
komt,
en bestaande uit: ontsmettingstrommel, aandrijvings- en bedieningsapparatuur,
lekbak, of
d. bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen in palletkisten (kuubskisten) door middel van een installatie die
een gedoseerde hoeveelheid middel toevoegt in de vorm van fijn verdeelde druppels
waarbij het residu wordt opgevangen,
en bestaande uit: sproeiinstallatie, doseersysteem, voorraadtank, transportband,
pomp, regelapparatuur, of
e. bestemd voor: het toedienen van ontsmettingsmiddelen aan bollen en
knollen met behulp van een elektrostatisch geladen spuitvloeistof,
en bestaande uit: (schijf)vernevelaar, tank, regelunit, pomp, elektrostatisch
systeem.
B 3016 Laag-volume spuitinstallatie met roterende spuitkoppen
bestemd voor: het gericht toedienen van bestrijdingsmiddelen door middel
van een roterende kooispuitkop met luchtondersteuning ter verdeling van de
spuitnevel,
en bestaande uit: ventilator, (eventueel) verplaatsingsrail, (eventueel)
verplaatsingswagen, pomp, roterende kooispuitkop.
B 3018 Thermische houtverduurzamingsinstallatie
bestemd voor: het verduurzamen van zachte houtsoorten met behulp van een
thermisch proces waarbij geen impregneerchemicaliën worden gebruikt,
en bestaande uit: voorbewerkingsinstallatie, verhittingsreactor, (eventueel)
verdichtingsinstallatie.
B 3019 Zaadpilleerinstallatie
bestemd voor: het pilvormig omhullen van zaden met gewasbeschermingsmiddelen
met behulp van een drageerinstallatie,
en bestaande uit: menger, drageerketel, zeefinstallatie, droger.
B 3020 Zaadcoatingsinstallatie
bestemd voor: het coaten van zaaizaden met behulp van een coatingsinstallatie
die voorzien is van een zelfregulerende doseerinstallatie voor gewasbeschermingsmiddelen,
en bestaande uit: coatingsinstallatie, zelfregulerende doseerinstallatie,
pomp.
B 3021 Taludspoeldoos
bestemd voor: het saneren van steenachtige taluds door middel van waterinjectie
in een spoeldoos, waarbij het opgewervelde slib wordt afgezogen,
en bestaande uit: spoeldoos, waterinjectiesysteem, pomp.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 3022 Baggerschraper
bestemd voor: het laagsgewijs verwijderen van verontreinigde waterbodem
die door middel van een snijplaat wordt gescheiden van de bodem,
en bestaande uit: baggerschraper met snijplaat, schraapschoepen, centrifugaalpomp.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 3023 Wormwielbaggerkop met milieukap voor saneringsbaggeren
bestemd voor: saneringsbaggeren door middel van een baggerkop, waarbij
het wormwiel wordt omgeven door een kap die slechts aan één
zijde open is,
en bestaande uit: wormwielbaggerkop, beplating, (eventueel) wisselklep.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 3025 Ontsmettingsapparatuur op basis van UV-bestraling,
ozon, waterstofperoxide of perazijnzuur
bestemd voor: het zonder gebruik te maken van halogeenhoudende of andere
organische stoffen desinfecteren van vloeistoffen of oppervlakken en/of desinfecteren
van eieren en bijbehorend verpakkingsmateriaal, door middel van UV-straling
of ozon of waterstofperoxide of perazijnzuur,
en bestaande uit: (eventueel) UV-lamp, (eventueel) ozongenerator, (eventueel)
waterstofperoxide- of perazijnzuurtank, doseerinstallatie, (eventueel) rollenbaan.
B 3026 Eendenstal
bestemd voor: het houden van eenden in een gesloten stal die is voorzien
van een vloeistofdichte bodemafdichting, waarin de eenden op strooisel worden
gehouden,
en bestaande uit: eendenstal voorzien van vloeistofdichte vloer. Exclusief
stalinrichting en nutsvoorzieningen.
B 3027 Ontsmettingsinstallatie voor transportkratten of
kisten
bestemd voor: het ontsmetten van transportkratten of kisten voor land-
en tuinbouwproducten,
en bestaande uit: ontsmettingsinstallatie.
B 3030 Nettenplant- of rooimachine voor bollen en knollen
bestemd voor: het planten of rooien van bollen en knollen met behulp van
een net, waarbij de bollen/knollen in een net in de grond gebracht of gerooid
worden, waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden
niet overschrijden,
en bestaande uit: rooimachine of plantmachine, waarvan het hydraulisch
systeem van de machine met een eigen hydraulisch systeem is gevuld met biologisch
afbreekbare, niet toxische olie.
B 3031 Saneringsgrondwaterbenuttingssysteem
bestemd voor: het winnen en als koel- of proceswater aanwenden van verontreinigd
grondwater, waarbij het water na gebruik geloosd wordt op een zuiveringswerk,
en bestaande uit: pomp, (eventueel) warmtewisselaar.
B 3034 Drainstoomsysteem
bestemd voor: het ontsmetten van de bodem door middel van stoom onder
toepassing van dampafzuiging door drains,
en bestaande uit: (eventueel) aanpassingen aan de stoomketel, dampafzuigingsleiding,
drains (alleen ingeval van een extra stoomdrainsysteem naast ander drainsysteem),
ventilator, stoomtoedieningssysteem. Exclusief de drains.
B 3036 Voorkiemsysteem voor pootaardappelen
bestemd voor: het voorkiemen van pootaardappelen door middel van een systeem,
waarbij de pootaardappelen worden voorgekiemd in zakken die zijn opgehangen
in een rek, waardoor geen of minder bestrijdingsmiddelen behoeven te worden
gebruikt,
en bestaande uit: voorkiemzakken, (eventueel) hangrekken.
B 3042 Spuitcomputer met meteorologische sensoren
bestemd voor: het spuiten van bestrijdingsmiddelen afgestemd op de weersomstandigheden,
en bestaande uit: spuitcomputer met meteorologische sensoren.
B 3043 Coatinglijn voor staalprofielen
bestemd voor: het elektrostatisch poedercoaten van inductief voorverwarmde
stalen profielen met epoxy- of polyesterhars,
en bestaande uit: coatinglijn met inductieverwarming voor staalprofielen.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 3044 Waterafgiftesysteem
bestemd voor: het gereguleerd doseren van water en meststoffen aan gewassen
ter voorkoming van uitspoeling,
en bestaande uit: vochtmeter, (eventueel) lichtmeter, regeleenheid, waterafgiftesysteem.
B 3045 Miscanthusoogstmachine
bestemd voor: het oogsten van miscanthus (olifantsgras) als volle stengel,
en bestaande uit: miscanthusoogstmachine.
B 3046 Houtmodificatie-installatie
bestemd voor: het modificeren van hout met behulp van azijnzuuranhydride
waardoor de duurzaamheid van het hout wordt verhoogd,
en bestaande uit: reactor, condensatie-installatie, (eventueel) regeneratie-installatie.
B 3047 Schoffel-met-grasonderzaaimachine
bestemd voor: het verwijderen van onkruid en het inzaaien van gras gedurende
de groei van het hoofdgewas ter voorkoming van de uitspoeling van mineralen
in de periode van uitrijping en gedurende het winterseizoen,
en bestaande uit: op één frame samengebouwde schoffel en
graszaaimachine.
B 3050 Micro-organisme stimuleringssysteem voor bodemsanering
bestemd voor: het aktiveren en monitoren van microbiologische processen
in de bodem ten behoeve van sanering van bodem- en grondwaterverontreiniging,
en bestaande uit: monitorings- en/of doseerinstallatie, (eventueel) compressor
of blower, elektronisch verwerkingssysteem.
E 3067 Pelleteerinstallatie voor varkens-en pluimveemest
bestemd voor: het maken van mestkorrels uit gedroogde varkens- en pluimveemest
met het oog op een betere afzetbaarheid,
en bestaande uit: persinstallatie met toevoerbanden, (eventueel) opzakinstallatie.
E 3068 Ondersteuningsmateriaal fruitteelt
bestemd voor: het steunen van fruitbomen tegen omwaaien,
en bestaande uit: palen van beton, palen van duurzaam geteeld hardhout
voorzien van het keurmerk van de Stichting Keurhout, FSC of een gelijkwaardig
keurmerk, of palen gemaakt van thermisch of via azijnzuuranhydride verduurzaamd
naaldhout.
B 3070 Vloeistofdichte voorzieningen (nieuw)
bestemd voor: het op basis van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming
bedrijfsmatige activiteiten (NRB) voorkomen van bodemverontreiniging door
toepassing van een van de volgende type bodembeschermende voorzieningen:
1. afdichting op de werkvloer,
2. enkelvoudige onderafdichting,
3. enkelvoudige onder- en bovenafdichting,
4. meervoudige onderafdichting (dezelfde materialen),
5. meervoudige onderafdichting (verschillende materialen),
6. enkelvoudige bovenafdichting,
7. meervoudige bovenafdichting (verschillende materialen),
8. meervoudige onder- en bovenafdichting (verschillende materialen),
9. verticale schermen in combinatie met een ondoordringbare laag,
10. prefab voorzieningen,
11. opslag- en opvangbassins (bijv. voor calamiteiten),
12. bedrijfsriolering,
waarbij sprake is van investering in een nieuwe voorziening.
De genoemde voorzieningen dienen te zijn uitgevoerd overeenkomstig de
NIBV/PBV-tabel constructies en materialen uitgave 1997/01 (of later) en waarvoor
na het aanbrengen een PBV-Verklaring Vloeistofdichte Voorziening volgens model
99/02 is afgegeven door een daartoe bevoegde keuringsinstantie.
B 3073 Wegdek conditioneringssysteem
bestemd voor: het benutten van de in bestrating of wegverharding aanwezige
warmte of koude ten behoeve van de temperatuurregeling van het wegdek,
en bestaande uit: warmtewisselaarsysteem in de wegverharding, warmte-
of koude-opslag.
B 3075 Precisie-injecteur voor vloeibare meststoffen
bestemd voor: het zodanig toedienen van meststoffen, dat rekening wordt
gehouden met de plaatselijk in de grond aanwezige voorraad meststoffen via
directe meting dan wel op basis van vastgelegde GPS/GIS-informatie,
en bestaande uit: voorraadbak of -tank, mechanische of hydraulische aandrijving,
strooi- of injectie-unit, verdeelmechanisme, continue geleidbaarheidsmeter
en -opnemer voor de in de grond aanwezige voorraad meststoffen en regelunit
voor de hiervan afhankelijke toedieningshoeveelheid of GPS/GIS-systeem.
B 3077 Spoorwisselsegment zonder smering
bestemd voor: het zonder smering laten functioneren van spoorwissels door
middel van oplichting van de tong door het spoorwisselsegment,
en bestaande uit: metalen onderplaten, spoorwisselsegmenten, (eventueel)
stempelveren
4. Investeringen ter voorkoming of beperking van afvalstoffen
of ter besparing van grondstoffen
Categorie I (40% investeringsaftrek)
F 4126 Nettenreiniger
bestemd voor: het droog reinigen en prepareren van netten met het doel
de netten te hergebruiken in een bollenplantmachine,
en bestaande uit: nettenreiniger.
F 4141 Duurzame mestverwerking
bestemd voor: het verwerken van mest door middel van een installatie welke:
a. ten minste energie neutraal is, en waarbij ten minste 40% van
de totale N in de mest in minerale vorm wordt afgezonderd.
De installatie moet tijdens het in bedrijf zijn volledig in zijn eigen
energie voorzien dan wel energie opleveren, gerekend over de totale keten
van voorbehandeling tot en met eindproduct, of
b. ten minste energie neutraal is, en waarvan het eindproduct wordt afgezet
buiten de Nederlandse landbouw. De installatie moet tijdens het in bedrijf
zijn in eigen energie voorzien dan wel energie opleveren, gerekend over de
totale keten van voorbehandeling tot en met eindproduct.
Dat onder a en b voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot energiegebruik
en stikstofverwijdering, dient aannemelijk te worden gemaakt aan de hand van
een berekening door een onafhankelijk deskundige,
en bestaande uit: mestverwerkingsinstallatie, (eventueel) luchtreiniging,
(eventueel) korrelpers, (eventueel) voorzieningen voor productopslag, (eventueel)
installatie voor de opwekking van duurzame energie.
F 4143 Systeem voor bollenbroei op water
bestemd voor: het broeien van bollen op water in een metalen of kunststof
container, en waarbij geen potgrond is benodigd,
en bestaande uit: metalen of kunststof broeicontainer.
Categorie II (30% investeringsaftrek)
D 4017 Automatisch kleurenmeet- en waterverdunbaar verfmengsysteem
bestemd voor: het automatisch meten van kleuren of kleurmonsters, gevolgd
door het automatisch mengen van waterverdunbare verf of waterverdunbare lak,
en bestaande uit: kleurenmeetkop, menginstallatie. Exclusief computer,
beeldscherm en printer.
A 4045 Olierecyclinginstallatie
a. bestemd voor: het hergebruiken van hydraulische-, smeer- of systeemolie
door toepassing van elektrostatische reiniging,
en bestaande uit: pomp, elektrostatische scheidingsreactor, buffervat,
of
b. bestemd voor: het hergebruiken van hydraulische-, smeer- of systeemolie
door middel van offline filtratie,
en bestaande uit: (eventueel) pomp, filter, buffervat, of
c. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische-, smeer- of systeemolie
door middel van een bypassfilter naast het hoofdfilter,
en bestaande uit: bypassfilter of
d. bestemd voor: het hergebruiken van hydraulische-, smeer- of systeemolie
door toepassing van vacuümfiltratie en/of desorbtie,
en bestaande uit: vacuümfilter, (eventueel) desorbtie-eenheid, (eventueel)
koeleenheid.
D 4047 Inktdoseer- en mengmachine
bestemd voor: het doseren en mengen van verschillende kleuren inkt tot
de gewenste mengkleur door middel van een geautomatiseerd systeem, waarbij
het in gebruik zijnde voorraadblik is afgesloten met een zuiger, waardoor
verdamping is uitgesloten en de hoeveelheid restinkt tot nihil wordt gereduceerd,
ten behoeve van offset-, zeef- of flexdrukkerijen,
en bestaande uit: inktdoseer- en mengmachine.
A 4077 Membraanfiltratie-installatie
bestemd voor: het bewerken of verwerken of scheiden van vloeibare afvalstoffen
door middel van microfiltratie, nanofiltratie, ultrafiltratie of omgekeerde
osmose, waarbij het drukverschil over het membraan meer bedraagt dan 0,2 bar,
en bestaande uit: voedings- en recirculatiepomp, membranen, (eventueel)
voorfilter, tank.
A 4102 Composteringsinstallatie
a. bestemd voor: het composteren, binnen de inrichting waar het afval
ontstaan is, van organisch afval uit de land- en tuinbouw in een bak voorzien
van een vloeistofdichte onderafdichting met waterafvoersysteem en een opstaande
rand van ten minste 50 cm, waarbij het water wordt gezuiverd dan wel gerecirculeerd,
dan wel afgevoerd naar het riool,
en bestaande uit: composteringsinstallatie, of
b. bestemd voor: het overdekt composteren van organisch afval in een composteringsinstallatie
met een capaciteit van maximaal 25.000 ton, die is voorzien van een vloeistofdichte
onderafdichting, waarbij het vrijkomende water wordt gezuiverd, dan wel geloosd
op een zuiveringswerk, dan wel wordt gerecirculeerd en waarbij de lucht wordt
behandeld,
en bestaande uit: vloeistofdichte onderafdichting, watercirculatie- en/of
waterzuiveringsinstallatie, bovenafdichting, luchtbehandelingssyteem, pomp,
ventilator, of
c. bestemd voor: het composteren van houtachtig tuin- en hoveniersafval
door middel van een groencomposteringsinstallatie met een capaciteit van maximaal
25.000 ton, die is voorzien van een vloeistofdichte onderafdichting, waarvan
het vrijkomende water wordt gezuiverd, geloosd op een zuiveringswerk of gerecirculeerd,
en bestaande uit: vloeistofdichte onderafdichting, watercirculatie- en/of
waterzuiveringsinstallatie, pomp, (eventueel) bovenafdichting, (eventueel)
luchtbehandelingssyteem, (eventueel) ventilator.
A 4129 Biomassabrander ten behoeve van bijstook in een
elektriciteitsopwekkingseenheid
bestemd voor: het verbranden van biomassapoeder of rioolwaterzuiveringsslib
of gassen afkomstig van een vergassings- of vergistingsinstallatie als bijstook
in een elektriciteitsopwekkingseenheid, waarbij geen sprake mag zijn van bijstook
of bijmenging van kunststoffen en waarbij wel sprake moet zijn van een netto
opbrengst van energie, gerekend over de totale keten van voorbehandeling tot
en met eindproduct,
en bestaande uit: (poeder)brander.
A 4139 Systeem voor levensduurverlenging van TL-verlichting
bestemd voor: het verlengen van de levensduur en het verminderen van het
energieverbruik van bestaande TL-verlichting zodanig dat de stroomsterkte
na de inschakelperiode met ten minste 18% wordt gereduceerd,
en bestaande uit: elektronische componenten, armatuur aanpassingen (exclusief
nieuwe armatuur).
Categorie III (15% investeringsaftrek)
B 4000 Terugvoerinstallatie voor koepelovenstof
bestemd voor: het injecteren van koepelovenstof (vliegas) in de smeltzone
van de koepeloven, waardoor organische componenten en zware metalen worden
teruggevoerd en de verbrandingsresten worden opgenomen in de slak,
en bestaande uit: afscheider, voorraadsilo, injector, transporteurs.
B 4001 Pyrolyse-installatie
a. bestemd voor: het verwijderen van lak, kunststof, poeders, was, coatinglagen
en bindmiddelen door middel van thermische ontleding, waarbij de afgassen
door een naverbrander worden geleid en worden omgezet in water en kooldioxide
en waarbij de anorganische componenten van de te verwijderen lagen achterblijven
of worden afgevangen,
en bestaande uit: pyrolyseoven, naverbrander, (eventueel) stofafvanger,
(eventueel) asafvoer, of
b. bestemd voor: de verwijdering van bindmiddel uit minerale wol-afval
door middel van een thermische behandeling, zodat de restproducten opnieuw
kunnen worden gebruikt voor de productie van minerale wol,
en bestaande uit: maalinstallatie, transportband, pyrolyseoven, (eventueel)
luchtnabehandelingseenheid, of
c. bestemd voor: het onder zuurstofarme of -loze omstandigheden verwerken
van afvalstoffen door middel van thermische ontleding, waarbij de vrijkomende
vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden aangewend als brandstof,
grondstof of tussenproduct,
en bestaande uit: voorbewerkingsapparatuur, pyrolysereactor, gasreinigingssysteem,
rookgasreinigingsinstallatie.
E 4003 Menginstallatie voor afvalinkt, afvalverf of afvallak
bestemd voor: het mengen van afvalinkt, afvalverf of afvallak voor hergebruik,
en bestaande uit: pompen, mengeenheid, (eventueel) kleurencomputer, (eventueel)
scanner, (eventueel) spectrofotometer.
B 4005 Badenreinigingsinstallatie
bestemd voor: het afscheiden van verontreinigingen uit galvanische, ets-
en beitsbaden, waterige ontvettingsbaden en baden met snij-, wals-, boor-
en koelvloeistofemulsies, waardoor de standtijd wordt verlengd, dan wel het
water en/of de chemicaliën worden teruggewonnen en/of hergebruikt, door
middel van:
a. centrifugeren en/of pasteuriseren,
en bestaande uit: centrifuge en/of pasteurisatie-eenheid, of
b. gravitaire afscheiding,
en bestaande uit: sedimentatie-afscheider, (eventueel) skimmer, (eventueel)
centrifuge, (eventueel) oliewiel, (eventueel) lamellator, of
c. selectieve absorptie,
en bestaande uit: filter, absorptiekolommen, pompen, (eventueel) voorfilter,
of
d. (membraan)dialyse,
en bestaande uit: dialysecel, pompen, vaten, (eventueel) voorfilter, of
e. membraanscheiding,
en bestaande uit: membraanfiltersysteem, pomp, of
f. magneetscheiding,
en bestaande uit: magneetscheidingsinstallatie, of
g. coalescentieplaten,
en bestaande uit: (eventueel) voorfilter, coalescentieplaten, pomp, of
h. retardatie,
en bestaande uit: retardatiekolom, (eventueel) voorfilter, pomp, buffervat,
of
i. druk/ontspanningsflotatie,
en bestaande uit: compressor, (eventueel) drijflaagafscheider, of
j. vacuümfiltratie en/of desorbtie
en bestaande uit: vacuümfilter, (eventueel) desorbtie-eenheid, (eventueel)
koeleenheid.
B 4006 Terugwininstallatie voor vulstoffen
bestemd voor: het afscheiden ten behoeve van hergebruik van vulstoffen
uit oud papier,
en bestaande uit: wasinstallatie, filtratie- of sedimentatie-eenheid,
drooginstallatie, calcineeroven, verbrandingsoven.
B 4007 Poederterugwininstallatie voor poederspuitcabines
bestemd voor: het terugwinnen van poederstof afkomstig uit overspray in
poederspuitinstallaties voor het coaten van metalen voorwerpen,
en bestaande uit: patroonfilters of cycloon, ventilator, afzuigsysteem.
B 4008 Elektronisch of pneumatisch geregeld meercomponenten
verfspuitapparaat
bestemd voor: het optimaal mengen van verfcomponenten tijdens het spuiten,
en bestaande uit: elektronisch of pneumatisch geregeld meercomponenten
verfspuitapparaat, pomp, mengsysteem, slangen.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4009 Gesloten wasautomaat voor verfgereedschap
bestemd voor: het reinigen van verfgereedschap in een gesloten systeem
met terugvoer van reinigingsvloeistof,
en bestaande uit: gesloten wasautomaat
B 4010 Blikkenspoelmachine/pers
bestemd voor: het spoelen van resten (verf, inkt, tectyl, etc.) uit blik,
voorafgegaan door verkleining of gevolgd door samenpersing of hergebruik van
het blik,
en bestaande uit: (eventueel) opzettableau, (eventueel) aftapbare opvangbak,
(eventueel) pomp, (eventueel) spoelmiddelreservoir, (eventueel) perscilinder,
(eventueel) shredder.
B 4011 Stofvrij straalsysteem
bestemd voor: het afzuigen en scheiden van het bij het stralen van oppervlakken
gebruikte straalmiddel en het daarbij vrijkomende stof,
en bestaande uit: (eventueel) gevelcabine, straaleenheid, (eventueel)
slangen, stofvrije straalkoppen, filter.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4012 Straalmiddelopschooninstallatie
a. bestemd voor: het droog reinigen van verontreinigd straalmiddel door
middel van scheidingstechnieken op basis van lucht,
en bestaande uit: (eventueel) mechanische schrapers, (eventueel) jacobsladder,
(eventueel) trilzeef, (eventueel) windzifter en transportsysteem, (eventueel)
blaassysteem, (eventueel) cycloon, (eventueel) luchtbehandelingseenheid, of
b. bestemd voor: het met behulp van water reinigen van verontreinigd straalmiddel,
en bestaande uit: transportsysteem, fraktioneringssysteem, waterbehandelingssysteem,
tank, pomp, of
c. bestemd voor: het thermisch reinigen van verontreinigd straalmiddel
door een oven voorzien van een rookgasnabehandeling,
en bestaande uit: voorraadbunker, (eventueel) voorverwarmingseenheid,
oven, zware metalenterugwinningsinstallatie, rookgasreinigingsinstallatie,
afkoelwals/granulator.
B 4013 Filterinstallatie voor restinkt
bestemd voor: het verwijderen van verontreinigingen uit persrestanten
vierkleuren-offsetinkt gevolgd door hergebruik,
en bestaande uit: viervoudige filterinstallaties, leidingen, pompen, (eventueel)
opslagvat.
B 4014 Oppervlaktereinigingsinstallatie op basis van koolzuur-
of ijskorrels
bestemd voor: het reinigen van oppervlakken door middel van het onder
hoge druk opbrengen van koolzuur of ijskorrels,
en bestaande uit: straalunit, straalnozzles, persluchtinstallatie, afzuiginstallatie
en droogijsproductie-installatie.
B 4015 Halogeen-koolwaterstoffen ontledingsinstallatie
a. bestemd voor: het ontleden van gehalogeneerde koolwaterstoffen door
middel van hydrogenatie in koolwaterstoffen en zuren,
en bestaande uit: voedingscircuit, buffervaten, warmtewisselaars, injectiesysteem
voor waterstof, katalysatorbed, scheidingssysteem voor de gevormde koolwaterstoffen
en zuren, of
b. bestemd voor: het ontleden van gehalogeneerde koolwaterstoffen door
middel van een thermische reactie,
en bestaande uit: reactorvat, doseersysteem, warmtewisselaar, pomp, (eventueel)
katalysator.
B 4019 Kartonrecycler
bestemd voor: het door middel van snijden en volumevergroten opwerken
van oud karton tot vulmateriaal voor verpakkingen,
en bestaande uit: kartonrecycler.
B 4020 Windziftereenheid voor vaste afvalstoffen
bestemd voor: het scheiden van componenten uit een afvalstroom door blazen
met een geforceerde luchtstroom, gevolgd door opvang van de componenten,
en bestaande uit: trilgoot, blaasnozzle, cycloon, expansiekamer, draaisluis,
ventilator, opstellingsframe, doorblaasfilter.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4021 Stijgziftereenheid voor vaste afvalstoffen
bestemd voor: het scheiden van componenten uit een afvalstroom door zuigen
met een luchtstroom, gevolgd door opvang van de componenten,
en bestaande uit: trilgoot, zuignozzle, cycloon, draaisluis, ventilator,
opstellingsframe, doorblaasfilter.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4022 Scheidingsinstallatie voor catering- en kantine-afval
bestemd voor: het scheiden van catering- en kantine-afval in glas, blik,
karton, kunststof en dergelijke,
en bestaande uit: transportbanden, zifters, magneetscheiders, zeven, balenpersen,
perscontainers, (eventueel) buffers.
B 4023 Recyclinginstallatie voor polystyreenhardschuim
bestemd voor: het verdichten van resten polystyreenhardschuim in een agglomerator,
gevolgd door omzetting in schoon granulaat,
en bestaande uit: agglomerator, extruder, filter.
B 4024 Pneumatisch huisvuilafvoersysteem
bestemd voor: het afvoeren van gescheiden huisvuilstromen uit gestapelde
bouw door middel van een pneumatisch afvoersysteem,
en bestaande uit: stortkoker, buffers, zuigleiding, vacuümpomp, verzamelcontainer.
B 4026 Anaërobe vergistingsinstallatie
bestemd voor: het anaëroob vergisten van organische reststoffen of
mest,
en bestaande uit: reactor, (eventueel) menger, dual fuel brander, biogashouder,
warmtewisselaar, (eventueel) silo, (eventueel) biogasbehandeling, (eventueel)
gasmotor of -turbine, (eventueel) generator, (eventueel) compressor.
B 4027 Zandterugwinningsinstallatie
bestemd voor: het scheiden van tarra die vrijkomt bij de verwerking van
bieten en aardappelen, waarbij het afgescheiden zand kan worden hergebruikt,
en bestaande uit: pomp, hydrocycloon of roterende trommel, (eventueel)
zandopslag, (eventueel) gasmotor of -turbine, (eventueel) generator.
B 4028 Discontinue verfmachine
a. bestemd voor: het verven van doekbanen in een gesloten systeem met
een lage vlotverhouding waarbij minder dan 10 liter vloeistof per kg doek
wordt gebruikt,
en bestaande uit: verfmachine met jetopstraalpijp, of
b. bestemd voor: het in een batchproces verven van tapijt met een lage
vlotverhouding, waarbij minder dan 20 kg vloeistof per kg tapijt wordt gebruikt,
en bestaande uit: haspelkuip.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4031 Versvetafscheider
bestemd voor: het afscheiden van vers vet door middel van een scheidingscentrifuge,
waarbij vet, water en slib direct na het ontstaan van het afvalwater in een
continue stroom van elkaar worden gescheiden, waarna het vet een nuttige toepassing
vindt,
en bestaande uit: centrifugale versvetafscheider.
B 4032 Verlaadinstallatie voor bieten of aardappelen
bestemd voor: het verladen van bieten of aardappelen door middel van een
verlaadinstallatie met een nokkenbed, sterrenbed of vijzelbed, waarbij de
aanhangende aarde en zand op de rooiakker achterblijven,
en bestaande uit: verlaadinstallatie met nokkenbed, sterrenbed of vijzelbed,
(eventueel) borstels, storttrechter, (eventueel) ingebouwde aandrijfeenheid.
B 4034 Asgranulaatinstallatie
bestemd voor: het granuleren van as door middel van het aan elkaar hechten
van de asdeeltjes ten behoeve van een nuttige toepassing als bouwstof van
de granules,
en bestaande uit: menger, doseerapparatuur, verhardingssilo, transportsysteem
tussen de installatieonderdelen, pelleteerinstallatie (korrelvormingsinstallatie).
B 4035 Kunststofrecyclinginstallatie
a. bestemd voor: het verwerken van kunststofafval door kunststofresten
te verkleinen tot maalgoed of korrels,
en bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, (eventueel) wasapparatuur,
(eventueel) shredder of maalmolen, (eventueel) drooginstallatie, (eventueel)
mengschroef of smelthomogenisator, (eventueel) smeltzuiveringsinstallatie,
(eventueel) extruder of agglomerator, transportbanden, (eventueel) menginstallatie,
(eventueel) granulator, of
b. bestemd voor: het herverwerken van kunststofafval tot producten of
halffabrikaten,
en bestaande uit: (eventueel) was- en drooginstallatie, extruder of spuitgietmachine
of pers, (eventueel) mengschroef of smelthomogenisator, (eventueel) smeltzuiveringsinstallatie,
(eventueel) pomp, (eventueel) accumulator, (eventueel) menginstallatie, (eventueel)
spuitkop of matrijs.
B 4036 Leidingreinigings- of productwisselingssysteem
met behulp van pigs of proppen
bestemd voor:
a. het reinigen van leidingen, of
b. het voorkomen van vermenging bij productwisseling,
en bestaande uit: kop- en ontvangststation van de pigs of proppen, afsluiters,
bol- of kegelvormige elementen (pigs of proppen), (eventueel) stikstof- of
persluchtaansluiting, (eventueel) residutank.
B 4038 Aluminiumafscheidingsinstallatie
bestemd voor: het scheiden van aluminium uit afval door middel van het
opwekken van magnetisme met behulp van wervelstroom,
en bestaande uit: doorvoerband, draaiende trommel met zeldzame aardmetalen.
B 4039 Verfafvalrecyclinginstallatie
bestemd voor: het scheiden van verfafvalstoffen in een vloeibare en een
vaste fractie door vacuümdamptechniek, waarbij de vloeibare fractie wordt
hergebruikt en de vaste fractie onder stikstofatmosfeer wordt bewerkt ten
behoeve van de inzet als vulmiddel voor plamuur en/of lakken,
en bestaande uit: indampinstallatie, schroeftransporteur, condensator,
stofafvanger, stikstoftank, stikstofgenerator, (eventueel) buffers.
B 4043 Reinigingsinstallatie
a. bestemd voor: het reinigen van oppervlakken of het verwijderen van
verflagen met water onder toepassing van een werkdruk van meer dan 600 bar,
en bestaande uit: waterreservoir, hogedrukpomp, aandrijfmechanisme, (eventueel)
scheidingsapparatuur, of
b. bestemd voor: het reinigen van gevels door middel van een hogedrukwaterstraal,
waarbij het water wordt opgevangen en gerecycled,
en bestaande uit: hogedrukreinigingsinstallatie met wateropvangvoorziening,
filter, olie- en slibafscheider, ionenwisselaar, neutralisatie-eenheid, (eventueel)
waterzuiveringsinstallatie of
c. bestemd voor: het reinigen van oppervlakken, machines, gevels door
middel van een pulserende luchtstroom met een maximale werkdruk van 12 bar
eventueel aangevuld met water of droge toevoeging,
en bestaande uit: compressor, spuitlansen, (eventueel) opzetlansen,
d. bestemd voor: het reinigen van oppervlakken met behulp van hogedrukwaterstraal
met water dat bij de spuitmond op kookpunt is,
en bestaande uit: hogedrukreinigingsinstallatie.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4044 Afscheider organisch materiaal
bestemd voor: het afscheiden van fijn organisch materiaal, bij de invoer
van suikerbieten en aardappelen in de fabriek, door middel van een zeef met
openingen kleiner dan 1,0 mm, waarbij het organisch materiaal als grondstof
wordt ingezet in het productieproces,
en bestaande uit: (eventueel) pomp, zeefbocht of trommelzeef, (eventueel)
opslagfaciliteit.
B 4048 Autobandenversnipperaar
bestemd voor: het verkleinen van autobanden tot granulaat ten behoeve
van hergebruik als grondstof of hulpstof,
en bestaande uit: shredder, (eventueel) maalinstallatie.
B 4050 Schoorsteenkanaalstraler
bestemd voor: het inwendig reinigen van schoorsteenkanalen voorafgaand
aan het slopen met behulp van een straalunit, waarvan de straalkop door het
kanaal wordt bewogen,
en bestaande uit: straalunit, grit- en afvalcontainer, (eventueel) gritscheidingsinstallatie,
(eventueel) filter.
B 4051 Mijnsteenwasser
bestemd voor: het fraktioneren en wassen van mijnsteen afkomstig van mijnsteenbergen
voor de productie van (wegen)bouwgrondstoffen en brandstoffen,
en bestaande uit: bunker, ontijzeringsinstallatie, (eventueel) shredder,
wasinstallatie, fraktioneringsinstallatie, waterbehandelingsinstallatie.
B 4054 Wasinstallatie voor zeefzand en granulaat
bestemd voor: de natte reiniging van zeefzand en granulaat afkomstig van
bouw- en sloopafval ten behoeve van hergebruik,
en bestaande uit: invoersysteem, wasstraat, slibbehandelingsinstallatie,
waterbehandelingsinstallatie.
B 4055 Absorptiemateriaalrecyclinginstallatie
bestemd voor: het verwerken van gebruikte luiers en incontinentiemateriaal
in een recyclingproces, waarbij vezels, absorptiemateriaal en kunststof van
elkaar worden gescheiden en voor hergebruik geschikt zijn,
en bestaande uit: absorptiemateriaalrecyclinginstallatie.
B 4056 Recyclinginstallatie voor vorm- en kernzand
bestemd voor: het terugwinnen van vorm- en kernzand voor hergebruik in
metaalgietwerk,
en bestaande uit: zandopslagtank, (eventueel) zanddroger, (eventueel)
zandkoeler, (eventueel) slijpsysteem, (eventueel) cyclonen, (eventueel) filter,
(eventueel) transportsysteem, (eventueel) wervelbedoven.
B 4057 Reinigingsinstallatie voor vloeistoffen uit metaalbewerking
bestemd voor: het scheiden ten behoeve van hergebruik van vloeistoffen
bij de metaalbewerking door middel van coalescentie of centrifugeren of membraanfiltratie
of magneetafscheiding of pasteurisatie of vacuümfiltratie en/of desorbtie,
en bestaande uit:(eventueel) magneetafscheider, (eventueel) coalescentieplaten,
(eventueel) centrifuge, (eventueel) membraanfiltratie-installatie, (eventueel)
pasteurisatie-eenheid, (eventueel) vacuümfilter, (eventueel) voorfilter,
(eventueel) desorptie-unit.
B 4058 Vloeistof-vloeistofextraktie-installatie
a. bestemd voor: het terugwinnen van zware metalen uit vloeistoffen ten
behoeve van hergebruik van deze metalen door middel van vloeistof-vloeistofextraktie,
en bestaande uit: (eventueel) voorbehandelingssysteem, mengsysteem, vloeistof-vloeistof-scheider,
(eventueel) pulskolom, pomp, buffertank, of
b. bestemd voor: het verwijderen van koolwaterstoffen of zware metalen
uit afvalwaterstromen door middel van vloeistofextraktie, waarbij de extraktievloeistof
polymeer gebonden is aan een drager,
en bestaande uit: extraktiekolommen, regeneratiesysteem, (eventueel) inert
gassysteem.
B 4059 Thermische reinigingsinstallatie
bestemd voor: het, door middel van verhitting, verwijderen van organische
stoffen van ophangmateriaal dat gebruikt wordt bij het bedekken van producten
met lak, of van revisieonderdelen of vervuilde spuitkoppen van spuitgietmachines,
waarbij geen chemicaliën worden gebruikt en het materiaal wordt hergebruikt,
en bestaande uit: oven (eventueel met wervelbed), afgasreinigingsinstallatie.
B 4060 Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen
bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van
inkt en het strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem,
en bestaande uit: inktverwijderingseenheid, stripeenheid, rondpompsysteem.
B 4062 Optisch kunststoffensorteersysteem
bestemd voor: het sorteren van kunststoffen uit afvalstromen door middel
van detectie met een foto- of lasersysteem,
en bestaande uit: foto- of laserdetectiesysteem, kunststoffensorteersysteem.
B 4063 Kunststofscheidingsinstallatie
bestemd voor: het scheiden, reinigen en eventueel verkleinen van kunststofafval
voor hergebruik,
en bestaande uit: scheidingsapparatuur, wassysteem, droger, (eventueel)
shredder of maalmolen, (eventueel) wervelbed, (eventueel) zigzag zifter.
B 4065 Voertuigdemontage-installatie
bestemd voor: het demonteren van voertuigen en voertuigonderdelen ten
behoeve van recycling,
en bestaande uit: vloeistofaftapbrug met opvangcontainers, transportbaan,
autoklem, (eventueel) railwisselsysteem, omkeerinstallatie, (eventueel) transportwagen,
(eventueel) velgkraker.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4066 Lost foam gietinstallatie
bestemd voor: het vormen van gietstukken ten behoeve van metaalgieterijen
met behulp van polystyreenmodellen,
en bestaande uit: vormmachine, coatingsysteem, doorloopoven.
B 4067 Meerlaagsbuizenextrusie-installatie
bestemd voor: de extrusie van meerlaagskunststofbuizen waarvan ten minste één
laag bestaat uit gerecycled kunststof,
en bestaande uit: extruders, meerlagenspuitkop, (eventueel) materiaaltoevoerinstallatie,
(eventueel) calibreer- en koelinstallatie.
B 4068 Compoundeerinstallatie
bestemd voor: het samenstellen van een gespecificeerd mengsel van gerecycled
kunststof,
en bestaande uit: voorraadsilo's, transportsysteem, mengsysteem, afvoersysteem.
B 4069 Asbestcontainer
bestemd voor: het vervoeren en storten van asbesthoudend afval door middel
van een gesloten container,
en bestaande uit: container met laaddeur en intern sproeisysteem en extern
sproeisysteem en folie-afdekmechanisme.
B 4070 Terugwinningsinstallatie voor betonpuin
bestemd voor: het binnen de inrichting breken en zeven van resten van
beton en betonwaren, die vrijkomen bij de productie binnen deze inrichting,
met behulp van een vast opgestelde breekinstallatie, waarbij alle componenten
worden hergebruikt,
en bestaande uit: storttrechter, (eventueel) transportband, breekinstallatie,
zeefinstallatie, (eventueel) magnetische scheider.
B 4071 Installatie voor hergebruik van zaagstof
bestemd voor: het scheiden van zaagstof dat vrijkomt bij het zagen van
beton- of cementproducten of natuursteen, in water en zaagresten met hergebruik
van afgescheiden producten en water,
en bestaande uit: scheidingsapparatuur, opvangbakken, pomp.
B 4075 Reststoffeninzamelpunt
bestemd voor: het boven- en ondergronds gescheiden inzamelen van afval
in winkelcentra, op markten of bij recreatiebedrijven in een reststoffeninzamelpunt,
waarbij ten minste 4 deelstromen gescheiden worden gehouden van reststoffen
van particulieren,
en bestaande uit: containers, (eventueel) opslageenheden, (eventueel)
inname-apparatuur, (eventueel) pers.
B 4076 Metalliseerstof terugwinningsinstallatie
bestemd voor: het terugwinnen na afzuiging van scoopeerstof (aluminium-
of zinkstof),
en bestaande uit: ventilator, filter, aanzuig- en uitblaasleidingwerk.
B 4079 Verglazingsinstallatie voor afvalstoffen
bestemd voor: het inertiseren van afvalstoffen door middel van een verglazingsprocédé,
en bestaande uit: droogapparatuur, verglazingsreactor, rookgasbehandeling,
(eventueel) waterbehandelingsinstallatie.
B 4080 Metaalverwijderingssysteem
bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit reststoffen door toepassing
van hoge smelttemperatuur, waarbij vluchtige zware metalen door middel van
sublimatie worden verwijderd en niet-vluchtige metalen in een verglaasde slak
worden gebonden dan wel worden teruggewonnen,
en bestaande uit: smeltoven, productvoorbehandelingseenheid, slakverwerkingseenheid,
afgasbehandelingsinstallatie.
B 4081 Kunstgrindvervaardigingsinstallatie
bestemd voor: het vervaardigen van kunstgrind uit baggerspecie door middel
van het aan elkaar hechten van de baggerspeciedeeltjes,
en bestaande uit: menger, doseerapparatuur, verhardingsinstallatie, transportsysteem
tussen de installatie-onderdelen, korrelvormingsinstallatie.
B 4083 Vergassingsinstallatie
bestemd voor: het vergassen van afvalstoffen, mest of biomassa, waarbij
de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige producten worden aangewend als
brandstof, grondstof of tussenproduct,
en bestaande uit: voorbewerkingsapparatuur, vergassingsreactor, dual fuel
brander, gasreinigingssysteem, rookgasreinigingsinstallatie, warmtewisselaar.
Exclusief gasturbine, gasmotor en generator.
B 4085 Afvalhoutrecyclinginstallatie
bestemd voor: het vervaardigen van bouwmateriaal uit afvalhout door middel
van het granuleren en zeven van het hout, gevolgd door het mengen met cement
en het persen tot blokken, planken of platen,
en bestaande uit: granulator, zeefinstallatie, meng- en vulmachine, stapel-
en persinstallatie, ontmalinstallatie, trimmachine.
B 4086 Mobiele blikversnipperaar
bestemd voor: het versnipperen van blik afkomstig van de gescheiden huisvuilinzameling,
en bestaande uit: mobiele versnipperaar, magneetscheider, aluminiumafscheider,
(eventueel) generator.
B 4088 Mobiel pijpenreinigingssysteem
bestemd voor: het reinigen van pijpenbundels van industriële fornuizen
en pijpleidingsystemen door middel van een mobiel systeem, waarbij stalen
kogels via perslucht of persgas met hoge snelheid door de pijpen worden geleid,
waarbij het afval in vaste vorm wordt afgescheiden en de kogels opnieuw worden
gebruikt,
en bestaande uit: mobiel pijpenreinigingssysteem.
B 4090 Stalen of kunststof buikdenning
bestemd voor: het voorkomen van het ontstaan van afval bij het transport
van goederen met binnenschepen, door het aanbrengen van een stalen of kunststof
buikdenning in de laadruimte van bestaande binnenschepen,
en bestaande uit: een gesloten stalen of kunststof buikdenning.
B 4091 Indampinstallatie
bestemd voor: het indampen van waterige afvalstromen met name van mest
door middel van een verdampingsinstallatie met terugwinning van de verdampingswarmte
met een maximale destillatiecapaciteit van 250 liter per uur en een maximaal
energiegebruik van 0,05 kWh per liter afvalwater na opstarten,
en bestaande uit: verdampingsinstallatie met vacuümpomp, (eventueel)
opvangvat of -tank.
B 4092 Aftapinstallatie
bestemd voor: het met behulp van gesloten containers gebruiken van verf,
lak, inkt of olie waardoor geen verpakkingsafval ontstaat en waarbij de geleverde
containers worden teruggeleverd aan de leverancier,
en bestaande uit: aftapinstallatie, mengbuis, aansluitstukken, pomp.
B 4096 Recyclinginstallatie voor gelaagd glas, vlakglas
of draadglas
bestemd voor: het verwerken ten behoeve van hergebruik van gelaagd glas,
vlakglas of draadglas door breken en zeven,
en bestaande uit: breekinstallatie, zeefinstallatie, (eventueel) magneetafscheider,
(eventueel) non-ferro verwijderingsinstallatie.
B 4097 Recyclinginstallatie voor minerale vezels en minerale
wol
bestemd voor: het voorbewerken ten behoeve van hergebruik van gebruikte
minerale vezels of gebruikte minerale wol door middel van breken, zeven en
reinigen,
en bestaande uit: breekinstallatie, zeefinstallatie, (eventueel) magneetafscheider,
(eventueel) droger, (eventueel) windzifter, (eventueel) non-ferro verwijderingsinstallatie.
B 4098 Destillatie-installatie met damprecompressie
bestemd voor: het destilleren van vloeibare afvalstoffen, waarbij de damp
door middel van thermisch of mechanisch bewerkstelligde drukverhoging condenseert
bij een hogere temperatuur dan het atmosferische kookpunt, waardoor de condensatiewarmte
kan worden benut,
en bestaande uit: destillatiekolom met thermische of mechanische damprecompressie-eenheid.
B 4101 Ster- of trommelzeefmachine
bestemd voor: het zeven van bouw- en sloopafval door middel van een ster-
of trommelzeef,
en bestaande uit: sterzeefinstallatie of trommelzeefinstallatie, (eventueel)
lopende band.
B 4103 Elektrostatische scheidingsapparatuur
bestemd voor: het scheiden van kunststofafval en metaal door middel van
oplading in een hoogspanningsveld gevolgd door scheiding ten gevolge van geleidbaarheid
over een draaiende separatierol,
en bestaande uit: invoereenheid, corona-elektrodensysteem, separatierol,
opvangeenheid.
B 4104 Kabelscheidingsinstallatie
bestemd voor: het mechanische scheiden van afvalkabels in metaal en kunststof
door middel van een harige omloopband,
en bestaande uit: doseerinstallatie, omloopband, opvangeenheid.
B 4105 Elektrostatische separatoren
bestemd voor: het scheiden van kunststofmengsels in hun samenstellende
delen door middel van elektrostatische oplading, gevolgd door een vrije val,
en bestaande uit: (eventueel) invoereenheid, hoogspanningsgenerator, scheidingsinstallatie,
(eventueel) opvangeenheid.
B 4106 Rooimachine met tarrareinigingsinstallatie
bestemd voor: het rooien van bieten, prei, bollen of andere knollen, waarbij
aanhangende aarde en zand wordt verwijderd door middel van een rooimachine
welke voorzien is van een specifiek reinigingssysteem en waarvan het hydraulisch
systeem van zelfrijdende rooiers of rooiers met een eigen hydraulisch systeem
is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie, waarbij de emissies
de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden,
en bestaande uit:
a. rooier voor bollen of knollen, met inbegrip van aardappelen en met
uitzondering van bieten, voorzien van axiaalrollen, of
b. een bietenrooier met een sterrenbed, gevolgd door axiaalrollen, of
c. een bietenrooier met een sterrenbed met daarboven minimaal 3 borstels,
of
d. een bietenrooier met een sterrenbed met daarboven een wrijfband, of
e. een bietenrooier met axiaalrollen met daarboven minimaal 3 borstels,
of
f. een bietenrooier met speciale reinigingszon, een luchtdruk reinigingsunit
en borstels, of
g. een preirooier met klembanden, afsnij-inrichting, borstels of schudsysteem,
pelrollen.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4108 Dresgrondrecyclinginstallatie
bestemd voor: het onderhouden van grasvelden door middel van een mobiele
installatie die de dresgrond ter plaatse uit de bodem wint, waardoor separate
winning, transport en opslag niet langer nodig is,
en bestaande uit: dresgrondrecyclinginstallatie met geulenfrees en strooi-inrichting.
B 4109 Natte-scheidingsinstallatie voor zeefzand en ballastgrind
bestemd voor: het scheiden van zeefzand, afkomstig van breekinstallaties
van bouw- en sloopafval en ballastgrind, door middel van fysische scheidingstechnieken,
waarbij de zand- en/of grindfractie geschikt is voor hergebruik,
en bestaande uit: magneet, zeven, wastrommel, cyclonen, spiralen, ontwateringsschroef,
zeefbocht, ontwateringseenheid, bezinktank, pompen, transportvoorziening.
B 4111 Mobiele compostomzetmachine
bestemd voor: het mechanisch omzetten, beluchten en mengen van organisch
materiaal tijdens de compostbereiding door een niet baangebonden compostomzetmachine,
welke uitsluitend voor dat doel geschikt is,
en bestaande uit: niet baangebonden compostomzetmachine.
B 4112 Recyclinginstallatie voor ets- en beitsvloeistof
en metaal
bestemd voor: het in het ets- of beitsproces regenereren van ets- of beitsvloeistof
en het terugwinnen van het metaal dat vrijkomt bij het etsen of beitsen,
en bestaande uit: regeneratie-installatie.
B 4114 Metaalverwijderingssysteem
bestemd voor: het oplossen in zuur van zware metalen uit reststoffen,
gevolgd door het verwijderen van de zware metalen door middel van (membraan)elektrolyse,
en bestaande uit: (membraan)elektrolysecel, doseer- en oplosvat, pompen,
gelijkrichter, vaten.
B 4119 Mobiele tarrascheidingsinstallatie voor bollen
en knollen
bestemd voor: het verwijderen van tarra van bollen en knollen door middel
van een mobiele installatie op basis van een zwevend-zand bed, waardoor de
tarra op de rooiakker achterblijft,
en bestaande uit: mobiele tarrascheidingsinstallatie.
B 4120 Restpastabenuttingssysteem
bestemd voor: het geautomatiseerd verzamelen van restpasta in de zeefdrukkerij,
waarna de restpasta opnieuw kan worden gebruikt in het drukproces,
en bestaande uit: restpastabenuttingssysteem.
B 4121 Terugname-automaat
bestemd voor: het terugnemen van blikjes en/of bekertjes in een terugname-automaat,
waarbij de automaat steeds een retourpremie uitbetaalt of anderszins een tegenprestatie
levert,
en bestaande uit: terugname-automaat.
B 4122 Afvalfolie-rolpers
bestemd voor: het reduceren van het volume van afvalfolie door opslag
op een rol ten behoeve van hergebruik,
en bestaande uit: oprolautomaat.
B 4123 Frituurvetfilter
bestemd voor: het filtreren van warm frituurvet of -olie door middel van
membraanfiltratie, waardoor de standtijd verlengd wordt,
en bestaande uit: membraanfiltratie-installatie, (eventueel) voorfilter,
pomp.
B 4124 Rekfoliewikkelmachine
bestemd voor: het verpakken van producten op een pallet door middel van
een folie aan te brengen met een wikkelaar; de folie moet daarbij ten minste
300% (1 meter wordt 4 meter) worden voorgerekt waarbij ten hoogste
een versmalling van 13 % van de folie mag optreden. De machine moet
zijn vergezeld van een verklaring afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
erkende organisatie waaruit blijkt dat aan de hiervoor genoemde eisen is voldaan,
en bestaande uit: stalen frame, draaitafel met folie-afroller, voorrekmodule
met vaste voorrekinstelling.
B 4128 Schuimbitumenmachine
bestemd voor: in één werkgang renoveren van een rijbaan
door fresen van het oude wegdek en het gelijktijdig mengen van de vrijgekomen
materialen met bitumenschuim (hete bitumen gemengd met circa 2 % water),
en bestaande uit: mobiele frees- en bitumenschuiminstallatie.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4130 Wervelbedverbrandingsinstallatie ten behoeve van
teerhoudend wegenbouwmateriaal
bestemd voor: het verbranden van teerhoudend wegenbouwmateriaal in een
wervelbedverbrandingsinstallatie, waarbij de zand- en grindfractie opnieuw
ingezet wordt in de wegenbouw en waarbij de vrijkomende energie wordt benut,
en bestaande uit: wervelbedverbrandingsinstallatie, (eventueel) rookgasreinigingsapparatuur.
B 4131 Bulkstoffen verpakkingsinstallatie
bestemd voor: het comprimeren en opslaan in wikkelfolie van persbare bulkproducten
zodanig dat ten minste een volumereductie van 25 % wordt bereikt ten
opzichte van het ongeperste product,
en bestaande uit: doseerbunker, wikkelmachine, besturingssysteem.
B 4132 Detectieapparatuur radioactiviteit
bestemd voor: toegangscontrole op transportmiddelen en getransporteerde
stoffen bij inrichtingen voor de verwerking van schroot. De apparatuur moet
geschikt zijn om snel (binnen enkele seconden) geringe variaties op het gamma-achtergrond
niveau (30 nSv/hr) te kunnen meten of oppervlaktebesmettingen met minimaal
0,4 Bq/cm2 voor beta-deeltjes of 0,04 Bq/cm2 voor alfa-deeltjes,
en bestaande uit: detectieapparatuur voor radioactiviteit eventueel in
combinatie met registratieapparatuur en alarmeenheid.
E 4133 Demontagelijn voor huishoudelijke elektronische
apparaten
bestemd voor: het demonteren van gescheiden ingezamelde huishoudelijke
apparaten ten behoeve van hergebruik van de onderdelen,
en bestaande uit: demontagelijn, (eventueel) transportbanden, sorteersysteem.
E 4134 Recyclinginstallatie voor glasvezelversterkt kunststof
bestemd voor: het scheiden van glasvezelversterkte kunstof door middel
van verkleinen en zeven, waarbij de teruggewonnen componenten worden hergebruikt
of nuttig worden toegepast,
en bestaande uit: verkleiningsinstallatie, (eventueel) maalinstallatie,
zeefinstallatie, (eventueel) windzifter, transportbanden.
E 4135 Magnetische afscheider
bestemd voor: het verwijderen van ijzeren bestanddelen uit afvalstromen,
en bestaande uit: magneethuis, omloopband, aandrijving.
E 4136 Spuitbusrecyclingsysteem
bestemd voor: het verwijderen van de drijfgassen en aerosolen uit spuitbussen
waarbij de vrijkomende gassen door een filter worden geleid, waarna de spuitbussen
kunnen worden verwerkt,
en bestaande uit: doorprikinstallatie, opvangsysteem, absorbtiefilter,
(eventueel) persinstallatie.
E 4137 Restbetonrecyclinginstallatie
bestemd voor: het verwerken en recyclen van restbeton en restmetselspecie
waarbij de teruggewonnen componenten worden hergebruikt,
en bestaande uit: (eventueel) waterspuitinstallatie, (eventueel) grind-
en zandzeven, (eventueel) roerwerk, (eventueel) vijzel, (eventueel) zandafscheider,
(eventueel) opvangbakken, (eventueel) transportband, (eventueel) pomp.
E 4140 Energiezuinige of mineraal-gerichte mestverwerking
bestemd voor: het verwerken van mest door middel van een installatie welke:
a. ten minste energie neutraal is.
De installatie moet tijdens het in bedrijf zijn volledig in zijn eigen
energie voorzien dan wel energie opleveren, gerekend over de totale keten
van voorbehandeling tot en met eindproduct, of
b. een gering energiegebruik heeft en waarbij ten minste 40% van
de totale N in de mest, in minerale vorm wordt afgezonderd.
Het energieverbruik, gebaseerd op de ingaande meststroom mag niet meer
bedragen dan 10 kWh of 2,8 m3 aardgasequivalenten per ton mest,
gerekend over de totale keten van voorbehandeling tot en met eindproduct.
Dat onder a en b voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot energiegebruik
en mineralenverwijdering, dient te worden aangetoond aan de hand van een berekening
door een onafhankelijk deskundige,
en bestaande uit: mestverwerkingsinstallatie, (eventueel) luchtreiniging,
(eventueel) korrelpers (eventueel) voorzieningen voor productopslag, (eventueel)
installatie voor de opwekking van duurzame energie.
B 4142 Aluminium container voor kunststof/bulktransport
bestemd voor: het transporteren van granulaat en andere bulkgoederen in
een aluminium bulkcontainer,
en bestaande uit: aluminium bulkcontainer, (eventueel) stalen omhulling.
B 4144 Infrarood productiebakoven
bestemd voor: het op industriële schaal in één bewerking
garen en kleuren van etenswaren met als enige warmtebron infrarood verhitting
zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van bakolie,
en bestaande uit productiebakoven.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4145 Stralingsvrije meetapparatuur (vervanging)
bestemd voor: het vervangen van bestaande apparatuur ten behoeve van dichtheids-
en niveaumeting op basis van radioactiviteit door een alternatieve techniek,
en bestaande uit: dichtheids- en niveaumeetapparatuur anders dan met behulp
van radioactiviteit.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4146 Ontvleesmachine met automatische contourinstelling
bestemd voor: het voorkomen van in het looiproces komen van restvlees
door gebruikmaking van een automatische contourinstelling van het ontvleesmes,
en bestaande uit: ontvleesmachine, (eventueel) ontmestcylinder.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 4147 Ontzoutmachine
bestemd voor: het ontzouten van huiden waarbij het afgeklopte zout wordt
hergebruikt,
en bestaande uit: roterend kooivat, opvangtrechter, (eventueel) transporteur.
B 4148 Ondergrondse afvalcontainer voor GFT
bestemd voor: het ondergronds opvangen van GFT-afval zodanig dat alle
lekstoffen worden opgevangen in een opvangbak
en bestaande uit: vloeistofdichte container voor GFT-afval die voor tenminste
2/3 ondergronds wordt geplaatst, opvangbak.
B 4149 Röntgen-afvalscheidingsinstallatie
bestemd voor: het herkennen en afscheiden van afvalstoffen ten behoeve
van hergebruik met behulp van röntgenstraling,
en bestaande uit: stralingsbron, röntgensensor, (eventueel) scheidingstechnieken.
B 4150 Inzamelpunt voor vlakglas
bestemd voor: het inzamelen van vlakglas,
en bestaande uit: een container die specifiek geschikt is voor de inzameling
van vlakglas
B 4151 Continu aanmaaksysteem voor drukpasta en verf
bestemd voor: het continue aanmaken van drukpasta of verf voor onmiddellijk
gebruik zodat geen voorraad en geen afval ontstaat,
en bestaande uit: continu aanmaaksysteem.
5. Investeringen in mobiele machines of ter voorkoming
of beperking van geluid-emissies
Categorie II (30% investeringsaftrek)
A 5028 Geluidarme compressievrije transportkoeling
bestemd voor: het koelen van produkten in trailers, trucks of aanhangwagens
door middel van de eenmalige verdamping van CO2 of stikstof aan
de lucht,
en bestaande uit: voorraadtank, verdamper, (eventueel) transportruimteventilator,
(eventueel) koudeverdeler.
Categorie III (15% investeringsaftrek)
B 5000 Geluidarm stroomaggregaat
bestaande uit: niet-vast opgestelde aandrijfmotor en generator met een
op rotatie berustende werking die stroom afgeeft voor laswerk of arbeidsvermogen,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 89+logPel, waarbij Pel het elektrisch vermogen is in kVA.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5001 Geluidarme motoraangedreven compressor met een
capaciteit van max. 30 m3/min
bestaande uit: niet-vast opgestelde door een verbrandingsmotor aangedreven
toestel waarmee lucht wordt samengeperst en verplaatst, met uitzondering van
ventilatoren en vacuümpompen,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 95+2logP,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269 en waarbij
de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet
overschrijden.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5002 Geluidarme laadschop
bestemd voor: het laden, lossen, vervoeren of zeven van materiaal,
en bestaande uit: een zelfrijdend door een verbrandingsmotor aangedreven
werktuig op wielen of rupsbanden met een geïnstalleerd vermogen groter
dan 25 kW dat aan de voorzijde is uitgerust met een bak en waarvan het hydraulisch
systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie en waarbij
de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet
overschrijden,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 81+11log
P, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5003 Geluidarme graafmachine
bestemd voor: het graven, laden, lossen, vervoeren, slopen, knippen, zeven
of vergruizen van materiaal,
en bestaande uit: graafmachine met een geïnstalleerd vermogen groter
dan 15 kW met een zelfrijdende door een verbrandingsmotor aangedreven onderwagen
en een bovenwagen die een zwenkbeweging van meer dan 360° kan uitvoeren,
door middel van bewegingen van de giek, de arm, die aan de voorzijde is uitgerust
met een bak, sloopschaar, zeef, vergruizer of palenkraker en waarvan het hydraulisch
systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie en waarbij
de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet
overschrijden,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 79+11log
P, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5004 Geluidarme betonwarenverdichtingsinstallatie
bestemd voor: het vervaardigen van betonwaren in een installatie waarbij
de verdichting wordt verkregen door de toepassing van een trillingsfrequentiegenerator
(in plaats van doorslagtoepassing),
en bestaande uit: betonwarenverdichtingsmachine, trillingsfrequentiegenerator.
De investering komt voor 20% van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5008 Geluidarme motorpomp
bestemd voor: het oppompen van water met behulp van een niet-vast opgestelde
pomp, aangedreven door een verbrandingsmotor met een geluidsvermogensniveau
van maximaal 95 dB(A)/1pW,
en bestaande uit: motorpomp met eigen verbrandingsmotor.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5009 Ventilator
bestemd voor: het verplaatsen van lucht bij warmtewisselaars, koeltorens
en ventilatiesystemen, zodanig dat het geluidsvermogensniveau van de ventilator,
overeenkomstig ISO 1680/1, niet meer bedraagt dan 28+30logU-5logD+10logP,
waarbij U de omtreksnelheid van de waaier (in m/s) is, D de diameter van de
waaier is (in m) en P het nominale elektrische aandrijfvermogen is (in kW),
en bestaande uit: ventilator, aandrijfmechanisme, (eventueel) toerenregeling.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5010 Houtversnipperaar
bestemd voor: het versnipperen van houtige gewassen door middel van een
niet stationair opgestelde houtversnipperaar, en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau
van:
a. ten hoogste 117 dB(A)/1 pW voor versnipperaars met een maximale invoerdiameter
van 200 mm of minder, of
b. ten hoogste 120 dB(A)/1 pW voor versnipperaars met een maximale invoerdiameter
van meer dan 200 mm.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5011 Vorkheftruck
bestemd voor: het heffen en verplaatsen van goederen met behulp van een
vorkheftruck die is voorzien van een meerijdende bestuurdersplaats en waarvan
het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische
olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden
niet overschrijden,
en bestaande uit: een vorkheftruck met verbrandingsmotor met een geluidsvermogensniveau
van maximaal: 87+8logP, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn
80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5012 Hydraulisch heiblok
bestemd voor: het heien van massieve funderingspalen door middel van een
hydraulisch aangedreven heiblok,
en bestaande uit: hydraulisch heiblok. Exclusief generator.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5013 Geluidarme mobiele kraan
bestaande uit: een zelfrijdende telescoop- of vakwerkkraan op banden met
een maximale hijslast van 60 ton die niet aan een vaste baan is gebonden,
die is toegelaten op de openbare weg en waarvan het hydraulisch systeem is
gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie en waarbij de emissies
de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal:
a. ten hoogste 103 dB(A)/1 pW voor een telescoopkraan, of
b. 96 dB(A)/1 pW voor een torenkraan.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5014 Verwijderbare bekisting voor ankerloze spouwmuren
bestemd voor: het gieten van ankerloze spouwmuren met behulp van een verwijderbare
dubbele bekisting met een scharnierend middensegment,
en bestaande uit: dubbele bekisting met een scharnierend middensegment.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5015 Vast opgesteld lagedruk aggregaat
bestemd voor: het laden of lossen van bulkgoederen door middel van een
vast opgesteld pneumatisch lagedruk aggregaat,
en bestaande uit: vast opgesteld pneumatisch lagedruk aggregaat.
De investering komt voor 50 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5016 Geluidarme telescooplader/verreiker
bestemd voor: het verplaatsen van materiaal door een zelfrijdend door
een verbrandingsmotor aangedreven werktuig op wielen met een geïnstalleerd
vermogen groter dan 25 kW, aan de voorzijde uitgerust met gereedschap, waarmee
materiaal geladen of gelost kan worden, waarvan het hydraulisch systeem is
gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 82+11logP,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5017 Geluidarm hydrauliek aggregaat
bestemd voor: het genereren van druk ten behoeve van hydraulische werktuigen
door middel van een niet-vast opgesteld, door een verbrandingsmotor aangedreven
aggregaat, waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 100+2logP,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5018 Geluidarme straatveegmachine
bestemd voor: het vegen van straten met behulp van een zelfrijdende door
een verbrandingsmotor aangedreven straatveegmachine, waarvan het hydraulisch
systeem is uitgerust met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 85+11logP,
waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5019 Geluidarme hoogwerker
bestemd voor: het dragen en in de hoogte verplaatsen van mensen ten behoeve
van het verrichten van werkzaamheden door middel van een met een verbrandingsmotor
aangedreven hoogwerker die niet is toegelaten op de openbare weg en waarvan
het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische
olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden
niet overschrijden,en welke voldoet aan het geluidsvermogensniveau van maximaal:
82+11logP, waarbij P het vermogen in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5020 Geluidarme kolkenzuiger
bestemd voor: het leegzuigen van straat- en rioolkolken met behulp van
een kolkenzuiger, waarvan de pomp wordt aangedreven door de aftakas en waarvan
het hydraulisch systeem is uitgerust met biologisch afbreekbare, niet toxische
olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 98 dB(A)/1pW.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5021 Geluidarme huisvuilwagen
bestemd voor: het inzamelen van huisvuil met behulp van een huisvuilwagen,
waarvan het hydraulisch systeem is uitgerust met biologisch afbreekbare, niet
toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 96 dB(A)/1pW.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5022 Milieuvriendelijke tractor
bestemd voor: het trekken en/of aandrijven van werktuigen door middel
van een tractor waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsdrukniveau LpA(7,5m) van maximaal:
62+11logP, bepaald volgens EEG-Richtlijn 74/151 EG, waarbij P het vermogen
in kW is, bepaald volgens EG-Richtlijn 80/1269, en waarbij de emissies de
in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet overschrijden.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5023 Geluidarme autolaadkraan
bestemd voor: het laden en lossen van vracht met behulp van een autolaadkraan
die is voorzien van een eigen aandrijving, waarvan het hydraulisch systeem
is uitgerust met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van maximaal: 100 dB(A)/1pW.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 5025 Milieuvriendelijke gemotoriseerde landbouwmachines
bestemd voor: het zaaien, planten, bemesten, verzorgen of oogsten van
landbouwprodukten of het maaien en reinigen van sloten en bermen of voor het
onderhoud van natuurterreinen,
en bestaande uit: gemotoriseerde landbouwmachines waarvan het hydraulisch
systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie, dat niet
gekoppeld kan worden aan een hydraulisch systeem met gewone olie, en waarbij
de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage vermelde grenswaarden niet
overschrijden.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 5026 Milieuvriendelijke getrokken landbouwmachines
bestemd voor: het zaaien, planten, bemesten, verzorgen of oogsten van
landbouwprodukten of het maaien en reinigen van sloten en bermen of voor het
onderhoud van natuurterreinen,
en bestaande uit: getrokken landbouwmachines met een eigen hydraulisch
systeem, dat is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie, en
dat niet gekoppeld kan worden met een hydraulisch systeem met gewone olie.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
E 5027 Hydraulische boorstelling
bestemd voor: het boren van gaten ten behoeve van funderingspalen met
behulp van een hydraulische boorstelling, waarvan het hydraulisch systeem
is gevuld met biologisch afbreekbare, niet toxische olie,
en bestaande uit: hydraulisch systeem, boorkast, avegaarboor.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5029 Geluidarme gazonmaaier
bestemd voor: het maaien van gazonnen en sportvelden en -banen door middel
van een zelfrijdende gazonmaaier met een minimale maaibreedte van 70 cm, waarvan
het eventueel aanwezige hydraulisch systeem is gevuld met biologisch afbreekbare,
niet toxische olie en waarbij de emissies de in onderdeel 5 van deze bijlage
vermelde grenswaarden niet overschrijden
en welke voldoet aan een geluidsvermogensniveau van:
a. ten hoogste 98 dB(A)/1 pW voor maaiers met een maaibreedte van tenminste
70 cm, doch niet meer dan 120 cm, of
b. ten hoogste 103 dB(A)/1 pW voor maaiers met een maaibreedte van meer
dan 120 cm.
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
B 5030 Geluidarme mobiele puinbreker
bestemd voor: het breken van steen- en betonpuin tot granulaat in een
niet vast opgestelde mobiele breekinstallatie, die voldoet aan een geluidsvermogensniveau
van maximaal 114 dB(A) en waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met biologisch
afbreekbare, niet toxische olie,
en bestaande uit: toevoermond met trilgoot, voorzeef, breekunit, aandrijving,
(eventueel) transportbanden, (eventueel) magneetband
De investering komt voor 20 % van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
Bijlage 2, behorend bij artikel 1
Begripsbepalingen
1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Maatlat Groen Label Kas Niveau I
2002.
2. Technische uitwerking van de maatregelen kan geschieden in het kader
van het certificatieschema Groen Label Kas 2002 van de Stichting Milieukeur
(hierna: het certificatieschema) of een gelijkwaardig schema.
3. In deze bijlage wordt verstaan onder:
a. zware stookteelt: teelt in een kas waarbij de gemiddelde minimum etmaaltemperatuur
(op basis van de stooklijn) in de maand januari tenminste 17°C is;
b. hetelucht/lichtestookteelt: teelt in een kas waarbij de gemiddelde
minimum etmaaltemperatuur, (op basis van de stooklijn) in de maand januari
lager dan 17°C is;
c. dubbelwandige niet flexibele kunststofplaat: constructie bestaande
uit ten minste twee lagen niet flexibel kunststof voorzien van een luchtspouw;
d. dubbel beglaasd of dubbel glas: constructie bestaande uit twee lagen
glas voorzien van een luchtspouw;
e. (opwekkings)vermogen, indien niet nader aangeduid: elektrisch vermogen
uitgedrukt in Watt per m2 teeltoppervlakte dat met de installatie wordt verwarmd.
4. Het minimaal aantal punten bedraagt voor:
a. tomatenteelt: 95 punten op basis van de hierna opgenomen keuzemaatregelen;
b. overige zware stookteelt: 85 punten op basis van de hierna opgenomen
keuzemaatregelen;
c. hetelucht/lichtestookteelt: 70 punten op basis van de hierna opgenomen
keuzemaatregelen.
5. Met betrekking tot centrale koolstofdioxidelevering, aansluiting op
een restwarmtenet en centrale opslag van regenwater, kunnen de betreffende
punten ondanks het feit dat de koolstofdioxidelevering, de restwarmtelevering
of de regenwateropvang nog niet plaatsvindt, toch worden toegekend in het
geval dat de benodigde installatie voor de centrale levering nog niet gerealiseerd
kan worden mits:
a) er zekerheid bestaat dat zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen
twee jaar na het verstrekken van de verklaring van de centrale levering gebruik
zal worden gemaakt,
b) dat de wijze waarop en de mate waarin de levering zal plaatsvinden,
bekend is,
c) onverkorte toepassing van deze regeling zou leiden tot ernstige bemoeilijking
van het centrale leveringsproject, en
d) het project naar de mening van de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer belangrijke verdiensten heeft op het gebied van milieu,
energie of ruimtelijke ordening.
Het bepaalde, onder a en b, wordt aangetoond door middel van overeenkomsten
met de (toekomstige) leverancier en het bepaalde onder, c en d, wordt aangetoond
door middel van een verklaring terzake van de Minister van Volkshuisvesting
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Indien het project twee jaar na het
verstrekken van de verklaring niet is gerealiseerd, vervallen de punten.
1. Basiseisen voor kassen voor zware stookteelt:
A. Vervallen.
B. Gootsysteem: het gootsysteem dient
• te voorzien in een gescheiden condensafvoer,
• te bestaan uit goten met een maximale lichtonderschepping, bepaald
volgens de halve omtrekmethode van maximaal 7,00 %, en
• te bestaan uit goten die, indien ze zijn vervaardigd van staal,
tweezijdig gecoat zijn.
C. Vervallen.
D. Roeden van kas: de roeden dienen te zijn vervaardigd van aluminium
of gecoat staal.
E. Dek: het dek van kassen, bestemd voor andere teelten dan tomatenteelt,
dient te bestaan uit ten minste enkel glas waarbij een beweegbaar scherm aangebracht
is, dan wel uit dubbel glas, isolerend gecoat glas, of dubbelwandige niet
flexibele kunststofplaat.
F. Gevels: de gevel dient te bestaan uit ten minste enkel glas en een
scherm, dan wel uit dubbel glas, dan wel uit isolerend gecoat glas, dan wel
uit dubbelwandige niet flexibele kunststofplaat, dan wel dubbel te zijn beglaasd.
G. Verwarmingssysteem:
• bij aanwezigheid van een verwarmingsketel dient deze een rendement
te hebben van minimaal 84% berekend op de bovenste verbrandingswaarde
van aardgas;
• bij aanwezigheid van een ketel mag de rookgastemperatuur na de
condensor maximaal 50°C bedragen;
• bij aanwezigheid van een ketel van 1998 of jonger, dient deze te
zijn voorzien van een isolatielaag van tenminste 10 centimeter. Bij aanwezigheid
van een ketel van voor 1998, dient deze te zijn voorzien van een isolatielaag
van tenminste 5 centimeter;
• de transportleiding dient te zijn uitgevoerd met transportpompen
voorzien van frequentieregeling;
• het verwarmingssysteem dient zo te zijn uitgevoerd dat het luchttemperatuursverschil
in de kas (over 95% van het areaal) kleiner is dan 1,5°C indien
deze worden gemeten bij een vaste buistemperatuur van 60°C of bij de maximum
buistemperatuur indien deze lager is dan 60°C, waarbij meting geschiedt
zoals aangegeven in het certificatieschema .
H. Indien assimilatiebelichting wordt toegepast dient:
• de eventueel aanwezige warmtekrachtkoppeling te zijn voorzien van
een rookgascondensor met een zodanige capaciteit, dat de rookgassen worden
afgekoeld tot 50°C of een lagere temperatuur;
• de eventuele aanwezige warmtekrachtkoppeling te zijn voorzien van
een warmtebuffer met een volume van ten minste 60 m 3 /ha;
• de eventuele aanwezige warmtekrachtkoppeling te zijn voorzien van
een rookgasreinigingsinstallatie, en de rookgasstroom van de eventuele warmtekrachtkoppeling
te worden aangewend voor koolstofdioxidedosering aan de planten.
I. Koolstofdioxide/rookgas-doseerinstallatie: er dient een koolstofdioxide/rookgas
doseer-installatie te worden toegepast indien het bedrijf is voorzien van
een ketel. Deze eis is niet van toepassing indien er een aansluiting is op
een centraal koolstofdioxide-distributienet of indien minimaal 75%
van de jaarlijkse behoefte aan CO2 wordt geleverd per as.
J. Sensoren: de klimaatsensoren voor temperatuur-, vocht- en koolstofdioxide-metingen
dienen een individuele en totale meetnauwkeurigheid te hebben als aangegeven
in “Normering van meetnauwkeurigheden van klimaatregeling in praktijkkassen”
(PBG, Naaldwijk) of gelijkwaardig.
K. Controle op aanwezigheid en optimaal functioneren van de onderdelen
dient te geschieden conform het certificatieschema.
De periodieke controle dient qua inhoud en frequentie te geschieden conform
het certificatieschema en in ieder geval:
• mede te bestaan uit een controle die betrekking heeft op onderdelen
van een energiedoorlichting die uitgevoerd wordt zoals aangegeven in het certificatieschema;
• betrekking te hebben op een gelijkmatige verdeling van het gedoseerde
CO2 over de kas;
• betrekking te hebben op eventuele ruitbreuk en de afdichting van
de ramen in dek en gevel. Er dient overeenstemming te bestaan met de opleveringssituatie;
• betrekking te hebben op de luchtramen. Deze dienen in de stand “gesloten”
daadwerkelijk gesloten zijn, en
• te resulteren in herstel van geconstateerde gebreken en afwijkingen
binnen een maand na de controle.
L. Restwarmteaansluiting: indien de infrastructuur aanwezig is binnen
10 m van de perceelsgrens en de leverancier van restwarmte bereid en in staat
is om restwarmte te leveren die ten minste 25% van de warmtevraag dekt,
dient men aan te sluiten op deze infrastructuur en de beschikbare capaciteit
aan te wenden. Deze eis is niet van toepassing indien er een warmtekrachtkoppeling
aanwezig is met een thermisch vermogen van minimaal 30 W/m2.
M. Centrale koolstofdioxide-levering: indien de infrastructuur aanwezig
is binnen 10 m van de perceelsgrens en de leverancier van koolstofdioxide
bereid en in staat is om koolstofdioxide te leveren die ten minste 75%
van de koolstofdioxidevraag dekt, dient men aan te sluiten op deze infrastructuur
en de beschikbare capaciteit aan te wenden. Deze eis is niet van toepassing
indien er een warmtekrachtkoppeling aanwezig is met rookgasreiniging of indien
minimaal 75% van de jaarlijkse behoefte aan CO2 wordt geleverd
per as.
N. Klimaatregeling: het klimaat dient automatisch te worden geregeld door
een klimaatcomputer.
O. Biologische gewasbescherming: dit dient te worden toegepast tenzij
teelttechnisch omstandigheden dan wel het internationaal handelsverkeer dit
onmogelijk maken.
P. Gegevens registratie dient minimaal plaats te vinden op het niveau
van bijlage 1 bij het (concept) Besluit glastuinbouwbedrijven. De geregistreerde
gegevens dienen ter beschikking te worden gesteld aan de eigenaar van het
certificatieschema.
Q. Wettelijke voorschriften: ten behoeve van de inrichting dient men te
beschikken over de eventueel van toepassing zijnde vergunningen als bedoeld
in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en aan te tonen dat de eventueel op
de inrichting van toepassing zijnde meldingen als bedoeld in artikel 8.19
en artikel 8.41 van de Wet milieubeheer zijn geschied.
2. Basiseisen voor kassen voor lichtestookteelt/heteluchtteelt:
A. Vervallen
B. Gootsysteem: het gootsysteem dient :
• te voorzien in een gescheiden condensafvoer;
• te bestaan uit goten met een maximale lichtonderschepping, bepaald
volgens de halve omtrekmethode van maximaal 7,00%, en
• te bestaan uit goten die, indien ze zijn vervaardigd van staal,
tweezijdig gecoat zijn.
C. Vervallen.
D. Roeden van kas: de roeden dienen te zijn vervaardigd van aluminium
of gecoat staal.
E. Dek: het dek van de kas dient tenminste te bestaan uit enkel glas,
dan wel uit dubbelwandige niet flexibele kunststofplaat.
F. Gevels: de gevel dient te bestaan uit tenminste enkel glas, dan wel
uit dubbelwandige niet flexibele kunststofplaat.
G. Verwarmingssysteem:
• bij aanwezigheid van een verwarmingsketel dient deze een rendement
te hebben van minimaal 84% berekend op de bovenste verbrandingswaarde
van aardgas;
• bij aanwezigheid van een ketel van 1998 of jonger, dient deze te
zijn voorzien van een isolatielaag van tenminste 10 centimeter. Bij aanwezigheid
van een ketel van voor 1998, dient deze te zijn voorzien van een isolatielaag
van tenminste 5 centimeter;
• bij aanwezigheid van een ketel dient de transportleiding te zijn
uitgevoerd met transportpompen voorzien van frequentieregeling;
• indien gebruik wordt gemaakt van heteluchtkachels, te zijn uitgerust
met branders met een maximale NOx-emissie van 60 mg/m3
(3% O2)
• het verwarmingssysteem dient bij het niet toepassen van heteluchtteelt,
zo te zijn uitgevoerd, dat het luchttemperatuursverschil in de kas (over 95%
van het areaal) kleiner zijn dan 1,5°C indien deze worden gemeten bij
een vaste buistemperatuur van 60°C of bij de maximum buistemperatuur indien
deze lager is dan 60°C zoals aangegeven in het certficatieschema.
H. Koolstofdioxide/rookgas-doseerinstallatie: er dient een koolstofdioxide/rookgas
doseer-installatie te worden toegepast indien het bedrijf is voorzien van
een ketel. Deze eis is niet van toepassing indien er een aansluiting is op
een centraal koolstofdioxide-distributienet of indien minimaal 75%
van de jaarlijkse behoefte aan CO2 wordt geleverd per as.
I. Sensoren: de klimaatsensoren voor temperatuur-, vocht- en koolstofdioxide-metingen
dienen een individuele en totale meetnauwkeurigheid te hebben als aangegeven
in “Normering van meetnauwkeurigheden van klimaatregeling in praktijkkassen”
(PBG, Naaldwijk) of gelijkwaardig.
J. Controle op aanwezigheid en optimaal functioneren van de onderdelen
dient te geschieden conform het certificatieschema.
De periodieke controle dient qua inhoud en frequentie te geschieden conform
het certificatieschema en in ieder geval:
• bij het niet toepassen van heteluchtteelt mede te bestaan uit een
controle die betrekking heeft op onderdelen van een energiedoorlichting die
uitgevoerd wordt zoals aangegeven in het certificatieschema;
• bij het niet toepassen van heteluchtteelt betrekking te hebben
op een gelijkmatige verdeling van de gedoseerde CO2 over de kas;
• betrekking te hebben op eventuele ruitbreuk en de afdichting van
de ramen in dek en gevel. Er dient overeenstemming te bestaan met de opleveringssituatie;
• betrekking te hebben op de luchtramen. Deze dienen in de stand “gesloten”
daadwerkelijk gesloten zijn, en
• te resulteren in herstel van geconstateerde gebreken en afwijkingen
binnen een maand na de controle.
K. Restwarmteaansluiting: bij het niet toepassen van heteluchtteelt dient
men indien de infrastructuur aanwezig is binnen 10 m van de perceelsgrens
en de leverancier van restwarmte bereid en in staat is om restwarmte te leveren
die ten minste 25% van de warmtevraag dekt, aan te sluiten op deze
infrastructuur en de beschikbare capaciteit aan te wenden. Deze eis is niet
van toepassing indien er een warmtekrachtkoppeling aanwezig is met een thermisch
vermogen van minimaal 30 W/m2.
L. Centrale koolstofdioxide-levering: bij het niet toepassen van heteluchtteelt
dient men, indien de infrastructuur aanwezig is binnen 10 m van de perceelsgrens
en de leverancier van koolstofdioxide bereid en in staat is om koolstofdioxide
te leveren die ten minste 75% van de koolstofdioxidevraag dekt, aan
te sluiten op deze infrastructuur en de beschikbare capaciteit aan te wenden.
Deze eis is niet van toepassing indien er een warmtekrachtkoppeling aanwezig
is met rookgasreiniging of indien minimaal 75% van de jaarlijkse behoefte
aan CO2 wordt geleverd per as.
M. Klimaatregeling: het klimaat dient automatisch te worden geregeld door
een klimaatcomputer.
N. Biologische gewasbescherming: dit dient te worden toegepast tenzij
teelttechnisch omstandigheden dan wel het internationaal handelsverkeer dit
onmogelijk maken.
O. Gegevens registratie dient minimaal plaats te vinden op het niveau
van bijlage 1 bij het (concept) Besluit glastuinbouwbedrijven. De geregistreerde
gegevens dienen ter beschikking te worden gesteld aan de eigenaar van het
certificatieschema.
P. Wettelijke voorschriften: ten behoeve van de inrichting dient men te
beschikken over de eventueel van toepassing zijnde vergunningen als bedoeld
in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en aan te tonen dat de eventueel op
de inrichting van toepassing zijnde meldingen als bedoeld in artikel 8.19
en artikel 8.41 van de Wet milieubeheer zijn geschied.
3. Keuzemaatregelen voor kassen voor zware stookteelt,
onderdeel energie
HOOFDCATEGORIE Ka: KALKOENEN
vleeskalkoenen
Ka 1 mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 90%
emissiereductie
2. Omschrijving stalsystemen
nummer: R 4
Naam van het systeem: Chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie
Diercategorie: Vleeskalveren van 0 tot 8 maanden
Datum: December 2001
Korte omschrijving van het systeem:
De ventilatielucht uit de stal wordt behandeld door een chemisch luchtwassysteem.
Hiermee wordt de ammoniakemissie beperkt. Een chemisch luchtwassysteem bestaat
uit een kolom met vulmateriaal waarover continu aangezuurde wasvloeistof wordt
gesproeid. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt
de ammoniak afgevangen in de wasvloeistof. De gereinigde lucht verlaat het
systeem. Door het toevoegen van zwavelzuur aan de wasvloeistof wordt continu
de ammoniak omgezet in een zout.
Eisen aan de uitvoering:
1) Stal
De stal(len) waarvan de lucht door het chemisch luchtwassysteem wordt
behandeld valt (vallen) onder categorie A 4.2 (overige bedrijven).
2) Chemische luchtwasser
Een chemisch luchtwassysteem kan de ventilatielucht van één
of meerdere stal(len) behandelen. Op de situatietekening van het totale bedrijf
dient dit duidelijk te worden aangegeven.
3) Ventilatielucht
a. van elke stal waarvoor de lagere emissiewaarde van kracht is, dient
alle ventilatielucht via het chemisch luchtwassysteem de stal te verlaten;
b. het doorstroomoppervlak van het luchtafvoerkanaal dient tenminste 1
cm2 per m3 per uur maximale ventilatiecapaciteit te
bedragen. Hierbij rekening houden met de maximale ventilatiebehoefte van 1
m3/kg levend gewicht/uur.
4) Stofafvang
Een chemisch luchtwassysteem dient voorzien te zijn van een adequaat uitgevoerde
en goed functionerende al of niet geïntegreerde stofafvang.
5) Registratie instrumenten
Ten behoeve van de wekelijkse controle (zie bijlage 2), moeten een urenteller
en een geijkte waterpulsmeter worden aangebracht. De urenteller is nodig voor
het registreren van de draaiuren van de circulatiepomp. Door de watermeter
wordt de hoeveelheid spuiwater geregistreerd. Deze waarden moeten continu
worden geregistreerd en niet vrij toegankelijk worden opgeslagen.
6) Zuuropslag
De inhoud van de opslag moet snel en accuraat kunnen worden afgelezen.
7) Afvoer spuiwater
Het spuiwater mag niet worden afgevoerd naar een opslag die in open verbinding
staat met de dieren. Aanbevolen wordt om het spuiwater af te voeren naar een
aparte opslag.
Eisen aan het gebruik:
1) De pH van het waswater is afhankelijk van het systeem (opgave leverancier).
2) Conform het monstername protocol (zie bijlage 1) dient elk half jaar
een monster van het waswater te worden genomen. De analyseresultaten dienen
binnen de aangegeven grenzen te liggen. Indien deze buiten de grenzen liggen
dient de gebruiker en/of leverancier actie te ondernemen.
Monstername, vervoer en analyse van het waswater en de rapportage daarvan
dienen door een STERIN/STERLAB gecertificeerde instelling te worden uitgevoerd.
3) Door vervuiling van het filterpakket zal de ventilatielucht een hogere
weerstand ondervinden. Om deze reden dient het luchtwassysteem minimaal elk
jaar te worden gereinigd.
4) Er dient een logboek te worden bijgehouden met betrekking tot enerzijds
metingen, onderhoud, analyseresultaten van het waswater en optredende storingen
en anderzijds de wekelijkse controlewerkzaamheden (zie bijlage 2).
5) Het chemisch luchtwassysteem moet een ammoniakverwijderingsrendement
hebben van minimaal 90%.
6) Er dient een onderhoudscontract en een adviescontract afgesloten te
zijn met de leverancier. In het onderhoudscontract moet een jaarlijkse controle
en onderhoud van het luchtwassysteem zijn opgenomen. Voorts zijn in dit contract
taken van de leverancier opgenomen. Bijlage 2 geeft informatie over de standaardinhoud
van het onderhoudscontract. Het adviescontract biedt steun bij vragen over
de procesvoering van het luchtwassysteem.
Nadere bijzonderheden:
1) Bij de vergunningaanvraag dient het dimensioneringsplan van het luchtwassysteem
en het monsternameprotocol te worden overlegd.
2) Het monsternameprotocol en de bedieningshandleiding dienen op een centrale
plaats bij de installatie te worden bewaard.
3) De bestemming van het spuiwater van het chemisch luchtwassysteem moet
duidelijk worden aangegeven. In de notitie bij de brief van het ministerie
van VROM aan gemeenten, provincies en andere belanghebbende instanties d.d.
18 mei 2000 (nr. DWL/2000055147), zijn de milieuhygiënische randvoorwaarden
beschreven.
4) De vergunningverlener kan voorschrijven een rendementsmeting van het
chemisch luchtwassysteem uit te voeren in de periode van 3 tot 9 maanden nadat
het systeem is geïnstalleerd. Om op langere termijn het ammoniakverwijderingsrendement
van het chemisch luchtwassysteem aan te tonen kan de vergunningverlener voorschrijven
tot het herhalen van de rendementsmeting. In bijlage 3 is een beschrijving
opgenomen van de wijze waarop de rendementsmeting moet worden uitgevoerd.
5) Het gehalte aan ammoniumsulfaat in het spuiwater is afhankelijk van
het systeem (opgave leverancier).
6) Voor de opslag van en het omgaan met zwavelzuur zijn door de arbeidsinspectie
en de Commissie Preventie van Rampen voor gevaarlijke stoffen richtlijnen
opgesteld (P-blad 134.4 en CPR-richtlijn 15-1). Het niet nakomen van deze
richtlijnen kan ernstige ongelukken tot gevolg hebben.
7) De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De emissie
bedraagt 0,3 kg NH3 per dierplaats per jaar.
8) De bovengenoemde bijlagen 1, 2 en 3 zijn opgenomen in de bijlage behorende
bij chemische luchtwassystemen.
Tekeningen:
Zie volgende pagina voor een schematisch overzicht van het systeem.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
nummer: V 3
Naam van het systeem: Opfokhok met schuine putwand, emitterend mestoppervlak
maximaal 0,07 m2, ongeacht de groepsgrootte
Diercategorie: Gespeende biggen
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend mestoppervlak
per dierplaats door sturing van het mestgedrag, het eventueel toepassen van
een waterkanaal en/of extra voorzieningen in het mestkanaal.
Er zijn twee systemen mogelijk:
Systeem 1. Gedeeltelijk roostervloer met een (water- en) mestkanaal, eventueel
voorzien van schuine putwanden.
Systeem 2. Gedeeltelijk roostervloer met een (water- en) mestkanaal, voorzien
van spoelgoten (Genu-Vac spoelgotensysteem of WX-spoelgotensysteem).
Per systeem is een stalbeschrijving weergegeven.
Systeem 1: Gedeeltelijk roostervloer met een (water- en)
mestkanaal, eventueel voorzien van schuine putwanden
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De ammoniakuitstoot wordt beperkt door verkleining van het emitterend
mestoppervlak per dierplaats door sturing van het mestgedrag en het eventueel
toepassen van een waterkanaal en/of schuine putwand(en) in het mestkanaal.
Eisen aan de uitvoering:
1) Er worden geen eisen gesteld aan de groepsgrootte per hok.
2) Er zijn twee hokuitvoeringen mogelijk:
a. het hok wordt uitgevoerd met gedeeltelijk rooster, waarbij het hok
vooraan bestaat uit een hellend dicht vloergedeelte. Achterin het hok bevindt
zich het roostergedeelte, waaronder zich het mestkanaal bevindt;
b. het hok wordt uitgevoerd met in het midden een dichte, bolle vloer.
Aan de voorzijde van het hok bevindt zich een waterkanaal en aan de achterzijde
een mestkanaal, waarbij:
- het roosteroppervlak boven het waterkanaal nooit groter mag zijn dan
het roosteroppervlak boven het mestkanaal;
- de breedte van het wateroppervlak maximaal 0,6 meter is;
- het waterkanaal met rechte wand(en) of met schuine wand(en) mag worden
uitgevoerd;
- het waterkanaal niet in open verbinding mag staan met mestkanalen.
Voor eisen aan de uitvoering van schuine wanden, zie punt 3 (mestkanaal).
c. voor beide typen hokuitvoering geldt:
- het mestkanaal dient te zijn voorzien van een metalen driekantrooster;
- de voerplaatsen mogen niet boven het mestkanaal van het hok zijn gesitueerd;
- per dierplaats dient een dicht vloeroppervlak van minimaal 0,12 m2 aanwezig te zijn.
3) Mestkanaal
a. de breedte van het mestkanaal dient minimaal 0,60 meter te zijn;
b. het emitterend mestoppervlak in het mestkanaal mag maximaal 0,07 m2 per dierplaats bedragen;
c. het mestkanaal mag niet in open verbinding staan met andere kanalen
(bijvoorbeeld met het waterkanaal, het kanaal onder de dichte vloer of de
ruimte onder de schuine putwand(en)).
Indien het mestkanaal wordt uitgevoerd met schuine putwand(en), dan geldt:
d. de afvoer van mest dient zodanig te zijn gewaarborgd dat het emitterend
mestoppervlak nooit groter wordt dan 0,07 m2 per dierplaats. Dit
moet worden gerealiseerd middels een overloop met een minimale doorlaat van
75 mm waarvan de instroomopening zichtbaar in het mestkanaal is aangebracht.
Voorts moet de overloop zijn voorzien van een stankafsluiter. De overloop
mag niet worden aangesloten op de hoofdleiding van het rioleringssysteem;
e. schuine putwanden dienen te zijn gemaakt van niet mest aanhechtend
materiaal (bijvoorbeeld polyethyleen, polipropyleen, roestvast staal of materiaal
voorzien van een coating);
f. een schuine putwand tegen de dichte vloer dient te worden uitgevoerd
onder een helling van minimaal 450 ten opzichte van de putvloer;
g. een schuine putwand tegen de achtermuur dient te worden uitgevoerd
onder een helling van minimaal 600 ten opzichte van de putvloer;
h. schuine putwanden moeten tot op de putvloer worden gemonteerd;
i. de montage van de schuine putwanden dient vloeistofdicht te gebeuren.
4) Mestafvoer mestkanaal
a. voor de afvoer van de mest uit het mestkanaal moet een rioleringssysteem
worden aangebracht, zodat de mest frequent en restloos uit de mestkanalen
kan worden afgevoerd;
b. de doorsnede van de afvoeropening dient minimaal 150 mm te zijn, de
afvoerbuisdiameter minimaal 200 mm;
c. de afsluiters dienen te voldoen aan SDR-klasse 41 en dienen vloeistofdicht
af te sluiten. Voorts mag een gesloten afsluiter niet door de opwaartse druk
van mest worden geopend;
d. de buizen van het afvoersysteem dienen vervaardigd te zijn van PVC
of van PP. De buizen dienen te voldoen aan de KOMO of gelijkwaardig. Buizen
en hulpstukken dienen tevens te voldoen aan SDR-klasse 41. De rubberen ringen
voor het koppelen van de buizen en hulpstukken dienen van het type SBR te
zijn en te voldoen aan BRL 2013 “Rubberringen en flenspakkingen voor
verbindingen in drinkwater en afvalwaterleidingen”. Alle verbindingen
voor het koppelen van buizen en hulpstukken dienen rubberingverbindingen te
zijn. Controle op vloeistofdichtheid dient te gebeuren voor het betonstorten
d.m.v. het vullen van de afdelingsleiding met water. Daar waar hulpstukken
in de betonconstructie worden ingestort dienen deze vloeistofdicht aan de
betonconstructie aan te sluiten;
5) Afvoer waterkanaal, indien van toepassing
a. in het afvoersysteem van het waterkanaal moet een (centrale) afsluiter
worden aangebracht die vloeistofdicht en mestbestendig is. Bij gesloten afsluiter
moet het water in het waterkanaal worden vastgehouden. De afsluiter mag niet
door de opwaartse druk van mest worden geopend;
b. de doorsnede van de afvoeropening dient minimaal 150 mm te zijn, de
afvoerbuisdiameter minimaal 200 mm.
Eisen aan het gebruik:
1. Na elke ronde dienen de (water- en) mestkanalen te worden afgelaten.
2. De eventuele schuine wand(en) in de mestkanalen dient(dienen) na elke
ronde te worden gereinigd.
3. Indien een waterkanaal wordt toegepast, dient het waterniveau in het
waterkanaal na reinigen en voor aanvang van een nieuwe ronde minimaal 0,05
meter te bedragen.
Nadere bijzonderheden:
De ammoniakemissie bedraagt op basis van een meetrapport 0,17 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Bijgevoegd zijn een tekening van het stalsysteem inclusief detailtekeningen.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
Systeem 2: Gedeeltelijk roostervloer met een (water- en)
mestkanaal, voorzien van het WX-spoelgotensysteem of het Genu-Vac-spoelgotensysteem.
Omschrijving van het stalsysteem:
De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend mestoppervlak.
De verse mest wordt opgevangen in een spoelgotensysteem onder de roosters
(WX-spoelgotensysteem of het Genu-Vac-spoelgotensysteem). Deze mest wordt
minimaal twee keer per dag met de dunne mestfractie uit de stal gespoeld.
Eisen aan de uitvoering:
1) Er worden geen eisen gesteld aan de groepsgrootte per hok.
2) Hok- en vloeruitvoering
a. er zijn twee hokuitvoeringen mogelijk:
- het hok wordt uitgevoerd met gedeeltelijk rooster, waarbij het hok vooraan
bestaat uit een
hellende, dichte vloer. Achterin het hok bevindt zich het mestkanaal.
Het mestkanaal moet voorzien zijn van metalen driekantrooster en van het WX-spoelgotensysteem
of het Genu-Vac-spoelgotensysteem;
- het hok wordt uitgevoerd met een dichte, bolle vloer. Aan de voorkant
bevindt zich een kanaal voorzien van een rooster. Het is toegestaan om dit
kanaal als een zogenaamd waterkanaal uit te voeren. Aan de achterkant wordt
de mest opgevangen in een mestkanaal voorzien van metalen driekantrooster
en van het WX-spoelgotensysteem of het Genu-Vac-gotensysteem.
b. indien het voorste kanaal als een zogenaamd waterkanaal wordt uitgevoerd,
dan geldt:
- het voorste kanaal mag zowel met als zonder WX-goten, Genu-Vac-goten
of schuine putwand(en) worden uitgevoerd;
- voor het waterkanaal geldt geen voorgeschreven type rooster.
c. voor beide typen hokuitvoering geldt:
- de voerplaatsen mogen niet boven het mestkanaal van het hok zijn gesitueerd;
- per dierplaats dient een dichte vloeroppervlak van minimaal 0,12 m2 aanwezig te zijn.
3) Mestkanaal
a. de breedte van het mestkanaal dient minimaal 0,60 meter te zijn;
b. het emitterend mestoppervlak in het mestkanaal mag maximaal 0,07 m2 per dierplaats bedragen;
c. het mestkanaal mag niet in open verbinding staan met andere kanalen
(bijvoorbeeld met het waterkanaal, het kanaal onder de dichte vloer of de
ruimte onder de spoelgoten).
4) WX-spoelgoten of de Genu-Vac-spoelgoten
De spoelgoten dienen:
a. het gehele putoppervlak te omvatten;
b. gemaakt te zijn van een glad, corrosiebestendig en niet mest aanhechtend
materiaal (roestvast staal of kunststof);
c. een wandhelling te hebben van tenminste 60° en een diepte te hebben
van minimaal 0,20 meter en maximaal 0,60 meter. De hoek van de bovenzijde
moet scherp zijn en de bodem dient gelijkmatig te zijn afgerond;
d. aan het ene uiteinde voorzien te zijn van een afsluiter of sifon per
goot, per mestkanaal of per stal, terwijl aan het andere uiteinde door middel
van een spoelpomp de dunne mestfractie wordt aangevoerd;
e. zodanig gemonteerd te worden dat de afstand van de onderkant van de
spoelgoot tot de putvloer maximaal 0,05 meter bedraagt (geldt alleen voor
de Genu-Vac-spoelgoten).
5) Spoelen
Het spoelen dient via een geautomatiseerd systeem te worden aangestuurd.
De spoelpomp moet zijn voorzien van een urenteller om de duur van het spoelen
(de draaiuren) te registreren.
6) Waterkanaal
a. het roosteroppervlak boven het waterkanaal mag nooit groter zijn dan
het roosteroppervlak boven het mestkanaal;
b. de breedte van het wateroppervlak mag niet meer bedragen dan 0,60 meter;
c. het waterkanaal kan worden uitgevoerd met WX-goten, met Genu-Vac -goten
of met schuine putwand(en). Schuine putwanden dienen uitgevoerd te worden
onder een helling die ligt in de range van 45° tot en met 90° ten
opzichte van de putvloer;
d. het waterkanaal mag niet in open verbinding staan met mestkanalen;
e. na elke ronde dient het waterkanaal afgelaten te worden waarna het
hok gereinigd kan worden;
f. na reiniging en voor aanvang van een nieuwe ronde moet het waterniveau
in het waterkanaal minimaal 0,10 meter zijn.
7) Afvoer mestkanaal
a. de mestafvoer vindt plaats via WX-spoelgoten of via Genu-Vac-spoelgoeten
die uitmonden in een verdiepte bak (bouwkundig of geïntegreerd in het
spoelgotensysteem). Vanuit deze verdiepte bak wordt de mest via een mestafvoersysteem
afgevoerd naar een opvangput die zich buiten of onder de stal bevindt;
b. het mestafvoersysteem moet zodanig worden aangebracht dat de mest frequent
en restloos kan worden afgevoerd;
c. de doorsnede van de afvoeropening dient minimaal 150 millimeter te
zijn. De afvoerbuisdiameter is minimaal 200 millimeter;
d. de buizen van het afvoersysteem dienen vervaardigd te zijn van PVC
of van PP. De buizen dienen te voldoen aan de KOMO of gelijkwaardig. Buizen
en hulpstukken dienen tevens te voldoen aan SDR-klasse 41. De rubberen ringen
voor het koppelen van de buizen en hulpstukken dienen van het type SBR te
zijn en te voldoen aan BRL 2013 “Rubberringen en flenspakkingen voor
verbindingen in drinkwater en afvalwaterleidingen”. Alle verbindingen
voor het koppelen van buizen en hulpstukken dienen rubberingverbindingen te
zijn. Controle op vloeistofdichtheid dient te gebeuren voor het betonstorten
d.m.v. het vullen van de afdelingsleiding met water. Daar waar hulpstukken
in de betonconstructie worden ingestort dienen deze vloeistofdicht aan de
betonconstructie aan te sluiten;
8) Afvoer waterkanaal
a. in het afvoersysteem van het waterkanaal moet een (centrale) afsluiter
worden aangebracht die vloeistofdicht en mestbestendig is. Bij gesloten afsluiter
moet het water in het waterkanaal worden vastgehouden. De afsluiter mag niet
door de opwaartse druk van mest worden geopend;
b. de doorsnede van de afvoeropening dient minimaal 150 mm te zijn, de
afvoerbuisdiameter minimaal 200 mm;
c. het is toegestaan om in het waterkanaal WX-goten of Genu-Vac-goten
aan te brengen. In dat geval mag het oppervlak van de goten niet breder zijn
dan 0,60 meter;
d. tussentijds aflaten van het waterkanaal of het spoelen van de goten
in het waterkanaal is niet toegestaan.
Eisen aan het gebruik:
1) Minimaal twee maal per dag dient de mest uit de spoelgoten in het mestkanaal
verwijderd te worden door het openen van de afsluiters en te spoelen met een
dunne mestfractie.
2) De dunne mestfractie mag maximaal 5% droge stof bevatten.
3) Indien een waterkanaal wordt toegepast dient het waterniveau in het
waterkanaal na reinigen en voor aanvang van een nieuwe ronde minimaal 0,10
meter te bedragen.
Nadere bijzonderheden
1) Controle op het goed functioneren van het systeem is mogelijk door
visuele inspectie van de spoelgoten. Deze mogen maximaal 0,05 meter mest bevatten.
2) Met behulp van de geregistreerde draaiuren is na te gaan of voldoende
wordt gespoeld.
3) De ammoniakemissie bedraagt 0,17 kg NH3 per dierplaats per
jaar en is herleid van stalsysteem V 4.
Tekeningen
Bijgevoegd zijn een tekening van het stalsysteem inclusief detailtekeningen.
nummer: V 6
Naam van het systeem: Schuiven in mestgoot
Diercategorie: Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend mestoppervlak
in het mestkanaal in combinatie met frequente mestafvoer en beperking van
het contact tussen mest en urine. De mestkelder is voorzien van schuine wanden
en een goot. Door meerdere schuiven wordt de mest van zowel de schuine wanden
als in de goot frequent verwijderd.
Eisen aan de uitvoering:
1) De kraamhokken dienen voorzien te zijn van een dicht vloergedeelte
en een roostervloer bestaande uit metalen driekantrooster.
2) Mestkanaal
Het mestkanaal dient voorzien te zijn van schuine wanden met een hellingshoek
van minimaal 40 graden ten opzicht van de werkvloer en onderin een ronde goot
met een diameter van 25 - 30 cm. De schuine wanden dienen gemaakt te zijn
van niet mestaanhechtend materiaal. Het geheel van schuine wanden en goot
kan in een prefab kunststof vorm in de mestkelder worden aangebracht.
3) Mestschuif
Het schuifsysteem bestaat uit een combinatie van zes schuiven, die bevestigd
zijn aan een cilinder. De cilinder is 0,60 meter lang en heeft aan beide uiteinden
een roestvrij stalen ronde plaat, voorzien van een rubberen ring, die als
schuif voor de goot fungeert. De schuine wanden zijn voorzien van elk twee
rechte roestvrijstalen strips die gekoppeld zijn aan de cilinder. De strips
schrapen de mest van de wand. De schuifcombinatie wordt voortbewogen met behulp
van een staalkabel. Één schuifbeweging bestaat uit een heengaande
beweging; bij een volgende schuifbeweging gaat de schuif weer terug.
4) Mestafvoer
Het grootste deel van de urine dient continue weg te stromen via afvoerpunten
aan beide uiteinden van het mestkanaal. Bij elke schuifbeweging wordt de vaste
mest en het resterende deel van de urine via dezelfde afvoerpunten afgevoerd
naar een opslag. De afvoerpunten dienen voorzien te zijn van een klep die
opengaat als er mest en/of urine op komt en weer dicht gaat als de mest en/of
urine afgevoerd is. Kieren van de klep (door bijvoorbeeld bevuiling met mest)
mag niet optreden.
Eisen aan het gebruik:
1) De mest dient minimaal achtmaal per dag uit de afdeling geschoven te
worden.
2) Het besturingssysteem dient een overzicht te kunnen geven van het aantal
schuifbewegingen gedurende de afgelopen zeven dagen.
Nadere bijzonderheden:
Deze beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De ammoniakemissie
bedraagt 2,5 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Een schematisch overzicht van de stal inclusief detailtekeningen zijn
weergegeven.
Informatie bij:
IMAG te Wageningen, tel. 0317 - 476300
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320 - 293211
nummer: V 15
Naam van het systeem: Schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij
individuele huisvesting)
Diercategorie: Guste en dragende zeugen
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend mestoppervlak
in de mestkelder en op de roostervloer in combinatie met frequente mestafvoer
en beperking van het contact tussen mest en urine. De mestkelder is voorzien
van schuine wanden en een goot. Door meerdere schuiven wordt de mest van zowel
de schuine wanden als de goot frequent verwijderd.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en vloeruitvoering
De zeugen dienen individueel gehuisvest te zijn.
2) Mestkanaal
a. Het mestkanaal mag maximaal 1,1 meter breed zijn;
b. Het mestkanaal dient voorzien te zijn van schuine wanden met een hellingshoek
van minimaal 30 graden ten opzicht van de werkvloer en onderin een ronde goot
met een diameter van 25 - 30 cm. De schuine wanden dienen gemaakt te zijn
van niet mestaanhechtend materiaal. Het geheel van schuine wanden en goot
kan in een prefab kunststof vorm in de mestkelder worden aangebracht;
c. Het mestkanaal moet voorzien zijn van metalen roostervloer met aan
de achterzijde van de box een mestspleet van 0,15 meter. De roostervloer loopt
achter de boxen nog 0,20 meter door.
3) Mestschuif
Het schuifsysteem bestaat uit een combinatie van zes schuiven, die bevestigd
zijn aan een cilinder. De cilinder is 0,60 meter lang en heeft aan beide uiteinden
een roestvrij stalen ronde plaat, voorzien van een rubberen ring, die als
schuif voor de goot fungeert. De schuine wanden zijn voorzien van elk twee
rechte schuiven die gekoppeld zijn aan de cilinder. De schuifcombinatie wordt
voortbewogen met behulp van een staalkabel. Eén schuifbeweging bestaat
uit een heengaande beweging; bij een volgende schuifbeweging gaat de schuif
weer terug.
4) Mestafvoer
Het grootste deel van de urine dient continue weg te stromen via afvoerpunten
aan beide uiteinden van het mestkanaal. Bij elke schuifbeweging wordt de vaste
mest en het resterende deel van de urine via dezelfde afvoerpunten afgevoerd
naar een opslag. De afvoerpunten dienen voorzien te zijn van een klep die
opengaat als er mest en/of urine op komt en weer dicht gaat als de mest en/of
urine afgevoerd is. Kieren van de klep (door bijvoorbeeld vervuiling met mest)
mag niet optreden.
Eisen aan het gebruik:
1) De mest dient minimaal achtmaal per dag uit de afdeling geschoven te
worden.
2) Het besturingssysteem dient een overzicht te kunnen geven van het aantal
schuifbewegingen gedurende de afgelopen zeven dagen.
Nadere bijzonderheden:
Deze beschrijving is opgesteld op basis een meetrapport. De ammoniakemissie
bedraagt 2,2 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Een schematisch overzicht van de stal inclusief detailtekeningen zijn
weergegeven.
Informatie bij:
IMAG te Wageningen, tel. 0317- 476300
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320 - 293211
nummer: V 27
Naam van het systeem: Beddenstal met maximaal 0,14 m2 roosteroppervlak
per dierplaats tot 50 kg lichaamsgewicht en met maximaal 0,29 m2 roosteroppervlak
per dierplaats vanaf 50 kg lichaamsgewicht
Diercategorie: Scharrelvleesvarkens
Datum: December 2001
Korte omschrijving van het stalsysteem:
Het ammoniakemissiereducerende principe is tweeledig. Enerzijds verkleinen
van het emitterend mestoppervlak door het verkleinen van het roosteroppervlak
en het toepassen van metalen driekant roosters. Anderzijds het verlagen van
de temperatuur van de emitterende mest door het verlagen van de ruimtetemperatuur.
Verlagen van de ruimtetemperatuur is mogelijk door de inzet rustboxen (bedden)
voor de scharrelvleesvarkens.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering
a. het hok bestaat uit een rustruimte voorzien van rustboxen (bedden);
een eet- en activiteitsruimte (dichte vloer) en een mestruimte (roostervloer);
b. het beschikbaar hokoppervlak tot 50 kg lichaamsgewicht mag maximaal
0,72 m2 per dierplaats bedragen en vanaf 50 kg lichaamsgewicht
maximaal 1,32 m2 per dierplaats;
c. de dichte vloer van de eet- en activiteitsruimte dient aan de zijden
van de roostervloer over een lengte van 1/4 van de totale lengte van de dichte
vloer, een afschot van minimaal 3% te hebben;
d. er worden geen eisen gesteld aan de tussenhokafscheiding.
2) Rustruimte
a. de rustruimte moet voorzien zijn van rustboxen. Per dierplaats moet
tot 50 kg lichaamsgewicht 0,21 m2 en vanaf 50 kg lichaamsgewicht
0,42 m2 beschikbaar vloeroppervlak in de rustboxen aanwezig zijn;
b. eisen aan de rustboxen:
- de scharrelvleesvarkens moeten de rustboxen vrij in en uit kunnen lopen;
- de voorwand moet voorzien zijn van een lichtdoorlatend, dubbel strokengordijn.
Het strokengordijn aan de buitenkant dient te reiken tot een hoogte van 4-8
cm van de bodem van de rustbox. Het strokengordijn aan de binnenkant dient
te reiken tot een hoogte van 33-37 cm van de bodem van de rustbox;
- de overige zijwanden en het deksel moeten gemaakt zijn van isolerend
materiaal;
- de bodem dient geïsoleerd te zijn;
het deksel moet goed afsluiten en opklapbaar zijn. De rustboxen moeten
op warme dagen, in verband met klimaatbeheersing in de rustboxen, opengezet
kunnen worden.
3) Eet- en activiteitsruimte
a. de voerbakken en speelmaterialen zijn in deze ruimte gesitueerd;
b. in deze ruimte moet op de vloer stro voor de scharrelvleesvarkens beschikbaar
zijn.
4) Mestruimte en mestkanalen
a. het totale roosteroppervlak mag tot 50 kg lichaamsgewicht maximaal
0,14 m2 per dierplaats bedragen. Vanaf 50 kg lichaamsgewicht mag
het roosteroppervlak maximaal 0,29 m2 per dierplaats bedragen;
b. schuine putwanden in het mestkanaal zijn niet toegestaan;
c. mestkanalen mogen niet in open verbinding staan met andere kanalen
(bijvoorbeeld met mestopslag onder de dichte vloer). Indien onder de dichte
vloer mestopslag plaatsvindt, dient deze opslag voorzien te zijn van een stankafsluiter;
d. er worden geen eisen gesteld aan het systeem van mestafvoer.
Indien een rioleringssysteem wordt toegepast dan gelden onderstaande eisen.
- de afsluiters dienen te voldoen aan SDR-klasse 41 en dienen vloeistofdicht
af te sluiten. Voorts mag een gesloten afsluiter niet door de opwaartse druk
van mest worden geopend;
- de buizen van het afvoersysteem dienen vervaardigd te zijn van PVC of
van PP. De buizen dienen te voldoen aan de KOMO of gelijkwaardig. Buizen en
hulpstukken dienen tevens te voldoen aan SDR-klasse 41. De rubberen ringen
voor het koppelen van de buizen en hulpstukken dienen van het type SBR te
zijn en te voldoen aan BRL 2013 “Rubberringen en flenspakkingen voor
verbindingen in drinkwater en afvalwaterleidingen”. Alle verbindingen
voor het koppelen van buizen en hulpstukken dienen rubberingverbindingen te
zijn. Controle op vloeistofdichtheid dient te gebeuren voor het betonstorten
d.m.v. het vullen van de afdelingsleiding met water. Daar waar hulpstukken
in de betonconstructie worden ingestort dienen deze vloeistofdicht aan de
betonconstructie aan te sluiten.
5) Ventilatie
Het systeem kan toegepast worden bij zowel natuurlijke als mechanische
ventilatie.
Eisen aan het gebruik:
Op de eet- en activiteitsruimte moet stro voor de scharrelvleesvarkens
op de vloer beschikbaar zijn.
Nadere bijzonderheden:
Deze beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De ammoniakemissie
is vastgesteld op 1,9 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Een schematisch overzicht van dit huisvestingssysteem is weergeven. Er
zijn meerdere varianten mogelijk.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
nummer: Ki 1
Naam van het systeem: Volière-opfokhuisvesting, minimaal 50%
van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal
eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages.
Diercategorie: Opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18
weken
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De opfokleghennen worden gehouden in een stal met geheel of gedeeltelijke
strooiselvloeren en etages met roostervloeren. De mest van de roostervloer
valt op de daaronder gelegen mestband en wordt al of niet gedroogd met lucht.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en roostervloer
Per m2 bruikbare leefoppervlakte worden in de dierruimte maximaal 16 dieren
opgezet.
Minimaal 50 % van de bruikbare leefoppervlakte bestaat uit roostervloeren
met daaronder een mestband. De roostervloeren minimaal in twee etages. Van
het bruikbare leefoppervlak is minimaal 1/3 deel grondoppervlak bedekt met
strooisel.
2) Voer- en drinkwater
De voer- en drinkwatervoorzieningen zijn boven een roostervloer aangebracht.
3) Mestafvoer
De afvoer van de op de roosters geproduceerde mest vindt plaats via de
mestbanden.
Eisen aan het gebruik:
De mest op de mestbanden moet minimaal een keer per week uit de stal worden
verwijderd. Deze mest wordt of direct van het bedrijf afgevoerd, of maximaal
twee weken opgeslagen in een afgedekte container.
Bij toepassing van een mestnadroogsysteem (categorie E 6) de mest minimaal
twee keer per week uit de stal verwijderen.
Nadere bijzonderheden:
1) De eisen aan de uitvoering zijn mede gebaseerd op de voliërehuisvesting
voor leghennen (categorie E 2.11).
2) Controle is mogelijk tijdens het inrichten en het gebruik van de stal.
3) De emissie bedraagt 0,050 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Deze waarde is vastgesteld middels een verhoudingsgetal ten opzichte van hetzelfde
huisvestingssysteem voor leghennen (E 2.11).
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van enkele mogelijke opstellingen
in de stal.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
nummer: Ki 5
Naam van het systeem: Volièrehuisvesting, minimaal 50%
van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal
eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages.
Diercategorie: Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
Korte omschrijving van het stalsysteem:
De leghennen worden gehouden in een stal met geheel of gedeeltelijke strooiselvloeren
en etages met roostervloeren. De mest van de roostervloer valt op de daaronder
gelegen mestband en wordt al of niet gedroogd met lucht.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en roostervloer
Maximaal 10 dieren per m2 bruikbaar leefoppervlak.
Minimaal 50 % van de bruikbare (leef)oppervlakte bestaat roostervloeren
met daaronder een mestband. De roostervloeren minimaal in twee etages. Van
het bruikbare leefoppervlak is minimaal 1/3 deel grondoppervlak, bedekt met
strooisel.
2) Voer- en drinkwater
De voer- en drinkwatervoorzieningen zijn boven een roostervloer aangebracht.
3) Mestafvoer
De afvoer van de op de roosters geproduceerde mest vindt plaats via de
mestbanden.
Eisen aan het gebruik:
De mest op de mestbanden moet minimaal een keer per week uit de stal worden
verwijderd. Deze mest wordt of direct van het bedrijf afgevoerd, of maximaal
twee weken opgeslagen in een afgedekte container.
Bij toepassing van een mestnadroogsysteem (categorie E 6) de mest minimaal
twee keer per week uit de stal verwijderen.
Nadere bijzonderheden:
1) De metingen zijn gedaan op diverse locaties. De bezetting per m2 staloppervlak varieerde van 18 - 25 dieren.
2) Controle is mogelijk tijdens het inrichten en het gebruik van de stal.
3) De beschrijving is opgesteld op basis van diverse meetrapporten. De
emissie bedraagt 0,090 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van mogelijke opstellingen
in de stal.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
nummer: Ki 6
Naam van het systeem: Scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden
onder de roosters (twee maal per week afdraaien). Bezetting: 9 dieren/m2
Diercategorie: Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
Datum: December 2001
Korte omschrijving van het stalsysteem:
Stal uitgevoerd in twee verdiepingen die dezelfde inrichting hebben. De
onderste verdieping is over de hele oppervlakte voorzien van een betonvloer.
Tussen de onderste en bovenste verdieping zit een warmtegeleidende vloer.
Onder de roosters zijn mestbanden geplaatst, waarmee de mest minimaal twee
maal per week wordt afgevoerd. De verdiepingen zijn voorzien van een eigen
klimaatbeheersingssysteem.
De lagere ammoniakemissie is het gevolg van het regelmatig verwijderen
van de mest en droging van het strooisel in de strooiselruimte van de bovenste
verdieping door de warmte van de onderste.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en roostervloer
Per m2 bruikbaar oppervlak worden maximaal 9 dieren gehuisvest.
De totale bruikbare dieroppervlakte bestaat tot maximaal 2/3 deel uit roostervloer
en minimaal 1/3 deel uit strooiselvloer.
Boven de roostervloer (beun) zijn zitstokken aanwezig. Op de overgang
tussen strooisel en rooster is het maximale hoogteverschil 500 mm.
2) Voer en drinkwater
De voorzieningen voor voer en drinkwater zijn geplaatst, bij voorkeur
verhoogd, boven de roostervloer.
3) Mestafvoer
De afvoer van de op de roosters geproduceerde mest vindt plaats via mestbanden
onder de roosters.
4) Verdiepingsvloer
De vloer tussen beide verdiepingen moet een maximale warmtegeleiding hebben,
maar wel voldoen aan de bouwkundige eisen
Eisen aan het gebruik:
De mest op de mestbanden moet minimaal twee keer per week uit de stal
worden verwijderd. Deze mest wordt of direct van het bedrijf afgevoerd, of
maximaal twee weken opgeslagen in een afgedekte container, of verwerkt in
een mestnadroogsysteem (categorie E 6).
Nadere bijzonderheden:
1) Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van de stal.
De afdraaifrequentie van de mestbanden dient automatisch te worden geregistreerd
en vastgelegd met hiervoor geschikte apparatuur. De registratie van minimaal
twee maanden geleden moet opvraagbaar zijn.
2) De beschrijving is opgesteld op basis een meetrapport. De emissie bedraagt
0,068 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
nummer: Ka 1
Naam van het systeem: Chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie;
Diercategorie: Vleeskalkoenen
Datum: December 2001
Korte omschrijving van het systeem:
De ventilatielucht uit de stal wordt behandeld door een chemisch luchtwassysteem.
Hiermee wordt de ammoniakemissie beperkt. Een chemisch luchtwassysteem bestaat
uit een kolom met vulmateriaal waarover continu aangezuurde wasvloeistof wordt
gesproeid. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt
de ammoniak afgevangen in de wasvloeistof. De gereinigde lucht verlaat het
systeem. Door het toevoegen van zwavelzuur aan de wasvloeistof wordt continu
de ammoniak omgezet in een zout.
Eisen aan de uitvoering:
1) Stal
De stal(len) waarvan de lucht door het chemisch luchtwassysteem wordt
behandeld valt (vallen) onder categorie F 4.? (overige bedrijven).
2) Chemische luchtwasser
Een chemisch luchtwassysteem kan de ventilatielucht van één
of meerdere stal(len) behandelen. Op de situatietekening van het totale bedrijf
dient dit duidelijk te worden aangegeven.
3) Ventilatielucht
a. van elke stal waarvoor de lagere emissiewaarde van kracht is, dient
alle ventilatielucht via het chemisch luchtwassysteem de stal te verlaten;
b. het doorstroomoppervlak van het luchtafvoerkanaal dient tenminste 1
cm2 per m3 per uur maximale ventilatiecapaciteit te
bedragen. Hierbij rekening houden met de maximale ventilatiebehoefte van 3,6
m3/kg levend gewicht/uur.
4) Stofafvang
Een chemisch luchtwassysteem dient voorzien te zijn van een adequaat uitgevoerde
en goed functionerende al of niet geïntegreerde stofafvang.
5) Registratie instrumenten
Ten behoeve van de wekelijkse controle (zie bijlage 2), moeten een urenteller
en een geijkte waterpulsmeter worden aangebracht. De urenteller is nodig voor
het registreren van de draaiuren van de circulatiepomp. Door de watermeter
wordt de hoeveelheid spuiwater geregistreerd. Deze waarden moeten continu
worden geregistreerd en niet vrij toegankelijk worden opgeslagen.
6) Zuuropslag
De inhoud van de opslag moet snel en accuraat kunnen worden afgelezen.
7) Afvoer spuiwater
Het spuiwater mag niet worden afgevoerd naar een opslag die in open verbinding
staat met de dieren. Aanbevolen wordt om het spuiwater af te voeren naar een
aparte opslag.
Eisen aan het gebruik:
1) De pH van het waswater is afhankelijk van het systeem (opgave leverancier).
2) Conform het monstername protocol (zie bijlage 1) dient elk half jaar
een monster van het waswater te worden genomen. De analyseresultaten dienen
binnen de aangegeven grenzen te liggen. Indien deze buiten de grenzen liggen
dient de gebruiker en/of leverancier actie te ondernemen.
Monstername, vervoer en analyse van het waswater en de rapportage daarvan
dienen door een STERIN/STERLAB gecertificeerde instelling te worden uitgevoerd.
3) Door vervuiling van het filterpakket zal de ventilatielucht een hogere
weerstand ondervinden. Om deze reden dient het luchtwassysteem minimaal elk
jaar te worden gereinigd.
4) Er dient een logboek te worden bijgehouden met betrekking tot enerzijds
metingen, onderhoud, analyseresultaten van het waswater en optredende storingen
en anderzijds de wekelijkse controlewerkzaamheden (zie bijlage 2).
5) Het chemisch luchtwassysteem moet een ammoniakverwijderingsrendement
hebben van minimaal 90%.
6) Er dient een onderhoudscontract en een adviescontract afgesloten te
zijn met de leverancier. In het onderhoudscontract moet een jaarlijkse controle
en onderhoud van het luchtwassysteem zijn opgenomen. Voorts zijn in dit contract
taken van de leverancier opgenomen. Bijlage 2 geeft informatie over de standaardinhoud
van het onderhoudscontract. Het adviescontract biedt steun bij vragen over
de procesvoering van het luchtwassysteem.
Nadere bijzonderheden:
1) Bij de vergunningaanvraag dient het dimensioneringsplan van het luchtwassysteem
en het monsternameprotocol te worden overlegd.
2) Het monsternameprotocol en de bedieningshandleiding dienen op een centrale
plaats bij de installatie te worden bewaard.
3) De bestemming van het spuiwater van het chemisch luchtwassysteem moet
duidelijk worden aangegeven. In de notitie bij de brief van het ministerie
van VROM aan gemeenten, provincies en andere belanghebbende instanties d.d.
18 mei 2000 (nr. DWL/2000055147), zijn de milieuhygiënische randvoorwaarden
beschreven.
4) De vergunningverlener kan voorschrijven een rendementsmeting van het
chemisch luchtwassysteem uit te voeren in de periode van 3 tot 9 maanden nadat
het systeem is geïnstalleerd. Om op langere termijn het ammoniakverwijderingsrendement
van het chemisch luchtwassysteem aan te tonen kan de vergunningverlener voorschrijven
tot het herhalen van de rendementsmeting. In bijlage 3 is een beschrijving
opgenomen van de wijze waarop de rendementsmeting moet worden uitgevoerd.
5) Het gehalte aan ammoniumsulfaat in het spuiwater is afhankelijk van
het systeem (opgave leverancier).
6) Voor de opslag van en het omgaan met zwavelzuur zijn door de arbeidsinspectie
en de Commissie Preventie van Rampen voor gevaarlijke stoffen richtlijnen
opgesteld (P-blad 134.4 en CPR-richtlijn 15-1). Het niet nakomen van deze
richtlijnen kan ernstige ongelukken tot gevolg hebben.
7) De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De emissie
bedraagt 0,068 kg NH3 per dierplaats per jaar.
8) De bovengenoemde bijlagen 1, 2 en 3 zijn opgenomen in de bijlage behorende
bij chemische luchtwassystemen.
Tekeningen:
Zie volgende pagina voor een schematisch overzicht van het systeem.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
Bijlage 3b, behorend bij artikel 1
De in deze bijlage opgenomen stallen en stalsystemen zijn een nadere concretisering
van de bedrijfsmiddelen A 2168 en A 2169 van de Milieulijst 2002 van de Aanwijzingsregeling
milieu-investeringsaftrek 2002 en van de Milieulijst 2002 van de Aanwijzingsregeling
willekeurige afschrijving milieu-investeringen 2002.
Aan de omschrijving van de genoemde bedrijfsmiddelen A 2168 en A 2169
voldoen uitsluitend de stalsystemen die:
- zijn beschreven als een Groen Label stalsysteem en voorzien van een
code van de Stichting Groen Label, waarnaar in de index van deze bijlage wordt
verwezen, dan wel,
- in deze bijlage zijn beschreven in onderdeel 2: Omschrijving stalsystemen.
Eventuele verwijzingen naar de Uitvoeringsregeling Ammoniak en Veehouderij
(UAV) hebben betrekking op de publicatie hiervan van 15 december 2000, Stcrt
244.
1. Index:
categorie
HOOFDCATEGORIE V: VARKENS
fokzeugen incl. biggen tot 25 kg
biggenopfok (gespeende biggen)
V 51 mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof: Groen Label (volledig
roostervloer) BB 96.04.038V2, met hokoppervlak groter dan 0,35 m2
V 52 biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie: Groen Label
BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB
96.10.042/C 96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D 99.06.075; BB 96.10.042V1/E 00.06.087,
met hokoppervlak groter dan 0,35 m2, mits de biggen worden gehouden
in een dierenverblijf gezamenlijk met zeugen en/of guste en dragende zeugen
V 53 chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie: Groen Label
BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074, met hokoppervlak groter dan 0,
35 m2, mits de biggen worden gehouden in een dierenverblijf gezamenlijk
met zeugen en/of guste en dragende zeugen
V 54 volledig rooster met water- en mestkanalen, eventueel voorzien van
schuine putwand(en), emitterend mestoppervlak kleiner dan 0,10 m2:
Groen Label BB 99.06.073
kraamzeugen incl. biggen tot spenen
V 55 mestpan/-bak onder kraamhok: Groen Label BB 98.10.063
V 56 mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok: Groen Label BB 99.11.081
guste en dragende zeugen
V 57 rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed: Groen Label BB 00.06.086
vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden,
opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking
V 58 koeldeksysteem met 200% koeloppervlak, met metalen roostervloer
met maximaal 0,8 m2 emitterend mestoppervlak: Groen Label BB 96.04.035V1;
BB 00.06.093
V 59 mestkelders met (water- en) mestkanaal (door schuine putwand) met
roosters anders dan metalen driekant op het mestkanaal: Groen Label BB 99.02.070,
met een emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2
HOOFDCATEGORIE Ki KIPPEN
legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
Ki 51 grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun
ouderdieren van vleeskuikens
Ki 52 grondhuisvesting met mestbeluchting van bovenaf
vleeskuikens
Ki 53 Kombideksysteem met betonvloer met strooiselmateriaal voorzien van
warmtewisselaars
2. Omschrijving stalsystemen
Nummer: Ki 51
Naam van het systeem: Grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen
onder de beun
Diercategorie: Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
Korte omschrijving van het stalsysteem:
Stal voorzien van betonvloer met daarop strooiselmateriaal waarin de dieren
los worden gehouden. Een gedeelte van de vloer is verhoogd en voorzien van
roosters (hout, kunststof of draadgaas) met daaronder een mestopslag.
De ammoniakuitstoot wordt verminderd door het beluchten van de mest onder
de roosters met lucht uit een warmtewisselaar of luchtmengkast.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en roostervloer
Bij scharrelhennen worden per m2 in de dierruimte maximaal
7 dieren opgezet. Bij (groot)-ouderdieren is dit 8 dieren/m2, inclusief
de hanen.
De totale bruikbare dieroppervlakte bestaat tot maximaal 2/3 deel uit
roostervloer en minimaal 1/3 deel uit strooiselvloer.
Boven de roostervloer (beun) zijn zitstokken aanwezig.
2) Voer en drinkwater
De voorzieningen voor voer en drinkwater zijn geplaatst boven de roostervloer.
3) Beluchting
Onder de roosters zijn buizen aangebracht waardoor lucht wordt aangevoerd.
De buizen zijn evenwijdig aan de legnesten opgehangen en verticaal beweegbaar
met het niveau van de mest mee (afstand tot de mest circa 200 mm). Per dier
wordt 1,2 m3 lucht/uur over de mest geblazen, met een minimale
temperatuur van 20 °C.
Eisen aan het gebruik:
Er zijn geen specifieke eisen aan het gebruik.
Nadere bijzonderheden:
1) Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van de stal.
De temperatuur van de lucht in de beluchtingsbuizen dient geregistreerd
te worden en vastgelegd. Vastgelegde waarden van minimaal een week geleden
moeten opvraagbaar zijn. De temperatuur meten in het hoofdtoevoerkanaal.
Voor controle op aanstaan van de beluchting dient hiervoor geschikte apparatuur
(urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator) aanwezig te zijn,
waarmee het in bedrijf zijn van de beluchting afdoende kan worden aangetoond.
2) De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De emissie
bedraagt 0,125 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal en het systeem.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
Nummer: Ki 52
Naam van het systeem: Grondhuisvesting met mestbeluchting van bovenaf
Diercategorie: Vleeskuikenouderdieren
Korte omschrijving van het stalsysteem:
Stal voorzien van betonvloer met daarop strooiselmateriaal waarin de dieren
los worden gehouden. Een gedeelte van de vloer is verhoogd en voorzien van
roosters met daaronder mestopslag.
De ammoniakuitstoot wordt verminderd door het beluchten van de mest onder
de roosters met lucht uit een warmtewisselaar of luchtmengkast.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en roostervloer
Er worden per m2 in de dierruimte 7 - 8 dieren opgezet. Dit is inclusief
de hanen.
Van de totale bruikbare dieroppervlakte mag maximaal 2/3 bestaan uit roostervloer
en is minimaal 1/3 strooiselvloer.
2) Voer- en drinkwater
De drinkwatervoorziening is aangebracht boven de roostervloer.
3) Beluchting
Onder de roosters zijn buizen aangebracht waardoor lucht wordt aangevoerd.
De buizen zijn evenwijdig aan de legnesten opgehangen en verticaal beweegbaar
met het niveau van de mest mee (afstand tot de mest circa 200 mm). Per dier
wordt 2,5 m3 lucht/uur over de mest geblazen, waarvan minimaal
50 % buitenlucht. De lucht heeft een minimale temperatuur van 24 °C.
Eisen aan het gebruik:
Er zijn geen specifieke eisen aan het gebruik.
Nadere bijzonderheden:
1) Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van de stal.
De temperatuur van de lucht in de beluchtingsbuizen dient geregistreerd
te worden en vastgelegd. Vastgelegde waarden van minimaal een week geleden
moeten opvraagbaar zijn. De temperatuur meten in het hoofdtoevoerkanaal.
Voor controle op aanstaan van de beluchting dient hiervoor geschikte apparatuur
(urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator) aanwezig te zijn,
waarmee het in bedrijf zijn van de beluchting afdoende kan worden aangetoond.
2) De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De emissie
bedraagt 0,250 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal.
Informatie bij:
Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320-293211.
Nummer: Ki 53
Naam van het systeem: Kombideksysteem
Diercategorie: Vleeskuikens
Korte omschrijving van het stalsysteem:
Stal voorzien van betonvloer met daarop strooiselmateriaal waarin de dieren
los worden gehouden. In de vloer zijn op een isolatielaag warmtewisselaars
aangebracht voor de verwarming of koeling van de vloer en het strooisel. De
ammoniakemissie wordt verminderd door het strooisel te verwarmen waardoor
het droogt en de vorming van ammoniak wordt geremd. De koeling heeft tot doel
de afbraak van urinezuur en eiwitten te remmen.
Eisen aan de uitvoering:
1) Hokuitvoering en vloer
Maximaal worden 23 dieren per m2 leefoppervlakte opgezet.
De vloer bestaat uit een laag isolatiemateriaal, waarin uitsparingen zijn
aangebracht voor de warmtewisselaars (140 mm breed, 15 mm dik). Minimaal 56%
van de totale leefoppervlakte is voorzien van warmtewisselaars. Boven op dit
geheel wordt een betonvloer aangebracht. Zowel betonvloer als isolatiemateriaal
moeten wat betreft dikte, sterkte en isolatiewaarde voldoen aan de eisen van
het Bouwbesluit.
Verder worden geen extra eisen gesteld aan de stal ten opzichte van een
reguliere vleeskuikenstal.
2) Verwarming en koeling:
De warmtewisselaars in de vloer worden verwarmd en gekoeld met behulp
van water (inhoud wisselaars: 6 liter/m2 vloeroppervlak). Voor
een goede verdeling van de temperatuur is aanleg volgens het `Tichelmann-principe'
en het aanbrengen van drukregelaars noodzakelijk.
Eisen aan het gebruik:
1) Tijdens het gebruik wordt in de eerste periode van de vleeskuikenronde
(dag 1 tot 21) de vloer verwarmd. Na een rustfase wordt de vloer gekoeld.
Hiervoor wordt het volgende schema aangehouden voor in te stellen waarden
van de vloertemperatuur:
• dag 1; 32 °C
• dag 7; 30 °C
• dag 21; 28 °C
• vanaf dag 28; 26 °C.
Nadere bijzonderheden:
1) Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van de stal.
Ten aanzien van de temperatuur van de vloer is controle mogelijk door
de registratie er van in de regelapparatuur. Deze moet van minimaal 50 voorgaande
dagen worden bewaard. De temperatuur dient te worden gemeten op 50 mm onder
het vloeroppervlak.
2) Indien gebruik wordt gemaakt van grondwater als verwarmingsbron moeten
de hiervoor ter plaatse geldende regels in acht worden genomen. Meer informatie
hierover is te verkrijgen bij de betreffende gemeente of provincie.
3) De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport en informatiemateriaal
van de leverancier.
4) Voor het Kombideksysteem is octrooi verleend onder nummer 1005918.
Tekeningen:
Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal en een detailtekening
van het systeem.
Toelichting
Paragraaf 1. Algemeen
De rechtsbasis van de Milieu-investeringsaftrek (MIA) is gelegen in artikel
3.42a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Op grond van het tweede lid van
dat artikel dienen bij ministeriële regeling de investeringen aangewezen
te worden die voor de milieu-investeringsaftrek in aanmerking kunnen komen.
De onderhavige regeling geeft hier invulling aan.
Met het instrument milieu-investeringsaftrek worden investeringen in bedrijfsmiddelen
die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu fiscaal
gestimuleerd. In bijlage 1, behorende bij deze regeling (de zogenaamde Milieulijst
milieu-investeringsaftrek 2002), zijn de bedrijfsmiddelen opgenomen die in
aanmerking komen voor de MIA. De technische eisen die van toepassing zijn
op enkele specifieke onderdelen van de Milieulijst, te weten de Groen Label
Kas Niveau I en de stallen voor duurzame veehouderij, zijn dermate specifiek
en uitgebreid, dat ervoor gekozen is, deze onder te brengen in een aparte
bijlagen (bijlagen 2 en 3) van deze regeling.
Voor de technische beoordeling of een bedrijfsmiddel onder de MIA valt,
kan de belastingdienst gebruik maken van de deskundigheid van het Ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Met de onderhavige regeling wordt beoogd het gebruik van producten met
bepaalde kenmerken te stimuleren. Er kan daardoor, gerechtvaardigd door het
belang van de bescherming van het milieu, enige invloed uitgaan op het productenverkeer.
Er wordt daarbij overigens geen onderscheid gemaakt tussen Nederlandse producten
en geïmporteerde producten, zodat de regeling geen discriminatoire werking
heeft.
Aangezien het derhalve gaat om technische specificaties die vergezeld
gaan van fiscale of financiële maatregelen die van invloed zijn op het
gebruik van producten doordat zij naleving van technische specificaties aanmoedigen,
zoals bedoeld in artikel 1, punt 11, tweede alinea, derde streepje van de
Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van
normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de
informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG
(PbEG L 217), is de ontwerp-regeling op 18 december 2001 (2001/0508/NL) voorgelegd
aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel
8, eerste lid, van die richtlijn. Uit artikel 10, vierde lid, van die richtlijn
vloeit voort, dat de regeling zonder uitstel in werking kan treden.
De milieu-investeringsaftrek is een maatregel waarvan het denkbaar is,
dat deze als steunmaatregel gezien kan worden. Derhalve is hij ingevolge artikel
88, derde lid, EG-Verdrag als steunmaatregel bij de Commissie van de Europese
Gemeenschappen aangemeld (N 247/99, N 648/99, N 79/2001 en, ten behoeve van
de uitbreiding met de milieu-adviezen: N 634/2001). Bij besluiten van 18 mei
2000, 21 juni 2000 en 20 maart 2001, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen
te kennen gegeven deze regeling verenigbaar met het EG-Verdrag te achten.
Paragraaf 2. Aanwijzing investeringen
In bijlage 1 worden drie categorieën van milieu-investeringen onderscheiden.
De investeringsaftrek van categorie I bedraagt 40%,voor categorie II
30% en voor categorie III 15%. Categorie I bevat bedrijfsmiddelen
die voornamelijk worden ingezet in de land- en tuinbouw. De reden hiervoor
is dat door de sector betaalde milieubelastingen niet via generieke fiscale
regelingen konden worden teruggesluisd. Bedrijfsmiddelen buiten de landbouw,
waarvan de snelle marktintroductie vanuit milieuoogpunt dringend gewenst is
of de meerkosten ten opzichte van het alternatief groot zijn, zijn ondergebracht
in categorie II met een 30% aftrek. Bij de bedrijfsmiddelen onder categorie
III is de beleidsmatige wenselijkheid van een snelle marktintroductie wat
minder en/of zijn de meerkosten lager. Deze bedrijfsmiddelen vallen daarom
in categorie III met een 15% aftrek.
De meeste bedrijfsmiddelen, opgenomen in bijlage 1, komen ook in aanmerking
voor de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen
(VAMIL-regeling). Voor een aantal bedrijfsmiddelen kan alleen de MIA worden
verkregen. Het gaat hierbij om bedrijfsmiddelen die gangbaar zijn, maar waarvan
een marktverbreding wenselijk is.
Gekozen is voor een zodanige samenloop, dat vrijwel elk milieubedrijfsmiddel
waarvoor op grond van de VAMIL-regeling steun wordt verleend, ook voor de
MIA in aanmerking komt. Slechts in een enkel geval wordt deze systematiek
doorbroken. Het gaat hierbij om bedrijfsmiddelen, die in aanmerking komen
voor de VAMIL omdat zij nog niet gangbaar zijn, maar waarvan de meerskosten
zodanig gering zijn, dat samenloop met de MIA tot een zodanig voordeel zou
leiden, dat de grenzen die de Europese Commissie stelt aan steunregelingen
als VAMIL en MIA zouden worden overschreden.
Op de Milieulijst, behorende bij de VAMIL-regeling staan vanuit milieuoogpunt
de beste bedrijfsmiddelen die bovendien nog niet gangbaar zijn in Nederland.
Ter voldoening aan recent gewijzigde Europese regels die worden gesteld
aan stimuleringsregelingen zijn in deze regeling enkele beperkende bepalingen
opgenomen. Zo worden investeringen in bedrijfsmiddelen uitgezonderd indien
met die bedrijfsmiddelen geen verbetering van het natuurlijke milieu of verbetering
van het dierwelzijn wordt gerealiseerd (artikel 1, onder d). Ook wordt voor
investeringen van meer dan 25 miljoen Euro een goedkeuring vooraf door de
Europese Commissie verlangd (artikel 2, eerste lid). Daarnaast is de lijst
van bedrijfsmiddelen getoetst aan het nieuwe milieusteunkader dat in 2001
in werking is getreden. De aanscherping van het begrip meerkosten heeft ertoe
geleid, dat een aantal bedrijfsmiddelen niet langer gestimuleerd mogen worden.
Deze zijn derhalve van de lijst verwijderd. Van enkele andere bedrijfsmiddelen
is de aftrek om deze reden verminderd.
Artikel 1, onder e, van deze regeling voorkomt een ongewenste productieverhoging
in bepaalde sectoren. Er wordt geen steun toegekend voor investeringen in
bedrijfsmiddelen op landbouwbedrijven, die zijn gericht op een productieverhoging
waarvoor op de markt geen normale afzetmogelijkheden kunnen worden gevonden.
Dit houdt in dat er rekening wordt gehouden met productiebeperkingen of beperkingen
ten aanzien van communautaire steunverlening in het kader van de gemeenschappelijke
marktordeningen. Indien deze beperkingen gelden op het niveau van individuele
landbouwers of landbouwbedrijven wordt geen steun verleend voor investeringen
waardoor de productie zou uitkomen boven de op grond van deze beperkingen
toegestane niveaus. Voor bijvoorbeeld producten met publiekrechtelijke productiebeperkingen
dient de landbouwer of het landbouwbedrijf derhalve over voldoende productierechten
te beschikken. Dit houdt bijvoorbeeld in dat aan een melkveehouder die beschikt
over een melkquotum van 400.000 kg melk geen milieu-investeringsaftrek wordt
toegekend voor investeringen voorzover die leiden tot overschrijding van het
melkquotum.
Artikel 1, onder f, van deze regeling voorkomt dat cumulatie van de MIA
met steun die uit anderen hoofde door de overheid of de Commissie van de Europese
Gemeenschappen wordt verstrekt, zal leiden tot overschrijding van de in Europees
kader toegestane steunniveaus. Cumulatie van steun op grond van de VAMIL-regeling
en de MIA tot boven het ingevolge communautaire regelgeving toegestane maximale
steunniveau wordt in de Milieulijst milieu-investeringsaftrek 2002 voorkomen;
daar waar de meerkosten zodanig (laag) zijn, dat overschrijding dreigt, is
in die milieulijst aangegeven dat het desbetreffende bedrijfsmiddel slechts
voor een deel (meestal 50% of 20%) in aanmerking komt voor de
MIA. Door deze zogenoemde aftopping blijft het voordeel van gecombineerde
toepassing van de VAMIL-regeling en de MIA onder de toegestane maximale steunniveaus.
Artikel 2
In artikel 2, onderdeel a, is bepaald dat investeringen van meer dan 25
miljoen Euro, van de MIA zijn uitgesloten tenzij de milieu-investeringsaftrek
voor het individuele geval door de Europese Commissie is goedgekeurd. Daartoe
moet een schriftelijk verzoek door de belastingplichtige bij de Minister van
VROM worden ingediend. Deze bepaling is opgenomen ter voldoening aan het nieuwe
milieusteunkader van de Europese Commissie, dat in 2001 in werking is getreden.
In artikel 2, onderdeel b, worden investeringen in stallen van de MIA
uitgesloten, indien de investeringen plaatsvinden nadat het Besluit ammoniakemissie
huisvesting veehouderij1 in werking is getreden. Het betreft hier
stallen, waarvan de ammoniakemissies op het niveau van dat besluit liggen
en die dan verplicht zijn geworden.
Paragraaf 3. Wijzigingen
Ten opzichte van de Milieulijst MIA van 2001 is het aantal bedrijfsmiddelen
op de Milieulijst 2002 afgenomen.
Nieuw zijn de bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen onder de volgende nummers:
B 1116, B 1117, B 1118, B 1119, A 1120, B 1121, A 2160, B 2161, B 2163, A
2164, F 2165, F 2166, F 2167, A 2168, A 2169, A 2170, A 3076, B 4148, B 4149,
B 4150, B 4151, A 5028, B 5029 en B 5030
Voorts is een aantal bedrijfsmiddelen die in de Milieulijst van 2001 waren
opgenomen, in de Milieulijst van 2002 komen te vervallen. Het betreft de nummers:
B 1006, B 1008, B 1045, B 1047, B 1049, B 1066, B 1073, B 1074, B 1075, B
1076, B 1077, B 1078, B 1082, B 1083, B 1097, A 1098, B 2003, B 2011, B 2084,
B 2086, F 2157, B 3038, B 4016, B 4030, B 4074, B 4094, B 4117, B 4125, B
4127, A 4138 en E 5027.
Daarnaast is de omschrijving van een aantal bedrijfsmiddelen, aangepast
dan wel zijn de eisen aangescherpt. Het betreft de bedrijfsmiddelen die vermeld
zijn onder de volgende nummers: B 1032, B 1056, B 1063, B 1095, B 1100, B
2014, B 2027, B 2036, B 2052, A 2081, B 2100, B 2104, B 2113, F 2125, B 2129,
E 2151, B 3014, B 3031, G 3053, G 3057, A 3069, B 3070, E 4003, B 4005, B
4007, B 4009, D 4017, B 4027, B 4035, B 4043, A 4045, D 4047, B 4057, B 4060
en B 5014.
Onder de nummers F 2165, F 2166, F 2167, A 2168 en A 2169 zijn stallen
opgenomen, die verdiensten hebben op het gebied van ammoniakemissie en dierwelzijn.
Voor deze stallen wordt een nadere omschrijving gegeven in bijlagen 3a en
3b.
De stallen die een lagere ammoniakemissie hebben dan de grenswaarden die
zullen worden opgenomen in het nog in werking te treden Besluit ammoniakemissie
huisvesting veehouderij en stallen die een veel lagere emissie hebben dan
de gangbare stallen (de stallen genoemd onder F 2165, F 2166 en F 2167), komen
in aanmerking voor de 40%-aftrek. Stallen die qua ammoniakemissie op
de grenswaarden van het besluit zitten (de stallen genoemd onder A 2168 en
A 2169), vallen onder de 30% aftrekcategorie. Naar verwachting zal
medio 2002 het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij in werking
treden. Daarmee wordt de ammoniakemissie van de onder A 2168 en A 2169 opgenomen
stallen een wettelijke verplichting voor nieuw te bouwen stallen. Daarom is
in deze regeling de bepaling opgenomen, dat investeringen in deze stallen
die worden gedaan na inwerkingtreding van het laatstgenoemde besluit, niet
langer in aanmerking komen voor de MIA en VAMIL. Als het gaat om aanpassing
van bestaande stallen, blijft het fiscale voordeel wel van toepassing.
Investeringen in bedrijfsmiddelen die wettelijk verplicht zijn, behoeven
immers niet gestimuleerd te worden.
In de Milieulijst 2002 is de Groen Label Kas opgenomen. Sinds enkele jaren
wordt het concept Groen Label Kas gestimuleerd via de MIA, de VAMIL-regeling
en de Regeling groen projecten (Groen beleggen). De sector heeft goed en snel
ingespeeld op de eisen, die aan deze kas werden gesteld. Omdat deze kas in
hoog tempo stand der techniek aan het worden was, is besloten de eisen aan
te scherpen. Om een evenwichtig pakket voor innovatie van de glastuinbouw
te creëren en daarbij recht te doen aan het doel van de verschillende
stimuleringsregelingen met elk hun eigen doelbereik, is ervoor gekozen vanaf
1 januari 2002 twee niveaus aan te brengen ten aanzien van de Groen Label
Kas:
a. Groen Label Kas Niveau I 2002. Deze kas is min of meer de voortzetting
van de huidige Groen Label Kas, zij het dat de eisen enigszins zijn aangescherpt.
Gemikt wordt op een grote groep tuinders (30 à 40% van alle
nieuw te bouwen kassen). De maatlat voor deze kas is in grote lijnen dezelfde
als die van 2001. Het aantal punten dat moet worden gehaald is echter 10 punten
hoger dan in 2001. Het eisenpakket van deze kas is neergelegd in bijlage 2
bij deze regeling. Deze kas komt in aanmerking voor de MIA en de VAMIL-regeling,
en
b. Groen Label Kas Niveau II 2002. Deze kas behoort tot de voorlopers
in de Nederlandse glastuinbouw. Om te voldoen aan de eisen van dit niveau
wordt eenzelfde maatlat gebruikt, maar moeten meer punten worden behaald dan
voor de onder a beschreven kas. Deze kas komt behalve voor de VAMIL-regeling
en de MIA tevens voor de Regeling groenprojecten in aanmerking. Het eisenpakket
van deze kas is als bijlage bij laatstgenoemde regeling gevoegd.
De pakketten van de Groen Label Kas Niveau I en Groen Label Kas Niveau
II zijn inhoudelijk gelijk en verschillen alleen in het aantal punten dat
moet worden behaald. Wel is het de bedoeling om wanneer de ontwikkelingen
dit mogelijk maken, over te schakelen van een systeem van middelvoorschriften
naar een systeem van doelvoorschriften.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.
1. Waarvan een ontwerp is gepubliceerd in Stcrt nr. 99 van
23 mei 2001,