Beleidsregels aanwijzing organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen

27 november 2001

DGP/VI/U.01.3595

Directoraat-Generaal Personenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 9, onderdeel d, en 14 van het Kentekenreglement en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. de automobielbranche: het geheel van bedrijven dat gegevens uit het kentekenregister gebruikt en zich richt op de handel in en de reparatie van personenauto's, de import van nieuwe personenauto's, de handel in en de reparatie van bedrijfsauto's, de import van nieuwe bedrijfsauto's, de vervaardiging van rubberbanden, de vernieuwing van loopvlakken, de autofabricage, de carrosseriebouw, de vervaardiging van aanhangwagens en opleggers, de vervaardiging van auto-onderdelen en accessoires, de vervaardiging van motor- en bromfietsen, autodemontage, de groothandel in gebruikte banden, de auto-onderdelenservice, de autobandenservice, de reparatie van specifieke auto-onderdelen, carrosserieherstel, de groothandel en handel in auto-onderdelen, de groothandel en de handel in banden, de detailhandel in auto-onderdelen, de groothandel en de handel in motorfietsen en onderdelen, de detailhandel in en de reparatie van motorfietsen en onderdelen, de operational lease van personenauto's, de keuring en controle van machines en apparaten, en de vervaardiging van elektrische benodigdheden en elementen, bestemd voor deze voertuigen of onderdelen daarvan;

c. de aanvrager: de organisatie die met het oog op de verstrekking van gegevens uit het kentekenregister als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, met uitzondering van gegevens omtrent diefstal of verduistering van voertuigen, bij de Minister een aanvraag heeft ingediend om aangewezen te worden als organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt als bedoeld in artikel 9, onder d, jo. artikel 14 van het Kentekenreglement.

Artikel 2

1. Een aanvrager wordt aangewezen als organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt, indien de aanvrager voldoet aan de in het tweede, derde en vierde lid genoemde eisen.

2. De aanvrager behartigt naar verwachting de belangen van ten minste 5% van de bedrijven in de automobielbranche.

3. De aanvrager is een vereniging of stichting.

4. Uit de statuten van de aanvrager blijkt dat de aanvrager tot doel heeft de belangen van de automobielbranche te behartigen.

Artikel 3

1. Drie jaar na een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 beoordeelt de Minister of de organisatie die is aangewezen als organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt nog steeds aan de criteria, bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, voldoet. Tevens beoordeelt de Minister of de aangewezen organisatie die is aangewezen de belangen van ten minste 5% van de bedrijven in de automobielbranche behartigt.

2. Indien uit de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat de aangewezen organisatie niet langer voldoet aan een van de criteria, bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, of aan het eerste lid, dan wel indien blijkt dat de aangewezen organisatie niet heeft voldaan of niet voldoet aan haar wettelijke verplichtingen, wordt de aanwijzing ingetrokken.

Artikel 4

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Artikel 5

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels aanwijzing organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,T. Netelenbos.

Toelichting

Algemeen

Artikel 44, eerste lid, van de Wegenverkeerswet bepaalt dat aan belanghebbende gegevens uit het kentekenregister kunnen worden verstrekt. Artikel 9 van het Ken-tekenreglement kent vier categorieën belanghebbenden. Artikel 9, onder d, onderscheidt door de Minister van Verkeer en Waterstaat, of in geval van verstrekking van gegevens omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig door de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Justitie gezamenlijk, aangewezen organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen als aparte categorie.

Tot 13 december 2000 was de Stichting RDC de enige organisatie die op grond van artikel 44, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 jo. artikel 9, onder d, en artikel 14 van het Kentekenreglement was aangewezen als organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt. Op 13 december 2000 heeft ondergetekende de Stichting Denktank in de Autobranche (hierna: Stidenda) ook als zodanig aangewezen. Thans zijn opnieuw aanvragen ingediend door organisaties die aangewezen willen worden als organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen. Daarom is de behoefte gerezen aan nadere invulling van de wijze waarop van de bevoegdheid tot aanwijzing van een organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt gebruik gemaakt wordt. De voorliggende beleidsregels voorzien in die behoefte. Daarbij wordt erop gewezen dat deze beleidsregels niet van toepassing zijn op een aanvrager die om verstrekking van gegevens uit het kentekenregister omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig verzoekt.

Hieronder zal in de artikelsgewijze toelichting nader op de beleidsregels worden ingegaan. Daaraan voorafgaand merkt ondergetekende op dat thans een heroverweging plaatsvindt inzake het verstrekken van privacygevoelige gegevens uit het kentekenregister. Het is niet uitgesloten dat deze heroverweging zal leiden tot aanpassingen in de Wegenverkeerswet 1994 of het Kentekenreglement, als gevolg waarvan het mogelijk is dat deze beleidsregels worden aangepast of ingetrokken.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1, onder b, is de automobielbranche gedefinieerd.1 Deze definitie is opgesteld aan de hand van een omschrijving van de bedrijven in de voertuigbranche die gebruik maken van de gegevens uit het kentekenregister.

Artikel 2

De aanvrager komt voor aanwijzing in aanmerking indien hij naar verwachting de belangen van minimaal 5% van de bedrijven in de automobielbranche behartigt. Dit houdt in concreto in dat de aanvrager aannemelijk zal moeten maken dat, zodra hij toegang heeft tot de gegevens uit het kentekenregister, minimaal 5% van de bedrijven in de automobielbranche voornemens zijn van de diensten van de aanvrager gebruik te maken. Het is aan de aanvrager om dit aan te tonen. Daarbij kan de aanvrager bijvoorbeeld gebruik maken van intentieverklaringen, steunbetuigingen of, in geval van een vereniging, (voorlopige) lidmaatschappen. Verder geldt nog dat het niet zo is dat één bedrijf zijn belangen slechts door één organisatie kan laten behartigen. Bedrijf x kan bijvoorbeeld een intentieverklaring ondertekenen bij zowel organisatie x als organisatie y. Hierbij is van belang dat een bedrijf dat gebruik maakt van de diensten van organisatie x de mogelijkheid heeft om over te stappen naar organisatie y. Indien de aanvrager een onderneming of instelling is met een bestaand relatiebestand en aangeeft intentieverklaringen of steunbetuigingen namens zijn relaties te kunnen of willen overleggen, zal worden nagegaan of de contractuele band die de aanvrager met zijn relaties heeft mede omvat dat de aanvrager namens hen dergelijke verklaringen kan afleggen. Mocht dat niet het geval zijn, dan zullen van de desbetreffende relaties (bedrijven uit de automobielbranche) afzonderlijke en uitdrukkelijke verklaringen moeten worden overgelegd.

Bij de beoordeling van de vraag of de aanvrager de belangen van minimaal 5% van de bedrijven in de automobielbranche vertegenwoordigt, zal het aantal bedrijven dat voornemens is om van de diensten van de aanvrager gebruik te maken, afgezet worden tegen het totaal aantal bedrijven in de automobielbranche. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen kleine en grote bedrijven. Voor wat betreft het totaal aantal bedrijven wordt uitgegaan van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Indien de aanvrager de belangen van minimaal 5% van de bedrijven in de automobielbranche behartigt, vertegenwoordigt de aanvrager de belangen van een relevant deel van de automobielbranche. Het stellen van een hoger percentage als criterium zou het aanzienlijk lastiger maken om voor aanwijzing in aanmerking te komen. Daarbij is van belang dat de aanwijzing nodig is om vervolgens diensten te kunnen leveren die deel uitmaken van een markt. Waar mogelijk wordt door de overheid - in het bijzonder in het kader van de MDW-operatie - marktwerking bevorderd. Een aanvrager is een nieuwe speler op de markt. Van een nieuwkomer kan niet verwacht worden dat hij reeds voordat hij feitelijk toegang heeft tot de gegevens uit het kentekenregister al een groot deel van de automobielbranche vertegenwoordigt. Voorts wordt in dit verband betekenis toegekend aan de brief van de Minister van Grote Steden- en Integratiebeleid aan de Tweede Kamer van 20 april 2000 waarin als beleidslijn wordt gesteld dat de beschikbaarstelling van overheidsbestanden aan derden op non-discriminatoire wijze dient plaats te vinden.2

Indien een aanvrager de belangen van minder dan 5% van de bedrijven op de automobielbranche behartigt, kan niet meer gezegd worden dat deze aanvrager de belangen van een relevant deel van de bedrijven van de automobielbranche behartigt.

Uit artikel 2, derde lid, blijkt dat een van de vereisten om aangewezen te kunnen worden als organisatie die de belangen van de automobielbranche behartigt, is dat de organisatie een stichting of een vereniging is. Private ondernemingen komen derhalve niet voor aanwijzing in aanmerking, omdat zij in beginsel slechts één belang kunnen dienen, te weten het eigen belang van de onderneming, terwijl de aanvrager de belangen van de automobielbranche dient te behartigen.

Tot slot geldt nog als afzonderlijk criterium dat uit de statuten van de aanvrager afgeleid moet kunnen worden dat de aanvrager tot doel heeft de belangen van de automobielbranche te behartigen.

Artikel 3

De aanvrager zal waarschijnlijk pas nadat hij feitelijk toegang heeft tot de gegevens uit het kentekenregister, kunnen aantonen dat hij daadwerkelijk de belangen van minimaal 5% van de bedrijven in de automobielbranche behartigt. Daarom acht ondergetekende het noodzakelijk om drie jaar nadat het aanwijzingsbesluit is genomen, te beoordelen of de aangewezen organisatie voldoet aan het 5%-criterium en nog steeds voldoet aan de criteria van artikel 2, derde en vierde lid. Indien blijkt dat de organisatie er niet in geslaagd is om binnen drie jaar daadwerkelijk de belangen van 5% van de automobielbranche te behartigen, voldoet deze organisatie niet meer aan het wettelijk criterium om als belangenbehartiger te kunnen worden aangemerkt. In dat geval zal het aanwijzingsbesluit worden ingetrokken. Een periode van drie jaar acht ondergetekende een redelijke termijn voor de aangewezen organisatie om zijn positie op de markt te veroveren. Tot slot geldt uiteraard dat ook na drie jaar uit de statuten van de aangewezen organisatie moet blijken dat de aangewezen organisatie tot doel heeft de belangen van de automobielbranche te behartigen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

1 Hier wordt aangesloten bij een omschrijving van het Bureau voor Economische Argumentatie van KPMG.

2 Kamerstukken II 1999-2000, 26 387, nr. 7.

Naar boven