Regeling prepareren van dieren

Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, houdende bepalingen omtrent exameneisen en merktekens met betrekking tot het prepareren van dieren (Regeling prepareren van dieren)

11 december 2001

Nr. TRCJZ/2001/15311

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 78 van de Flora- en faunawet;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, en 7, tweede lid, van het Besluit prepareren van dieren;

Besluit:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. wet: Flora- en faunawet.

§ 2 Preparateursexamen

Artikel 2

1. Het preparateursexamen bevat:

a. ten minste 25 meerkeuzevragen, waarin de kennis, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van het Besluit prepareren van dieren, wordt getoetst en

b. ten minste 25 meerkeuzevragen, gesteld naar aanleiding van dia of filmbeelden of andere beelddragers, waarin de kennis, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van het Besluit prepareren van dieren, wordt getoetst.

2. Van de vragen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b, dient ten minste 70% goed te zijn beantwoord.

Artikel 3

Een organisatie die examens als bedoeld in artikel 62, tweede lid, van de wet afneemt, voldoet aan de volgende eisen:

- zij bezit rechtspersoonlijkheid;

- zij is statutair gevestigd;

- de bestuursleden zijn naar evenredigheid afkomstig uit de kringen van preparateurs en natuurbescherming;

- zij beschikt over een itembank met ten minste 200 meerkeuzevragen die betrekking hebben op het preparateursexamen, waarvan de relatieve samenstelling overeenkomt met de eisen die ten aanzien van het examen worden gesteld;

- zij beschikt over een kwaliteitszorgsysteem en

- zij beschikt over een reglement waarin onder meer is vastgelegd aan welke eisen dient te worden voldaan om een examen te mogen afleggen, wanneer examens worden afgenomen, de wijze waarop het resultaat van het examen wordt beoordeeld, wie gerechtigd is de examens bij te wonen en een regeling voor geschillen.

Artikel 4

1. De minister wijst personen aan die belast zijn met het toezicht op de kwaliteit van preparateursexamens en de wijze van beoordeling van examenresultaten.

2. Een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid ziet erop toe dat de organisatie die examens afneemt voldoet aan de in artikel 3 gestelde eisen en dat de examens worden afgenomen in overeenstemming met het in artikel 2 bepaalde.

3. Een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid informeert de minister omtrent de bevindingen die van belang zijn voor de erkenning van de organisatie.

4. Een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid is bevoegd bij het bestuur van een organisatie die examens afneemt inlichtingen in te winnen over de inhoud van en de wijze van afnemen van examens.

5. Een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid is bevoegd alle examens bij te wonen.

§ 3 Merktekens

Artikel 5

Een merkteken als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Besluit prepareren van dieren wordt door de minister verstrekt en is voorzien van de letters NL, gevolgd door de letters LNV en een uniek nummer.

Artikel 6

1. Een merkteken als bedoeld in artikel 5 wordt bij de minister aangevraagd door invulling van een in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen aanvraagformulier.

2. Een niet volledig, onduidelijk of niet ondertekend formulier wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 7

1. Voor de afgifte van een merkteken als bedoeld in artikel 5 wordt aan de aanvrager een vergoeding van kosten in rekening gebracht ten bedrage van € 1,-.

2. Een merkteken wordt niet afgegeven, voordat het verschuldigde bedrag, bedoeld in het eerste lid, is voldaan.

§ 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8

Een merkteken dat is aangebracht in overeenstemming met de vóór de inwerkingtreding van deze regeling geldende bepalingen wordt gelijk gesteld met een merkteken als bedoeld in deze regeling.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 78 van de Flora- en faunawet en de artikelen 4, eerste lid, en 7, tweede lid, van het Besluit prepareren van dieren in werking treden.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling prepareren van dieren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,G.H. Faber.

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling prepareren van dieren

Aanvraagformulier

stcrt-2001-241-p29-SC32146-1.gif

Toelichting

Paragraaf 1 Inleiding

Thans is alle regelgeving die betrekking heeft op de bescherming van planten- en diersoorten in één wet opgenomen: de Flora- en faunawet. Deze wordt hierna aangeduid als de wet. De wet bundelt de bepalingen over voornoemde bescherming zoals die voorheen in verschillende wetten gestalte had gekregen: de Vogelwet 1936, de Jachtwet, de Natuurbeschermingswet, de Nuttige Dierenwet 1914 en de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten.

De artikelen 62 tot en met 64 van de wet bevatten bepalingen ten aanzien van het prepareren van dieren. Hoofdregel is een verbod om dode dieren die behoren tot soorten waarop de wet van toepassing is, te prepareren zonder te zijn voorzien van een vergunning van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De wet bevat vervolgens een aantal delegatiebepalingen om regels te stellen over deze vergunning alsmede de mogelijkheid om met het oog op preparatie vrijstelling te verlenen van de wettelijke verboden aangaande bezit, vervoer, aflevering en in- en uitvoer van te prepareren of geprepareerde dieren. In het Besluit prepareren van dieren is in de invulling van deze bepalingen voorzien. In bedoeld besluit zijn onder meer regels gesteld met betrekking tot het preparateursexamen en het merkteken dat dient te worden aangebracht op te prepareren en geprepareerde producten van dieren. In de onderhavige regeling zijn deze bepalingen nader uitgewerkt.

Over de inhoud van deze regeling is ambtelijk overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging van Preparateurs.

Paragraaf 2 Het preparateursexamen

In artikel 62, eerste lid, van de wet is bepaald dat het verboden is dode dieren te prepareren zonder voorzien te zijn van een vergunning van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. In het tweede lid van bedoeld artikel is bepaald dat de minister een dergelijke vergunning afhankelijk stelt van het met gunstig gevolg afgelegd hebben van een door de minister erkend preparateursexamen. In de artikelen 2 tot en met 4 van het Besluit prepareren van dieren zijn eisen vastgesteld waaraan een preparateursexamen dient te voldoen om te worden erkend. In de artikelen 2 tot en met 4 van deze regeling zijn deze eisen nader uitgewerkt.

In artikel 2 is nader gespecificeerd op welke wijze de vereiste kennis dient te worden getoetst en is een minimum aantal vragen per examenonderdeel voorgeschreven.

In artikel 3 zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de eisen waaraan een organisatie, die preparateursexamens afneemt, dient te voldoen. In artikel 4 zijn vervolgens regels opgenomen met betrekking tot het toezicht op de preparateursexamens. Dit artikel biedt de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de mogelijkheid op de hoogte te blijven over de al dan niet rechtmatige status van erkenning van een preparateursexamen.

De artikelen 2 tot en met 4 hebben tot doel te verzekeren dat een preparateursexamen van voldoende kwaliteit is en blijft en dat kandidaten voor een preparateursexamen op gelijke wijze worden getoetst, ongeacht de organisatie die het examen afneemt.

Paragraaf 3 Merktekens

In de artikelen 5 tot en met 7 zijn bepalingen opgenomen omtrent een aan te brengen merkteken op te prepareren of geprepareerde producten van dieren, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Besluit prepareren van dieren. In artikel 5 van de regeling is bepaald dat een merkteken verstrekt wordt door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Ook in het kader van de Jachtwet, de Vogelwet 1936 en de Natuurbeschermingswet werden merktekens door de minister verstrekt. Voor identificatiedoeleinden dient een door de minister verstrekt merkteken voorzien te zijn van de letters NL, gevolgd door de letters LNV en een uniek nummer. In artikel 6 zijn regels opgenomen over de wijze waarop een merkteken kan worden aangevraagd en in artikel 7 is een vergoeding van kosten vastgesteld voor de afgifte van een merkteken.

Paragraaf 4 Overgangs- en slotbepalingen

De artikelen 8 tot en met 10 bevatten voorts overgangs- en slotbepalingen.

In artikel 8 is een overgangsbepaling opgenomen. Hierin is bepaald dat een merkteken dat is aangebracht in overeenstemming met de vóór de inwerkingtreding van deze regeling geldende bepalingen gelijk gesteld wordt met merkteken als bedoeld in deze regeling. Deze bepaling is opgenomen, omdat onder de werking van de Flora- en faunawet een ander merkteken zal worden verstrekt dan onder de Jachtwet, de Vogelwet 1936 en de Natuurbeschermingswet. Dit laatste in verband met de eis in het Besluit prepareren van dieren, dat behalve geprepareerde producten van dieren ook te prepareren producten van dieren van een merkteken dienen te zijn voorzien. De thans verstrekte merktekens zijn niet geschikt voor te prepareren producten van dieren, omdat deze merktekens tijdens het prepareerproces beschadigen. In samenspraak met de Nederlandse Vereniging van Preparateurs is derhalve besloten een ander merkteken te verstrekken.

Artikel 9 bevat een inwerkingtredingsbepaling. In dit artikel is de inwerkingtreding van de regeling gekoppeld aan de inwerkingtreding van artikel 78 van de Flora- en faunawet en de artikelen 4, eerste lid, en 7, tweede lid, van het Besluit prepareren van dieren, waarop de regeling gebaseerd is. Op deze wijze kunnen in een vroegtijdig stadium ministeriële regelingen in de Staatscourant gepubliceerd worden, opdat belanghebbenden hiervan tijdig kennis kunnen nemen.

Paragraaf 5 Lasten voor overheid, burgers en bedrijfsleven

In aansluiting met de bepalingen van de Jachtwet, Vogelwet 1936 en de Natuurbeschermingswet is in de onderhavige regeling bepaald dat de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bevoegd is tot afgifte van een merkteken dat op te prepareren of geprepareerde producten van dieren dient te worden aangebracht. Deze regeling brengt derhalve geen extra lasten mee voor overheid, burgers of bedrijfsleven.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber.

Naar boven