Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2001, 225 pagina 16 | Circulaires |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2001, 225 pagina 16 | Circulaires |
Aan: de landelijke jeugdorganisaties
Ons kenmerk: DJB/APJB-2225022
Inlichtingen bij: Gert-Jan Rietveld
Doorkiesnummer: 070 - 340 5419
Datum: 14 november 2001
Onderwerp: Subsidieregeling Welzijnsbeleid
Doel: Bekendmaking beleidsmaatregelen
Circulaire registratie: 01-003
Inwerkingtreding: 16-11-2001
Geldigheidsduur: 31-12-2003
In mijn circulaire van 26 april 2001 heb ik u, naar aanleiding van de met betrekking tot de Subsidieregeling welzijnsbeleid gerezen problemen, verzocht de knelpunten die u heeft ondervonden bij de ledentelling per 31 december 2000 te inventariseren, een knelpuntenanalyse op te stellen en waar nodig een verbeterplan op te stellen dat tot doel zou hebben dat de ledentelling per 31 december 2001 aan de vereisten van de subsidieregeling zou voldoen.
Uit de reacties op deze circulaire is mij gebleken dat de problemen divers zijn, maar bovenal dat de ledentellingen van de helft van de organisaties zodanig zijn dat zij niet voldoen aan de eisen die de subsidieregeling daaraan stelt. Geconstateerd moet worden dat een groot aantal organisaties, ook na uitvoering van de verbeterplannen, niet aan de eisen kan voldoen omdat de subsidieregeling is gericht op ledenorganisaties terwijl vele organisaties eigenlijk geen ledenorganisaties zijn. Strikte toepassing van de huidige subsidieregeling zou voor die organisaties ernstige gevolgen kunnen hebben.
Hoewel ik voornemens was de werking van het huidige, met ingang van 1 januari 2000 ingevoerde, subsidiesysteem eerst vijf jaar na die datum te evalueren, heb ik, gelet op het voorgaande, besloten dit onderzoek reeds dit najaar te doen plaatsvinden. Mede op grond van de uit dit onderzoek voortvloeiende bevindingen zal vervolgens worden bezien in hoeverre de huidige regeling aanpassingen behoeft.
Gegeven deze situatie acht ik het thans van belang om voor maximaal twee jaar (2002 en 2003) een realistische en werkbare overgangsregeling te treffen.
Tijdens een overleg met het bestuur van de NJG op 11 juli 2001 zijn de problemen van de huidige subsidieregeling nogmaals aan de orde gekomen en is de mogelijkheid besproken om een tijdelijke - totdat de huidige regeling is aangepast - nieuwe subsidiegrondslag te creëren in de vorm van een verdeelsleutel van het voor de landelijke organisaties beschikbare bedrag (na aftrek van de instellings- en projectsubsidies). Afgesproken werd dat de NJG samen met de aangesloten organisaties een verdeelsleutel zou formuleren waarbij ik als voorwaarde heb gesteld dat alle organisaties hier achter dienden te staan.
Naar aanleiding van het tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NJG van 12 september 2001 unaniem tot stand gekomen en vervolgens aan mij voorgelegde voorstel waarmee alle landelijke jeugdorganisaties hebben ingestemd, heb ik het volgende besloten:
- als grondslag voor de subsidieverlening wordt uitgegaan van gemiddelde ledentallen.
Voor de subsidie 2002 het gemiddelde van de ledentallen op 31 december 1999 en 31 december 2000 en voor 2003 - indien, naar aanleiding van de evaluatie, de aanpassingen in de Subsidieregeling welzijnsbeleid met betrekking tot de landelijke jeugdorganisaties voor dat jaar nog niet in werking zouden zijn getreden - het gemiddelde van de ledentallen op 31 december 2000 en op 31 december 2001;
- uitgangspunt blijft dat de organisaties leden blijven tellen, NAW-gegevens beschikbaar hebben en een accountant een goedkeurende verklaring afgeeft;
- ik stel de volgende (onderdelen van) artikelen van de Subsidieregeling welzijnsbeleid buiten werking totdat deze regeling met betrekking tot de landelijke jeugdorganisaties is aangepast:
- in artikel 21, onder b, de zinsnede `, door wie of ten behoeve van wie ... opgegeven.'
- artikel 23, eerste lid, onder c.
De instelling is verantwoordelijk voor een juiste opgave van leden, die dient te zijn gebaseerd op de, overeenkomstig artikel 23, eerste lid, onder b, ingerichte ledenadministratie. De bepaling inzake de jaarlijkse opgave van het aantal leden, artikel 23, tweede lid, blijft derhalve van kracht. Indien de opgave op enigerlei wijze niet of niet geheel in overeenstemming is met de regelgeving ter zake, meldt de organisatie dit in de aanbiedingsbrief.
De huisaccountant heeft de opdracht om een verklaring af te geven waaruit blijkt dat het in de opgave van de instelling genoemde aantal leden juist is. Overeenkomstig het bij de subsidieregeling behorende controleprotocol dient de accountant minimaal na te gaan of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. Dat wil zeggen dat de ledenadministratie is ingericht overeenkomstig het gestelde in artikel 23, eerste lid, onder b en dat de ledenopgave is gebaseerd op bedoelde ledenadministratie.
Van de accountant mag worden verwacht dat hij eventuele problemen die hij bij de controle ondervonden heeft, nadrukkelijk toelicht in zijn rapportage.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2001-225-p16-SC31799.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.