Wijziging stimuleringsregeling breedtesport

Besluit tot wijziging Stimuleringsregeling breedtesport in verband met aanpassing van de uitkeringen voor gezamenlijke breedtesportprojecten

14 december 2001

Nr. S/P&K-201085

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Grote Steden en Integratiebeleid,

Gelet op de artikelen 5, 43, tweede lid, 44, eerste lid, en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel I

De Stimuleringsregeling breedtesport1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, tweede lid, wordt de zinsnede `met als maximum het bedrag genoemd in bijlage 3 bij deze regeling' vervangen door: met als maximum de som van de bedragen per gemeente genoemd in bijlage 3 bij deze regeling.

B

1. Onder vernummering tot artikel 9f wordt artikel 9 na artikel 9e geplaatst.

2. Na artikel 8 wordt een nieuw artikel 9 ingevoegd, luidende:

Artikel 9

In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid, kan de minister op aanvraag de uitkering die in 1999, 2000 en 2001 aan een gemeente is verleend, verhogen ten behoeve van een breedtesportproject van een aantal gemeenten gezamenlijk. Artikel 2, derde en vierde lid, en artikel 6, derde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 9c wordt `f 250.000,- (EUR 113.445,05)' telkens vervangen door: EUR 113 445, 05.

D

In artikel 9e vervalt: `(EUR 113.445,05)'.

E

Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage.

F

Bijlage 3, eerste voetnoot, laatste volzin vervalt.

Artikel II

De tekst van de Stimuleringsregeling breedtesport wordt in de Staatscourant geplaatst.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2001.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,M. Vliegenthart.

1 Stcrt. 1999, 229; gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 augustus 2001 (Stcrt. 165).

Toelichting

Algemeen

De Stimuleringsregeling breedtesport is erop gericht om gemeenten ondersteuning te bieden bij het opzetten van initiatieven die bijdragen tot een duurzame verbetering van het lokale sportaanbod. Gemeenten kunnen tot en met 2007 een uitkering ontvangen. Ook de provincies kunnen in het kader van de breedtesportimpuls een rijksbijdrage ontvangen als zij de gemeenten ondersteunen bij het opzetten en/of uitvoeren van de projectplannen. De onderhavige wijziging behelst een correctie van de uitkering voor breedtesportprojecten van een aantal gemeenten gezamenlijk en een verbetering van het aanvraagformulier voor de uitkering aan gemeenten.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Artikel 5 verbindt de uitkering aan een maximum bedrag, opgenomen in bijlage 3. In sommige gevallen leidde de oude systematiek er toe dat samenwerkende gemeenten minder geld zouden ontvangen dan wanneer ze ieder afzonderlijk een uitkering zouden aanvragen. Hierdoor werkte de Stimuleringsregeling breedtesport eerder remmend dan stimulerend op de samenwerking tussen gemeenten. Met de onder A (en F) opgenomen wijzigingen wordt aan deze situatie een eind gemaakt. Samenwerkende gemeenten ontvangen nu in alle gevallen een hogere uitkering dan wanneer ze niet samenwerken en ieder afzonderlijk een uitkering aanvragen.

B

De onder B opgenomen wijzigingen maken het mogelijk dat gemeenten, aan wie in 1999, 2000 en 2001 een uitkering is verleend, in aanmerking komen voor de hogere uitkering voor een gezamenlijk breedtesportproject. De aanvragen daartoe worden op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip ingediend als andere aanvragen in het kader van de Stimuleringsregeling breedtesport, om vervolgens op dezelfde wijze te worden behandeld. De desbetreffende projecten moeten derhalve voldoen aan alle vereisten van de regeling. De aanvragen voor een verhoging van de uitkering zullen zonodig in verband met de verdeling van de beschikbare middelen worden vergeleken met de aanvragen van gemeenten die nog niet deelnamen aan de regeling. Op deze systematiek bestaat één uitzondering: indien de gehonoreerde aanvragen daartoe aanleiding geven, worden de reeds verleende uitkeringen voor gezamenlijke breedtesportprojecten ambtshalve verhoogd; een aanvraag is daarvoor niet nodig. Aangezien gemeenten verplicht zijn wijzigingen in de projecten te melden, wordt er van uit gegaan dat de minister in die gevallen nog steeds over actuele informatie beschikt.

Door de vorige wijziging van de Stimuleringsregeling breedtesport stond de inwerkingtredingsbepaling abusievelijk niet meer aan het slot van de regeling. De juiste volgorde is met de vernummering van artikel 9 naar artikel 9f hersteld.

E

Volgens artikel 2, derde lid van de Stimuleringsregeling breedtesport, dienen gemeenten hun aanvraag te doen door het in bijlage 1 opgenomen formulier ingevuld in te zenden.

Inmiddels is gebleken dat het desbetreffende formulier niet de benodigde informatie oplevert. Om die reden is bijlage 1 vervangen. Gemeenten die een aanvraag indienen voor projecten die van start gaan in 2003 of daarna, dienen gebruik te maken van dit vernieuwde formulier.

Artikel III

De datum van inwerkingtreding is zo gekozen dat de gewijzigde Stimuleringsregeling breedtesport voor het eerst van toepassing is op de aanvraagronde van 2002.

stcrt-2001-246-p17-SC32320-1.gifstcrt-2001-246-p17-SC32320-2.gifstcrt-2001-246-p17-SC32320-3.gif

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Vliegenthart.

Naar boven