Beleidsregels ten aanzien van kwantitatieve eisen voor toekenning en handhaving van korte informatienummers

Sinds 1 januari 1998 geldt een kwantitatieve norm om te kunnen beoordelen of gevraagde korte informatienummers zodanig intensief zullen worden gebruikt dat, ondanks schaarste, toekenning of behoud van één of meerdere nummers gerechtvaardigd is. Deze norm is thans gesteld op 4.500 belpogingen en 10.000 belminuten per maand, gemiddeld over een jaar gemeten, ongeacht de betreffende dienstcode (0800, 0900, 0906 enz.).

Op basis van ervaringen van de afgelopen jaren is het college van oordeel dat de gehanteerde norm ten aanzien van toekenning en handhaving van korte informatienummers met betrekking tot het aantal oproepen en belminuten dient te worden versoepeld.

Daarnaast is gebleken dat de aard van de verschillende dienstcodes, zoals vermeld in het nummerplan, onderlinge differentiatie kunnen rechtvaardigen. Een dienstcode met een gespreksduur verlengende aard zal naar verhouding een laag aantal oproepen hebben ten opzichte van het aantal gegenereerde belminuten, andere dienstcodes daarentegen kunnen juist een hoog oproepverkeer ten opzichte van het aantal belminuten genereren.

Het college maakt daarom het volgende bekend:

Indien er een voorkeur bestaat dient er in het aanvraagformulier (acht-cijferig) voor een kort nummer1, onder meer opgave te worden gedaan van:

a) verwachte aantal oproepen per maand, gemiddeld over het komende jaar

b) verwachte aantal belminuten per maand, gemiddeld over het komende jaar.

Deze opgave dient ertoe te kunnen beoordelen of gevraagde nummers zodanig intensief zullen worden gebruikt dat, ook bij schaarste, toekenning van één of meer korte nummers gerechtvaardigd is.

Met ingang van de eerste dag na publicatie van deze beleidsregels in de Nederlandse Staatscourant zullen de volgende ondergrenzen voor toekenning van korte nummers gehanteerd worden, corresponderend met bovengenoemde opsomming van a) en b). Het verwachte aantal belminuten en oproepen:

stcrt-2001-21-p17-SC27671-1.gifstcrt-2001-21-p17-SC27671-2.gif

Het college kan toegekende nummers intrekken als het gerealiseerde gebruik lager blijkt te zijn dan voornoemde waarden. In uitzonderlijke gevallen kan van het vorenstaande worden afgeweken.

Bij dreigende schaarste van korte informatienummers behoudt het college zich de mogelijkheid voor tot aanpassing van deze nieuwe norm.

Hiermee komt de bekendmaking `Eisen voor toekenning van korte informatienummers' van 19 december 1997 (Nr. OPTA/97/1400; Stcrt 1997, 248) te vervallen.

Den Haag, 26 januari 2001.
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit,
Namens het college,
J.C. Arnbak, voorzitter.

1 Een kort nummer is een 0800-, 0900-, 0906- of 0909-nummer van 8 cijfers.

Naar boven