Het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,
Gelet op artikel 1 van het Mandaatbesluit veiligheidsonderzoeken Korps
landelijke politiediensten en artikel 1 van het Mandaatbesluit veiligheidsonderzoeken
regionale politiekorpsen,
Besluit:
Artikel 1
1. Aan de korpschef van het Korps landelijke politiediensten en de korpschefs
van de regionale politiekorpsen wordt de bevoegdheid gegeven om conform de
aanwijzingen neergelegd bij brief van 25 juli 2001, kenmerk 1718124/01, P-veiligheidsonderzoeken
te verrichten.
2. In deze beschikking wordt onder tekenbevoegdheid verstaan de bevoegdheid
om namens het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst besluiten te nemen,
stukken af te doen en uitgaande brieven te ondertekenen.
Artikel 2
De korpschefs bezitten in verband met de vervulling van P-vertrouwensfuncties
binnen hun korps, tekenbevoegdheid ten aanzien van de in artikel 2, eerste
lid, onder b, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken
ministerie van Binnenlandse Zaken, bedoelde bevoegdheid betreffende het afgeven
van een verklaring van geen bezwaar.
Artikel 3
Aan het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst is voorbehouden de
uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde bevoegdheid indien:
1. bij de uitoefening gebruik wordt gemaakt van gegevens als bedoeld in
artikel 7, tweede lid, onder b en c, van de Wet veiligheidsonderzoeken;
2. het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft kunnen opleveren
om een oordeel te geven over de vraag of betrokkene onder alle omstandigheden
de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen.
Artikel 4
De korpschefs kunnen in overeenstemming met het hoofd van de Binnenlandse
Veiligheidsdienst, bij schriftelijk aan de minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties mede te delen besluit, ten aanzien van de in artikel
2 van dit besluit bedoelde bevoegdheid, ondermandaat verlenen aan een of meer
als zodanig aangewezen onder hen ressorterende functionarissen. Dit ondermandaat
kan niet worden verleend aan functionarissen die zijn belast met de uitvoering
van de P-veiligheidsonderzoeken.
Artikel 5
De tekenbevoegdheid wordt uitgeoefend met dien verstande dat geen stukken
worden ondertekend, die bij de ontvanger de indruk kunnen wekken dat de ondertekenaar
persoonlijk een beslissing neemt welke door de minister van Binnenlandse Zaken
en koninkrijksrelaties of het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst
moet worden genomen.
Artikel 6
De korpschefs brengen iedere twee maanden aan het hoofd van de Binnenlandse
Veiligheidsdienst schriftelijk verslag uit over de wijze waarop van de aan
hen en door hen verleende bevoegdheid gebruik is gemaakt.
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking met ingang van 16 november 2001.
Artikel 8
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering en tekenbevoegdheid
veiligheidsonderzoeken KLPD/regionale politiekorpsen.
Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Door middel van dit besluit verleent het Hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst
aan de korpschef van het Korps landelijke politiekorpsen en de korpschefs
van de regionale politiekorpsen de bevoegdheid veiligheidsonderzoeken ten
aanzien van P(olitie)-vertrouwensfuncties.
De bevoegdheid P-veiligheidsonderzoeken te verrichten betreft uitsluitend
functies die zijn aangewezen als vertrouwensfunctie in het betreffende korps
of politieregio. Dit betekent dat een regio geen veiligheidsonderzoeken kan
verrichten ten behoeve van een andere regio tenzij hiervoor uitdrukkelijk
door mij instemming wordt verleend.
Indien een veiligheidsonderzoek niets ten nadele van betrokkene oplevert,
geeft de korpschef een verklaring van geen bezwaar af. De overige onderzoeken
worden voor behandeling overgedragen aan de Binnenlandse Veiligheidsdienst.
Het besluit treedt in werking met ingang van 16 november 2001. Op dat
moment zijn nog niet in alle politieregio's P-vertrouwensfuncties aangewezen.
Dit houdt in dat het verrichten van veiligheidsonderzoeken pas daadwerkelijk
kan plaatsvinden nadat een aanwijzing van vertrouwensfuncties tot stand is
gekomen.