Bekendmaking tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 2002

23 november 2001

Nr. DGG/J-01/008273

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie maakt bekend, dat met ingang van 1 januari 2002 de volgende tarieven verschuldigd zijn voor vrijwillige dienstverlening door de Scheepvaartinspectie:

Artikel 1

Voor het onderzoek van niet in Nederland thuis behorende schepen op verzoek van buitenlandse autoriteiten en voor verdere werkzaamheden, nodig voor de hernieuwing of visering van een certificaat voor deze schepen, zijn de onderstaande tarieven verschuldigd:

a. voor een uitrustingscertificaat:

Tonnage Her- Visering

nieuwing

500-2000 GT € 880 € 648

2000-6000 GT € 953 € 721

6000-9000 GT € 1.052 € 820

vanaf 9000 GT € 1.079 € 847

b. voor een certificaat voor de radio-installatie: € 166;

c. voor het onderzoek van een radiotelefonie-installatie: € 421;

d. voor het onderzoek van een radiotelegrafie-installatie: € 689;

e. voor het onderzoek van een GMDSS radio-installatie (zeegebieden A1 en A2): € 421;

f. voor het onderzoek van een GMDSS radio-installatie (zeegebieden A3 en A4): € 689.

Artikel 2

1. Voor het onderzoek en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring bestman, afgegeven op grond van een ontheffing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet op de zeevaartdiploma's, is een tarief verschuldigd van € 312.

2. Indien het onderzoek buiten toedoen van de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie niet leidt tot de afgifte van een verklaring als bedoeld in het eerste lid, is een tarief verschuldigd van € 289.

3. Indien voor de afgifte van een verklaring als bedoeld in het eerste lid geen onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 120.

Artikel 3

Voor een verzoek aan een erkend klassebureau tot onderzoek van schepen buiten Nederland ten behoeve van de afgifte van certificaten is een tarief verschuldigd van € 95.

Artikel 4

Voor het onderzoek van schepen zonder voortstuwing en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, waaruit blijkt dat deze schepen voldoende zijn uitgerust om buitengaats bemand werkzaamheden te verrichten of de hiermee verband houdende visering van het certificaat van deugdelijkheid, zijn de onderstaande tarieven verschuldigd:

Tonnage Eerste afgifte Hernieuwde Visering schepen

afgifte zonder klasse

tot 500 GT € 828 € 524 € 142

500 tot 2000 GT € 907 € 603 € 182

2000 tot 6000 GT € 1.328 € 684 € 182

6000 tot 9000 GT € 1.728 € 763 € 182

vanaf 9000 GT € 1.728 € 763 € 182

Artikel 5

1. Voor het verstrekken van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, met betrekking tot verandering van een werkhaven is een tarief verschuldigd van € 112.

2. Voor het verstrekken van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, met betrekking tot een tijdelijke aanpassing van het vaargebied in verband met ijsgang is een tarief verschuldigd van € 112.

Artikel 6

1. Voor het onderzoek aan boord en de verdere werkzaamheden, nodig voor de afgifte van een verklaring, behorend bij het certificaat van deugdelijkheid, is een tarief verschuldigd van € 371.

2. Indien voor de afgifte van de verklaring, bedoeld in het eerste lid, geen onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 166.

Artikel 7

Voor de werkzaamheden, nodig voor het verlenen van een ontheffing van de verplichting in het bezit te zijn van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs voor de zeevaart, is een tarief verschuldigd van € 166.

Artikel 8

Voor de meting van een schip of daarmee samenhangende controlewerkzaamheden waarvoor geen tarief is vastgesteld bij of krachtens de Meetbrievenwet 1981 of het Metingsbesluit Binnenvaartuigen 1978 is een tarief verschuldigd van € 54 per uur per ambtenaar.

Artikel 9

1. Voor het geheel of gedeeltelijk uitvoeren buiten Nederland van de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden is een tarief verschuldigd van € 54 per uur per ambtenaar voor de reistijd buiten Nederland en de eventuele wachttijd tijdens het verblijf buiten Nederland. Bij de berekening van de reistijd en de wachttijd buiten Nederland geldt een maximum van acht uren per etmaal.

2. In afwijking van het eerste lid is op de in de artikelen 2, 4 en 6 genoemde onderzoeken artikel 39, eerste lid, van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet 2002 van toepassing.

3. De eventuele reis- en verblijfkosten van de ambtenaar ten behoeve van de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden in het buitenland komen voor rekening van de opdrachtgever. Deze kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht.

Artikel 10

1. Indien de in deze bekendmaking genoemde onderzoeken en overige werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 uur en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief verschuldigd van € 39 per uur per ambtenaar.

2. Het in het eerste lid genoemde tarief is eveneens voor in het buitenland buiten de daar ter plaatse geldende werktijden uitgevoerde onderzoeken verschuldigd.

Artikel 11

1. Een buitenlandse, niet uit een der lidstaten van de Europese Unie afkomstige koopvaardijofficier is voor het afnemen van een kennistoets door de examencommissies, genoemd in artikel 2 van het Examenbesluit zeevaartdiploma's 1991, een tarief verschuldigd van € 276 per toets.

2. Een buitenlandse koopvaardij-officier is voor het afnemen van een toets van de wettenmodule door de examencommissies, genoemd in artikel 2 van het Examenbesluit zeevaartdiploma's 1991, een tarief verschuldigd van € 123 per toets.

3. De artikelen 9 en 10 zijn niet van toepassing bij het afnemen van een toets als bedoeld in het eerste en het tweede lid.

Artikel 12

De bekendmaking van het hoofd van de Scheepvaartinspectie van 14 januari 1999, nr. DGG/J-98011074, houdende tarieven vrijwillige dienstverlening Scheepvaartinspectie 1999, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.

Toelichting

In het kader van het algemene tarievenbeleid voor dienstverlening aan derden worden de tarieven van o.m. de Scheepvaartinspectie in fasen volledig kostendekkend gemaakt. Op basis hiervan werd reeds in 1997 een aanvang gemaakt met de herziening van de gehanteerde tarieven. De in de onderhavige bekendmaking doorgevoerde verhoging à 5% is een van de stappen hiertoe.

Gelet op de invoering van de euro per 1 januari 2002 dienen de tarieven die worden berekend voor de vrijwillige dienstverlening door de Scheepvaartinspectie te worden omgezet in euro's. De bedragen zijn naar beneden afgerond tot hele eurobedragen. De onderhavige bekendmaking geeft aan het voorgaande uitvoering.

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,

H.G.H. ten Hoopen.

Naar boven