De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 1.1.6, 1.1.10, 2.4.11, onder c, en 2.4.12, onder
c, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken1,
Besluit:
Artikel 1
Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.4.11, onder c, en 2.4.12,
onder c, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken geldt voor
het programma Samenwerking met Internationale Instituten (SII) voor de periode
tot en met 31 december 2002 het volgende beleidskader:
a. Doelstelling van het SII:
Het programma richt zich op
- versterking van de (hoger) onderwijssector in ontwikkelingslanden, door
financiering van activiteiten die meerdere landen ten goede komen;
- bevordering van studie in de regio.
b. Landen/regio's:
Het programma richt zich specifiek op activiteiten die ondersteunend zijn
voor meerdere landen tegelijk (landenoverstijgend). De activiteiten dienen,
in lijn met het vigerende OS-beleid, ten goede te komen aan een of meerdere
van de landen waarmee Nederland een bilaterale OS-relatie heeft (zie bijlage
1).
c. Prioriteiten:
Activiteiten dienen aantoonbaar aan te sluiten bij behoeftes in ontwikkelingslanden
en bij te dragen aan capaciteitsopbouw binnen de onderwijssector (zowel van
onderwijsinstellingen als van ministeries en ondersteunende organisaties).
Daarnaast is uitbreiding van de steun aan regionale opleidingsinstituten een
prioriteit.
d. Soort activiteiten:
Activiteiten binnen het programma dienen bij te dragen aan het bereiken
van de bovengenoemde doelstelling en dienen te passen binnen de geformuleerde
prioriteiten. Zij kunnen een zeer divers karakter hebben (zoals onderzoek,
seminars, workshops, curriculum ontwikkeling, staf en managementtraining).
Activiteiten dienen aantoonbaar aan te sluiten op de vraag in ontwikkelingslanden.
Voor de financiering van (fellowships voor studie aan) regionale opleidingsinstituten
geldt dat curriculae relevant voor bilaterale samenwerkingslanden moeten zijn,
in het bijzonder voor de daarbinnen gekozen sectoren en voor capaciteitsopbouw
in bredere zin. Financiering van fysieke infrastructuur komt niet in aanmerking.
e. Organisaties:
Voor financiering komen met name activiteiten van internationale organisaties
en samenwerkingsverbanden/
netwerken met een internationale oriëntatie in aanmerking (bijv.
regionale consortia). De ontvangende organisaties dienen te zijn geregistreerd
als rechtspersoon en dienen te beschikken over de noodzakelijke uitvoeringscapaciteit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
1. Bangladesh
2. Bolivia
3. Benin
4. Burkina Faso
5. Eritrea
6. Ethiopia
7. Ghana
8. India
9. Yemen
10. Macedonia
11. Mali
12. Mozambique
13. Nicaragua
14. Rwanda
15. Sri Lanka
16. Tanzania
17. Uganda
18. Vietnam
19. Zambia
1. Indonesia
2. South Africa
3. Egypt
1. Albania
2. Armenia
3. Bhutan
4. Bosnia
5. Brazil
6. Cambodia
7. China
8. Colombia
9. Costa Rica
10. Cuba
11. Ecuador
12. El Salvador
13. Philippines
14. Georgia
15. Guatemala
16. Guinea Bissau
17. Honduras
18. Côte d'Ivoire
19. Jordan
20. Cape Verde
21. Kenya
22. Moldova
23. Mongolia
24. Namibia
25. Nepal
26. Nigeria
27. Pakistan
28. Palestinian Territories
29. Peru
30. Senegal
31. Thailand
32. Zimbabwe