Besluit mandaat, volmacht en machtiging RVD Algemene Zaken

15 oktober 2001

Nr. 01F417015

Centrale Afdeling Financieel-Economische Zaken

De hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst;

Gelet op de artikelen 7 en 8 van het Besluit mandaat, machtiging en volmacht diensthoofden Algemene Zaken,

Besluit:

Artikel 1

De aan de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst krachtens artikel 3, eerste lid, van het Besluit mandaat, machtiging en volmacht diensthoofden Algemene Zaken verleende bevoegdheden worden gemandateerd aan:

a. de plaatsvervangend hoofddirecteur;

b. de directeur Communicatiebeleid en Bedrijfsvoering;

c. de directeur Directie Toepassing Communicatietechniek;

d. de plaatsvervangers van de onder a tot en met c genoemde functionarissen;

e. het hoofd van de Postbus 51 Informatiedienst.

Artikel 2

1. De plaatsvervangend hoofddirecteur maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik:

a. bij afwezigheid van de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst;

b. in andere gevallen voorzover het aangelegenheden betreft die aan hem zijn toevertrouwd.

2. Een functionaris als bedoeld in artikel 1, onder sub b en c, maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de hoofddirecteur.

3. Een functionaris als bedoeld in artikel 1, onder sub d en e, maakt van het aan hem verleende mandaat uitsluitend gebruik bij afwezigheid van de directeur waaronder hij ressorteert en voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de directeur.

Artikel 3

1. Een functionaris als bedoeld in artikel 1, onder a t/m e wordt tevens volmacht en machtiging verstrekt.

2. De senior specialist Media-advies en -inkoop, de adviseur Media-advies en -inkoop en het hoofd Media en Communicatiemiddelen wordt volmacht en machtiging verstrekt.

3. Het plaatsvervangend hoofd Account en Projectmanagement, de Accountmanagers, het hoofd Communicatieonderzoek en de adviseur Communicatiemiddelen van de Directie Toepassing Communicatietechniek, alsmede het hoofd en het waarnemend hoofd Pers en Publiciteit, het hoofd Informatie Voorziening en het hoofd Communicatiebeleid wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat per geval vijftig duizend gulden niet te boven gaat.

4. Het hoofd Bibliotheek wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat drieduizend gulden niet te boven gaat.

5. De beleidsmedewerker visuele media Koninklijk Huis / Ministerraad wordt volmacht en machtiging verstrekt voor handelingen waarmede een bedrag is gemoeid dat drieduizend gulden niet te boven gaat.

6. Een functionaris zoals bedoeld in de leden 1 t/m 5 maakt van de aan hem verleende volmacht en machtiging uitsluitend gebruik voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat deze behoren te worden afgedaan door de directeur waaronder hij ressorteert.

7. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, eerste, tweede en derde lid worden de bevoegdheden die krachtens dit artikel worden verstrekt aan de functionarissen bedoeld in artikel 1 a t/m e alsmede de leden 2 t/m 5 van dit artikel nader bepaald door en uitgeoefend met inachtneming van nadere schriftelijke instructies.

Artikel 4

1. Het in een document vastleggen van een besluit dient te geschieden op briefpapier van het ministerie met als hoofd `Ministerie van Algemene Zaken'.

2. Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt aan het slot:

`DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

namens deze,

DE HOOFDDIRECTEUR VAN DE RIJKSVOORLICHTINGSDIENST',

gevolgd door de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

3. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door een functionaris als bedoeld in artikel 1, onder a tot en met e, vermeldt aan het slot:

`DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

namens deze,

DE / HET (functieaanduiding) VAN DE RIJKSVOORLICHTINGSDIENST',

gevolgd door de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

Artikel 5

Het vastleggen van een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dient te geschieden op officieel briefpapier, zoals dat in de voorschriften met betrekking tot de huisstijl Algemene Zaken is aangegeven.

De handtekening op het document dient gevolgd te worden door de naam van de betrokken functionaris.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 september 2001.

Artikel 7

Het besluit 11 december 2000, nr 00F395311 wordt per 1 september 2001 ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging RVD Algemene Zaken.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal, de diensthoofden en de in dit besluit genoemd functionarissen.

Den Haag, 15 oktober 2001.
De hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst,
E. Brouwers.

Naar boven