Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2001, 220 pagina 18 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2001, 220 pagina 18 | Overig |
5 november 2001
ARBO/APM/2001/72698
Directie Arbeidsomstandigheden
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;
Gelet op artikel 5, vierde lid, van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en artikel 9 van de Stoomwet,
Besluit:
In de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 23 augustus 1956, nr. 3112, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Liftenbesluit I (Stcrt. 168)1 wordt artikel 9 vervangen door:
Artikel 9
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot liften door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief B.T.W. per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In artikel 5 van de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 19 april 1967, nr. 5340, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit schiethamers (Stcrt. 81)2 wordt `f 790' vervangen door `€ 358', `f 420' door `€ 191' en `f 42' door `€ 19'.
De Regeling vergoedingen voor keuring van stoom- of damptoestellen3 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste en tweede lid worden vervangen door:
1. Ten aanzien van een stoomtoestel of damptoestel, zijnde een ketel of zijnde een vat waarin damp op overeenkomstige wijze als vloeistof in een ketel wordt verhit, bedraagt de basisvergoeding ten hoogste:
a. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, bij een verwarmd oppervlak:
1°. tot en met 25 m2: € 16,50 per m2 + € 326;
2°. boven 25 t/m 60 m2: € 7,50 per m2 + € 550;
3°. boven 60 t/m 250 m2: € 6,50 per m2 + € 608;
4°. boven 250 t/m 1250 m2: € 2,50 per m2 + € 1600;
5°. boven 1250 m2: € 1,50 per m2 + € 2860;
b. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder b, bij een verwarmd oppervlak:
1°. tot en met 5 m2: € 25 per m2 + € 62;
2°. boven 5 t/m 100 m2: € 2,50 per m2 + € 174;
3°. boven 100 t/m 500 m2: € 1,50 per m2 + € 274;
4°. boven 500 t/m 2000 m2: € 0,45 per m2 + € 797;
5°. boven 2000 t/m 5000 m2: € 0,14 per m2 + € 1394;
6°. boven 5000 m2: € 2142.
2. Ten aanzien van een stoomtoestel of damptoestel, zijnde een vat anders dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt de basisvergoeding ten hoogste:
a. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, indien het vat geen leiding is, bij een inhoud:
1°. tot en met 5 m3: € 85 per m3 + € 323,50;
2°. boven 5 t/m 100 m3: € 15,50 per m3 + € 670;
3°. boven 100 m3: € 5 per m3 + € 1715;
b. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder b, bij een inhoud:
1°. tot en met 20 m3: € 7,50 per m3 + € 62,5;
2°. boven 20 t/m 100 m3: € 3 per m3 + € 151,75;
3°. boven 100 t/m 1000 m3: € 1,25 per m3 + € 326;
4°. boven 1000 t/m 2000 m3: € 0,40 per m3 + € 1172;
5°. boven 2000 m3: € 1992.
2. In het derde lid wordt `f 206,85' vervangen door `€ 94', `f 219,45' door `€ 100' en `f 241,50' door `€ 110'.
3. In het vijfde en zesde lid wordt `f 206,85' vervangen door `€ 94'.
B
In artikel 6 wordt `f 110,25' vervangen door `€ 50' , `f 164,85' door `€ 75' en `f 206,85' door ` € 94'.
In artikel 15 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Kappeyne van de Coppello, van 28 januari 1985, nr. 84/15 335, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit containers (Stcrt. 23)4 wordt `f 350,-' vervangen door: `€ 160'.
De beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 22 januari 1980, nr. 75 054, ter uitvoering van richtlijn nr. 76/767/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 over de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lidstaten inzake gemeenschappelijke bepalingen betreffende toestellen onder druk en keuringsmethoden voor deze toestellen (Pb EG L 262)(Stcrt. 18)5 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 4, zesde lid, wordt `artikel 6, tweede lid, van de regeling van de Minister van Sociale Zaken van 21 april 1977, DGA/HAWB nr. 85 816 (Stcrt. 82)' vervangen door `de Regeling vergoedingen voor keuring van stoom- of damptoestellen', wordt `f 180' vervangen door `€ 82' en wordt `f 230' vervangen door `€ 104'.
B
In artikel 8 wordt `f 180' vervangen door `€ 82' en `f 230' door `€ 104'.
In de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 september 1992, nr. DGA/WJZ/92/12679, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit drukvaten van eenvoudige vorm (Stcrt. 208)6 wordt na artikel 4 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot de keuring van drukvaten door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 22 juni 1993, nr. DGA/AIB/WJZ/93/3055, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit machines en de Warenwet en het Warenwetbesluit machines (Stcrt. 127)7 wordt na artikel 5 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot de keuring van machines of het onderzoeken van technische dossiers door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 7 september 1993, nr. DGA/AIB/WJZ/93/08764, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, het Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen en de Warenwet (Stcrt. 186)8 wordt na artikel 4 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5
1. De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot de keuring van persoonlijke beschermingsmiddelen door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
2. In afwijking van het eerste lid, bedraagt de vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot de keuring van gehoorbeschermingsmiddelen, beschermende kleding, voet- en beenbeschermingsmiddelen (inclusief middelen om uitglijden te voorkomen) en hand- en armbeschermingsmiddelen, door de keuringsinstantie ten hoogste € 205 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 maart 1996, nr.WBJA/W2/96/0292, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit explosieveilig materieel (Stcrt. 57)9 wordt na artikel 4 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot explosieveilig materieel door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 1996, nr. ARBO/APM/96/02732, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit liften (Stcrt. 243)10 wordt na artikel 5 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot liften en veiligheidscomponenten door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
In de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 23 november 1999, nr. ARBO/APM/99/71647, ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en het Besluit drukapparatuur (Stcrt. 232)11 wordt na artikel 4 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5
De vergoeding voor het uitvoeren van werkzaamheden met betrekking tot drukapparatuur door de keuringsinstantie bedraagt ten hoogste € 160 exclusief BTW per uur, daarbij de reis-, verblijfkosten of andere met de keuring verband houdende kosten niet inbegrepen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 5 november 2001.
De Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,J.F. Hoogervorst.
1 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 30 januari 2001, Stcrt. 22.
2 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 17 maart 1999, Stcrt. 64.
3 Stcrt. 1977, 82, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 4 september 2001, Stcrt. 172.
4 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 14 juli 2000, Stcrt. 137.
5 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 10 april 1990, Stcrt. 79.
6 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
7 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
8 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
9 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
10 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
11 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 september 2000, Stcrt. 203.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2001-220-p18-SC31701.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.