Wijziging regeling rechtspositie vaste leden OPTA

19 oktober 2001

DGTP/01/4304/WK

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 5 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit,

Besluit:

Artikel I

De Regeling rechtspositie vaste leden Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `Niveau A' vervangen door `het salaris van een lid van de topmanagementgroep van een departement van algemeen bestuur als bedoeld in Bijlage A' en wordt `f 2000,-' vervangen door: f 3000,-.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De voorzitter ontvangt voorts een vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden ten bedrage van f 75 000,- per jaar.

3. Onder vernummering van het derde tot en met het zevende lid tot vierde tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. De bezoldiging en de vaste vergoeding worden in maandelijkse termijnen betaald.

4. Het achtste lid komt te luiden:

8. De voorzitter ontvangt een toelage voor representatiekosten overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.

B. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt `f 40 000,-' vervangen door `f 75 000,-' en komt de tweede volzin te vervallen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. De leden ontvangen een toelage voor representatiekosten overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.

C. Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt tussen `voorzitter' en `kan' ingevoegd: of een lid met een gemiddelde tijdbesteding van drie of meer dagen in de week als bedoeld in het derde lid.

2. In het derde lid vervallen `, in afwijking van artikel 5,', `niet' en `, genoemd in artikel 2, eerste lid' en wordt `f 2000,-' vervangen door: f 1800,-.

D. Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

Met ingang van 1 januari 2002 wordt:

a. in artikel 1, eerste lid, het bedrag `f 3000,-' vervangen door: € 1361,34;

b. in de artikelen 1, tweede lid, en 5, eerste lid, het bedrag `f 75 000,-' vervangen door: € 34033,52;

c. in artikel 5a, derde lid, het bedrag `f 1800,-' vervangen door: € 816,80.

Artikel II

De tekst van de Regeling rechtspositie vaste leden Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit wordt in de Staatscourant geplaatst.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,J.M. de Vries.

Toelichting

I. Algemeen

De onderhavige regeling houdt een wijziging in van de rechtspositie van de vaste leden van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA). De wijziging houdt verband met het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat (minister) tot herbenoeming van de vaste leden van het college (Stcrt. 2001, 144). Het is gebruikelijk om bij aanvang van een benoemingsperiode de rechtspositie van de vaste leden te heroverwegen. Met het besluit tot herbenoeming is een nieuwe benoemingsperiode aangevangen. De voor deze benoemingsperiode verrichte heroverweging heeft geleid tot de onderhavige wijzigingen. Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de te wijzigen regelingen nog enkele wenselijke wetstechnische verbeteringen door te voeren.

Bij de heroverweging zijn onder meer de volgende omstandigheden in aanmerking genomen. Vanwege snelle ontwikkelingen in en de complexiteit van de telecommunicatiemarkt zijn de werkzaamheden van de vaste leden van het college aanzienlijk omvangrijker, dan bij aanvang van de eerste benoemingsperiode van het college werd voorzien. Met name de voorzitter heeft in de uitoefening van zijn functie steeds meer taken gekregen, zoals de toegenomen noodzaak om het toezichtbeleid internationaal af te stemmen en taken op het terrein van pers en media. Een en ander heeft geleid tot een grotere werklast voor de vaste leden van het college dan destijds werd voorzien. Voorts is het bepaald niet ondenkbaar dat met het voorgenomen nieuwe Europees wettelijk kader voor de sectoren telecommunicatie, media en informatietechnologie de omvang en het gewicht van de taken van het college van OPTA verder zullen toenemen.

De heroverweging heeft geleid tot de vaststelling van een honorering die meer in overeenstemming is met de zwaarte van het ambt van vast lid van het college. Naast de voorzitter ontvangt thans ook een lid met een gemiddelde tijdsbesteding van drie of meer dagen per week een aan zijn salariëring verbonden vaste toelage. De vaste toelage voor de voorzitter wordt verhoogd. Voorts wordt aan de honorering van de voorzitter en van een lid met een gemiddelde tijdsbesteding van drie of meer dagen in de week een vaste vergoeding toegevoegd.

Gebleken is dat naast de voorzitter ook de andere vaste leden van het college bij de vervulling van hun functie representatiewerkzaamheden verrichten. Het betreft zowel actieve als passieve representatie. Bepaald is thans dat ook deze andere leden een toelage krijgen voor de aan de representatie verbonden kosten. Voor de toelage is aansluiting gezocht bij het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

In de tweede volzin van artikel 5, eerste lid, was bepaald dat in het bedrag van de vaste vergoeding alle kosten en afdrachten zijn begrepen. Deze zin is komen te vervallen. Hieraan liggen een tweetal redenen ten grondslag. De eerste reden is dat de vaste vergoeding niet geldt als vergoeding voor alle kosten, gemaakt in het kader van de uitoefening van de functie van lid van het college. De vergoedingen voor een aantal onderscheiden soorten van kosten is juist geregeld in artikel 5, derde tot en met vijfde lid. De tweede reden is dat het overbodig is om te bepalen dat het bedrag van de vaste vergoeding afdrachten bevat. Bedacht moet worden dat onder afdrachten werd verstaan: dat deel van het loon dat krachtens fiscale wetgeving wordt afgedragen. Aangezien uit de fiscale wetgeving - met name de Wet op de Loonbelasting 1964 en de Wet inkomstenbelasting 2001 - al volgt dat over het bedrag van de vaste vergoeding in beginsel belasting wordt geheven, is het niet nodig om dit in het onderhavige artikel nogmaals te bepalen.

Artikel III

De beschikkingen tot herbenoeming van de leden van het college zijn met ingang van 1 augustus 2001 van kracht geworden. Deze beschikkingen bevatten onder meer per individueel lid de toepasselijke voorwaarden met betrekking tot de rechtspositie. Daarmee is als het ware vooruitgelopen op de onderhavige wijziging van de Regeling rechtspositie vaste leden Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Gelet daarop is het noodzakelijk om aan de regeling terugwerkende kracht - tot 1 augustus 2001 - te verlenen.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.M. de Vries.

Naar boven