Instelling Nationaal Analysecentrum valsemunterij

Besluit van 6 december 2001, nr. 01.005808

Wij Beatrix, bij gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 30 november 2001, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, FM 2001-1959 M, en Centrale Directie Wetgeving, Juridische en Bestuurlijke Zaken;

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij;

Gelet op artikel 4, vierde lid, van de Bankwet 1998,

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1. Er is een Nationaal Analysecentrum.

2. Het Nationaal Analysecentrum heeft tot taak de werkzaamheden te verrichten die de Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG van 4 juli 2001, L 181) aan het in artikel 4, eerste lid, van die Verordening genoemde nationaal analysecentrum opdraagt.

Artikel 2

Wij verlenen aan De Nederlandsche Bank N.V. toestemming om de taak uit te voeren van het Nationaal Analysecentrum.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de bijbehorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 december 2001.
Beatrix.
De Minister van Financiën,G. Zalm.

Nota van toelichting

In de Verordening (EG) Nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG L 181) die op 28 juni 2001 is aangenomen (hierna Vo Evm) is een systeem neergelegd ten behoeve van de vergaring en de verwerking van technische en statistische informatie over vals geld. Met onder meer dit stelsel wordt beoogd de circulatie van eurobankbiljetten en -munten te laten plaatsvinden onder zodanige omstandigheden dat bescherming tegen valsemunterij zo goed mogelijk is gewaarborgd. Daartoe dienen in elke lidstaat instanties voor de technische beoordeling van vermoedelijk valse euro's te worden aangewezen, een nationaal analysecentrum en een nationaal analysecentrum voor munten. Deze beoordelingsinstanties verwerken de informatie verkregen uit hun analysewerkzaamheden in een door de Europese Centrale Bank (ECB) ontwikkelde en beheerde database. De gegevens uit de database zijn toegankelijk voor de ECB, de Europese Commissie - voor zover dat onder haar bevoegdheden valt - en de opsporingsinstanties. Voorts heeft Europol op basis van afspraken tussen Europol en de ECB toegang tot deze gegevens.

Het door de Vo Evm bedoelde nationaal analysecentrum voor munten wordt door middel van een ministeriële regeling op grond van artikel 8 van de Muntwet 2002 ingesteld bij de Koninklijke Nederlandse Munt te Utrecht. Dit Nationaal Analysecentrum voor Munten, het equivalent van het hieronder genoemde Nationaal Analysecentrum, verricht de technische analyse van vermoedelijke valse munten.

De rol van het nationaal analysecentrum dat volgens de Vo Evm werkzaamheden verricht op het gebied van vermoedelijk valse bankbiljetten wordt vervuld door De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Daartoe wordt in artikel 1 van dit besluit ter uitvoering van de Vo Evm eerst een Nederlands Nationaal Analysecentrum opgericht. Artikel 2 van het besluit belast vervolgens DNB met de taak die dit Nationaal Analysecentrum heeft. Op grond hiervan verricht dus DNB de werkzaamheden van het nationaal analysecentrum, genoemd in artikel 4 van de Vo Evm. De bij DNB aangeboden vermoedelijk valse biljetten worden ter identificatie aan een technische analyse onderworpen. Uit hoofde van deze taak worden vervolgens de technische en statistische gegevens door het Nationaal Analysecentrum geclassificeerd en ingevoerd in de database van de ECB. Indien het een nieuwe vervalsing betreft die niet binnen een al bekend geval van valsemunterij kan worden gelokaliseerd, zendt het Nationaal Analysecentrum dit biljet naar de ECB. De ECB stelt nadere criteria vast aan de hand waarvan door het Nationaal Analysecentrum kan worden beoordeeld of het biljet aan de ECB dient te worden doorgezonden. Tenslotte coördineert het Nationaal Analysecentrum op nationaal niveau de invoer van gegevens in de databank afkomstig van het Nationaal Analysecentrum voor Munten.

De Minister van Financiën,

G. Zalm.

Naar boven