Regeling mandaat bureau heffingen

20 december 2001

Nr. TRCJZ/2001/17810

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel 1

De directeur en de plaatsvervangend directeur van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. uitgaven van materiële aard;

b. de beantwoording van aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gerichte brieven die betrekking hebben op het werkterrein van het Bureau Heffingen, indien het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en indien het niet betreft een brief die vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan.

Artikel 2

De divisiemanagers van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de bevoegdheid, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet;

b. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, tweede en derde lid, 7, eerste lid en 8, eerste lid, van de Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet;

c. de bevoegdheid, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Vrijstellingsregeling akkerbouwbedrijven met gezamenlijke mestopslag Meststoffenwet;

d. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 8, derde lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment `Het Zuivere Ei';

e. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 14, tweede lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment `Golden Harvest';

f. de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling financiële tegemoetkoming Wet herstructurering varkenshouderij;

g. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 10, eerste lid, 11, 12 en 14 van de Opkoopregeling varkenshouderij;

h. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 11, eerste lid en 17, derde lid, van de Opkoopregeling varkenshouderij 1998;

i. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 9 van de Opkoopregeling varkensrechten;

j. de mededeling van hetgeen in de administratie van het Bureau Heffingen staat geregistreerd ten aanzien van de op een bedrijf rustende mestproductie-, varkens- en pluimveerechten, alsmede van de mestplaatsingsruimte en de mestaanvoerruimte;

k. de bepaling van de rechten, bedoeld in artikel 4 van de Wet herstructurering varkenshouderij en artikel 58g van de Meststoffenwet;

l. beschikkingen op grond van het Besluit erkenning tussenpersonen, mestverwerkers en exporteurs Meststoffenwet;

m. de beantwoording van brieven waarin de Staat der Nederlanden aansprakelijk wordt gesteld voor schade die verband houdt met de invoering van de Wet herstructurering varkenshouderij of het stelsel van mestafzetovereenkomsten, indien het antwoord zich beperkt tot een gestandaardiseerde afwijzing van aansprakelijkheid;

n. het besluit tot toepassing van bestuursdwang van artikel 71a van de Meststoffenwet en artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij, alsmede de aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;

o. het besluit om in plaats van de bestuursdwang van artikel 71a van de Meststoffenwet en artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij toe te passen een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht op te leggen.

Artikel 3

De directeur en de plaatsvervangend directeur van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het niet-ontvankelijk verklaren van een op het werkterrein van het Bureau Heffingen betrekking hebbend bezwaarschrift waarin geen sprake is van een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep;

b. het niet-ontvankelijk, dan wel gegrond of ongegrond verklaren van een bezwaarschrift dat gericht is tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, indien het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan;

c. de verdaging van een beslissing op een bezwaarschrift als bedoeld in onderdeel a of b;

d. verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschriften genomen beslissingen;

e. verweerschriften en andere stukken in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voortvloeiende uit besluiten, genomen krachtens onderdeel a of b;

f. het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel tegen rechterlijke uitspraken in gedingen, voortvloeiend uit besluiten genomen krachtens onderdeel a of b.

Artikel 4

De juridisch medewerkers van de sector bezwaar en beroep van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen ten aanzien van verweerschriften en andere stukken in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter, voortvloeiende uit besluiten, genomen krachtens artikel 3, onderdeel a of b.

Artikel 5

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4, luidt:

`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

voor deze:

DE DIRECTEUR BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

voor deze:

DE DIVISIEMANAGER BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

voor deze:

DE JURIDISCH MEDEWERKER VAN HET BUREAU HEFFINGEN,'.

Artikel 6

Voorzover een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4 behoort tot het takenpakket van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, geschiedt het nemen van beslissingen of ondertekenen van stukken betreffende die aangelegenheden namens de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 7

Indien artikel 6 van toepassing is, luidt de ondertekening, bedoeld in artikel 1 tot en met 4, in afwijking van artikel 5:

`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Voor deze:

DE DIRECTEUR BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Voor deze:

DE DIVISIEMANAGER BUREAU HEFFINGEN,',

onderscheidenlijk

`DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Voor deze:

DE JURIDISCH MEDEWERKER VAN HET BUREAU HEFFINGEN,'.

Artikel 8

De directeur, de plaatsvervangend directeur, de divisiemanagers en de juridisch medewerkers van de sector bezwaar en beroep van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd de Minister of de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te vertegenwoordigen in bij de bestuursrechter aanhangige gedingen, voortvloeiende uit besluiten, genomen krachtens artikel 3, onderdeel a of b.

Artikel 9

Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 15 augustus 2001, nr. TRCJZ/2001/10902 (Stcrt. 2001, nr. 158), houdende de machtiging aan de medewerkers van Bureau Heffingen tot het beslissen en ondertekenen van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant geplaatst worden.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

Toelichting

In verband met de wijziging van de Meststoffenwet, zoals deze per 1 januari 2001 gaat luiden, wordt het mandaat van het Bureau Heffingen als volgt gewijzigd.

Aan artikel 2, onderdeel j, is toegevoegd: mededelingen betreffende de mestplaatstingsruimte en de mestaanvoerruimte.

Aan artikel 2, onderdeel j, is toegevoegd: schadeverzoeken inzake het stelsel van mestafzetovereenkomsten.

In verband met de handhaving van de gewijzigde Meststoffenwet wordt in artikel 2, onderdeel n en o, toegevoegd de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang, dan wel het opleggen van een last onder dwangsom in plaats daarvan.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven